jX°, 60
Zaterdag 25 Julij.
WOENSDAGEN ZATERDAG.
1868
Besturen en Adminislratiën
Bekendmaking.
Kennisgeving.
Binnenlandsche Tijdingen
Buitenlandsehe Tijdin
gen
ZIERIKZEESCHE COURANT
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Gewone 10 cent de regel. Geboorte- Huwelijks- en
Doodberigten van 1 6 regels if 1 behalve het zegelregt
VERSCHIJNT:
Burgemeester en Wethouders van Zierikzee
herinneren de ingezetenen dezer gemeente die in den
hoofdelijken omslag voor het loopeude jaar zijn aange
slagen, aan hunne verpligting om vóór het einde der
maand Julij het een zesde der door hen verschuldigde
belasting te voldoen.
Zierikzee den 22 Julij 1868.
Burgemeester en Wethouders
J. L. de JONGE Wetli. L. B.
De Secretaris
J. P. -N. ERMERINS.
De Burgemeester van Zierikzee brengt ter kennis
van de ingezetenen, dat er op Woensdag den 24 dezer
maand des namiddags ten één ure, op het Raad
huis alhiereene openbare vergadering van den Ge
meente-Raad zal gehouden worden.
Zierikzeeden 24 Julij 1868.
B. C. CAU.
Uit Bergen-op-Zoom meldt men van 21 dezer.
Gisteren avond omstreeks 11 ure vertrok uit dit
garnizoen een detachement infanterie bestemd uaar
Dirksland (Zuid-Holland) om aldaar de orde te hand
haven en de rust te herstellen onder liet werkvolk dat,
zoo men verneemtwegens gebrek of niet bekomen
van drinkwater tot onordelijkhedeu was overgegaan.
Als een bewijs van de hevigheid van den plas
regen die 11. Vrijdag te Roosendaal vielkan dienen
dat een volwassen persoon aldaar bezig eeu dam bij
zijne woning te maken door het plotseling van de
hoogten afkomende water werd omgeworpen en een
eind weegs medegevoerd zoodat hij bijna verdronken
was. De bui had veel overeenkomst met eene wolk
breuk.
Uit Brakel schrijft men omtrent den aardappelen
oogst het hoofdproduct van verbouw in die streken
dat zij niet die gunstige resultaten zal opleveren
welke men er in de lente van had tegemoet gezien.
Door de aanhoudende en felle droogte verdorren ze
vóór ze uitgewassen zijn. Van daar dat de prijzen stijf
blijven zij gelden thans ƒ2.45 tot 2,75 per mud.
Wet het grasgewas op de liooge uiterwaarden ul.
de zoogenaamde tweede snede is het niet beter gesteld
dan met de aardappelen.
Het havergewas zal tengevolge der droogte maar een
middelmatigen oogst geven.
Uit Rotterdam schrijft men van 22 dezer. Als
eene bijzonderheid kan worden gemeld dat eene
A B O N N F< M ENTSPRIj S.
Per drie maanden 2,00Franco per post 2,25. Inzet:-
ding der Advertentien daags te voren, voor lOuro'snorg
vrouw hier ter stede na ten vorigen jare in October
bevallen te zijn van een tweeling eergisteren avond
weder een tweeling heeft ter wereld gebragtin de
zevende maand harer zwangerschap. In tien maanden
tijd heeft dus deze vrouw aan haar gelukkigen echt
genoot vier kinderen geschonken.
Nederlandsch© vereeninigg voor
zeewezen en scheepvaart
(Vervolg en slot van ons vorig nummer.)
2 Wetenschappelijke en practische bevordering en
ontwikkeling zoo van de groote- als biunenlandsche
vaartvan visscherijen van scheepsbouw en scheeps
uitrustingen van météorologie eet. etc.
a. Door het uitloven en toekennen van medailles
getuigschriften eu geldelijke belooningen
Voor de mededeeling van belangrijk bevondene waar
nemingen ontdekkingenondervindingen enz.
Voor bijzondere uitvindingen en verbeteringen ten
opzigte van den bouw en de uitrusting van stoom- en
Zeilvaartuigen roei- en reddiugbooten en andere red
dingmiddelen scheepsiuventarissen instrumenten cuz.
Voor liet maken van uitstekend snelle en het vol
brengen van bijzonder moeilijke zorgwekkende of
buitengewone zeereizen.
Voor het aanbrengen van bijzondere verbeteringen
ten aanzien der visscherijen.
Voor het doen van bijzondere reddingen.
