Zaturdag 21 Juli. ■V'. 58 WOENSDAG EU ZATERDAG. Besturen enAdrninistratiën Kennisgeving. Bekendmaking. Bmnenlandsche Tijdingen. Buitenlandsche Tijdingen. P RIJS DER ADVERTENTIE N. Gewone 12'/2 cent de regel. Geboorte- Huwelijks- en Uoodberigteh van 1 6 regels Af 1 behalve het zegelregt VERSCHIJNT: ABONNEMENT S P li lj S. Per drie maanden f 2,00 Franco per post f 2,25. Inzen dingder Advertentiën daags te voren, voor lOure'smorg öe Burgemeester van '/.ierikzeebrengt ter kennis van de Ingezetenen dat er op Maandag, den 23 dezer maand des namiddags ten 12,/a ure, op liet Raadhuis alhier, eene openbare Vergadering van den Gemeente-Raad zal gehouden worden. Zierikzee, den 19 Julij 1866. De Burgemeester B. C. CAU. Db Burgemeester van Zierikzee brengt ter kennis van de ingezetenen dat de heer Commissaris des Konings in deze provincie het voornemen heeft deze gemeente te be zoeken op Dingéilug den 24 dezer en dat aan een ieder die z. h. e. g. over het een of ander wenscht te spreken daartoe in den voormiddag ten 10 uie op het Raadhuisde gelegenheid zal gegeven worden. Zierikzeeden 18 Julij 1866. C. J. FOKKER Weth. I. B. Door de Staats Courant worden de volgende berigten betreffende de cholera medegedeeld Sedert het begin der Den 15 en 16 Julij zijn epidemie zijn aanget. overl. aanget. ovetl. Leyden 26 12 1258 836 s Gravenhage 69 31 839 500 Schiedam 11 4 320 208 Rotterdam 36 20 1302 815 Dordrecht 16 8 514 304 Utrecht 41 30 1832 1209 Delft 7 6 615 376 Gouda 6 3 211 116 - In de Middelburgscha Courant vau jl. Donderdag leest men het volgende De directie der spoorboot-maatschappij heeft andermaal een adres tot de provinciale staten gericht, waarin zij naar aan leiding van het onlangs verhandelde in de vergadering der staten te kennen geeftdat zij tot de voorzetting van den dienst zou kunnen besluiten bij een subsidie van 40 per reis van Middelburg op Tliolen of Zierikzee visa versa gedurende het 2e halfjaar van 1866, en ƒ30 per reis ge durende de jaren 1867 en 1868, met'bereidverklaring tevens om de bepaling van een maximum aan te nemen van ƒ6000 voor het tweede halfjaar van 1866 en van ƒ8000 voor de twee volgende jaren Wie dit adres leest - wij moeten met welgevallen ter loops opmerken dat. de toon van verzoek dien men vroeger aan joeg, thans in dien van voorstel is overgegaan - zal zich zeker verwonderen over de volharding van de directie der sPoorboot-maatschappijen het waarderen dat deze niettegen- ®humde herhaaldelijk te zijn afgewezen, na soms krenkende ^e3egening te hebben verduurd, tot het uiterste oogenblik' ^belangen, welker bevordering zij op zich heeft genomen "Hifi voorstaan. .Binnen een paar dagen zal na het lot van den spoorboot- len8t beslist zijn. Wij hebhen lang geaarzeld eer wij dit onderwerp in ons blad ter sprake bragtèn. Wij houden er niet van een pleidooi te leveren voor een zaak die zich zeiven moet aanbevelen. "Wij houden er evenmin van den schijn aan te nemen, alsof wij meenden door onze aanbeveling eenige leden der provinciale staten van gevoelen te doen veranderen. Daaromhebben wij, hoe het on3 ook bevreemd heeft dat vele leden der staten nog zoo weinig doordrongen zijn van de noodzakelijkheid om de middelen van gemeenschap ia onze provincie te verbeteren steeds opzettelijk het stilzwijgen bewaard. Nu het echter ook in deze meermalen duidelijk gebleken is dat goede zaken niet altijd voldoende sympathie vinden nu ten allerlaatste -over de voorstellen der spoorbootmaatschappij zal moeten .gestemd worden nu