inspeclie op de Vloedplanken Woensdag 28 October 1867 WOENSDAG EN ZATERDAG. Besturen en Administratiën Afkondiging. Binneiilandsuhe Tijdingen. Buitenlandsche Tijdingen. m>. si o 1)0 liQ )0 )0 30 50 30 30 30 30 art ran •an l>% ZEESCHE CODRAN PRIJS DER ADVERTENTIE N. Gewone 10 cent de regel. Geboorte- Huwelijks- en Doodberigten van 1 6 regels if 1 behalve het zegelregt tERSCHIJNT: ABONNEM E NTS PRIjS. Per drie maanden f 2,00—Franco per post f 2,25. Inaen- ding der Advertentiën daags te voren, voor 10 ure's worg T. De Burgemeester en "Wethouders van Zierikzee doen te weten dat door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van den 9 September 1867 is vast gesteld bet volgend besluit Besluit tot Heffing van een regt voor liet gebruik der bewaar plaats van petroleum. De Gemeenteraad van Zierikzee. Gelet op zijn besluit van den 11 April 1867 no. 7 om voor gemeente-rekening eene algemeene bewaar- of bergplaats voor fusten petroleum te doen iurigten Overwegende dat het wcnschelijk is dat aan de ge meente eenige vergoeding worde betaald voor bet ge bruik dier bewaarplaats tot geheele of gedeeltelijke dekking der kosten van inrigting en voor het houden van toezigt Gelet op art. 238 der gemeentewet Besluit: Art. 1. "Voor het bergen en bewaren van fusten petroleum in de algemeene berg- of bewaarplaats van de gemeente zal verschuldigd zijn vijftien Cent in de maand voor elk daarin gebragt fust vari 150 a 160 kan. Een gedeelte van eene maand zal voor een gebcele worden gerekend. Art. 2. Geen in- of uitslag mag plaats hebben dan met ongebroken fust. Art. 3. Dit besluit treedt in werking op den derden dag na dien der afkondiging. Aldus vastgesteld ter openbare raadsvergadering van dtn 9 September 1867. B. C. CAU Burgemeester. J. P. N. ERMERINSSecretaris. En Mat deze heffing bij koninklijk besluit van den 4 October 1867 no. Gé is goedgekeurd onder aan haling der voorschriften waarnaar de invordering dezer belasting zal geschieden welke voorschriften mede in de vergadering van den 9 September 1867 zijn vast gesteld als volgt Verordening op de inTordering eener belasting voor het bergen en bewaren van fusten peti o- leum lii de daarvoor door d<e gemeente Zierikzee ingerigte algemeene berg- of bewaar plaats. .Art. 1 De invordering dezer belasting geschiedt tegen afgifte van kwitantie door den opzigter der bewaarplaats daartoe door het gemeentebestuur aangesteld. Art. 2. Na afloop van elk kwartaal wordt door dezen opzigter ten kantore vau den gemeente ontvanger over- gebragt eene lijsthoudende specificatie der belasting gedurende liet afgeloopon kwartaal door hem ontvangen én daarbij het bedrag overgestort. Art. 3. De invordering geschiedt met inachtneming der bepalingen van art. 258262 der gemeentewet. Art. 4. Deze verordening treedt in werking op den derden dag na dien der afkondiging. Aldus vastgesteld ter openbare raadsvergadering van den 9 September 1867. B. C. CAUBurgemeester. J, P. N. ERMERINSSecretaris. En is biervan afkondiging geschied waar het behoort den 25 October 1867. Burgemeester eu Wethouders B. C. CAU. Be Secretaris J. P, N. ERMERINS. Burgemeester en Wethouders van Zierikzee breugen ter kennis van de ingezetenen dat op Woens dag den 13 November aanstaandedes middags eene inspectie op de Vloedplauken in deze gemeente zal worden gehouden wordende mitsdien een ieder uitge- noodigd zijne Yloedplauken ten dage der inspectie behoorlijk gesteld gereed te houden ten einde zich te vrijwaren voor de boete den nalatigen bij de plaat selijke verordening opgelegd. Zierikzeeden 29 October 1867. Be Burgemeester B. C. CAU. Be Secretaris J. P. N. ERMERINS. (Niet officieel gedeelte.) Openbare Raadsvergadering ge- honden te Zierikzee op den 35 October 1867. Yoorzitter mr. B. C. CAU Burgemeester. Secretaris mr. J. P. N. ERMERINS. Bij de opening is afwezig de heer Zuurdeeg die later binnentreedt. