H®. 12
WOENSDAGENZATERDAG.
Besturen en Administratiën
Publicatie.
Notificatie.
Kennisgeving.
Bekendmaking.
Bekendmaking.
Afkondiging.
Kennisgeving.
Binnenlandsche Tijdingen.
len
ZIERIEZEESCHE COURANT
u
PRIJS DER AD VERTENTIEN.
Gewone 10 cent de regel. Geboorte- Huwelijks- en
Üoodberigten van 1 6 regels if 1 behalve het zegelregt
VERSCHIJNT:
ABO NEEM ENTS-PRIjS.
[Per drie maanden f 2,00Franco per post f 2,25. Inzen-
I ding der Advertentiën daags te voren voor 10 are 'sinorg.
Mioting voor tie Nationale militie.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Zierikzee.
Gelet op artt. 28 en volgende der wet van
den 19 Augustus 1861 (Staatsblad no. 72);
Brengen bij deze ter kennis van belang
hebbenden
dat de loting der in het vorige jaar voor
de militie ingeschrevenen zal plaats hebben
te YJerikzre op het gemeente-huis Vrijdag den
15 Februarij e k. te beginnen des middags
ten 12 ure
dat gedurende vijf dagen te rekenen van
den dag waarop de loting heeft plaats gehad,
tegen de wijze waarop zij is geschied bij
Gedeputeerde Staten bezw aren kunnen worden
ingebragt door belanghebbende lotelingen of
door hun vader of voogd
dat de bezwaren moeten worden ingediend
door middel van een door de noodige bewijs
stukken gestaafd verzoekschrift op ongezegeld
papieronderteekend door hen die ze
inbrengt welk verzoekschrift bij den Burge
meester moet worden overgebragt tegen
bewijs van ontvang
dat op Woensdag den 20 Februarij 1867,
des voormiddags van 10 tot 12 uur, in het
gemeente-huis zitting zal worden gehouden
tot het opmaken van de getuigschriften ter
bekoming van vrijstelling wegens broeder dienst
of op grond van te zijn eenige wettige zoon,
bedoeld in de 2de en 3de zinsnede van art. 53
der bovengenoemde wet
dat zij die op zoodanige vrijstelling aanspraak
makenop gemelden tijd in het gemeente,
huis zullen moeten verschijnen vergezeld van
twee bij den Burgemeester bekende meerder
jarige ingezetenen terwijl op broederdienst
reclamerende, zij zullen moeten medebrengen
de bewijzen van geboorte van henzelven en
van de nog in leven zijnde broeders bene
vens het paspoort of ander bewijs van ontslag,
of een uittreksel uit het stamboek of een
bewijs van werkelijke dienst van den broeder
of de broeders op wiens of wier dienst zij
hunne reclame gronden.
Zierikzee den 1 Februarij 1867.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
B C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
De Gedeputeerde Staten van Zeeland,
doen te weten dat door de Staten dier
provincie in hunne vergadering van deu 8
November 1866 is besloteneene voordragt
te doen tot vermindering van de regten die
volgens art. 2 van het reglement van den
9 Julij 1852 (Provinciaal blad no. 109 van
dat jaar) gewijzigd bij de" wet van den 18
December 1858 (Staatsblad no 110) (Pro
vinciaal blad no. Ill van dat jaar) voor het
gebruik van de provinciale steigers in Zeeland
geheven worden en dat de heffing dier reg
ten overeenkomstig bedoelde voordragt alsnu
nader is gewijzigd bij de wet van den 29
December 1866 (Staatsblad no 220), zoodat
voornoemd art. 2 thans luidt als volgt
„Voor het gebruik van eenen steiger zal
telkens bij het aanleggenten behoeve der
provincie moeten betaald worden
„a. voor ieder reizend persoon met een
stoomvaartuig aankomende of ver
trekkende 0 10
„b voor ieder reizend persoon die door
de in de ter plaatse van de steigers
bestaande overzet-veren aldaar wor
den ingenomen of aangezet - 0.02
„e. voor ieder reizend persoon aldaar
aankomende of vertrekkendedoor
middel van andere vaartuigen - 0.05
„d. voor elk vaartuig, zonder passagiers,
en al of niet ter lading of lossing
aanleggende en vertoevende niet
langer dan een half uur - 0 20
meer dan een half uur doch niet
langer dan een uur- 0.40
langer dan een uur voor elk nieuw
ingetreden uur daarboven - 0 40
eindelijk
„e. voor beestiaal en andere goederen aldaar
in of uit stoom booten geladen of gelost
wordende 5 percent voor de vrachtpen
ningen volgens het tarief voor de stoom-
booten verschuldigd
Middelburgden 1 Februarij 1867.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
R. W. van BLINDEN Voorzitter.
S van der SVVALME Griffier.