over het al dan niet voortduren van den dienst onherroepelijk zal beslist worden achten wij ons ver- pligt nog een enkele opmerking ter overweging te geven. Het heeft veler opmerkzaamheid getrokken dat de verschil lende nu en dan Lot de staten gerigte verzoekenzoo al niet meteen zeker wantrouwen ontvangen zijn!, dan toch opmer kingen hebben uitgelokt alsof de geldelijke ondersteuning die men verlangde wel wat ruim berekend was, alsof men wilde trachten er ten koste van de provincie een winstgevende zaak van te maken alsof men niet afkeerig van loven en bieden bij slot van rekening het wel voor wat minder Zon willen doen. Dergelijke onderstellingen moeten nn echter wel aan een ieder gebleken zijn eiken grond te missen nadat de directie niét alleen alle verlangde inlichtingen heeft gegeven maar hare boeken heeft opengelegd, waaruit aan ieder die ze heeft ingezien, wel duidelijk zal zijn geworden dat de aandeelhouders in de spoorbootmaatschappij zich opofferingen en risico hebben getroost, die in dergelijke zaken zeker onder de zeldzaamheden behooren en tevens dat bij het verleenen der verlangde subsidie toch nog van winst wel geen sprake zal zijn. Waar het dus boven alle verdenking moet staan dat de spoorboot-maatschappij de ondersteuning inroept niet voor haar geldelijk voordeelmaar, na reeds herhaaldelijk gebragte offers, in het .belang van het algemeen verkeerdaar verdient haar tegenwoordig adres zeker nog meer dan in elk aiidéf geval een uaauwgezette overweging. Wij zullen niet stil staan bij de vraag of de spoorboot wel werkelijk belangrijke diensten aan het algemeen verkeer be wijst. De nog onlangs opgegeven cijfers van het aantal ver voerde personen toouen dit genoegzaam aan en er is dan ook wel niemand die Diet op dit oogenblik het staken van den spoorbootdienst als een groot gemis zou beschouwen. En toch is het niet alleen in verband met de tegenwoordige behoefte dat men dien dienst beschouwen moet. Naarmate de spoorweg- en kanaalwerken in Zeeland vorderen wordt hij nog van oneindig meer nut, zoo niet geheel onmisbaar. Wanneer nu de provinciale staten ook dit adres der spoor boot-maatschappij afwijzen of ter zijde leggeuwat zal er dan worden van het verkeer op de Ooster-Schelde hetwelk juist door het varen der spoorboot in ontwikkeling is toe-, genomen P De tegenwoordige maatschappij zal worden ontbonden. Andere particuliere personen - dat is wiskunstig zeker - zullen de zaak niet opvatten. De provincie zal niet voor eigene rekening een dienst op de Ooster-Schelde ondernemen nu zij met een proef op den anderen Schelde-arm zoo Ongelukkig geslaagd is. Er bestaat dus veel kans dat we binnen kort ten opzigte van het onderling verkeer een grooteu stap achteruit zullen doen en dat, juist terivijl alles ons noopt om toch het hoofd boven te houden om toch met alle kracht aan een toestand van enerveerend isolement ons te ontwringen, eeaewij zeggen het met het oog op andere zaken in volle overtuiging verkeerd geplaatste zuiuigheid aan eene werke lijk nuttige onderneming den doodsteek zal geven. Wij hopen derhalve dat de provinciale staten zich op dit pant uog eeus ernstig bedenken zullen opdat geen besluit worde genomen, waardooi; aan het pas eeniger- mate ontluikend verkeer in onze provincie een gevoelige slag wordt toegebragt. Naar men verneemt kar. bij de marine spoedig eene groote bevordering in alle rangen ook bij de administratie te gemoet gezien worden. Zeiden heeft een geweer zulk een opgang gemaakt als het