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Wordt medegedeeld, dat het besluit tot heffing van regten op de bewaarplaats van petroleum koninklijk is goedgekeurd. Yoor kennisgeving aangenomen. Door de commissie ad hoe wordt bij monde van mr. de Crane verslag uitgebragt a. op de wijziging der ge meente-begrooting voor 1867 door Burgemeester en Wethouders voorgesteld strekkende tot goedkeuring. Aldus besloten behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten. bop de wijziging in de heffing van een haven- en kaai- geld strekkende tot goedkeuring met uitzondering van art. 1 alwaar van schepen boven de 200 ton acht cent per ton wordt bepaaldhetwelk tot dusverre slechts vier cent per ton bedroeg hetgeen de commissie op zes cent, per ton wenscht gebragt te zien daar zij vreest dat eene verdubbeling van het havengeld aan leiding zal geven dat de schepen alsdan onze haven niet meer of hoogst zelden zullen bezoekenhetgeen tot nadeel der gemeente zou zijn. Burgemeester en Wethouders kunnen zich met dit voorstel niet vereenigen. Na langdurige discussie wordt liet artikelsgewijs in behandeling genomen en bij art. 1 bet voorstel der commissie met 9 tegen éstemmen verworpen en het artikel zoo als het door Burgemeester en Wethouders is vast gesteld aangenomen. De wijziging wordt in haar geheel overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders aange nomen met 10 tegen 3 stemmen. Zullende hieraan de gewone uitvoering worden gegeven. Op het verzoekschrift om remissie van hoofd, omslag van den heer J. H. J. Hendriksenaar elders ver trokken tot een bedrag van f 6,60 wordt gunstig beschikt waarvan keunis zal gegeven worden aan den gemeente ontvanger. Bij monde van mr. Moolenburgk wordt namens de commissie ad hoe verslag uitgebragt op de gemeente- begrooting die der armbesturen schutterij en teeken- scliool. De gemeente-begrooting in behandeling genomen zijnde worden eerst de uitgaven artikelsgewijs vastgesteld over eenkomstig de voordragt van Burgemeester en Wet houders met de volgende wijzigingen. De jaarwedden van den Burgemeester art. 1 afd. 1 II. 1 wordt ingevolge nadere regeling der jaar wedde bij kon. besluit van 19 Sept. jl. no. 40 vastge steld met ƒ200 verhoogd, alzoo gebragt op ƒ1200. Bij art. 2 afd. 2 H. 1 jaarwedden ambtenaren, der gemeente-secretariekomen in behandeling de ver zoekschriften van den lsten commies en deu klerk ter secretarie om verhooging hunner jaarwedd i waarop afwijzend wordt beschikt. Bij art. 9 dier afdeelingjaarwedde van leeraars en onderwijzers geeft de commissie den wensch te kennen dat reeds in 1868 in de natuur- schei- en werktuigkunde worde ouderwezen. Na langdurige dis* cussie wordt het voorstel van den heer Koole dat de Raad reeds nu bepale dat er eenleeraar in de natuur- scbei- en werktuigkunde zal worden aangesteld met 7 tegen 6 stemmen aangenomen. En een voorstel van denzelfde tot het aanstellen van een. leeraar in het boekhouden met 7 tegen 5 stemmen verworpen. De heer Landsknegt verlaat de vergaderiug. Bij art. 10 dier afdeelingjaarwedde van keurmeesters enz. acht de commissie zich vcrpligt de vraag reeds ten vorigen jare gedaan te herhalen of de keurmeester van het vee en vleesch zijne instructie getrouw ualeeft waarop de Burgemeester namens Burgemeester en Wethouders antwoordt dat er nooit klagten bij hen zijn ingekomendoch de verzekering geeft dat die ambtenaar in zijne functie zal worden gecontroleerd. Art. 17 jaarwedde bode bij de brandweer wordt ten gevolge van een onlangs genomen besluit dezer ver gadering met ƒ10 verhoogd, en dus op f 50 gebragt. Tot het 2de Hoofdstuk genaderd zijnde wordt de verdere behandeling