N°. 10
Zaterdag 1 Februarij
1868
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Besturen en Administratiën
Brandschouwing.
Oproeping.
n.
Kiezers-Lijsten.
Binnenlandsche Tijdingen.
Buitenlandsche Tijdingen.
volgens
Acram
e storm
arij des
i Solide
en ver-
kompas
ine boot
liet kon
ibark-
waren
kapitein
iing der
offijte
laden te
>n.
rdt.
illao
Batavia
;eft door
voortuig
'ork.
Lissabon,
der Eb
heeren
Smith en
Z1ERIEZEESGHE
PRIJS DER ADVERTENTIES.
Gewone 10 cent de regel. Geboorte- Huwelijks- en
Doodberigten van 1 6 regels if 1 behalve het zegelregt
VERSCHIJNT:
ABONNEMENTSPRIJS.
Per drie maanden f 2,00Franco per poBt f2,25. Intru
ding der Advertentiën daags te voren, voor 10 ure 'sinorg.
53%
63
83%
34%
39
91%
182%
45%
22%
«5%
51%
30%
hooger
voren,
a 15.00 1
a - 14.80
a - 11.40
a - 7.15
a - 6.65
a - 3.—
a - 4.50
a - 9.50
a - 13.—
I a - 12.50
- a - 12.—
- a 8.50
Burgemeester en Wethouders van Zierikzec bren
gen ter kennis van de ingezetenen dat op Maandag
den 3 Febuarij eerstkomende en volgende dagen eene
ALGEMEENE BRANDSCHOUWING door de Directie
der brandweer in de woningen der ingezetenen zal
worden gehouden overeenkomstig de bepalingen der
verordening tot voorkoming en blussching van brand
afgekondigd den 6 December 1855.
Zierikzec den 24 Januarij 1868.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
i a m
Her dam,
imorg. 8.3C
10.15
a do afvaart
Iburg en var
uur na di
pT.
Donderdag
en 'smorg. 1
Scbuithavei
ten 9,— uii
9,30
alen.
Burgemeester en Wethouders van Zierikeee roepen
liiij deze op sollicitanten naar de betrekking van 2den
HULP-ONDERWIJZER aan de eerste Burgerschool in
deze gemeente waaraan eene jaarwedde van f S50
is verbondenom zich ten spoedigste immers vóór
15 Eebrnarij e. k. aan te melden met vrachtvrije toe
zending van stukken bij den Burgemeester.
lierikzee den 28 Januarij 1868.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
j
De "Voorzitter van den Gemeente-Raad te Zierikzec
noodigt de inwoners der gemeente uit om zoo zij
elders in de directe belastingen zijn aangeslagen daar
van vöór 15 Februarij aanstaande te doen blijken
overeenkomstig bet 2de lid van art. 7 der kieswet.
Zierikzec, den 29 Januarij 1868.
B. C. CAU.
Zonnemaire 30 Januarij. Op den stal van den
beer Kohier onder deze gemeenteheeft zich de long
ziekte vertoond en wel bij veedat in dezen winter
uit Holland was overgebragt. Men hoopt door stipte
naleving der bestaande voorscbriften te voorkomen
dat deze ziekte zich uitbreidt.
Middelburg, 29 Januarij. Ter openbare teregtzit-
ting voor burgerlijke zaken van het provinciaal geregtskof
in Zeeland hebben de heeren mrs. H. C. A. Thieme A.Cz.
als officier van justitieen J. van der Lek de Clercq
als substituut-officier van justitie, beide bij de arron-
dissements-regtbank alhier, gisteren de eeden afgelegd,
zooals die voor de leden der regterlijke magt bij art. 29
der wet op de regterlijke organisatie en bet beleid der
justitie zijn voorgeschreven.
Beide heeren zijn heden voormiddag te half twaalf
Uren in eene plegtige openbare teregtzitting der arron-
dissements-regtbank geïnstalleerd.