Voor het op uitmuntende wijze bijhouden van mété-
ologisdie journalen en dito aanteekeningeu.
Voor daden vaii moed en zelfopoffering op zee of
biunenlandsche wateren en voor zoodanige andere za
ken als waarvoor zulks dienstig of gewenscht mogt
geoordeeld worden.
b. Door het houden van verhaudelingen en meiedee-
lingen van studiën betrekkelijk zeewezen en scheepvaart
het uitschrijven van prijsvragen en het houden zoo van
nationale als internationale vergaderingen ter behan-
delin van zee- en scheepvaartkundige of météorologische
vraagstukken.
c. Door het opngtcu van museums het houden
of subsidiëeren van tentoonstellingen betreffende scheep
vaart en het daarmede in verband staande.
d. Door het uitsclirijveu of subsidiëeren van wedstrij
den voor Roei- Zeil- of Stoomvaartuigen op zee
rivieren of stroomen en voor scheepswerktuigen enz.
e. Door de uitgifte te ondersteunen en te bevorderen
vau nuttige boeken omtrent zeewezen scheepvaart en
het daartoe behoorende.
De vereeniging bestaat uit een onbepaald getal van
gewone leden buitengewone leden eereleden leden
van verdienste en donateurs en donatrices.
Gewone ledeu der vereeniging kunnen slechts zijn
de zoodanigen die ook lid zijn van eenige Nederland-
sche zeil- of roei-vereenigingmedewerkende tot de
tegenwoordige vereeniging en tegen eene jaarlijksche
contributie van f 4.
Buitengewone leden zijn degene die geen lid zijn
van eenige tot de tegenwoordige vereeniging mede
werkende zeil- of roei-vereeniging en eene jaarlijksche
contributie betalen van f 6.
Tot eereleden kunnen benoemd worden personen van
hoogen rang of verdiensten of zij die zich in scheep
vaart of zeewezen bijzonder ouderscheiden.
Het lidmaatschap van verdiensten kan worden opge
dragen aan hen die door groote of belangrijke en
langdurige diensten de vereeniging op meer dan gewone
wijze bevoordeelen.
Donateurs of donatrices zijn diegenen die door be
langrijke geldelijke bijdragen of door uitstekende schen
kingen als anderzins de vereeniging bijzonder ver-
pligtenterwijl de namen dergenen die bij uiterste
wilsbeschikking de vereeniging bijzonder ondersteunen
steeds dankl aar heidacht zullen blijven.
Ongetwijfeld zal elk goed geaard Nederlanderon
verschillig waar hij woonachtig is het grootscLe doel
dat Z. K. II. prins Hendrik zich voorstelt gaarne willlen
ondersteunen door toe te treden tot lid donateur of
donatrice der nieuw opgerigtc vereenigingwaartoe
reeds voorloopig de gelegenheid bestaat door zich aan
te melden tot een der leden van het bovengenoemd
bestuur.
's Gravenhage Julij 1868.
Uit de Rijnprovinciën wordt omtrent de
inhechtenisneming op Nederlandsch grondge
bied van twee trompetters van het 8e Prui-
sisclu kurassier regiment het volgende mede
gedeeld Het muziekcorps der kurassiers werd
aan het station te Utrecht door een
Nederlan Ischen commissaris van politie in
burgerkleedi'.g en twee policie-agenten in uni
form opgewacht, vergezel van twee hoboïsren
van het 7e regiment infanterie, aanwijzende
de twee bedoelde trompetters, als te zij i twee
hoboïsten van genoemd Ne lerlandsch regi
ment, die twee jaren geleien daarvan gede
serteerd waren. De commissaris van policie
maakte alstoen zijne qiahteit aan den kapel-
mee-ter van het kur issiers regiment hekend
met de kennisgeving, dat hij de twee trompetters
gedurende een uur onder zijne berusting zoj
houden. In het vertrouwen, dat zij weldra
zouden wederkeeren, be^on de kapel haar
concert, d<>ch onder deze uitvoering verscheen
de bevelhebber van het 7e regiment infanterie
verklarende dat de beide trompetters deser
teurs van zija regiment waren en zij tot zijn
leedwezen met weder in vrijheid konden wor
den gestel I. De kapelmeester protesteerde
tegen d?ze handel vijze «-n weigerde in ontvangst
te nemen de wapenen der twee gearresteerden
die hein door den bevelhebber werden g 'presen
teer l hem toevoegende „waar zijne trompetters
worden gevangen g houden', daar moeten ook
hunne wapenen blijven," en het daaroo ge
volg le bével om de Pruisische wapenen in
ontvangst te nemen, werd op gelijke wijze
beantwoord De kapel b.jgaf zich vervolgens
naar Kleef, om van daar andere steden
van Nederland te bezoeken, doch ontving
intusschen bevel terug te keeren. Zij had
voordeelige engagementen in onderscheidene
groote Nederlandsche steden g'sloten, eu
ie Ier muzikant lijdt door het vervallen dezer
concerten eene winstderving van 80 tot 100
Pruis, thaler. De beide gevangen gehouden
muzikant-m, zijnde 2 jongelieden uit Schwarz-
burg Rudolstadt, van welke de een als mu
zikaal talent geroemd wordt, zullen misschien
zwaar voor hun vergrijp boeten.