der begrooting aangehouden tot aanstaande Maandag des namiddags ten 6 ure en deze zitting gesloten. Oosterland 29 Oct. Gisteren avond ontstond onder deze gemeente brand op de hofstede van G. Elohil zijnde een jeugdige landbouwer voor weinige weken gehuwd. De schuur is geheel in de asch gelegd het woonhuis is ook zeer beschadigd. Yan den veldoogst en de beestialen die zich in de schuur bevonden is slechts weinig gered kunneü worden. Drie koeijen zijn daarbij omgekomen. De brandweer is spoedig ter hulp gesneld, lie oorzaak van den brand is onbekend. De gebouwen waren tegen brandschade verzekerd. Dingsdag Woensdag en Donderdag werd voor het provinciaal geregtshof te Amsterdambehandeld de zaak van het openbaar ministerie tegen Harmen van der Heulenbeschuldigd van doodslag. Het O. M. requircerdc de vrijspraak van den beschuldigde eu het hof sprak hem dan ook na eene beraadslaging vau een kwartier uur vrij. De beschuldigde had ruim tien maan den in preventieve hechtenis doorgebragt. Donderdag avand zoo schrijft men ons omstreeks acht ure bevonden wij ons aan boord van de stoomboot van de Nederlandsch-Belgische spoorweg maatschappij. Bij het uitloopen uit de Dordsche kil werd er „brand" geroepen. De passagiers vlogen van boord. Daar vertoonde zich een prachtig schouwspel. De Moerdijk met zijne beide stationsgebouwen en de in de haven liggende schepen werden door eenen breeden vlammengloed tooverachtig verlicht. Het hel dere waterzonder deining of rimpelweerkaatste in schitterende lijnen de golvende vlammen. Naderbij gekomen zagen wij dat een goederenwagen vau den Grand Central Beige met petroleum-vaten geladen in brand was geraakt. Het vuur regendein letterlijken zin neder op den weg stroomde langs de kade en liep vlammende over het water. Gelukkig waren noch gebouwen noch schepen in de onmiddelijke nabijheid. De voorraad brandstof verteerde zonder verder onheil te stichten. Natuurlijk deed de brandweer dit is meestal ten platten lande, en niet zelden ook in de steden het geval onhandige pogingen om den brand te blusschen toen alle hoop overbodig en nut teloos was geworden. Wij spoorden verder en verloren verder den vuurgloed uit het gezigt. (Midd. cour.) De Arnhemsche courant voegt bij de vermelding der uitspraak van den hoogen raad in de zaak der ongeregeldheden te Yelzen nog het volgende „Bedriegen wij on nietdan werd door de vrouw die thans ter dood veroordeeld is bevreerd dat zij op aanmaning van autoriteiten medegewerkt h;id om den brand te stichten. Is dit zoo dan zal de doodstraf worden toegepast ofin het gunstige geval dat die straf gewijzigd wordteenige jaren tuchthuisstraf ten deel vallen aan eene vrouw die niet anders heeft gedaan dan wat. honderden in hare plaats ook zouden gedaan hebben. Het besef dat men verantwoordelijk is voor zijne eigene daden ook dan wanneer men die (vrijwillig) pleegt op raad van eene autoriteit is zeker niet alge meen bij het volk doorgedrongen. Ieder is wel gehou den de wet te kennen maar dit is eene fictie en de onkunde van vrouw van deu Bosch bekoopt zij nu met deu dood terwijl hij of zij die den raad zouden ge geven hebben, missih". n vrij zullen loopen met eene ofllcieele berisping. Dat dit regt is moeten wij aanne men maar of het billijk is zal niemand beweren." De commissie voor de werving van pauselijke Zouaven te Brussel heeft uit Rome de dringende aanvrage ontvangen om nog 2000 voor de krijgsdienst geschikte jongelieden aantewerven. Dientengevolge is ook in ons land weder eene uitnoodiging tot de Roomsche jongelingen gebragtom zooals het luidt naar Rome te gaan waar de belangen der godsdienst hen roepen. Zij moeten zich liefst zoo spoedig mogelijk in de gelederen hunner landgenooten en broeders gaan scharen. Het schijnt dus weldat