Zaturdag 25 Augustus. VOEISDAG El ZATERDAG. 1866 J*°. 68 Besturen enAdminislratiën Kennisgeving. Binnenlandsche Tijdingen Buitenlandsche Tijdingen. HE GOD PRIJS DER ADVERTENTIES. Gewone 12'/a cent de regel. Geboorte- Huwelijks- en Uoodberigten van 1 6 regels d 1 behalve het zegelregt VERSCHIJNT: A B O N N E I\1 E N T S P R IJ S. Per drie maanden f 2,00Franco per post f 2,25. Inzen ding der Advertentie!) daags te voren, voor lOure'sinorg De Burgemeester van Zierikzeebrengt ter kennis van de ingezetenendat er op Woensdag den 29 dezer maand des namiddags len 1 ureop het Raadhuis alhier eene openbare Vergadering van den Gemeente-Raad zal gehouden worden. Zierikzee, den 24 Augustus 1866. De Burgemeester B. C. CAU. .Burgemeester en Wethouders van Zie rikzee Gelet op de circulaire van den heer com missaris des konings in deze provincie van den 18 dezer maand A no. 8782/1 3de afdeeling In aanmerking nemende dat de besmette lijke ziekte welke zich sedert eenige jaren in iie zomermaanden onder de varkens heeft vertoond thans wederom in Zuid-Beveland is waargenomen Maken de belanghebbende ingezetenen op merkzaam op de verpligting welke naar de artikelen 459 en volgende van het wetboek van strafregtten aanzien der bedoelde ziekte op hen rustluidende deze artikelen als volgt Art. 459. Ieder houder of oppasser van dieren of van melk- of slaglbeestcn die verdacht zijn van aangedaan te zijn van besmettelijke jziekledie niet dadelijk kennis daarvan gegeven zal hebben aan de maire der gemeentewaar zij gevonden wordenen die zelfsvóór de maire op die kennisgeving geantwoord lieeft deze dieren of melk- of slagtbeesten niet opgesloten gehouden zal hebben zal gestraft worden met eene gevangenis van zes dagen tot twee maanden en eene geldboete van zestien tol twee honderd franken. Art. 460. Desgelijks zullen gestraft worden met eene gevangenis van twee tol zes maanden en eene geldboete van honderd tot vijf honderd franken diegenen die in weerwil van liet verbod der regering hunne besmette dieren of beesten onder anderen zullen hebben laten loopen. Art. 461. In geval uit dit laten loopen onder andere beesten eene besmetting onder ander vee ontslaan iszidlen diegenen die het verbod der regering overtreden zullen hebbengestraft worden met eene gevangenis van twee tot vijf jaren en eenegeldboete van honderd lot duizend franken alles onverminderd de uitvoering der wetten en Verordeningen betreffende de veeziekten en de oplegging der straffen daarbij gesteld. Zierikzee den 22 Augustus 1866. Burgemeester en Wethouders B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. Het getal aspiranten voor de betrekking van surnumerair bij het vak der directe be lastingen en accijnsen beloopt ongeveer 50. Het getal plaatsen is 10. Men zegt dat het examen om de heerschende ziekte uitgesteld is tot de maand October. Bij de gecombineerde manoeuvres eerstdaags in de vlakte van Waaldorp zal de geheele tirailleur-linie met zundnadel-geweer zijn gewapend en daarmede proeven nemen. -Als eene bijzonderheid mag verhaald wordendat de arrondissements-regtbank te Hoorn dezer dagen op een proces-verbaal opgemaakt door den veldwachter den burge meester D. A. en den secretaris W. V. van de gemeente H.wegens wederzijdsche mis handeling beiden veroordeeld heeftden eersten tot eene boete van f 50 en den anderen tot eene boete van 25beiden met de kosten. Men meldt uit Gorinchem van 21 dezer. In de vorige week trad des avonds bij den heer v. A. alhier een onbekend persoon binnen terwijl de beer en mevrouw des buizes afwezig waren. Hij vroeg de meid op brutalen toon waar haar heer gewoon was zijn geld te bergen en voegde bij zijne woorden een veelbeteekenend gebaar met zijn mes. De kordate meid antwoordde, dat zij dit niet wistmaar het aan haren heer zou vragen die achter was zoo als zij zeide. Toen zij daarop haren heer riepbegon de brutale indringer spoedig aanstalten te maken tot. vertreknaar