j»°. 65 Woensdag 14 Augustus WO EIS DAG EN ZATERDAG. 1867 Besturen en Adiriinistratiën Oproeping. Bekendmaking. Bekendmaking. Bekendmaking. Binnenlandsche Tijdingen. h" vhtaax) '43 VJ na;; V 'J bnfiaibia k)j on iu PRIJS DER ADVERTENTÏEN. Gewone 10 cent de regel. Geboorte- Huwelijks- en Doodberigten van 1 6 regels if 1 behalve het zegelregt VEESCHIJNT: AB O N N E M E N T S-P Rij S. Per drie maanden f 2,00Franco per post f2,'25. Inzen dingder Advertentiën daags te voren, voor lOure'smorg, Burgemeester en Wethouders van Zierik- zte. Lettende op het koninklijk besluit van den 5 December 1851 (Staatsblad no. 149J waarbij een Eereteeken voor eervolle langdurige werkelijke dienst bij de Schutterijen wordt ingesteld. Roepen bij deze op zoodanige!leden der Schutterij in deze gemeente die in de: termen van voornoemd besluit verkeeren en het Eere teeken verlangen om zich vóór den 20 dezer maand, met overlegging van dienststaten, ter Gemeente-Secretarie aan te melden. Zierikzee den 9 Augustus 1867. J. L. de JONGE, Weth. 1. B. De Secretarie J. P. N. ERMERINS. Burgemeester en Wethouders der ge meente Zierikzeeverwittigen het publiek dat de gewone Karmis of JUinrniarkt alhier zal gehouden worden als van ouds aan vangende op den laatslen Maandag in Augustus gedurende twee weken, en alzoo van den 26 dezer maand lot den 7 September aanstaande De aanvraag voor het plaatsen van schouw burgtenten zal uiterlijk vóór den 20 dezer maand moeten geschieden met vrachtvrije brieven bij den Marktmeester alhier, bij wien op dezelfde wijze de kramers zich in tijds behooren aan te melden een ieder hunner zal van behoorlijk patent moeten zijn voorzienterwijl geene rijfelaars horoskooptrekkers of bedelaars op de kermis zullen worden toegelaten. Zierikzeeden 13 Augustus 1867. De Burgemeester C. J. FOKKER, Weth l. B. De Secretaris J. P N. ERMERINS De Burgemeester van 'Zierikzee maakt bekend: dat op den 15 dezer maand de passage door de openbare Wandeling tusschen de Noordhaven- en de Nobelpoort, waar die zal zijn afgesloten van des middags 12 uur tot des middernachts verboden is. Zierikzee, den 13 Augustus 1867. De Burgemeester C. J. FOKKER, Weth l B. j Burgemeester en Wethouders van Zie- rikzee maken bekend dat door A. PA.U- LUSSEN winkelier in deze gemeente ver gunning is gevraagd tot oprigting van eene bewaarplaats van Petroleumin het pakhuis in de Lange-Nobelstraat wijk A no, 20, en dat de informatien de commodo et incom- modo betreflende dat verzoek zullen worden gehouden op Woensdag den 21 Augustus aanstaande, te 12 uur des middags, op het Raadhuis in de gewone vergaderkamer van het Bestuur, zullende allen die tégen dit verzoek bezwaar mogten hebber, in te bren gen alsdan in de gelegenheid worden gesteld om ir. hun belang te worden géhoord Zierikzee den 13 Augustus 1867. Burgemeester en Wethouders C. J. FOKKER i Weth l. B. De Secretaris J. P. N, ERMERINS. j UITTREKSEL uit het verslag van den toestand der provincie (Zeeland door Gedeputeerde Staten uitgebrogt aan de Provinciale Staten in de Zomerverga dering van 1867. 1 f JIOOttlKtlllC II. c. Algemeene opmerkingen omtrent de toestand der provinciale geldmiddelen. De inkomsten en middelen en de uitgaven en behoeften1 van het dienstjaar 1866 zijn noe niet allen juist bekend doch zullen over het algemeen weinig of geen verschil opleveren met de uitgetrokken cijfers op den staat. enz. Vergaar. De werkelijke inkomsten van de dienst 1866 worden gerekqnd te zullen opbrepgen 297.94T,23S En de werkelijke uitgaveste zullen' verfeischen - 288,711,59 Zoodat de dienst 1866 vermoedelijk een goed slot zal opleveren van - 9,229 64s Waarvan bij besluit der Staten van den 9den No vember i860, rio, 7 ,op de dienst 1867 is over geschreven 1 - 9,000 00 Blijftongéacht hét mogelijk meerder bedrag der inkomsten en het minder bedrag der nitgaven van enkele artikelen., nog beschikbaar van de dienst 1866 - 229.04*1 Dè uitkomst van het geldelijk beheer van het dienstjaar. 