W<V 5 Woensdag lfi January. 1867 WOENSDAGEN ZATERDAG. V. Besturen en Administratiën Kennisgeving. Binnenlaiidsehe Tijdingen. in 7* 7a 7. V.. 7.6 7. 1.50 i 00 2.00 >,00 i,25 >,00 i,00 ,00 ,00 i"S i S. PRIJS DER ADVERTENTIES. Gewone 10 cent de regel. Geboorte- Huwelijks- en Doodberigten van 1 6 regels if 1 behalve het zegelregt VERSCHIJNT: A B O N N E M E N TSP RIJ S. Per drie maanden f 2,00 Franco per post f 2,25. Inzen ding der A dvertentiën daags te voren, voor 10 nre 'sinorg. Burgemeester en Wethouders van Zie* rilczte brengen ter kennis van belanghebben den dat het aanvullingskohier der belasting op de honden in deze gemeente dienstjaar 1866 op heden door den Raad is vastgesteld en van den 17 dez»»r nog gedurende acht dagen ter Secretarie voor een iéder ter lezing liggen zal t ingevolge de wet. Zierikzee den 14 Januarij 1867. De Burgemeester B. C. CAÜ. De Secretarie J. P. N. ERMERLVS. Ziriiikzkk Ï4 Januarij. Bij Zr. Ms. be sluit is benoemd lot subslituut-officier van justitie bij de arrondisseraents-regtbank alhier mr. J. O. II. B. Ketjen thans griffier bij het kantongeregt te Zalt-Bommel. De heer J. Luteyndie met den laatsten April dezes jaars als directeur van wege déu handel en het vrije handels-entrepot te Mid delburg moet aftreden is bij koninklijk be sluit.als zoodanig, op niauw herbenoemd. Men schrijft uit Vlissingen: „Naar men verneemt is eene vernieuwde poging om het bij Borselen gezonken stoom schip Stad Vlissingen no. 1 te ligten door het breken van een der kettingen mislukt." Men schrijft ons uit 's Gravenhage „Ik moet u eene treurige tijding mededeelen In het Invalidenhuis te Bronsb»ek is de melaatscliheid uitgebroken. Reed» vertoonen zich bij een zevental daar verpleegde perso nen de kenteekenen van de kwaal. Een gerucht voegt daarbijdat zich ook te Arnhem enkele verdachte gevallen zouden hebben voorgedaan. Het is te hopen dat spoedig afdoende maatregelen van voorzorg zullen worden genomen." Hetzelfde wordt ons nog van eene andera zijde medegedeeld. Wij laten ook dit berigt volgen in den vorm waarin wij het ontvingen „Te Bronsbeek is de melaatschheid uitge broken. Het is te hopen dat de regering krachtige en afdoende maatregelen neme om de voortplanting der vreeselijke ziekte te voorkomen. Men neetdat aanraking de ziekte voortplant. Voorloopig stelt men zich tevreden een houten loods in den tuin op te rigtenhet is te hopen dat deze maatregel voldoende moge blijken." (Middelb. Ct.) Uit Krabbendijke meldt men dat de paardenziekte ook bij den vrachtrijder M. de Jonge is ontstaan zijnde van de twee reeds een gestorven bij Zandee is nog een ziek de overige 5 van de 16 stuks schijnen gezond. Volgens deskundigen is de ziekte niét be smettelijk maar wordt die toegeschreven aan het voedsel. In de gemeente Bergschenhoek is naar men verneemt de brigadier van het aldaar gestationeerde detachement hnlp-marechaussée eensklaps verdwenen met zich nemende de gelden voor voedingskosten der manschappen en paarden. Men zegtdat hij als geleider van rnndvleesch gratis overtogt op de En- gelsche boot heeft weten te verkrijgen. (N. R. Ct.) Men meldt uit Utrecht van 12 dezer. In den avond van den 8sten dezer zijn door de ambtenaren belast met het toezigt op het vee en vleesch in Abstede aangehouden de persoon F. Gadella die een zak met een en twintig Ned ponden opgegraven rundvleesch met zich voerde en in den namiddag van den 9den dezer in de Ganssteeg de personen J. Morbus en A. Heijmans met een honden wagen waarin een afgevild paard drie koe huiden drie pinkehuiden een paardenhuid dertig Ned. ponden rnndervet en twintig Ned. ponden paardenvel alles afkomstig van - ge storven dieren. AI deze voorwerpen werden afgekeurd en begraven en tegen de overtre ders werd proces-verbaal opgemaakt. Den volgenden dag werd nog om hetzelfde feit aangehouden de persoon van Woudenberg. Het opgraven geschiedt hier