Nadat - gevolg was gegeven aan het requisitoir van
jhr. mr. A. van Reigersberg Versluijs tijdelijk belast
uiet de waarneming van het openbaar ministerie, tot
voorlezing der koninklijke besluiten van benoeming en
der acte van eedsafleggingverklaarde de voorzitter
J. H. de Stoppelaar zich bereid om te voldoen aan
het wettelijk voorschrift tot installatie der boven
genoemde heeren.
Nadat deze plegtigheid was afgeloopen betuigde de
nieuwe officier van justitie mr. Thi eme zijnen dank
aan den voorzitter voor de heusche vleijende en eer
volle woorden waarmede deze hem heeft begroet
alsmede den ambtenaar van het openbaar ministerie
voor zijn genomen requisitoir. "Vervolgens erkende bij
het gewicht zijner te aanvaarden betrekkingonder
Verzekering dat hij er tegen opzietdie naar eisch te
vervullen. Hoe vereerend en verrassend de benoeming
tot die betrekking voor hem is en hoe dankbaar hij
den koning voor die benoeming ook moge zijn aarzelde
hij toch niet te verklaren dat hij huiverig zou geweest
zijn om die benoeming te vragen daar deze landstreek
met bare zeden en gewoonten gebruikenlandaard
en wat dies meer zij hem geheel onbekend is en zijne
negenjarige betrekking tot bet parket hem geleerd heeft
van hoeveel belang het is althans eenigermate daar
mede bekend te zijn. Hij heeft evenwel gemeend zich
niet te moeten en te mogen onttrekken. Hij riep
daarom thans de hulp eu medewerking der regtbank in.
De nieuwe substituut-officier mr. van der Lek de
Clercqzette voorop dat bij zijn gevoel geweld zou
moeten aandoen als hij niet openlijk zijn dank uitsprak
voor de hem bij den aanvang zijner loopbaan in de
magistratuur aangewezen plaats bij deze regtbank en
dat zijne uitzichten zich nooit verder zouden hebben
kunnen uitstrekken dan tot hetgeen hij nu begunstigd
door de fortuin gekregen heeft. Hoe groot zijne
vreugde echter moge zijn, deze is, niettegenstaande de
hem aanvankelijk bereide welwillende ontvangst niet
onvermengd als hij terugdenkt aan wat hij verlietaan
zijne betrekkingen die hij liefhad en aan zijne vrienden.
Ook als hij voorwaarts ziet wordt zijne vre ugde met
een gevoel van bezorgdheid vermengd met het oog op
zijne verpligtingen tot medewerking ter bevordering van
regt in de maatschappij. Vergelijkt hij met die ver
pligtingen zijne krachten en vraagt hij zich af of hij
zal kunnen beantwoorden aan wat van hem verlangd
wordtdan luidt bet antwoord ik weet het niet. Dit
echter weet hij dat hij zijne betrekking met ernst en
een vasten wil aanvaardt. Daar de regtbank iemand
beeft verloren die een langdurige praktijk bezaten
zich aan hem gewend had rekent hij thans op hare
welwillendheidwaar hij soms van de bestaande ge
woonte mogt afwijken. Die welwillendheid hem reeds
door den voorzitter aangeboden stelt hij op lioogen
prijs en dat aanbod zal bij dan ook als een dierbaar
kleinood bewaren.
Nadat hij vervolgens bet woord tot den officier van
justitie alsmede tot deu griffier substituut-griffier de
leden der balie en de procureurs had gerigt deed hij
ten slotte onder wederkeerige aanbieding een beroep
op welwillendheid en vriendschap.
Uit Doetinckem wordt van 28 Januarij
gemeldEen afgrijselijk ongeluk had- gisteren
plaats op den waterkoreninolen van C in
het Ambt-Doetinchem. De neef van den
molenaar, bezig zijnde met het uitstorten van
een zak rogge in de kaar raakte met zijn
kleed beklemd tusschen het kamrad en hij
tusschen de raderen, waardoor naauwelijks een
speld kan. De ongelukkige werd er met ge
weld doorgehaald en letterlijk verbrijzeld en
verpletterd Het molenwerk was uiteengerukt.
