Woensdag 5 Mei. Mu. 36 1869 WOENSDAGEN ZATERDAG. «as**- Besturen en Admiriistratiën Bekendmaking. Bekendmaking. Bekendmaking. Publicatie. v Publicatie. Publicatie. if 'JSi*- ZIERIKZEESCHE PRIJS DER AD VERTE N5?IËK. Gewone 5 cent de regel. Geboorte-, Huwelijks- en Dood- berigtenvan 18 regels a 0,50 behalve het zegexregt. VERSCHIJNT: ABONNEMENT S-P li IJ S. Per drie maanden f 2,00 Franco per post j 2,25. Inzeu ding der Advertentiën daags te vorenvóór 10 ure 's morg Burgemeester eu Wethouders van Zierikzee verzoeken de ingezetenen om hunne rekeningen en bewijsstukken wegéns schuldvorderingen ten laste van het Rijk de provincie en de gemeente over het jaar 18OS ter plaatse waar het behoort ten spoedigste in te dienen ten einde te voorkomen dat hunne vorde ringen tengevolge van te late indieniug volgens de wet, als verjaard moeten beschouwd worden, Zierikzee 2S April 1869. De Burgemeester 3 B. C. CAU. De Secretaris J. P. N, ERMERINS, De Burgemeester van Zierikzeebrengt ter Kennis van belanghebbende ingezetenen dat zij die voor het saizoen van 1869 op 70 een jagt- of visch-acte ver langen zich daartoe ter Gemeente-Secretarie behooren aan te melden en dat zij die ter zake van onvermogen, eene kostelooze vergunning om te visschen wenschen te bekomen aldaar zullen moeten overleggen de bewijzen van toestemming door eigenaren van het vischwater af te gevenmet uitnoodiging om die aanvragen zoo spoedig mogelijk te doen, opdat ieder in tijds van zijne acte zou kunnen voorzien zijn. Zierikzee den 28 April 1869 B. C. CAU. i Burgemeester en Wethouders van Zierikzeema ken bekend dat de overeenkomst door lien met ADRIAAN de BIE aangegaan tot het ruimen der privaat, putten in deze gemeente waarbij hem de verpligtiog was opgelegd de putten der ingezetenen uaar een be paald tarief te ruimen op heden is geëindigd en dat vooralsnog geene nieuwe bepalingen van gemeentewege daaromtrent zijn vastgesteld. Zierikzee den 30 April 1869. Burgemeester en Wethouders. B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. Inschrijving voor dl© Schutterij. Burgemeester en Wethouders aer gemeente Zierikzee. Gezien de wet op de schutterijen van den 11 April 1827, en speciaal gelet hebbende op die artikelen derzelver wetdie in betrekking staan tot de jaarlijksche inschrijvingzoo tot de bereids daargestelde registers van vroegere jaren als tot de inschrijving die gedurende de laatste helft dezer loopende maand moet geschieden brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden Dat de registers ter inschrijving voor de schutterij, van de geborenen in de jaren 1811 tot 1835 ingesloten zullen worden geopend tot de inschrijving van alle mannelijke ingezetenenwelke tot het laatstgemelde jaar behooren alsmede van hen welke in de vorige jaren geboren zijnde, sedert de laatst vorige inschrij ving zich alhier met er woon hebben nedergezet waaronder ook begrepen zijn de militairen welke ua- dien tijd gepasporteerd en de vreemdelingen welke sedert dezen tijd van buiten het rijk zijn gekomen, en zich alhier hebben gevestigd voor zoo verre deze laatste hun voornemen om zich in dit rijk neder te zetten hebben aan den dag gelegdhetzij door eene uitdrukkelijke verklaring hetzij door de werkelijke over brenging van den zetel van hun vermogen en de hoofdmiddelen van hun bestaan naar herwaarts zon der dat de tijdelijke uitoefening van eenig bedrijf of handwerk in eenig ondergeschikte betrekkingals zoo danig voornemen wordt aangemerkt. Allen zullen worden ingeschreven in dat register waartoe zij vol gens hunnen ouderdom behooren. Dal van de inschrijving niemand der vorenstaande personen is uitgezonderdmaar dat allen zonder on derscheid daarin begrepen zijnal ware het ook dat zij zouden mngen vermeenen volgens de wet tot de