fï°. 84
Zaturdag 20 October.
WOENSDAGEN ZATERDAG.
1866
Besturen enAdministratiën
Bekendmaking.
Bekendmaking.
Bekendmaking.
GEBUREN-VERHOOR.
Bekendmaking.
Binnenlandsche Tijdingen.
III- - - - I I .III'.
SCHE COURAN
p rij s der advertentie n.
Gewone 12'/a cent <le regel. Geboorte- Huwelijke- en
Uooclberigten van 1 6 regels if 1 behalve het zegelregt
VEBSCfllJNT:
a no n /V i<; it e ,v ,v p r, u s.
Per drie maanden f 2,00—Kronen per post 2,25. Inzen
ding der Advertentiën daags te vuren voor lOure'stnorg
De Burgemeester van Zierikzee brengt ter
kennis van do ingezetenen Hat ten gevolge
der ontbinding van de Tweede Kamer
der Stateit-tmaneraal bij koninklijk
besluit van den 28 September jl. (Staatsblad
no. 161), tot verkiezing der leden van eene
nieuwe Kamer zal worden overgegaan op
Dingsdag den 30 dezer maanden dat mits
dien een oproepingsbrief inet ingesloten stem
briefje daartoe aan eiken kiezer acht dagen
vóór den bepaalden dag, zal worden te huis
bezorgd ingevolge de wet.
27'/, Zierikzee den 17 October 1866.
De Burgemeester
B. C. CAU.
Burgemeester en Wethouders van Zie
rikzee.
Gezien de circulaire van den heer Com
missaris des Konings in deze provincie van
den 8 September jl. (Provinciaalblad no. 102)
houdende aanschrijving tot openbars afkondi
ging der bepalingen van de artt. 27 en 42
der wet op de personele belasting van 29
Maart 1833 (Staatsblad no. 4) betrekkelijk
de belasting naar tijdsgelang en de suppletoire
aangifte.
Hebben goedgevonden:
De ingezetenen te herinneren aan de be
doelde wetsbepalingen luidende als volgt
Art. 27.
1. Zoo wanneer een perceel hetwelk op den 18 Mei niet
in gebruik was of ook een woonhuis op hetzelfde tijdstip enkel
en op den voet bij de laatste zinsnede van art. 26 2 bepaald
door eenen huisbewaarder bewoond zijnde gedurende den loop
des dienstjaars betrokken in gebruik genomen of van mobilair
voorzien wordtzal de belasting volgens de vier eerste grond
slagen naar de hierboven bepaalde regelen deswege moeten
worden voldaan, doch slechts naar gelang van dat gedeelte
des dienstjaars, hetwelk op dit tijdstip der ingebruikneming
betrekking of meubelering overig blijft
2 ingeval de belastingschuldige welke zoodanig perceel
als bij 1 bedoeld, aanvaardtin het dienstjaar bereids wegens
een ander perceel was aangeslagen en hij dit tot dien tijd toe,
door hem gebruikte perceel verlaat, met wegvoering van alle
roerende goederen hoe ook genaamd en zonder achterlating van
huisbewaarder of van andere personen in zijn dienst zal het
bedrag van het ten zijnen name op het kohier gebragten aan
slag voor al de vier bedoelde grondslagen gezamenlijk en in
evenredigheid van het nog te verloopen tijdvak worden afge
trokken van dat des op den voet als boven te doenen aanslags
zonder dat indien dere aanslag minder bedraagt dan den vroe
geren er eenig ontheffing zal kunnen worden gevorderd.
3. De uitbreiding, vermeerdering, verwisseling of aan
schaffing van belastingvoorwerpen der vier eerste grondslagen,
na 15 Mei zal behalve in de gevallen bij 1 en 2hierboven
vermeld geen grond geven tot een nieuwen of verhoogden
aanslag in de loop des dienstjaars.
4. Ter zake van zoodanige voorwerpen der vijfde en zesde
grondslagen, als na 15 Mei in dienstofgebruik genomen of
!u aangeschaft worden zal de belasting naar gelang van den nog
TT11 ^ea dienstjaars zijn verschuldigd met dien ver
stande dat geene verwisseling van dienstboden of paarden met
andere waarvoor geene hoogere regten verschuldigd zijn, op
t noSmaal9 aanslaan van denzelfden belasting
schuldige zal kannen aanleiding geven.
5. Het aanwenden tot belastbaar gebruik van zoodanige
voorwerpen van de vijfde en zesde grondslagen als aanvanke
lijk tot onbelastbare einden aangelegd of gebezigd waren zal
met aanschaffing worden gelijkgesteld zoo mede wat aangaat
de paarden derzelver geheel verlies van het tweede viertal
hnnner melktanden in den loop des jaars.
6. Naar gelang der omstandigheden eens belastingschul
digen in den loop des dienstjaars, met betrekking tot deszelfs
voorwerpen van de vijfde en zesde grondslagen veranderen
zulks datvolgens de tarieven van art 17 en 21 de opklimming
der belasting ten zijnen aanzien toepasselijk worden zoude zal
ook wegens de dienstboden en paarden aanvankelijk gehou
den die verhoogïng van den nog overigen tijd des dienst
jaars zijn verschuldigd.