1866, in bovenstaanden staat aangegeven, is gunstiger dan wij ons in den loop van 1866 hadden durven voorstellen. Indien toch onze aanvrage aan Zijne Exceellentie den Minis ter van Financiën om eene tijdelijke overschrijving vsd 's Rijks kas op de provinciale kas niet ivateingewilligd dan'hadden de op de provinciale begrooting van 1866 uitgetrokken geld leeningen vau ƒ78000 en ƒ75000 tegeneiken prijs te gelde gemaaktof voor dat bedrag zeer. kostbare beleeningen gesloten moeten worden, ten einde in de uitgaven en behoeften van dat dienstjaar tijdig en geregeld te kannen voorzien en welk verlies de provincie daardoor zou gejeden hebben kan worden nagegaan uit de gedane doch niet aangenomen inschrijvingen ,,in .de bij ons besluit van den 4den April 1866, do. 7 open? gestelde geldleening, waarvan de uitslag in ons vorig verslag aan u is medegedeeld. De inwilliging der gedachte aanvrage heeftwc erkennen het dankbaar, onze tank aanmerkelijk verligt, en de provincie voor aanzienlijke verliezen behoed die ze anders, ten gevolge der politieke.omstandigheden ea van den voortdurenden ongnn- 8tigen stand der geldmarktzou geleden hebben terwijl door die inwilliging de betaalbaarstelling van jaarwedden opvorder- barè aanneraiugssomraen, subsidiën rentelooze voorschotten en andere provinciale uitgaven en behoeften ongestoord en tijdig kunnen plaats hebben. De overschrijving op de provinciale kas hebben wijovereen komstig de bij de inwilliging gestelde voorwaarde in tijds vereffend en ten dien einde op den 29sten December 1866 bij den heer Betaalmeester te Middelburg, op rekeniug van de opbrengst der. provinciale geldleening (het vierde gedeeite der l'eeningvan 525000), dóen overstorten de som van ƒ71000. Daar de stand der geldmarkt éérst in December van 1866 uitzigt gaf om de onderwerpelijke geldleening mogelijk met eenig goed gevolg open te stellen en zoo al éérst in deu loop van Januarij 1867 daaruit eenige gelden beschikbaar zou den komen, hebbén wij, om de bovenbedoelde vereffening in tijds te kunnen' doen plaats hebben, ons verpligtgezien ge bruik te maken van de bij uw besluit van den '9-ien November 1866, no. 5 goedgekeurd-bij Koninklijk: besluit'van den 18deri dier maand no. 8op ons verstrekte magtiging, en diensvolgens bij acte van den 29stén December 1866 bij de Nederlandsche Bank (agentschap Middelburg) eene beleening gedaan vanƒ71000, voorden tijd van eene maand tegen eene rente van 4l/a ten honderd in het jaar, en tegen pandgeving van vijf en negentig voor'die beleening speciaal opgemaakte obligatiën van 1000 der provinciele geldleening van ƒ525000, en zulks om de hiervbren opgegëvën storting te kunnen doen bewerkstelligen. Uit de opbrengt der bij ons besluit van den 5den December 1866, no. Ill, opengestelde,geldleeningen (waarover later in meer bijzonderheden zal worden getreden), ad ƒ36426 en uit de bij acte van den 29sten Januarij 1867 bij de Nederlandsche bank gedane beleeping van f 35000, hebben wij op den verval dag de meergemelde ƒ71000 afgelost, met bijbetaling van f 266.25 voor eene maand renté en de'tot onderpand gediend hebbende obligatiën terug ontvangen. De zoo even bedoelde nieuwe beleening van ƒ35000 is aan gegaan voor den tijd van drie maanden, eindigende den 29sten April 1867, tegen eene rente van vier