W°. 95 Zaterdag 27 November- 1869 WOENSDAGEN ZATERDAG. Besturen en Administratiën Kennisgeving. Oproeping. Bekendmaking. STRANDVONDERIJ. S t r a n d v o n cl e r ij. Binnenlaridsche Tijdingen. Bui tenia ndsche T ij dingen ZIERIKZEESCHE CODRANI 5CSiCT2I3»S32*Snrct3EUI PRIJS DER ADVERTENTIËN. Gewone 5 cent de regel. Geboorte-Huwelijks- es Dood- berigtenvan 18 regels a 0,50. VERSCHIJNT: A BON N E M li N T S-P li IJ S. Per drie maanden t 1,25 - franco per post 1,50. Inzcu 9 ding der Adverteutiëu daags te voren, vóór 10 ure 'smorg'l Burgemeester en Wethouders van Zierikzee maken bekend dat het suppletoir kohier der hoofdelijke belasting van deze gemeente over het loopend dienstjaarop heden door den Gemeenteraad is vastgesteld en van den 27 November tot den 4 December e. k. ter lezing voor een- ieder op de secretarie der gemeente zal lig gen zullende ieder aangeslagenebinnen dien tijd., tegen zijn aanslag bij heeren Gedeputeerde Staten in beroep kunnen komen, bij verzoekschrift op ongczegeld papier ingevolge de wet. Zierikzeeden 25 November 1869. De Burgemeester B. C. CAU. De Secretaris -, J. P. N. ERMERINS. Burgemeester en Wethouders van Zierikzee roepen bij deze opsollicitanten naar de betrekking van ■eersten. Hulponderwijaer aan de school voor minvermogenden (Tusschenschool) dezer gemeente, waaraan eene jaarwedde van vier IioaiciLercl Gulden is verbondenom zich met overlegging- hunner bewijsstukken portvrij vóór den 15 December 1869 aan te melden bij den Burgemeester. Zierikzee den 25 November 1869. De Burgemeester B. C. CAU. De Searetans J. P. N. ERMERINS. Tienjarige Volkstelling. .Burgemeester en Wethouders van Zierikzee Gezien de voorschriften betreffende de vijfde algemeene tienjarige volkstellingbepaald bij Koninklijk besluit van den 9en Junij 1869 (Staatsblad no. 103) Geven aan de ingezetenen kennisdat de vijfde algemeene volkstelling zal plaats hebben op den lsten December aanstaande dat de insch rijvingsbilletten vóór den 1 December bij de ingezetenen zullen worden rondgebragt en tusschen den 2deu en den 10 December aanstaande teruggehaald j dat het rondbrengen en afhalen der billctten aan de huizen zal geschieden door daartoe van wege het ge meentebestuur aangestelde personen en aan de schepen door of van wege den havenmeester; en dat ieder die geen billet mogt hebben ontvangen zich ter bekoming daarvan kan vervoegen ter Secretarie dezer gemeente op het Raadhuis. Burgemeester en Wethouders vertrouwen dat ieder zich zal beijveren de van hem gevorderde opgaven met naauwkeurigheid te doenter voorkoming van de straffen die op de nalatigheid of verzuimin deze zijn gesteld. Zierikzee, den 25 November 1869. Burgemeester en Wethouders B. C. CAU, De Secretaris J. P. N. ERMERINS. BURGEMEESTER van Zierikzee roept voor de eerste maal ter reclame op, regtheb- benden op zes Nieuwe DEKDEELEN van verschillende afmetingzonder merken in zee gevischt en op 20 dezer bij hem aangebragt. Zierikzee, 22 November 1869. B. C. CAU. De BURGEMEESTER van Zierikzee roept voor de tweede iaisi,£al ter reclame op Regthebbenden op 8 0 stuks nieuwe DEKDEELEN, gemerkt LB allen breed 18 centimeters en dik 6 J/2 centimeters ter lengte van 6 meters, van 4,55 meters van 4,30 meters, van 4 meters en van 3 meters, gevischt op iy2 kilometers afstand van den wal. 27 stuks dito gemerkt II E K. ter lengte van 3 meiers -5 stuks dito gemerkt L B. ter lengte van 4 V2 meter. 4 stuks dito gemerkt A E K. ter lengte van 31/2 meter. 3 dito ter lengte van 5 meters onduidelijk gemerkt. 4 dito ter lengte vau 6 meters onduidelijk gemerkt, allen dik 7 centimeters en breed 20 a 23 centimeters. Een BALKJE, lang 2 meters 70 centimeters en dik 24 centimeters. 