Deze bepaling is mede van toepassing met betrekking tot de
paarden bij het opkomen van de omstandigheden aan het
einde van 7 van art. 20 vermeld.
7. Paarden bij verschillende personen of gezinnen in
gebruik zullen ingeval die gelijktijdig voor een en hetzelfde
rijtuig worden gespannen,-hem die zuiks doet of wel den eige
naar of gebruiker van het rijtuig ter zake van het grooter aantal
paarden hetwelk alzoo mogt zijn gebezigd dan waren aange
geven mede aan de opklimming der belasting naar 6 doen
onderwerpen.
8. Hooger belastbaar gebrnik van dienst- en werkboden
of paardenaanvankelijk minder belastbaar zal de verpligting
tot eene evenredige verhooging der belasting van den nog overi
gen tijd des dienstjaars ten gevolge hebben.
9. De tijd waarover de belasting looptzalin betrek
king tot al de grondslagen worden berekend bij vierendeelen
jaars op het dienstjaar overschietende zonder dat een vieren
deel jaars zal kunnen worden gesplitst, en zullen als vic-*en-
deeleu jaars worden beschouwd de tijdvakken aanvangende
primo Mei, primo Augustus, primo November en primo
Feb r narij.
Art. 42.
De zoodanigenwelke door eenige der omstandigheden,
voorzien bij- art. 27 in den loop des jaars komen te vallen
onder de toepassing van het aldaar bepaalde zullen alvorens
en naar gelang van het ontstaan dier omstandigheden en op de
boete bij art. 35 en 39 vastgesteld verpligt zijn tot het indienen
van behoorlijke aangiften deswege in voege als bij art. 30
voorgeschreven zullende zij daarvoor een biljet ter invulling
bij den ontvanger kunnen bekomen.
Afgekondigd van het Raadhuis te Zierikzee
den 17 October 1866.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De fung. Secretaris
LOEWER.
De Burgemeester van Zierikzee brengt
ter kennis van de ingezetenen dat door Z.
E. den minister van binnenlandsche zaken
onder dagteekening van 4 dezer de volgende
beschikking is genomen
„Vervoer van Schapen mits niet van
Texel afkomstigvan buiten de lijn van af
sluiting naar binnen is vrijgesteld onder
voorwaarde dat zij gedekt zijn door een bewijs
van dispensatieafgegeven door den burge
meester van de plaats van herkomst, waaruit
blijkt dat zij gezond zijn."
Zierikzee, den 17 October 1866.
B C. CAU.
Burgemeester en Wethouders van Zie
rikzee roepen bij deze op allen die eenig
bezwaar mogten hebben tegen de door den
beer J. df. JONG ZIJLSTKA voorgenomen
inrigting van eene stookplaats met droog-oven
in het aangebouwd Pakhuis grenzende aan
zijne fabriek van borstelwerk hoek der Post-
straat wijk Bno. 42 om op Woensdag den
24 maanddes middags 12 ure, in de ver
gaderkamer van bet Bestuur ten Raadhuize
te verschijnenten einde alsdan in hunne
belangen te worden gehoord.
Zierikzee den 17 October 1866.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De fung. Secretaris
LOEWER.
Burgemeester en Wethouders van Zie
rikzee.
Gezien art. 11 van het koninklijk besluit
van 9 November 1851 (Staatsblad no. 142)
en dat van 11 Augustus 1859 (Staatsblad
no. 80)
Brengen bij deze ter kennis van belang
hebbenden
Dat op Woensdag den 21 November e. k.
eene vergadering van kiesgeregtlgden zal wor
den gehouden op het Raadhuis dezer gemeente
van 'smorgens tot 12 ure, ter verkiezing
van twee Leden in de Kamer van Koo/ihan-
del en Fabneken in deze gemeente, voor de
met 31 December aanstaande aftredende heeren
H. G MULOCK HOUWER
J. A. van der HALEN
Dat de opgemaakte lijst van kiesgeregtigden
van Maandag den 22 dezer af, ter inzage ligt
op de gemeente Secretarie waartegen gedu
rende acht dagen bezwaren bij het bestuur
kunnen worden ingeleverd.
Zierikzee, den 17 October 1866.
De Burgemeester
B C. CAU.
De fung. Secretaris
LOEWER.
Volgens schrijven van kapit. N. H
Keuker gedateerd Singapore 3 September jl.
heeft het barkschip Leopold Graaf van Lim
burg Stirum op den avond van 31 Aug.
jl.in Straat Riouw op het Krokodillenrif
gestooten.
Na het uitbrengen van werpen en luianker
kwam het schip na zes uren te hebben
vastgezeten weder vlot met welke manoeuvre
twee ankers en trossen verloren gingen ter
wijl het schip vlot zijnde een duim water per
uur maakte.