ten honderd over 25000, en van vier en een half ten honderd over ƒ10000, berekend per jaar, en tegen onderpand effecten door eenige leden onzer vergadering daarvoor tijdelijk en kosteloos afgestaan welke beleening uit de middelen'die de hij oris besluit van den I8den Janaarij 1867 no. 72 op nieuw opengèèteldé nader te omschrijven provinciale geldleeningen hebben opgeleverd, reeds'op den 2Isten Maart 1867 is afgelost, met bijbetaling van f231 67 voor twee maanden verschenen rente; terwijl de tot onderpand gediend hebbende effecten onmiddellijk aan de gedachte leden onzer vergadering onder dankbetui ging zijn teruggegeven. Welke uitkomst het dienstjaar 1857 zal opleveren is nog geheel onzeker en afhankelijk van verschillende omstandig heden, vooral van die welke op het al of niet welslagen der op de begrooting van 1867 uitgetrokken geldleeningén invloed kunnen uitoefenen. Een bewijs daarvoor hebben wij in den uitslag der bij ons besluit van den 5den April 1867 no. 77 opengestelde geldleening van f139000 (het vijfde of laatste gedeelte, der geldleening van f 525000); naauwelijks open- gestéld':naar het óns toescheen onder omstandigheden welke eenën redelijken uitslag kon doen verwachtenwerd de hangende Luxemburgsche kwestie meer en meer dreigende en oefende' op den stand der geldmarkt en ten gevolge daarvan op de opengestelde leening weder eenen ongunBtigen invloed uit:, zo'odat voor de gevraagde of vereischte 139 aandeelen slechts voor 58 wa9 ingeschreventegen den gemiddelden koers van f 933 58 per aandeel van duizend gulden terwijl op de naauwelijks drie maanden te voren opengestelde leening niet alleen voor meer dan hét vereischte 'getal aandeelen maar bovendien tot- den-gemiddelden cours van f 961.91 was ingeschreven geworden. Eene nadere openstelling dier geldleening voorhands niet 'raadzaam achtende, hebben wij zoodra bovengenoemde uit slag aan on9 werd bekend, aan de centrale directie, van Wal cheren, en aan de gemeentebesturen van Baarland en Hoede- kenskerke van Driewegen Ellewoutsdiik en Ondelande van Heinkenszand van Krabbendijkevan Rilland en van Haamstede orimiddelijk kennis datvermits geene geldleening op eenen redelijken voet door de provincie is kunnen worden herkregende door hen tot vvegsverbetering aangevraagde rfentelooze voorschotten waartóe betrekkelijk was het besluit uwer vergadering van den 8sten November I860 no. 10 in dit jaar biet kunnen verstrekt wórden. Het enz. fWordt vervolgd.) Zierikzee, 11 Augustus 1867. De hoop die we sedert eenige dagen koesterdendat het beroemd muzijkcorps. van het regiment .veld-artillerie onder directie van den heer Rudersdorff alhier een concert zou geven zal vervüld worden. De sociëteit „Tot Nut t en Genoegen heeft tot dat einde een enga gement met gemeld corps aangegaan. Op Donderdag avond den 15 dezer zal in de so ciëteit Parklust met bijgevoegd terrein zich gemeld muzijkcorps doen hooren. De leden van, de sociëteit „Tot Nut en Genoegen" hebben daartoe vrijen toegang en kunnen tegen betaling eener geringe contributie dames introduceren. Indien het weder dit concert begunstigt, twijfelen wij'niet of geen der leden die daarin niet zijns ondanks verhinderd wordt zal verzuimen dit heerlijk schoon concert zoo zeldzaam hier ter stede met zijne dames bij te wonen. Allen kunnen zich overtuigd houdendat zij overvloedig kunstgenot zullen ■smaken. Men meldt uit Assen van 8 dezer- Een kolonist uit Veenhuizen die wegens baldadigheid, gepleegd in Holland, tot twee of dije dagen gevangenisstraf werd veroor deeld is hier in het huis van arrest en justitie binnengebragt ten einde de straf te ondergaan. De