tegenwoordig op zulk eene groote schaal en met zalke talrijke benden dat er bijna niet meer tegen te wa ken is Onzen stadgenooten zij des te meer dere voorzlgtiglieid aanbevolen Men meldt uit Zwolle van 10 dezer. Hier heeft een particulier een inechanieke eend vervaardigd die een levenden vogel in alles nabootst dit kunststuk zal naar de tentoonstelling te Parijs worden gezonden het is daar echter niét nieuw, want men zal zich herinneren dat op de groote tentoonstel ling onder Louis Philippe reeds een mecha- tiieke eend door lloudin vervaardigdis geëxposeerd Nopens het desinfecteren aan de gren zen leest men in een berigt uit Elten dat aldaar herhaalde klagten bij den burgemeester inkwamen óver den chloordamp die menigeen zoo slecht bekwam. Zelf de gegrondheid dier klagten willende beproeven onderwierp de burgemeester zich aan de gewone berooking doch met het ongelukkig gevolg dat hij eerst kwalijk werd een flaauwte kreeg en met haast in de vrije lucht gébragt wordende zijne stem kwijt was. Later verneemt men nog dat er eene bloedspuwing zou gevolgd zijn. (Arnh. Ct.) In een particulieren brief uit Hattem schrijft men aan de Pr Gr. Ct.dat de kadet Mestingh een knap opgeschoten jong- mensch wasmet een verheven karakter en met gróote talenten. Toen hij 13 jaren oud was rekende hij zoo goed als menig hoofd onderwijzer zoóals zijne leermeesters ge tuigdenhij berekende reeds op dien jeugdiger, leeftijd door de driehoeksmetingmet ver wonderlijke naauwkeurigheid den afstand lusschen de toret)6 van Zwolle en Hattem, en maakte daarvan eene naauwkeurige schets welke zijn meester als goud bewaart hij was n de geschiedeniszoowel algemeene als vaderlandscheeen wandelend woordenboek. De moeijelijkste wiskundige vraagstukken loste hij met het grootste gemak op en dat alles op 13jarigen leeftijd! Te Breda was hij altijd primus no. 2 ver achter zich latende. De Globe heeft vernomen dat Neder land en België er in hebben toegestemd, het geschil over de afdamming van de Schelde te onderwerpen aan eene internationale com missie van ingenieurs te benoemen dóór Engeland Frankrijk en Pruissen. Noch Nederland, noch België zou zich evenwel verbonden hebben zich aan de uitspraak dier commissie te honden. In het Weekblad van het regt leest men de volgende incdedeeling betreflende de voltrekking van een doodvonnis te Lebanon (Ohio) aan Samuel Mand Covert overtuigd van den moord der familie Rosa van Deer- field in het graafschap Waren (Ohio) eene misdaad die reeds van 26 December 1864 dagteekende. Tot op het laatste «ogenblik bleef hij zijne onschuld betuigen .,lk ben bereid te sterven zeide hij nadat hij zijn laatste maal had genuttigd„maar ais men mij ophangtzal men een onschuldige hangen." „Eenigen tijd daarna vroeg hem de geeste lijke die hem bijstond, of hij zeker aan eene betere wereld geloofde. Hij antwoordde„Ja en ik ben bereid tot dien grooten stap maar het valt hard de doodstraf te moeten onder gaan voor ietsdat men niet gedaan heeft. Ik hoop dat men eenmaal tot de overtuiging daarvan zal komen." „De regter Smith president bij zijn proces bezocht hem 's morgens vroeg.„Wat zoudt gij er van zeggen zeide hij tot hein „wanneer de gouverneur bereid was uwe straf in levenslange gevangenis te verandere® zoudt gij dat liever verkiezen „Ik zou liever de doodstraf ondergaan antwoordde de gevangene dan al mijn leven' in de gevangenis door te brengen Daarna, vervolgde hij, terwijl hij den regter Smith- onbeschroomd maar zonder wrok in het gelaat zag Vaarwel mijnbeer Smith en herinner n mijne laatste woordenherinner u dat gij het doodvonnis hebt uitgesproken over een onschuldige. „Is dat waar hernam de regter „Zoo waar als er een God in den hemel woont. „Als dat zoo is, koestert gij dan niet den minsten haat tegen mij „Neen mijnheer gij hebt uw pligt ge daan gij hebt mijn vonnis uitgesproken vol gens de getuigenissen die