men zegt heeft evenwel de meid eene kleine wonde bekomen. Men meldt uit Coevorden van 20 dezer. Te Dedemsvaartgemeente Hardenberg is eene koedie aan dolheid leeddoodge schoten. Ook een hond en eene kat onder gingen hetzelfde lot. Genoemde dieren behoorden een bakker toe. Een en ander gaf aanleiding dat men hein verbood gedurende eenigen tijd bakkerswaren te ver- lcoopendaar men vreestdat hij melk van het zieke dier in' zijne waren gebruikt heeft. Het Leidscli Dagblad geeft onder den titel De cholera de volgende beschouwing „Meer dan een oorlog meer dan een revolutie meer dan de runderpestja meer dan een geldcrisis heeft de cholera invloed op stoffelijk en zedelijk gebied. Zoodra de dood in aantogt is ontwaart men angst en schrik die onvatbaar maken voor een kalm en bedaard overleg bij ben die niet gewoon zijn in dagen van onbezorgden levenslust of nijvere bezigheden aan het stervensuur te denken. De cholera brengt het vertrouwen op- de wetenschap aan het wankelen zoo er nog zijn die veel van voorbehoedmiddelen of van de natuurof van een vasten leef regel verwachtenhet vooruitzigt van door de cholera aangetast en van de wereld wéggenomen te worden doet de hoop ont zinken. Zij die het verstand tusschen oor zaak en gevolg gewoon zijn na te speureu raken het spoor bijster en wie meenen wils kracht genoeg te bezitten om den angst te kunnen bezweren en de vrees voor den dood te verbannenzien zich vaak ontwapend zoodra de engel des verderfs zich in de woning vertoont en wat lief en dierbaar is aantast Wie aan geen onsterfelijkheid gelooveu, houden zich vast aan een stroowisch en de twijfel zucht zoekt vastheid in hot van der jeugd overgebleven autoriteitsgeloof. Vaak grijpen zijdie niets voor waarheid aannemen dan hetgeen zij met hunne zintuigen kunnen waarnemen of met hun verstand bevatten het eerst en het meest naar de schrale overblijfselen van een aangeleerd godsdienstig geloof. De meeste vrijdenkers sidderen en beven op de enkele gedachten van hunnen dood ook al meenden zij vroeger dat met hun sterven ook hun eigen ik verloren ging „De cholera is een harde en strenge tuchtmeester ook al is hare roede opgeheven, omdat zij de heraut is van den dood. Wie nooit of zelden godsdienstig dacht wordt zijns ondanks er toe gedrongenwie nooit bad doet of leert het nu al kent bij het Wezen niet tot hetwelk zijn angstkreet is gerigt. Onwillekeurig wordt bij medegesleept met de schare die hare schreden kerkwaarts rigt en strekt hij zijne handen uit naar Boven om hulp en reddingdie hij gewoon is in de wereld of in zich zeiven alleen te zoeken. „De cholera, hoe onbarmhartig ook teedere banden verbrekendeis ook een liefderijke hemelbode. Nood dwingt tot en leert bidden. Bij gemeenschappeiijken noodbij volksramp vallen vele afschuttingen en scheidingen weg. Met weemoed gaat de schare op ook naar de bidplaats en één gebed rijst op uit bet gemoed van den Israëliet en den Christen van den Protestant en van den Catholiek, van afgescheidenen en niet-afgescheidenen. Verschil van rang en stand bestaat niet meer voor hen die redding behoeven uit den gemeenschappeiijken nood afwending vragen van hetzelfde gevaar en met één eu hetzelfde Wezen te doen hebben dat over hun leven en dood beschikt. De cholera vermag veel meer dan innere Mission humanisme, strijd voor beginselen verlichtingbeschaving wetenschap en philosophie de cholera is uitnemend bevorderlijk aan de uitbreiding van een Christendom zonder geloofsverdeeldheid in het door de vrees voor den dood geopend geweten. „De cholera is een kweekster van veel goeds. Welk een ijver, welk een onver moeide opofferingwelk een onbegrensde zorg hebben niet onze geneeskundigen ten toon gespreid waarvoor zij aanspraak hebben op eer lof en dank. Welk een werk dei- liefde waavdoor hulp troost verzachting leniging en vergoedingbij rouw en leed verlies en smart werd gebragt en betoond aan ziek- en sterfbeddendie een band