4 Vaten PALMOLIE waarvan no. 1 is gemerkt naar raming inhoudend 500 Liters. Ii B 59 No; 2 gemerkt 145 en: No. 3 gemerkt B 60 elk naar raming inhoudende 450 liters alles gevischt in de nabijheid en' bezuiden Steenhank. No. 4 gemerkt 8/123 [D] ea naar raming inhoudende 400 Liters (Kannen) gevischt op een afstand van 1% kilometers buiteu de Uiterton. Zierikzee den 26 November 1869. B. C. CAU. Zierikzee 25 November. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-G ener aal van 19 Nov. jl. is de Indische begrooting aangenomen met 49 tegen 17 stemmen. Twee hoogst belangrijke wijzigingen heeft het door de Regeering voorgestelde ontwerp ondergaan. Vooreerst is de verandering die de minister van koloniën in de Indische Rekenkamer wilde brengen verworpen en ten tweede is een amendement van de heeren Blussé en van Naamen op onderafdeeling 43 der begrooting aangenomen. Een enkel woord over dit laatste. De regeering had voorgesteld, om niet het gelieele batige slot van de Indische begrooting, maar slechts eene bijdrage van 10 millioen te gebruiken ter bestrij- diug van de uitgaven in het moederland terwijl de bestemming van het excedent later door eene wet zoude worden bepaald. Door de aanneming van het bovengemelde amende ment is besloten, alles wat er vermoedelijk op de Indische dienst zal overschietennaar de berekening van de voorstellers f 10,107,74 voor de behoeften van Neder land te gebruiken. Daardoor heeft de minister een gevoelig échec ge leden. Het verschil in cijfers is wel niet grootmaar de eerste stap op den weg door den minister aange geven om tot eene oplossing der koloniale kwestie te komen heeft de kamer met hem niet mede willen maken. Deze zoude daarin bestaan dat Neder land door zedelijkheidsgevoel tegenover Indië gedreven niet meer als regel zoude aannemen, om het gekeele overschot op de Indische dienst ter bestrijding van de uitgaven hier te lande te gebruiken maar dat het zich zelf in dat gebruik zoude beperken dat het zoude er kennen dat het onbillijk is alles wat in Indië over schiet zich toeteeigenen omdat aldus Indië nimmer door bezuiniging gedreven zal worden om zelf te trachten zijne toekomst te verbeterenwant waar men niet ver zekerd is de vruchten er van te plukken zal besparing eene onverschillige zaak wezen. Nederland zoude aldus in beginsel de noodzakelijk heid erkennenzooveel mogelijk op eigen krachten te steunen. Indië zoude alsdan in zijn streven naar ontwikkeling niet belemmerd worden door de vrees dat de voor deden van een verbeterden maatscbappelijken toestand geheel alleen door het Rijk in Europa zouden genoten worden. Hoe schoon de voorstelling ook wasde meerderheid in de Kamer was vau een ander gevoelen. Men erkende gaarne de goede bedoelingen van den minister met Indiëofschoou men misschien niet teu onregtebeweerdedat hij het belang van ludië te veel tegenover dat van Nederland stelde en dat het in allen geval hoogst onregtvaardig isin Nederland uitsluitend den afperser (zooals de minister zeide) van den Javaan te zien. De belangen van Indië en Ne derland zijn één wanneer Indië geld te kort komt zal, even als dat al meer is gebeurd Nederland moeten bijspringen niets billijker dan om nu Indië geld overhoudten Nederland te kort komtdat overschot in 't belang van ons land te gebruiken. Waar er wezen lijk behoefte is aan eene verbetering in Indië, wilde men daar gaarne toe medewerlceu Nederland heeft daarvan iu de laatste jaren menigvuldige blijken gegeven, en de minister beeft het in zijne magt voorstellen daar omtrent te doen. Nu de inkomsten van Nederland waarschijnlijk niet de' uitgaven zullen kunnen bestrijden zoude liet onstaatkundig zijn voorhanden