vrijgestelden of uitgesloten en te behooren en dien ten gevolge ook zij nietdie hun ontslag uit de schutter- lijke dieust reeds hebben bekomen, zullen derhalve al de bovengemeldeuais daartoe bij deze wordende op geroepen moeten verschijnen ten raadhuize dezer ge meente op 15 Mei e. k. en volgende dagendes voormiddags van 912 ure ten eiude zich te laten inschrijven ieder in dat register waartoe hij volgens zijnen ouderdom behoort. Deze registers zullen op den Isten Junij 1869 finaal worden gesloten. Dat de studenten geëmplooijeerden in huizen van negotie klerken van notarissenadvocaten enz. be dienden en werkboden moeten worden ingeschreven in de gemeente alwaar zij hunne studiën houden werk zaamheden uitoefenen of dienstbaar zijn de ambtenaren en geëmplooijeerden bij het gewestelijk bestuur eii alle andereu al wonen zij ook elders in de plaats alwaar zij hunne ambtsbetrekkingen moeten uitoefenendie buiten Js lands studeren of werkzaam zijn in de ge meente hunner vorige woonplaats de buiteulandsche zeevarende in de plaatsen waar zij hun wettig domicilie hebben en de aan boord wonende schippers in de ge meenten alwaar zij het laatst hunne vaste woonplaats hebben gehadof wel personeel en mobilair of wegens hun vaartuig belasting betalendedaar waar zij voor deze belasting zijn aangeslagen. De vorenstaande opgeroepenen zullen verpligt zijn bij hunne inschrijving opgave te doen van hunne namen voor- en bijnamenvan de plaats en den tijd hunner geboorte hunne woonplaats met aanduiding van wijk en uommerhet beroep hunner ouders en dat van hen zelf, of zij zijn gehuwd ongehuwd of weduwenaars van het getal hunner kinderen van beider sekse, (welke laatste opgaven zullen moeten worden geconstateerd met een schriftelijk bewijs afgegeven door den burge meester of ambtenaar vau den burgelijken stand) sedert wanneer zij ingezetenen der gemeente zijn en van waar zij alhier zijn komen inwonen en eindelijk van de redenen die zij zouden vermeenendat hen van de schutterlijke dienst zouden vrijstellen of daar toe onbevoegd maken naar aanleiding van artt. 3 en 4 der wetmet opgave van het artikel en het onder deel van hetzelvewaarop 'zij zich beroepen. "Wordende voorts een iegelijk buiten deze gemeente geboren aangemaand om zich tijdig van eene geboorte- acte te voorzien en zich alzoo van zijnen ouderdom te verzekeren ten einde de inschrijving behoorlijk kuune geschieden en om voor te komen dat niemand door eene verkeerde Opgaaf van zijnen ouderdomvervalle in de straf bij de wet bepaald. Terwijl Burgemeester en Wethouders een ieder hierin betrokkenwillen hebben vermaand en gewaarschuwd om zich van deszelfs veipligting in deze te kwijten vermits uit krachte van art. 9 der wet eu art. 6 van Zijner Majesteits besluit van 21 Maart 1828 al de genen die zich voor het sluiten der registers op 1 Junij eerstkomende niet hebben laten inschrijvenalsnog ambtshalve zullen wordeu ingeschreveneu dat den. zeivendie ten gevolgezullen worden verwezen tot eene geldboeteen daarenboven zonder loting bij de Schutterij ingelijfd indieu het zal blijken dat er tijdens de verzuimde inschrijviuggeene redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunne aanzien bestonden. En opdat niemand hieromtrent eenige onwetendheid zoude kunnen voorwenden zal deze worden afgekon digd en aangeplakt, daar waar zulks te doeu gebrui kelijk is. Te Zierikzee, den 3 Mei 1869. En is hiervan afkondiging geschied ter plaatse waar het behoort den 3 Mei 1569. Burgemeester en Wethouders voornoemd B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. 