8
98
Woensdag
December,
WOENSDAG ÉN ZATERDAG.
Besturen en Administration
lospeclicopile Vloedplankc».
STRANDVONDERIJ.
Binnenlandsche Tijdingen.
Buitenlandsche Tijdingen.
ZIERIKZEESCHE
PllIJS DEE ADVERTENTIËN.
Gewone 5 cent de regel. Geboorte-Huwelijks- en Dood-
berigtenvan 18 regels a 0,50.
VEKSCtHiJNT:
I ABONNEMEN TS-PEIJ S.
Per drie maanden 1,25 - Franco per post 1,50. In/.cn
ding der Adverteutiën daags te vorenvóór 10 ure 's morg
Burgemeesteu en Wethoüdeks van Zierikzee brengen
ter kennis van de ingezetenendat op Woensdag den
15 dezer maanddes middags eene Inspectie op de
Vloedplaiiken m deze gemeente zal worden gehouden
wordende mitsdien een ieder uitgenoodigd zijne vloed
planken ten dage der Inspectie behoorlijk gesteld ge
reed te houden teu eiude zich te vrijwaren voor de
boeteden nalatigen bij de plaatselijke verordening
opgelegd.
'Lierikze* den 1 December 1869.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
De BUEGEMEESTEE vau Zierikzee roept
voor de derde maal ter reclame opregt-
hebbenden op een GIEK, in de Roompot
geviseht in April jl. en op een gebroken M A S T,
lang 16 meters en gemiddeld 11 decimeters
in omtrekonlangs in zee geviseht op 2 kilo
meters afstand van de Uiterton.
Zierikzee, 7 December 1869.
B. C. CAU.
Aan de Geestbrug te "s IIage bad dezer dagen
eene komisch-tragische scène plaatsdie allertreurigste
gevolgen bad kunnen hebben.
Een zeker knaapje C. J. Bakker genaamdbield
zicil eenige dagen geleden onledig met het afscheuren
van publicatiënwelke de bevoegde magt op bet daartoe
bestemdé' bord bad doen aanplakken. Het scheen den
aldaar'toevallig passerenden rijksveldwachter uit Voorburg
niet ongepast toe den jeugdigen booswicht door een
veelbeteekenend er. waarschuwend vingeropkeffen zijn
misdrijf onder liet oog te brengen. Deze beweging van
den dienaar dér wet schijnt op het weeke gemoed van
onzen schuldigen Cornelis een diepen en onuitwischharen
indruk te bebben gemaaktalthans toen hij eenige
dagen later (bet was juist bet zesjarig geboortefeest van
onzen hela) aenzelfdën veldwachter, met een groot papier
(een biljet voor dé aanstaande algemcehë volkstelling)
zijns vaders woniug zag betredenachte bij bet geraden
hem door bet dakvenster te ontvliedendaar bij in
genoemd document minstens eene ter dood veroórdeeling
of eën bevel tot inbecKtenisnëming zag. 'Na in de goot
gestapt en vandaar langs de' pannen naar de vorsten
van bet dak geklommen té zijnbleef hijziende dat
hij niet booger konmet beide bandjes om den nok
geklemd, in hangende houding den afloop van de tegen
hem ingestelde regtsvervolging afwachten. Hij kwam
daar tusscken hemel en aarde tot de juiste conclusie
dal zijne vorige verjaardagen aangenamer door hem
waren gevierd dan deze. Hij wachtte natuurlijk laug
waut de veldwachter had hem reeds lang en breed
vergetenen ook zijne nederige ouders vermoedden
geenszins dat bun zoon eene zoo booge vlugt genomen
had.
Wel miste men de knaap doch daar dit dikwijls
gebeurde, maakte ziju vader ziek niet ongerust en begaf
zich als gewoonlijk tegen half twee naar ziju werk te
Rijswijk. Op weg daarheen echter werd hij nog bij tijcis
ackterkaa'd en verrast met het berigt dat zijn zoon zich
op het dak van zijne woning in groote ongelegenheid
bevond..
Men was tot deze ontdekking geleid doordien eene
tegenover hem wonende dametoevallig naar buiten
ziendetwee handjes en het bovenste gedeelte van een
kiuderboofd boven het dak had zien uitsteken. Deze
toevallige omstandigheid heeft het'leveu van het knaapje
gered. Mèt moeite is men er in geslaagd hem h'asr
den beganen grond terug te voeren. Noch ziju vader
noch een ter hulp gesnelde buurman ken hem bereiken.