gelden ongebruikt te laten liggen en teregt wees dan ook de beer Heems kerk Az. op de onverantwoordelijke handelwijze vau het ministerie om, terwijl het volk door zware belas tingen reeds genoeg gedrukt wordtniet alles wat mogelijk is in het werk te stellen om het heffen van nieuwe te voorkomen. Men wilde gaarne noodzakelijke uitgaven in ludië bekostigen docb om geldendie op de Indische be grooting' overschietenongebruikt en zonder bestemming te laten liggen terwijl men in Nederland geld te kort komt, vond men in strijd met liet belang van bet land, en met alle regelen van eene gezonde huishouding van staat. Dc verwerping van het voorstel des ministers, is even wel gelukkig geheel en al van politieke redenen ontbloot. Het is dus wel waarschijnlijkdat hij zijne verdere voorstellen betrekkelijk Indic nog aan bet oordeel der Wetgevende Magt zal onderwerpen. Dc minis!er hoezeer ook gewond is niet geveld: want omtrent de eigenlijke koloniale kwestie omtrent het kuituur-stelsel op Java is niets beslist de wetsont werpen hierop betrekkelijk worden thans in de afdcc- lingen der Tweede Kamer onderzochten zullen hoogst waarschijnlijk na de staatsbegrooting behandeld worden. Zierikzee 24 November. Gisteren avond gaf de alhier gevestigde Rederijkerskamer „Riiysch" in de Concertzaal ten voordeele van het nieuw te bouwen Hervormd Diaconie Ar- men-Gestieht alhier, eene gecostumeerde voor drag! van het historisch drama „De Boodschap per of Loevestein in 1570" Zij genoot daarbij de welwillende medewerking van het harmonie- gezelschap, „Kunst en Eer," onder directie van den heer Piekdat door de uitvoering van een vijftal schoone muzijkstukken de pauzen zeer veraangenaamde. Gemelde Kamer oogstte veel bijval en verdient lof voor haar verdienste lijk strevenom met hare talenten ook eene nuttige zaak te dienen. De deeoratien gaven weder eene eervolle getuigenis voor de bekwaam heden van den decoratie-schilder den hoer A. J. Wansink. Het publiek gafvanzijnebelangstelling blijken, door eene talrijke opkomst en een gedurig applaus. De zuivere opbrengst heeft bedragen ongeveer 130. Tengevolge van de jongste stormen betreuren achttien weduwen van Schevenmgsche vissehers en vijf en dertig weezen het verlies van echtgenoot en vader. Naar aanleiding van het vergaan van de loods- kotter no. 9 te Terschelling 't huis behoorende heeft deHeldersehe Courant eenigen. tijd geloden geschreven. Uit eene menigte aan het strand aangespoelde voor werpen is helaas maar al te duidelijk bewezen dat de alhier te huis behoorende loodskotter no. 9 met hare geheele bemanningbestaande uit 9 gehuwde en 2 ongehuwde mannen in den nacht van 20 op 21 Octo ber 11. totaal is verongelukt. Binnen een tijdverloop van twee jaar hebben wij hier het verongelukken van drie loodsbooten te betreuren. Binnen dat korte tijds verloop worden 27 mannen uit de kern onzer bevolking' door hunne achterblijvende betrekkingen beweend, Doch neen niet alleen de naaatbastaafnlen treuren. Geheel ons eiland draagt rouwe over liet verlies van de beste mannen uit ons midden. En wat ieder met ont zetting zal vervullen ik voorspel dat aan al deze 1 jammeren nog geen eincle is. Reeds bij het vergaan der eerste loodsboot in Dcc. 1867 werd bier algemeen liet vermoeden uitgéspioken dat binnen korten tijd het geheele loodspcrsoneel zou zijn weggevaagd, wanneer de, -door den op 1 Jaimarij 1S67 van de binnendienst te Rotterdam naar bier overgeplaatste en met de locale toestanden alhier totaal onbekenden inspecteur van het loodswezen voorgeschreven strenge bevelenwerden ten uitvoer gelegddat namelijk de loodsbooten ge durende bunnen kruistogt niet binnen mogen komen. Dat vermoeden werd maar