de godsdienst in gevaar isen dat deze met de wapenen moet beveiligd en gehandhaafd worden. Ten overvloede wordt bij de oproeping gevoegd het woord God wil lieten zeker zullen wel velen daarom zich bereid toonen om de hulp te gaan verleencn die de H. Yader in zijne naaste omgeving niet schijnt te kunnen vinden. tl* norg logen Wij wier :zen niet and, lige I a iis wat zou id I af I DUITSCHLAND. zij :id Dezer dagen is in het Oostenrijksche huis van lie afgevaardigden het feit ter sprake gebragt dat een Israëlietisch meisje van Galicië de ouderlijke woning, verlaten en een schuilplaats gezocht had in een nonnen klooster waar zij tegen den wil barer ouders zou l* worden gedoopt. De familiebetrekkingen hebben zich r~ door middel van de telegraaf tot de regering gewend1» en dientengevolge werd onmiddelijk bevel gegevendat de doop niet mogt toegediend worden. meisje is 1 intusschen tot nu toe zoo schrijft men uit VVeenen van den 21 dezerniet uitgeleverd ofschoon de vader zich daartoe aan hef klooster aanmeldde. Aanvankelijk vergunde de abdis dat de vader een onderhoud met de dochter zou mogen hebben doch later trok zij dit verlof weder iu aangezien zij alleen deu aartsbisschop mogt gehoorzamen en geenszins de politie. E R A N K R IJ K. De onlusten die thans te Rome de openbare orde verstoren hebben een aanvang genomen den 22. Zie hier wat op dien dag en de twee volgende dagen voorviel Dingsdag 22 October. Verscheidene punten der stad worden door talrijke lioopen aangevallen. De pauselijke troepen laten barrikaden opwerpen om de aanvallers in hunne pogingen te belemmeren. Een mijnonder een kazerne aangelegd ontploft. Het volk schijnt zeer onverschillig en wantrouwend maar in de regerinskringen heerscht ongerustheid. Woens dag 23. De toestand is nog hagchelijker. De zamen- scholingen nemen toe om de stad. Yoor de poorten wordt gevochten en stroomt bloed. In het binnenste der stad blijft de bevolking nog lijdelijk. Donderdag 24 ('s avonds). De toestand wordt al erger. Dc op standelingen worden elk oogenblik talrijker. Overal barsten bommen. Algemeene schrik en angst. Viterbo is door de roodhemden aaugevallen en naar men zegt genomen.". Garibaldi's laatste proklamatie gedagteekend Narni 21 October luidt als volgt „Bevrijding van geheel Italië of de dood Weder bevind ik mij ouder n dappere strijders voor de Italiaansche eer onder u om mijnen pligt te vervullen en u te ondersteunen in de heiligste en roemrijkste onderneming van het thans levend menschelijk geslacht. Geheel Italië is overtuigd dat het niet bestaan kan zonder zijne natuurlijke hoofdstad zijn hoofd en zijn hartzijn Romedat eenige slaafsche burgers met verachting van de regten der natie en van hare eer aan de grillen zijner ver achtelijke tirannen zouden willen opofferen. Voorwaarts dan Moed en dapperheid eiscli ik niet van u want ik ken u maar wat ik vooral verlang is standvastig heid en volharding De Amerikanen hebben veertien jaren een bloedige en roemrijke worsteling volgehouden die hen tot de magtigste en de meest vrije natie dei- wereld heeft gemaakt. Zijn wij vereenigd dan zullen voor ons Italianen weinige maanden voldoende zijn om het vaderland te bevrijden van de schande die het onteerten die bevrijding zal komenhoe krachtig ook het verzet moge zijn van de tirannij die op het Yatikaan troont en van hen die haar steunen." Men rekent datna de uitlezing van de vodden rapers het vuilhetwelk iederen morgen op de straten van Parijs blijft liggen, eene waarde heeft van 600,000 fr. en dat de pachtersdie liet in mest verwerken er voor meer dan 3 milliocn fr. uit trekken. Men schrijft uit Florence 23 October „Gisteren avond was eene groote menigte verzameld

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1867 | | pagina 1