Ter reede van Singapore is het schip door
duikers onderzocht volgens wier rapport er
veel koper verloren is zoodat hetzelve na
lossing zijner lading zal moeten dokken om
nagezien te worden.
Tijdens het ongeval was de loods aan boord
die zoodra bet schip stootte over boord is
gesprongen
De regtbank te 'a Hertogenbosch heeft
de bekrachtiging der arrestatie geweigerd
van het kindvan 6 jaren uit Oss beschul
digd van het stichten van den brand op den
7 dezer en bevolen dat hetonmiddellijk in
vrijheid zal worden gesteld, waaraan is voldaan.
De brand was onlstaandoor het ontsteken van
een vuurtje
Uit Harlingon meldt men van 3 dezer.
De vrees dat de uitvoer van vee uit de pro
vincie naar Engeland andermaal zou kunnen
worden verboden is ongetwijfeld de oorzaak
geweest dat er eene zeer groote hoeveelheid
rundvee heden morgen is afgescheept naar
Londen en zulks niettegenstaande er geen
veemarkt is gehouden De trein die gisteren
avond half zes arriveerde voerdebehalve
de personenwagens 52 rijtuigen aan met vee
geladen zoo iets was te voren nog niet ge
zien en van nacht ten 12 ure vertrok van
Leeuwarden een extra veetrein uit 25 wagens
bestaande. In het geheel zijn er 104 wagens
met vee aangebragten de ganscho collectie
gelijk ze door twee fameus groote booten naar
Londen werd gevoerd (de Hullsche er buiten)
bedroeg 683 runderen 3004 schapen 13
varkens en 78 kalveren.
Aan de Volksbode ontleent men het
volgende onder den titel van „ken regtsge-
ding in Engeland" opgenomen stuk
Eene ontelbare menigte menschen verdrong
zich onlangs voor het geregtshof van Old-
Bailej te Londen. De voor het publiek be
stemde plaatsen waren in een oogenblik stor
menderhand ingenomen en een onbeschrijfelijk
gedrang bleef nog lang daarna aan den hoofd
ingang van het lokaal heerschen.
Te 12 ure verscheen de voorzitter lord
Lindelen nam op den presidents-zetel plaats.
De beschuldigde werd nu binnengeleid er.
zijne verschijning wekte bij de gezamenlijke
toehoorders eene groote nieuwsgierigheid en
eene levendige deelneming. De beide advo
caten die zich vrijwillig tot zijne verdediging
hadden aangeboden, drukten hem vriendelijk
de hand en spraken hem woorden van troost
en bemoediging toe. De beklaagde was een
man van middelmatige lengteen naar liet
scheen van een zwak ligchaamsgestel zijne
zachte blaauwe oogen waren naar den grond
geslagen, en geheel zijn pers ion getuigde van
een stil verdriet en van een melancholische
berusting in zijn noodlot. Zijne stem was
zacht en zijne manieren gaven ondanks zijne
armoedige kleedingbewijs van eene uit
stekende opvoeding.
President. Zeg mij uwen naam uw ouder
dom en uw beroep.
Beschuldigde. Georges Hammond 41 jaar
en portretschilder.
President. Gij weet welke zware aanklagt
tegen u is ingebragtnamelijk dat gij met
voorbedachten rade een koordendansermet
name Georg Baldwin hebt om het Lven
gebragt. Erkent ge u schuldig aan deze daad
Beschuldigde Al wat gij zegt is overeen
komstig de waarheid ik heb hem vermoord.
Het is een ongeluk dat ik zoer betreur en
toch mijne ziel en mijn geweten beschuldigen
mij niet daarmede onregt gepleegd te hebben.
President. Daar gij de waarheid van het
feit erkent en er n slechts toe bepaalt om uwe
schuld te vergoelijkenzoo bereidt u dan
voor om de uitspraak der jury te vernemen
Uwe medeburgers zullen het oordeel over u
velen. God zij met u 1
De procureur-generaal las nu de acte van
beschuldiging voor. De oudste advocaat die
als rijks advocaat voor het graafschap waar
de moord gepleegd was de aanklagt meest
volhouden, sprak slechts weinige woorden,
in welke hij wilde toegeven, dat welligt nooit
een beschuldigde zoozeer de algemeene deel
neming waardig was geweest; maar zeide
tevens dat men toch verpligt was om hem
te veroordeelen tot de straffe des doods
(ofschoon dan de weg tot het verzoek om
gratie hem steeds geopend bleef) om daar
mede het bewijs te leveren dat in eene be
schaafde maatschappij niemand bevoegd is zich
zeiven regt te verschaffen.
President Beschuldigde hebt gij hierop
nog iets tot uwe verdediging in te brengen
Beschuldigde. MylordMijne regtvaardi-
ging is naar ik meen geheel vervat in het
verhaal van de plaats gehad hebbende omstan
digheden, Deze zijn de volgende
„Voor ongeveer drie jaar verloor ik een