11 Burgemeester en Wethouders der Gemeente Zierikzee, brengeu bij deze ter kennis van de Ingezetenen dezer Gemeente dat met het primitief besehrijvingswerk voor de Personele Belasting, over het dienstjaar 186970, een aanvaug zal worden gemaakt op Vrijdag den 7 Mei aanstaandeen de beschrijvings-biljetten met den achtsten dag daarna, door of van wege den Ontvanger der Directe Belastingen zullen worden opgehaald met aanmaning om de voorzegde biljetten naauwkeurig in te vullen teu eiude zich voor schade en onaange- uaamdheden te hoeden alsmede aan de zoodanigen welke bij de beschrijving geen biljet mogteu ontvangen, om zich ten spoedigste om zoodanig biljet bij den Ontvanger voornoemd aau te melden ten einde het zelve vóór den 3] sten Mei ten kantore van denzei - ven volgens art. 30 4 der Wet van den 29sten Maart 1833 (Staatsblad no. 4) ingevuld te kunnen bezor gen. De benoeming tot Tegeuschatters voor deze Ge meente om aan de' zijde der belastingschuldigen te die nen zal later worden bekend gemaakt. Zierikzeeden 3 Mei 1869. Burgemeester en Wethouders voornoemd B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. Burgemeester eu Wethouders der gemeente Zierikzee Gezien de circulaire vau den Heer Commissaris des Koniags dezer provincie vau den 19 April jl. (Prov. blad no. 41). Brengen ter kennis van de ingezetenen der gemeente Dat de aangiften of verklaringen ter verkrijging van pa tent binnen deze provincie, zullen worden uitgegeven vau den zevenden Mei tor en met den vijftienden dier maand. Oat die verklaringen behoorlijk ingevuld zullen moeten zijn ingezameld of bij den Ontvanger dien het aangaat inge diend op den 20 doch in de gemeenten Middelburg Vlissingeu Goes en Zierikzee, op den 24 Mei aanstaande. Dat de registers van gemelde patentpligtigcn zullen worden gesloten in de gemeente Middelburg op den !5 Junij in de gemeenten Vlissingen Goes en Zierikzee op den achtsten en in de overige gemeenten op den vijfden dier maand. Dat de patentpligtige schippers eigenaars en directievoe- rende van binnenschepen schuit»n en vaartuigen v.rmeld in de 16de tabel der wet van den 6deu April 1823 waaronder als nu ook zullen begrepen worden diegeen, welke bestendig in hunne vaartuigen wonen en geene buitenrivieren of wateren bevaren te rekenen van den eersten Mei aanstaande tot den vijftienden derzeive maand zich voor het patent van het dienstjaar 1869/70 zulleu behooren aan te geven bij het Bestuur der plaat9 waar zij zich zulleu bevinden onder overlegging vau een biljet, hezwelk daartoe bij die Besturen verkrijgbaar gesteld is terwijl ingevolge de hiervoren aangehaalde wet door de alsnu aau liet patentregt onderwor pene schippers naanwkeurige opgave zal moeten worden gedaan of zij in het vorige jaar geen andere huisvesting hebben gehad dan aan boord hunner schepen en met die sehepen geene buitenrivieren de Zuiderzee noch deZeeuwsche stroomen bevaren of in het voorgaande jaar bevaren hebben. Dat aan slijterstappers kroeghouders en koffijhui«houder6 (uo. 37 tot 40 van tabel 14) aan hunne huizen onmiddellijk na den Isten Mei, een aangifl-biljet zal worden bezorgd, hetwelk na verloop van drie dagen zal worden opgehaald. Dat de kramers zullen gehouden zijn om bij het doen hunner aanvrage om patent, op te geven de wijze op welke wijze zij hun beroep uitoefenen naar aanleiding der ouder scheidingen bij 1 der 7de tabel gevoegd bij de wet van den 16 Junij 1832 (Staatsblad do.30), alsmede de gezamen lijke inkoopswaarde der door hen te koop aangeboden wordende goederen zullende dien onverminderd door de patentplig- tigen bij b en c van der ovengenoemde tabel vermeld ter gelegenheid en ten gelijken einde als boven opgave moeten geschieden van den tijd der duringwat eerstgenoemde betreft bun's verblijfs in de gemeente, wat laatstgenoemden aangaat, van dien der te lioudene verkoopingterwij! zoo zij de wijze van verkoop veranderen de waarde hunner waren vermeerderen of den duur des verblijfs of