De Gedeputeerde Staten van Zeeland
Gezien art. 73 2d" lid van de wetregelende
het kiesregt en de benoeming van afgevaar
digden ter Eerste en ter Tweede lfamer der
Staten-Generaal van 4 Julij 1850 (Staats
blad no 37)
Noodigen de inwoners der provincie uit,
zoo zij in de grondbelasting, de personele
belasting of het patentregt op de kohieren
tot de Ioopende dienst behooren elders zijn
aangeslagen daarvan dopr toezending van de
vereischte bescheiden (aanslag-biljetten of
uittreksels uit de kohieren ett eene berekening
van hetgeen in hoofdsom en in rijks-opcenten
afzonderlijk wordt betaald) vóór of uiterlijk
op 1 April aanstaaudeaan hen te doen
blijken.
Deze kennisgeving zal in de onderscheidene
gemeenten van dit gewest worden afgekondigd
en aangeplakt.
Middelburg, den 1 Februarij 1867.
De Gedeputeerde Staten voornoemd
R. W. van LIJNDEN, Voorzitter.
S. van der SWALME, Griffier.
Burgemeester en Wethouders van Zie
rikzee maken bekend dat door JOHANNES
BROUWERS ingezeten der gemeente, ver
gunning is gevraagd tot het bouwen van een
bakoven voor eigen gebruikachter bet
woonhuis door hem bewoond staande in de
Minderbroeder stlraal in deze gemeente wijk B,
no 231 en dat te dezer zake information
de eommodo et incommodo zullen worden ge
nomen op Woensdag den 13 Februarij
aanstaande te twaalf uur des middags op het
Raadhuis alhier, zullende allen die tegen dit
verzoek bezwaren mogten hebben alsdan in
de gelegenheid worden gesteld in hnn belang
te worden gehoord.
Zierikzee den 6 Februarij 1867.
Burgemeester en Wethouders
B. C. CAU.
De Secretarie
J. P. N. ERMERINS.
De Burgemeester van Zierikzee
In aanmerking neménde dat de Veetyphus in den laatsten
tijd zich meer en meer over ons Vaderland verspreidt en vol-
gens gerucht ook in de naburige gemeente St.-Maartensdijk
zich vertoond heëft
Rekent zich verpligt nogmaals de aandacht der Veehouders
vooral hierop te vestigen
1. Dat zij voortdurend een naauwlettend oog slaan op den
gezondheidstoestand van hun Fee en
2. Dat zij zonder noodzaak niemand dan de hunnen op hunne
stallen of bij hun Vee toelaten dewijl meermalen reeds
is gebleken .dat gezonde stallen zijn besmet geworden alleen
door het bezoek van personen die op eene of andere meestal
onbekende wijze, besmetting door kleederen of schoeisels
hebben overgebragt
Herinnert hen voorts wederom aan hunne verpligting
1. tot het doen van onmiddelijke aangifte bij den Burgemeester
hunner gemeente zoodra zich Veetyphus of andere besmettelijke
ziekte op hunne stallen openbaart
2. tot afzondering van hun besmet vee waarvan het verzuim
wordt strafbaar gesteld bij de artt. 459 en volgende van het
wetboek van strafregtluidende als volgt:
Art. 459. Ieder honder of oppasser van dieren of van meik
of slagtbeesten die verdacht zijn van aangedaan te zijn van
besmettelijke ziekte die niet dadelijk keDnis daarvan gegeven
zal hebben aan den maire der gemeente waar zij gevonden
worden en die zelfs vóór dat de msire op die kennisgeving
geantwoord heeft, deze dieren of melk-of slagtbeesten niet
opgesloten gehouden zal hebben zal gestraft worden met eene
gevangenis van zes dagen tot twee maandenen eene geld
boete van zestien tot tweehonderd franken
Art. 460. Desgelijks zullen gestraft worden met een
gevangenis van twee tot zes maanden en eene geldboete van
honderd tot vijfhonderd frankeD diegenendiera weerwil
van het verbod der regering hunne besmette dieren of beesten
onder anderen zullen hebben laten loopen.
Art. 461. In geval uit dit laten loopen onder andere
beesten eene besmetting onder ander vee ontstaan is, zullen
diegenen die het verbod der regering overtreden zullen
hebben gestraft worden met eene gevangenis van twee tot
vijf jaren en eene geldboete van honderd tot duizend franken
alles onverminderd de uitvoering der wetten en verordeningen
betreffende de Veeziekte, en de oplegging der straffen
daarbij gesteld.