De zoon bleek intusschen grooter gynmasticus te zijn
dan zijn papa. Men heeft hem door de stellige ver
klaring dat zijn „bete noire" afgetrokkpn was einde
lijk na een langdurig discours overgehaald zich van
den nok in de goot te laten glijden en hem vandaar
ver der getransporteerd.
Twee uren had hij in liooger sfeeren gezweefd, zoodat
bij zijne terugkomst hier beneden zijne vingeitjes geheel
blaauw en gevoelloos waren van koude en inspanning.
(Algem. Ned. Nieuws en Advertentiebl.)
opgeroepen. De bezitter van eene spoorweg
kaart der tweede klassevoor een vierendeel
jaars geldendeen voor de reis tusschen Bolton
en Blackburn been en weer, ging eenigen tijd
geleden naar liet station Boltonom met een
namiddagtrein naar Blackburn terug te kceren
doch de waggons der tweede klasse waren allen
vol. Hij nam getuigen om bet feit te consta
teren zette zich daarna gerust in een huur
rijtuig en reed naar Blackburn. Kort daarop
klaagde bij de spoorweg-maatschappij aan
niet alleen voor terugbetaling van den prijs des
rijtuigsmaar ook voor schadevergoeding van
den verloren tijd. Het geregt gaf hem gelijk
in eersten aanleg. De maatschappij ging in
booger beroepmaar werd nogmaals veroor
deeld.
De opstand ïn Dalmatië.
FRANKRIJK.
Te Parijs worden tegenwoordig aanzien
lijke hoeveelheden champignons verbruikt. De
aaukwoeking daarvan maakt een afzonderlijken
tak van nijverheid, uit en wordt door zooge
naamde ohampignonnisten uitgeoefend.
De sekte der Skopzi's ot verminkers in
Rusland blijftniettegenstaande de laatste
strenge bevelen der regtbaukengedurig hare
noodlottige leerlingen op allerhande wijzemet
list en geweld, onder de bevolking verspreiden.
Zij deinzen voor niets terug en nemen hun
toe vlugt tot de strafbaarste middelen. Zij lokken
de kinderen die op straat spelen met zieh dooi
de belofte van hun lekker goed te geven. Doch
ongelukkig zijn zij die zich door dit lokaas
laten verleiden Men geeft ze lekker goed te
eten gemengd met slaapdranken zoodra zij
het bewustzijn verloren hebben, worden zij dooi
de fanatieke aanhangers der Skopzi's ijselijk
verminkt. Verscheidene gevallen van dezen
aard zijn reeds dezer dagen in de omstreken
van St. Petersburg gepleegd en aan de policie
medegedeeld.
- Volgens berigten uit Rome alwaar
overmorgen het concilie zal aanvangenis de
onveiligheid aldaar in den Iaatsten tijd zoo toe
genomen dat de meest vredelievende ingezetenen
slechts behoorlijk gewapend des avonds of des
nachts zich buiten hunne woningen durven be
geven. Nog dezer dagen werd een gezelschap
jagers nog voor dat zij de St.-Sebastiaaupoort
hadden bereikt, geheel en al uitgeplunderd.
Van de zich nog in het foudraal bevindende
geweren konden zij geen gebruik maken. Men
brengt dit alles in verhand met het bestaan
eener binnen de stad georganiseerde rooverbende.
G.ROOT-BRITTANNIEN-
Een eigenaardig proces werd onlangs voor
het graafschapsgeregt te Bolton in Engeland
Aan- „een brief van een Oosfcenrijkscli officier, die aan
den veldtogt tegen de Bocckeetcii deelneemt ontleenen
wij bet volgende:.