Volgens een brief, te Winschoten ont
vangen is in den nacht van den 25 op 26
des vorigen jaars het Hamburgscije barkschip
Ophilia den 28 Mei van Ilong^Kong ver
trokken en bestemd naar Callao gestrand.
Omtrent dere stranding luidt die brief o. a
als volgt: „Op omstreeks halfweg de reis
strandde l^et schip v eu wij landden op het
eiland Atafoe fZuidzee.) Wij kwamen met
12 man aan wal doch een van onze man
schappen verdronk zijnde Willem Poelens
van Veendam. De stuurman en een matroos
kwamen naakt aan d<m wal de overigen half
naakt barrevoets enz. De stranding ge
schiedde 's nachts pl m. 12 ure, en tot den
morgen bleven wij op het eiland vertoeven.
Toen zijn wij weder gaan zien wat van het
schip was overgebleven doch alles was weg
geslagen en verbrijzeld van kleeding vond
men niets alleen eenige koftijhabm waar
mede zij die naakt waren zich konden dek
ken. Des middags 4 uren ontdekte men
dit het eiland door mensehen bewoond werd,
daar er alstoen menschen bij or.s kwamen.
Daar wij niet met hen konden spreken be
duidden wij hen, dat wij schipbreukelingen
waren, waarop zij vertrokken. Een half u-ur
later kwamen zij terug, zoowel mannen als
vrouwen van het dorp, om ons af te halen.
Zij waren allen zwarten. Wij waren gestrand
op den Zuidhoek, en zij woonden op den
Noordhoek van liet eiland. Het eerst namen
wij onzen intrek bij den missionair of predi
ker, die ons van kleederen en spijs voorzag ver*
volgens werden wij bij de negers ingekwar
tierd en moesten ons daar, volgens hunno
gewoonte, met raauwen visch en kokosnoten
behelpen. Daar op dit eiland geen scheep
vaart was. besloot de kapitein oin gezamenlijk
eene boot te bouwen, om zoo van het eiland
weg te komen. Na verloop van vier maan
den was alles gereed, boot en zeilen en nu
besloot de kapitein om met vijf man uit te
zien om een ander eiland te gaan zoeken;
doch na verloop van drie dagen kwam men
met de boot terug. Nu zou men eene tweed«
reis beproeven, doch de vijf eerstgenoemd en
Indien geen zin dezen tocht nude te doen.
Wij staken den laatster» December 1867 in
zee, en daar wij alle zeemuis-instrumenten
misten, wisten wij niet welken koers te nemen.
Wel wetende dat er digibij eilanden moesten
zijn zeilden wij nu eens om de zuid dan
weder om de noord, dm weder om de oost
dan weder om de west maar geen land
doch met den zeventienden dag bij het aan
breken van den morgen zagen wij land Wij
kregen toen tegenwind zoodat wij kruisen
moesten. Toen hebben wij zoo lang nut de
vlag geseind dat er booten uitkwamen ei»
ons binnenhaalden Dit vil and was een van
de Samoa groep Apia of Üpolle genoemd,
waar wij door den consul van het noodige
werden voorzien. Hier lag een Hamburger
barkSophiadie ons naar Europa heeft
teruggevoerd."
D IT S C H L AND.
De Wiener Zoitung zegt De runder
pest is uit Gellicie en Hongarije verd atnen.
In Bnkowinu daarentegen is de pest tveder
uitgebarsten In NeJer-Oostenrijk zijn mede
in de maand Junij eenige gevallen van veepest
voorgekomen.
Reeds sedert eenigen tijd is tengeiolge
der groote hitte in de rigting van den spoor
weg van Zarskojeseloeen onderaardsche brand
van veenen ontstaan Deze onderaardsche
brand welke zich verkondigt door kwalijs