zoo sterk tegen mij pleitten. „Maar Sam indien gij waarlijk onschuldig zijt, is het eene verschrikkelijke ramp. „Ik ben onschuldigantwoordde de ver oordeelde op stelligen toon. „Toen hij eindelijk het schavot beklommen had rigtte hij nog de volgende woorden tot de verzamelde menigte „Mijne heeren ik ga deze wereld ver laten. Ik heb twee verschrikkelijke processen oudergaan. Ik ben regtvaaruig behandeld wat aangaat de uitspraak van jury en regters maar van de geiuigen kan ik dit niet zeggen. Op het oogcnblik nu mijn einde zoo nabij is neem ik God tot getuigedat ik dit onschul dige gezin niet vermoord heb. Men heeft ver klaard, dat ik er nog Dingsdag van gesproken hadmaar God moge mij voor eeuwig uit Zijne tegenwoordigheid verbannen indien ik er zelfs vóór den volgenden Donderdag over heb hooren spreken. Dat is alles wat ik te zeggen heb. „Een oogenblik later viel het lnik en Samuel Covert verscheen voor den hoogsten regter. Ons wordt het volgende adres ter plaatsing toegezonden Zijne Excellentie den Minister van Financiën. De nijverheids-vereenig/ng voor goud- en zilversmeden te Schoonhoven (wier statuten zijn goedgekeurd bij Z. M. besluitdd. 20 February 1863, no. 82.) Neemt met de meeste bescheidenheid de vrijheid zich tot uwe excellentie te wenden ten einde hoogstderzrlver aandacht te doen vestigen op sommige artikelen der wetom trent den waarborg en de belasting van gou den en zilveren werken van 18 September 1852 (Staatsblad no. 178) welke, naar hare bescheiden meening tot teleurstelling mis leiding en tot de grootste bedriegerijen aan leiding geven ja, zelf reeds hebben gegeven. De vereeniging neemt in aanmeiking dat eene wet op den waarborg in werkelijkheid waarborg moet daarslellen den verkoop van slecht- metaal voorkomen en de deur voor iwade praktijken sluiten; terwijl zij tot haar leedwezen het tegenovergestelde bij de toe passing der wet waarneemtdaar zij denzelfden of meerderen waarborg verleent aan den be drieger dan aan den eerlijken fabriekant en kooper. En dit kan immers niet de bedoeling zijn geweest Lij het formeren dezer wet Do vereeniging zal trachten dit met een voorbeeld op te helderen. Art 4 zegt „Werken van lager gehalten dan de in art. 1 aangewezenen zijn van den waarborg uitgesloten en worden tot op de grens in art 6 gesteld alleen, gestempeld! tén bewijze dat de belasting voldaan is," ïn art. 1 worden de laagste gehalten voor gewaarborgd goud o|> 583 duizemlsten en voor het zilver op 833 duizendsten bepaald terwijl art. 6 het gehalte van slechts 250 duizendsten aanwijstom nog voor goud en zilver te worden erkend. Maar juist in deze groote tusschenrnimte die voor buitenlandsch fabrikaat nog uitge breider is ligt de weg tot misbruik terwijl voor de buitei.landsche werken geen kenr- of gehalte-stempels bestaan, en die voorwerpen van 250 tot 934 duizendsten en liooger gelijkelijk voor gouden en zilveren werken met hetzelfde stempel (voor kleine werken de Zwijnskop en voor groote werken de ge- kroonde V)' worden voorzien. Zie art. 64 in verband met art. 10 no. 9-, De vereeniging is m staat de bewijzen over te leggen, dat voorwerpen, als: vestkettin- gen oorbellen brochusenz. van buiten- landschen oorsprongwaarbij het goud is nagebootst en die volkomen aan goud gelijk schijnen bij den Essaai zijn bevonden slechts een gehalte van goud beneden de 100 dui zendsten met 250 duizendsten zilverte bevatten zijnde de overige 650 duizendsten rood koper met andere metalen waardoor de kleur meer tot die van goud dan van zilver overgaaten na de bewerking met meer succes met fijn goud galvanisch kunnen wor den verguld. En hoewel deze voorwerpen wel het vereischte gehalte van 250 duizend, sten zilver bevatten bij slechts eene geringe hoeveelheid goud zoo kan de bedrieger ëie toch voor goud verkoopenomdat gouden

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1867 | | pagina 1