„Er liggen thaiis eenige' weken achter mij zóó over-
rijk aan ongemakken eii onaangenaamheden van eiken
aard als al de jaren van mijn vroeger leven té zamen
mij deden ondervinden. Wel waren onze verliezen in
de veldtogten van 1859 in Italië en van 1866 in Bo-
hemen natuurlijk veel grooter dan in de kleine gevech
ten alkier, maar de moeijelijkheden waarmede onze
arme troepen thans moeten worstelen zijn veel aangrij
pender en in haren invloed op de gezoudheid schade
lijker dan wij ginds ooit te verdureu kaddeu. En uog
is het einde der zaak: volstrekt niet te zienwij zullen
nog wrel vele maanden in dit vervvenschte land moeten
blijven. Wat helpt het ook wanneer wij ds benden
dér opstandelingen steeds terugjagen Deze kerels
die als gemzen op hunne 'steile ontoegankelijke kalk
rotsen rondklimmen loopenwanneer hünne patronen
verschoten zijn met de vlugheid der hagedissen weg
zoodat vervolging totaal oumogelijk' is dan trekken
zij zich een paar dagen ih dè Zernagora of Hcrzego-
wina terug en bevinden zich zoodra wij aftrekken
dadelijk weder daar om hun' spel op niéuw te beginnen.
Het is eene vervloekte geschiedenis om tegen zulke
vijanden te moeten strijden en zoo gemakkelijk als
iedere opstand in een beschaafd met steden en dorpen
bedekt land door krachtigegeregelde troepen overwon
nen en onderdrukt kan worden, zoo ontzettend bezwaar
lijk is dat in dit naaktonvruchtbaar rotslandgelijk,
met uitzondering der Zuppagansch Zuid-Dalmatië
is dit ondervinden wij hier ten zeerste.
Daarbij worden wij door allerlei spionnen omgeven
en kunnen geen stap voorwaarts doen, zonder dat bet
den opstandelingen verraden wordt. De ergstcn zijn
echter de vrouwen die door hare Grieksch-Cathoiieke
geestelijken opgezeteen werkelijk dweepzieken haat
tegen ons koesteren. Alle scharen opstandeliugen wor
den bijna altijd door een groot aantal vrouwen begeleid.
Deze dragen de levensmiddelen en munitie voor de
strijdende mannen gaan mede tot in het hevigste
vuur om de gewonden weg te dragenwekken den
moed der strijders op, door woorden cn honende gebaren
tegen ons, slepen steenen aan, om ze op ons neder te
laten rollen kortom, zij zijn bijna even gevaarlijke
vijanden als de mannenmet hunne lange geweren en
met hun woedend wolveugchuilhetwelk zij altijd doen
hooren voordat zij van hunne rotstoppen het vuur be
ginnen. Daarbij toouen deze Morlachinnen een ont
zettende wildheid en gruwzaamheiden woeden als
furiën tegen de ongelukkige soldaten die verwond of
afgemat in hare handen vallen. Toen wij den 26 Oct.
in het heftige gevecht bij den pas Han op de hoogten
van Zagvozdak gewikkeld waren waarbij onze dappeie
overste Jovannovic helaas eene zware verwonding aan
den voet bekwam heb ik zelf herhaaldelijk gezien dat
vrouwen de geweren der gevallen mannen opnamen en
ze onophoudelijk- op-ons afvuurden. Een groote magere
vrouw, niet' zeer jong meer, stond op een rots, die
zich wel 500 voet boven ons verhief, en vuurde haar
lang verdragend gewee^verscheidene malen met zulk
eene zekerheid op ons af, dat een soldaat door hare schoten
gedood en een ander verwond werd. Herhaalde malen reeds
hadden eenige onzer scherpschutters die vrouw tol mik
punt gekozen zoodat de kogels regts en links bij haar
in de kalkrotsen drongen zonder haar echter te treffen
waarop zij steeds uitdagend haar lang geweer rond
haar hoofd zwaaide. Eindelijk legde eeil als zeer ge
oefend schutter hekend onder-officier bedaebzaam op
deze vrouw aan en trof haar ook midden in dc borst.
Zij sloeg nog eenmaal met hare armen om zicli heen
cn stortte toen van hare klip naar beneden op onge
veer 50 voeten voor ons neer, waar wij later het doode
verbrijzelde Kpcbaam zagen liggen. De uitdrukking
van den gloeijendsten haat stond uog in dc strakke
gele, scherp gete-ekende gelaatstrekken van deze Mor-
lachische vrouw te lezen. Bij zulk een oorlogvoeren
kan het volstrekt niet vermeden worden dat ook onze
manschappen wreedheden en gruwzaamheden begaan
dat zij geen kwartier meer geven dat zij de verlaten
dorpen van den vijand verwoesten en de weinige olijf-
boornen die men hier aantreftomhouwen om daarmede
de wachtvuren te voeden. Menschelijkhcid is voorzeker
iets schoonswauueer men echter dagen langs steile
wegen moet beklimmenop naakte bergvlakten zon
der vuur en onbeschutaan dc aauvalleu der scherpe
nooidcnvvinden blootgesteld en door ijskoude regens tot
op het hemd nat gewordenbij spek en droog brood
vele nachten moet kamperen wanneer bij iedere schrede
de kogels van verborgen vijanden u begroeten en men
de lijken zijner gesneuvelde kameraden hier en daar
met afgehouwen hoofden en 'becnen op de gruwelijkste
wijze misvormd vindt liggen dan valt het uiterst zwaar
aan een officier om zijne manschappen steeds in eene
humane stemming te houden'in eene goed verwarmde
kamer kan men dan ook gemakkelijker over eene humane
wijze van oorlogvoeren sprekeu dan in werkelijkheid
bij zulk een opstand te volgen is.