Onder opmerking wijdersdat volgens de bepaling van
art 5 der wet, van 15 September 1866 (Staatsblad no.
160)zoodanige veehouders die of bedoelde aangifte zullen
hebben verzuimd of nalatig zijn gebleven om hun besmet vee
af te zonderen behalve de daartegen bedreigde strafvervol
ging ook geen aanspraak zullen kunnen maken op de bij
art. 2 dier wet bepaalde vergoeding uit 's rijks kas wanneer
uit kracht der wet onteigening zal plaats hebben van het op hunne
stallen aangetaste of van veetyphus verdacht vee of van
zoodanig vee dat met het aangetaste of verdacht vee in
onmiddelijke aanraking is geweest.
Gedaan te Zierikzee den 6 Februarij 1867.
De Burgemeester van Zierikzee
B. C. CAU.
Burgemeester en Wethouders van Zie-
rilczee maken bekenddat het aanvullings
kohier der belasting op de honden in deze
gemeente over het jaar 1866 den 14 Januarij
jl. door den Raad vastgesteld en den 1 dezer
maand door heeren Gedeputeerde Staten dezer
provincie goedgekeurd op heden wordt gesteld
in handen van den gemeente-ontvanger ten
fine van invordering ingevolge de wet.
Zierikzee den 7 Februarij 1867.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
De Burgemeester van Zierikzeebrengt
ter kennis van de ingezetenen dat er op
Maandag, den 11 dezer, des namiddags
ten 1 ureop het Raadhuis alhier eene
openbare Vergadering van den Gemeente-Raad
zal gehouden worden.
Zierikzee, den 8 Februarij 1867.
De Burgemeester
B. C. CAU.
Zierikzee 7 Februarij. Het In eft Hare
Majesteit de Koningin behaagd een fraai Thee-
Servies aan de Dorcas-Vereeniging te schen
ken als prijs in de aanstaande Verloting.
Zierikzee 6 Februarij. In de openbare
zitting voor burgerlijke zaken van liet pro
vinciaal geregtsliof in Zeeland heeft ntr Jan
Gerard Hendrik Bartijn Ketjen gisteren de
eeden afgelegd als substituut-officier van
justitie bij de arrondissements-regtbank alhier.
Blijkens de memorie van beantwoording
van den minister van marineligt het in
diens plan om de marinewerf te Vlissingen
ook als werf van uitrusting en reparatie
op te heffen.
Bij den bouwman P. van der Burg to
Berkel zijn dezer dagen eenige paarden ziek
geworden en een drietal daarvan gestorven.
Het gerucht was daardoor in omloopdat
er onder die paarden eene besmettelijke ziekte
was uitgebroken. Eene operatie echter
bewerkstelligd door de rijks-veeartsen J. A.
Alers en J B. Huijsman heeft aangetoond
dat de ziek'e het gevolg was van vergiftiging
door schimmelplanten in het strooen et-
dus geen kwestie kon zijn van eene ziekte
van epidemisclten aard.
Uit Gorinchem meldt men van 5 dezer.
Jl. Zaturdag avond is op een door den offici'-r
van justitie alhier gezonden telegramte
's Gravenhage gearresteerd AI K. laatst
koster der Israëlitische kerk te Sliedrecht
verdacht van uit die kerk te hebben ontvreemd
omhuldsels wit met blaauwe strepen voor
hangsels der heilige arkeomkleedsels der
heilige wetsrollen, eenig zilver van wets-
aanwijzers en 2,50 uit de kerkbusmet
braak.
De commies S. te Winschoten deed in
den nacht van 30 op 31 Januarij eene
aanhaling op een hem onbekend persoon
gevolgd van nog vier anderen die echter
allen op zijne nadering de vlugt namen niet
achterlating der sluikgoederen. De ijverige
commies haastte zich de toegemaakte pakken
ten kantore van den rijksontvanger te bezor
gen waar hij als zijne meening opgaf, dat
ze waarschijnlijk suiker en kandij inhielden.
Den volgenden morgen werden de pakken
door de bevoegde beambten geopend die ze
gevuld vonden met zand en keisteenen.
In een particulier schrijven uit Frankrijk
aan de Amsterdamsche Courant komt o. a.
voor
Ik heb het rapport voor mij liggen dat
de Zwitsersche afgevaardigde dr. Zangger
over den loop der veepest in Zwitserland
heeft opgemaakt en daarin komen eenige
zinsneden voor die het ministerie Thorbecke
en zijn verdediger wel eens aandachtig mogen
lezen. Had ik ruimteik schreef ze uit