Daar alles het werk van eenige seconden was,
is het lijden van den ongelukkige kort geweest.
Onder de eergisteren ontvangen Indische
mailberigten komt het volgende voor in esne
correspondentie aan de Locomotief
„Eene zonderlinge geschiedenis houdt thans
de bevolking in de omstreken van Solo bezig
er zouden nl. in de dessa Ngaroen bij het
land Manang slangen zijn met het uiterlijk
van menschen. Duizenden begeven zich der
waarts en door het beweren van de terug
komenden, dat zij de slangen gezien hadden
heb ik mij ook laten verleiden, om de zooge
naamde oeler blorong te bekijken. Ik moet
bekennen dat ik mij over de reis niet te
beklagen heb. In genoemde dessa is een
kleine vijver, van p. m. 20 voet diameter die
van water wordt voorzien door eenen daarlangs
loopenden stroom. Bij myne aankomst zag
ik9 naar gissing, honderd menschen aandachtig
in het water turen waarin bloemen dreven
terwijl andere offeranden in de nabijheid waren
gebragt. Aan den waterkant werd door een
ouden man wierook gebrandwaarvan de rook
langs de spiegelvlakte van het meer trok.
Reeds was ik een half uur daar zonder iets
te zien toen op eens een groot gedruisch
onder de omstanders de komst der oeler blorong
aankondigde waarna zeer langzaam aan de
oppervlakte de kop eener slang verscheen, die
allerzonderlingst geteekend was. Het dier heeft
eene ligtbruine kleur met zwarte ringen een
kleinen mond mot twee lange zwarte knevels
er boven, zwarte wenkbraauwen en boven op
den kop een driekantig tipje, even als dat van
een Javaanschen hoofddoek; zelfs waren er
aan den nek twee stippen als de knoopjes
van een Javaansch baatje. Na zich eene mi
nuut door een ieder te hebben laten bewon
deren, verdween het dier weer langzaam, om
ongeveer een half uur later op dezelfde plaats
bij den wierookbrander terug te komen en na
eene minuut andermaal te verdwijnen Op
slechts een pas afstand van den kant des
vijvers gehurkt heb ik het dier aandachtig
kunnen gadeslaan, en moet erkennen dat de
geüjkenis op een Javaan niet te erg gezocht
is. De inlanders zijn vol vertellingen over
deze verschijning; in genoemden vijver ver-
toonen zich, volgens hen, 7 slangen, die allen
op menschen gelijken, en zendelingen zijn van
de groote oeler blorong Ik zou te uitvoerig
worden, indien ik u de geheele geschiedenis
welke zij er van opdisschen ging vertellen."
(N. R. Ct.)
ÏKANKSIIK.
De Parijsche Patrie wederspreekt het
gerucht van de vorming van een verschanst
legerkamp in de vlakte van Satory nabij
Parijs maar erkent dat daar eene bergplaats
voor het materieel van de artillerie en genie
wordt gevestigd. Hetzelfde blad zegt dat de
mobiele nationale garde geenszins zoo spoedig
als men gelooft naar de voorschriften der bij
den senaat aanhangige wet op het krijgswezen
zal worden gevormd daar minstens twee
maanden noodig zijn voor de administratieve
werkzaamheden welke als eerste stap tot
zamenstelling van die reserve-magt vereischt
worden.
De kwestie van het zegel op de dag
bladen is naar men verzekert, beslist door de
commissie van het wetgevend ligchaam in
welker handen het ontwerp-drukperswet is
gesteld. Het zegelregt zou voor de dagblaJen
in de provinciën tot 2 centimes worden ver
laagd en dat der te Parijs verschijnende bladen
tot vier centimes.