Onze expeditie die ten doel had het gewigtigc fort
Dragalj van proviand te voorzien gelukte ons overigeus
volkomenwij hebben een vijftigtal nuiildierladingen
rijst, maïs, spek, brandewijn, tabak en ook munitie
in dat fort gebragten zoodoende kunnen onze kame
raden daar weder eenige weken alle bestormingen der
opstandelingen met groote gerustheid tegemoet zien.
Daar onze vijanden toch niet van geschut voorzien
zijn', zal het hun nooit gelukken liet sterke steenen
fort anders dan door verraad of door uithongering der
bezetting te bemagtigen. "Vele andere krijgsverrigtingeu,
als om aan de forten proviand te bezorgen en dan dc
landstrekenwaarin de opstandelingen huizenmet
sterke vliegende kolonnen herhaaldelijk door te trekken,
konden door het slechte weder niet uitgevoerd worden,
en zoo kunnen nog weken ja maandenverloopeu
voordat de gaiische opstand onderdrukt zal zijn. Wij
gaan dan ook nog een tijd vol moeijelijkheden en ge
varen van eiken aard te gemoet, zonder ons, ook in
het gelukkigste geval vele lauweren te kunnen ver
werven. Doch klagen helpt nu eeumaal niet daarvoor
zijn wij soldaten die moeteu doen wat hun bevolen
wordt en die niet mogen morren datzij de lustige karnavals-
maandin plaats van in het goede Weenen bij de
mooije meisjes op de ruwe kalkrotsen der Bocche in
gedurigen strijd met Morlachische mannen en vrouwen
moeteu doorbrengen.
Thans zijn hier reeds omstreeks 9000 man troepen
en even zooveel verwachten wij uog want zonder 1S
tot 20,000 man zou bezwaarlijk met genoeg kracht
gehandeld kunnen worden daar wij elkander minstens
alle weken in den eigenlijken velddienst moeten aflossen
willen wij niet alle van vermoéidheid bezwijken. Wat
zal dat weder hcidensch vèel geld kosten én wat zal
de heer minister van financien een kwaad gezigt zette.!:,
wanneer hij de rekeningen voor de oorlogskosten betaalt
Van de Morlachen zal verduiveld weinig te halen
zijn, want behalve oude, zeer kostbare wapenen, die
hun grootste trots uitmaken en van geslacht op geslacht
overgaan, hebben de menschen geen kreutzer geld. Zoo
zal dan de rijksdag wel uit nood gedrongen worden
om in den zuren appel te bijten en de millioenen voor
de oorlogskosten toe te staan.
Dat het een voorafberaamde opstand is'geloof ik
nauwelijks. De haat der Boccheeten tegen ons was
steeds groot. De geestelijkendie een ontzaglijken
invloed op de landelijke bevolking bezitten w akkeren
het vuur immer meer aan en de maatregeldat (te
manschap alhier voor een landwehr-bataljon geligi
uniform in plaats van de gewoonlijk nationale dragt
zou dragen deed de geschiedenis tot een uitbarsting
komen. "Wanneer het ons slecht gaat zoo zal de Vladika
van Montenegro zich in ieder geval aan dc zijde onzer
vijanden scharen; thans houdt hij zich uiterlijk neutraal
en wacht vooreerst de volgende gebeurtenissen af. De
nieuwe vuurpijl-batterijen die wij hier hebben, bewijzen
ons voortreffelijke dienstenen zonder hare hulp had
onze expeditie tienmaal meer offers van onze zijde gekost.
Ook met onze nieuwe achterladers zijn wij in iéder op-