al te spoedig treurige werkelijkheid toen den 24sten October van liet vorig jaar de Kinkelaar no. 4 met hare geheele bemanning een prooi der golven werd. Na deze tweede ramp werd door een tal van inge zetenen alhier bij1 z. exc. den minister van marine eene klagt ingediend omtrent deu slechten toestand waarin het verongelukte loodsvaartuig zich bevondhetgeen door deskundigen kon gestaald worden benevens vele andere klagtenwelk verzoekschrift eindigde met de nederige bede dat het z. exe. mogt behagen den man te verplaatsen die voor de achterblijvende betrekkingen der verongelukte loodsen steeds eene bittere herinnering aan het smartelijk verlies zoude zijn. Niets piogt baten. Toen enkele leden der kamer z. exc. om inlichtingen vraagden naar den toestand van het loodswezen in het district Tersehellingwerd door z. exc. die in zaken het loodswezen betreffendeop dc adviezen van don lieer de Koek hoofdinspecteur van het loodswezen af gaat geantwoord dat het loodswezen in dal district niets, te wenschen overliet. Zoo werden ten tweeden rriale de bevelen, gehandhaafd die naar onze öescheideiie meening, zoo niet geüeeldan toch ten deele de oor zaken zijn van de verschrikkelijke ramp die thans weder is ontstaan. De eenmaal voorgeschreven maatregelen bleven van kracht en, een derde ramp trof ons. Zou het thans niet meer dan tijd wordeu nadat 27 kostbare menschenlevens opgeofferd zijn aan ecu grileene idee fixedat het aan de wijsheid der loodsschippers worde overgelaten te beoordeclen wanneer zij in zeeen wanneer binnen moeten zijn. Dat de scheepvaart door dergelijke onbekookte en onberedeneerde bepalingen groot ongerief lijdt, blijkt ten duidelijkste uit liet groot aantal schepen dat in de laatste dagen zonder loods is binnengekomen. Het is voorzeker te betreuren ja onmonsohelijk dat zoovele menschenlevens aan de luimen en inzigten van één man kunnen afhangen. Naar wij vernomen hebben is er van regeringswege eene commissie benoemd om deze zaak te onderzoeken ten einde de noodige maat regelen voor 't vc rvolg te nemen. Toen jl. Donderdag de goederentrein die te 10.29 van Arnhem te Zutfen aankomtde brug opstoomde bemerkte de machinist' op de hoogte van het huisje van den brugwachter eene koedie den trein te gemoet liepom liet dier te verschrikken- liet liij op korten afstand den stoom vliegen. De koe echter zette zich pal en in het volgende oogenblik ging de trein over haar heen. Toen deze gepasseerd was lag zij tusschen de rails indood met gebroken hoornen en pootcn. U I T S G 11 L A N D. Met betrekking f&t het onheil hetwelk Zaturdag jl. heeft plaats- gehad op de Rijnspoorwegbrug tusschen Hamm en Neuss deelt de Köln. Zeituiig de volgende bijzonderheden mede. Zaturdag ochtend ten 10 ure ongeveer naderde een de rivier afwaarts vaiend, zwaar bevracht Rijnscbip de brug op het oogenblik dat men bezig was een houtvlot door het opengelaten vaarwater te slepen. Men gaf den schipper van het vaartuig te verstaan dat hij de ankers moest laten vallen hij bevond zich toen op ongeveer 1000 schreden van de in aanbouw zijnde brug. Hieraan werd niet onverwijld gehoorzaamd. Het gevolg wrs dut het schip tegen d,n steiger voer tusschen de 2de en 3de stróompijler (van de zijde van Neuss gerekend). De steiger werd verbrijzeld en een last van ruim een miilioen pond ijzerwerk stortte met de balken op het schip en ver dween daarmede in hetzelfde oogenblik in de golven. Aan boord van het vaartuig bevonden zich de schipper, diens vronw en veischeidene kinderen. Op dat gedeelte van den steiger hetwelk het vaar tuig had verbrijzeld, waren'destijds ruim 40 arbeiders

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1869 | | pagina 1