der te houdene verkooping verlengen daarvan op den voet van art. 19 der wet van den 21 Mei 1819 eu op de boeten bij art. 37 bepaald, aangifte zullen doen, in de gemeente alwaar zij zich bevinden en zoodanig aanvullingsregt voldoen als van hen, bij werkelijk toegeiicmen belastbaarheid, zoude kunnen wordeu gevorderd. Dat wijdere de bedoelde kramers benevens de debilanten van loterijbriefjes krachtens Zijner Majesteits besluit van den !7 October 1820 (Staatsblad no 22) op de boete bij l en 2 van art. 32 der wet van den 21 Mei 18I9bep8ald, verpligt zullen zijn steeds hun gezegeld patent met zich te roereu. Dat door de schippers eigenaars en directievoerende vau binnenschepen schuiten en vaartuigen hiervoren bedoeld het patentregt zal moeten worden voldaan ten kantore van den Ontvauger ter plaatse van de aangifte, en wel in eens, voor zoo verre die plaats niet is of die van hun vast ver blijf of de vaste legplaats van het -vaartuig, of wel eindelijk die alwaar het bedrijf wordt uitgeoefend doch anders bij twaalfde gedeelten. Dat nogthans van de laatste wijze van betaling bij twaalfde gedeelten ook door eigenaars schippers of direciievoerende, welke zich niet in hunne vaste woon - leg- of verblijfplaat sen bevinden zal kunnen worden gebruik gemaakt mits zij zich gedragen naar het voorschrift van 15 der LGde tabel van de wet van den Oden April 1823, door zich in den loop der maand Mei voorzien van een bewijs van aangifte het welk echter niet langer dan die maand van kracht zul zijn naar hunne vaste woon- leg- of verblijfplaats te begeven, of wel dat bewijs van aangifte derwaarts op te zenden om aldaar te worden gepatenteerd, in welk g<»val de betalingen bij den Ontvanger dier plaats zullen moeten geschieden Dat de patentpligtigcn van de 16de tabel voor den eersten Junij eerstkomende, geheel of gedeeltelijke betaling in voege voorschreven zal moeten zijn geschied eu ook de patenten op vertoon der kwitantien var. de Ontvangers voordien tijd bij de gemeentebesturen door heu zullen moeien worden af gehaald aangezien van dien dag af de recherche op de uiet gepatenteerde schippers een aanvang zal nemen. Gedaan te Zierikzee den 3 Mei 1869 Burgemeester en Wethouders voornoemd B. C. CAU De Secretaris J. P. N. EKVIKBINS. (Niet officieel gedeelte.) Openbar© Raadsvergadering gehouden t© Zierikzee opden 30 April 1869. Voorzitter mr. B. C. CAU. Secretaris mr. J. P. N. Ermerins. Afwezig de heereu jhr. de Jonge, mr. Eokker mr. de Crane van der Vliet en Koole. De notulen der vorige vergadering worden gelezen "Wordt medegedeeld een schrijven van de heer mr. W. C. de Crane waarbij hij kennis geeft dat hij zijn ontslag neemt als lid van den Raad als wenschendc hij niet langer zitting te nemen in een collegiewaar van het in eene barer laatste vergaderingen gebleken is dat de meerderheid heeft kunnen goedvinden geloof te weigeren aan eeue door hem gedane schriftelijke en naar waarhe'd afgelegde verklaring betreffende den staat zijner inkomsten. De Voorzitter zegt dat het hem leed doet dat de heer de Crane in de laatsto zittingen van den Raad niet is tegenwoordig geweest en deze alzoo de redenen niet. kentdie den Raad geleid hebben tot verhooging van zijnen aanslag in de hoofdelijke belasting. Ware dit het geval geweest, zoo meent hij zich te mogen vleijendat deze zaak dergelijke wending niet zou hebben genomen. Voor kennisgeving aangenomen. Worden gelezen drie missives van Gedeputeerde Staten houdende goedkeuring van de Raadsbesluiten tot verkoop van kapitaal en tot wijziging der gemeente-be- begrooting voor 1869 en bewijs ontvangst der veror dening tot wijziging Yau die op het verkoopeii vau brood. Allen voor kennisgeving aangenomen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1869 | | pagina 1