ongelukkige heeft door op hanging zich van het leven beroofd. Men schrijft uit Over-Betuwe De hoop van den landman is door het ophouden van den regen weder verlevendigd. Het hooi en ook de rogge zijn grootendeels binnen de opbrengst van het laatste gewas is zeer mid delmatig. De tarwe belooft een overvloedigen oogstook de aardappelen staan uitmuntend en blijven over 't algen)een van de ziekte be vrijd en waar deze zich vertoont doet zij slechts de plant aan Appelen zijn er weinig peren des te meer. De tabak die hier een hoofdproduct is staat goed maar verlangt naar warmte. Uit Rotterdam meldt men van 12 dezer. Reeds sedert eenige dagen was het bekend dat zich te dezer stede sterfgevallen hadden voorgedaan die aan cholera werden toege schreven. Men heeft daaraan tot dusver geen openbaarheid willen geven ten einde geen noodelooze ongerustheid te doen ontstaan. Tot ons leedwezen blijkt than3 dat de ge meenteraad morgen (Dingsdag) eene zitting zal houden ten einde over een voorstel van Burgemeester en Wethouders te beslisser? ten doel hebbende om de kermis aanstaanden Zaturdag te doen eindigen op grond van het wederverschijnen der cholera. Zijn wij goed ingelichtdan heeft de ziekte tot dusver gelukkig slechts enkele offers geëischt. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders zal althans dit nut hebben dat het tot waar schuwing dient voor hen die zich gedurende de kermis aan onmatigheid en een ongeregelde levenswijze overgeven. (N. R. C) Men schrijft uit Westphalen aan de Prov. Gron. Courant. De Gerichtszeitung maakt zich in haar nommer 86 van dit jaar vrolijk over het volgend geval dat onge- loofelijk maar toch waar is. Op het dorp D. bestaat gelijk op vele dorpen in Duitscli- lan.d het onde gebruik om de klok te luiden wanneer er iemand in de gemeente overleden is het is eene bekendmaking een soort van „memento mori." Zoo gebeurde het op zekeren morgen dat de klok te 1). het overlijden van een onvermogend inwoner aankondigde, die den volgenden dag werd ter aarde besteld. Bij de begrafenis sprak de predikant (de heer superintendant Bna de predikatie volgens aloud gebruik in de Christelijk Evangelische kerk een gebed voor de familie en den over ledene uit waarmede de plegtigheid geëindigd was. Eenigen tijd later verspreidde zich echter eensklaps in het dorp de verschrikkelijke mare dat de overleden man geen eerlijke begrafenis had verdiend omdat hij zich in een aanval van zwaarmoedigheid door ophanging van het leven had beroofd hetgeen door den. broeder van den overledene was verzwegen» om de familie voor schande te bewaren. Deze broeder werd nu voor den kerkeraad gedaagd en bekende het feit De kerkeraad verklaarde dat de klok ontwijd en het kerkhof ontheiligd was maar overwegende dat hij zich aan moeijelijkheden met het wereldlijk gezag zou blootstellen zoo men het lijk deed opgraven om het op de behoorlijke plaats aan den ring muur weder ter aarde te bestellen werd de schuldige veroordeeld de ontheiligde klok te laten overgieten of, 100 thalers boete te be talen. De veroordeelde weigerde om de een voudige reden dat hij geen 100 thaler, veel minder nog het geld tot het laten omgieten der klok bezat. Nadat hij zich over deze zaak tot een ambtenaar der justitie had ge wend die hem informeerde, dat hij niet het minste behoefde te betalen bood hij nogtans den kerkeraad 30 thaler aan 5 welke som echter met verontwaardiging werd afgewezen onder besluit1. dat het gebed van den pre dikant plegtig moest wordën herroepen op den kansel en 2. dat de klepel het onderst boven

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1867 | | pagina 1