leggen tusschen weldoeners en beweldadigden, en liefelijk maken de voeten dergenen die alleen daarin liet heil der menschheid zoeken, dat zij uitsluitend daarvoor leven en werken. De cholera doet het ware humanisme van het valsche ouderscheiden. „De cholera spoort tot driftig handelen aan. Voor de openbare reinheid eu gezondheid zif-Jt men dadelijk krachtige en afdoende maatrege len geuomen als de cholera in aar.mgt is. In het algemeen belang ziet m-in spoedig verrijzen wat vroeger eene overweging zou vereischen waarbij men voor overhaasting vreesde. Wat vroeger veronachtzaamd wejéi, wordt thans hersteld en waarover men steeds klaagdeis eensklaps weggenomen. „De cholera leert de gezondheid waarderen, 't Is er verre van daandat wij de diepe afhankelijkheid van de vrije alinagt Gods in het minst iots zouden afdingen; maar de ver antwoordelijkheid der zorg voorde gezondheid is daardoor in geenen deele uitgesloten. Die zorg bestaat meest uit onthouding en in het leiden van een matig en geregeld leven zij wordt hot meest betracht in tijden dat de cholera in aantogt is en heersclit. Die zorg wordt veronachtzaamd in alle standen maar het meest onder de mindere standen waar door de zorg voor de openbare reiniging en gezondheid door het gemeentebestuur uitge oefend zich vooral moet openbaren in ver ordeningen op wier overtreding straf is bedreigd. „De cholera schijnt geweken maar moge de lessendie zij gaf op stoffelijk en zedelijk gebied voor den welstand van ligchaam en zielniet verloren gaan en ten algemeenen nutte strekken." DUITSCHL AN D. Uit Bern meldt men van 19 dezer. Uit Aleppo is hier de vreeselijke tijding aangekomen dat den 22 Julij in Mesopota- mië tusschen den Euphraat en Tiger in de nabijheid van Diarbekir in een omtrek van 30 uren 16 dorpen met inwoners en al ten gevolge eener plotselinge opening der aarde gezonken en verzwolgen zijn. D« nadere bijzonderheden dezer schrikbarende gebeurtenis zijn nog onbekend. Een vrolijke episode uit bet krijgsmans leven verhaalt een Pruissisch grenadier in een brief, dd. 20 Julij jl. Zie bier wat bij schrijft „Brünn is een zeer mooije stad cn heeft fraaije kerkenkloosters en particuliere gebouwen. Jammer dat wij ons er niet lang konden op houden. Weldra klonk weder het kommando en wij moesten vertrekken. Met gezwinden pas marcheerden wij gisteren naar het dorp Schlowitzen daar had ik een kostelijke grap. Met eenige kameraden was ik bij een nuar liet scheen bemiddelde boerin ingekwartier d. De vrouw verzekerde dat zij ons niet voedsel kon voorzien daar militairen dom- het plaatsje getrokken alles vroeger gebruikt. Wij geloofden haar e^'met en daar zij angstig was werd cjns wantrouw0n niet weinig versterkt w zochten derhalve zeiven m alle hoeken di0r won; naar wa, eten, doch vonden r,^ Toeo blik op een hooge Dref}de en diep0 kIeêren_ kast. Ik verlang i0 dat de vroniv den s]eutei zou geven oir^ de j^st te 0penen j ea to0n zij beweerde djen verlegd te hebbenzeide ik lagche'"jde tot ]jaar dat ik W0| zei£ eoQ sleutel liad j en wees 0p m[jn sabe]. „Ver- zet 13 D;et t g(,ede vrouw voegde ik er bij ii -,,u zal geen leed geschieden en wegnemen 'znllen wij ook niets wij willen maar onzen honger stillenen verlangen niets meer." Eindelijk gaf de vrouw toe zij overhandigde mij den sleutelik opende de kast en vol verbazing aanschouwden wij twee mooije prachtige knappe flinks boerendeernen de dochters onzer kwartiergeefster. Ik liet de jeugdige dames, die van vrees en schrik beefden op stoelen gaan zitten en maakte haar mijn complimenten toen zij zagen dat wij geen kwaad in den zin hadden werden zij en de moeder vertrouwelijker. Na met hare dochters eenige blikken gewisseld te hebben toonde mama zich ook eindelijk be reid onze magen te bevredigenzij stond op haalde al het beddegoed uit een bedstede opende een daaronder aangebragt valluik,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1866 | | pagina 1