Meermalen reeds heeft mèn op het nut
gewezen der vogelen in het verdelgen van
ongedierte Zekere Victor Chatel heeft op
nieuw tot de landbouwers in Frankrijk eene
oproeping gerigt om de kleine vogels die
voor de deuren, onder de dakgoten of op de
schoorsteen voedsel zoeken te beschermen
daar het bewezen is dat zij tallooze schade
lijke zaken vernietigen. De vogels zijn de
beschermers van den oogst; zij vernietigen
duizende en duizende insekten en hunne eijeren,
terwijl de mensch in het verdelgen dier scha
delijke wezens onmagtig is. Alleen de vogel
is hiertoe in staatj hij zoo eindigt de oproe
ping die itat gevederde geslacht beschermt
helpt altlus den oogst beschermen
Uit Napels meldt men van 29 Jan In
den nacht van 28 op 29 Januarij is alhier
tegenover de poort Castello Nuovo een stuk
rots naar beneden gestort en heeft de huizeu
en winkels in de nabijheid bedolven en ook
een omnibus met de zich daarin bevindende
reizigers. De straat is nabij de plaats des
onheils tot eene aanzienlijke hoogte bedekt
met rotsblokken. Hoe groot het verlies van
menschenlevens is weet men nog niet. Men
is terstond met de wegruiming van het rots
puin begonnen.
Bij Castranova op Sicilië zijn op het
plateau van het gebergte van Cassera de
overblijfselen gevonden van eene uitgebreide
oude stad De directeur van het archeologisch
museum professor Cavallara heeft daarvan
een topographisch pian doen opnemen.
GROOT-B RITTANNIEN.
Korten tijd geleden stierf te Londen de
beroemde natuurkundige Faraday die een
jaargeld van 3i>00 genoot Met zijn dood
verviel dat jaargeld thans wordt er van vele
zijden op aangedrongen dat het aan zijne
weduwe zal worden uitgekeerd die hetn 40
jaar lang in zijn nuttig en werkzaam leven
ter zijde heeft, gestaan Die wijze van erken
ning zijner groote verdiensten ware te billijker
omdat de overledene die van boekbinders-
knecht zich zeiven baan had gemaakt tot dat
hij onder de beroemdste mannen van zijn tijd
behoorde, bestendig alle ondeischeidingen had
afgewezen en zelfs den titel van baronet niet
had aanvaard.
De Dondensche Express fde avond-editie
van Daily News,) berigt dat het schip Leibnitz,
hetwelk deu 12 November 11 van Hamburg
vertrokken was, den 11 Januarij jl. te New-
York is aangekomen en dat gedurende de
reis den 21 Nov onder de uitgewekenen aan
boord de cholera uitbrak. Eene jonge vrouw
uit bet Mecklenburgsehe werd het eerste dooi
de ziekte aangetast en zij en hare 'andge-
nooten die uit een distrikt waren gekomen
waar de cholera heerschte, vielen als de eerste
slagtoöers. Verschrikkelijk woedde de geesel
op het ongelukkige schip. Van 145 ziekte
gevallen eindigden 105 met den dood; 84 der
overledenen waren Meckler,burgers en 35
kinderen bevonden er zich onder. Tot 27
December heerschte de cholera bij de warme
weersgesteldheid het hevigsttoen werd de
temperatuur koeler en verminderde de epidemie
een weinig en de gespaard gebleven passa
giers kwamen op 6 of 8 na in goeden wel
stand te New-York aan. Van de bemanning
van de Leibnitz stierf maar ëën persoon. Twee
lijders stierven nog op het hospitaalschip
Illinois. De Leibnitz was bij zijne aankomst
in zeer slechten toestand een dokter bevond
zich niet aan boord; de meeste laudverhui-
zersschepen missen den bijstand van een ge
neeskundige.
De Fenians hebben alle telegraafdraden
waarlangs de stad "Waterford met andere
plaatsen in verband staat op verscheidene
plaatsen doorgesneden in den nacht van 11.
Woensdag op Donderdag, 's Morgens vroeg
werd de zaak bemerkt en verholpen.
Te Newport in Ierland is door de Fenians
eene aanmerkelijke hoeveelheid buskruid uit
n VO».