Zuiidnadelgeweer waarvan in den tegenwoordigen oorlog in Duitschland de vernielende kraeht zoo proef ondervindelijk bewezen schijnt. Overal is men er dan ook in liet buitenland op bedacht dat geweer of ten minste een dergelijk voor het leger te doen vervaardigen. Men verneemt, dat ook onze regering voor nemens is zich dit wapen aan te schaffen. Is men wel ingelicht, dan worden aan den constructiewinkel te Delft een 50 of 60-tal Zundnaaldgeweren gefabriceerdwaarmede proeven zullen worden genomen. Mogten die aan de verwachting voldoen dan zal hoogstwaarschijnlijk een deel der infanterie met dit wapen worden voorzien, Men meldt uit Deventer van 16 dezer. In onze grijze veste zijn 40 kanonnen door eenige te Zutphen garnizoen houdendo pon tonniers aangebragtwelke op de wallen geplaatst worden. Uit Breda schrijft men van 15 dezer. Te Prinsland is gisteren een man die verhit zijnde achter elkander eene massa water dronk, plotseling dood gebleven, Uit Breda schrijft men 13 Julij aan het Handelsblad: „Op den grooten Belgischen central-spoor weg had met den treindie te 4 uren 45 minuten van Roosendaal afkomt even voorbij het station Etten en Leur te ruitn 5 uren een groot ongeval voor het Liesbosch plaats. De trein derailleerde aan den derden wagen die met mopsteenen geladen was en waarvan de wielen braken ten gevolge waarvan deze wagen en de volgende met zulk eene woedende kracht heen en weder slingerden dat de rails over een afstand van 300 ellen uit hun verband werden gerukt. Eene groote ver warring was hiervan het gevolg evenwel zijn geene ongelukken te betreuren. De communicatie is gestremd." Men meldt uit Coevorden van 16 dezer. In het naburige gehucht de Haar zijn nu reeds 12 koeijen die aan dolheid leden afgemaakt. Men vreest dat er nog meer gevallen zullen voorkomen dewijl in gepoemd gehucht de koeijen ten getale van 800 a 900 in eene gemeenschappelijke weide grazen. Men schrijft uit Donkerbroek van 12 dezer. Heden begaf zich de knecht van den landbouwer W. M. V. alhier naar den tuin om een bijenzwerm op te vangenzonder zich vooraf met eert bijenkop te wapenen. Voor deze roekeloosheid moest hij echter pijnlijk boeten want in plaats van ergens anders zette zich de aanvoerster der nijvere diertjes neder op bet hoofd van den knecht en hare volgzame onderdanen deden het ook. De ongelukkige lag in het gras te spartelen toen het dochtertje van den boer hem ont dekte. Deze riep dadelijk haren vader. Door een emmer vol water over het hoofd van den knecht uit te stortenjoeg V tie bijen nog bij tijds op de vlugt. De knecht kwam er met een koud bad en een heet en dik hoofd af, doch de les zal gevoelig genoeg voor hem zijn om er voorzigtigheia uit geleerd te hebben en te onthouden dat bijen angels hebben. Het is nu ruim dertig jaren geleden dat ijzeren spoorwegen eene nieuwe en tot dien tijd ongekende uitbreiding aan het reizen gaven. Thans is reeds het fabelachtig kapitaal van 13,200.000,000 guldens aan het aanleggen van spoorwegen besteeden ligt er een ijzernet van 70,000 Engelsche mijlen of om onzen aardbol. (Stoompost.) Men meldt uit Heusden van 16 dezer. Zaturdag zag men bij den landbouwer H. van Sluisveld alhier een nieuw toestel tot vervoer van afgesneden koolzaad hetwelk gewoonlijk op het veld wordt afgedorscht. Van Sluisveld had een schuitje van aanzien lijke grootte op een rijvoertuig zeer laag bij den grondzoogenaamde rolslede doen daarstellen en vervoerde daarmede hetwelk ook aan de verwachting beantwoordde, al zijn j koolzaad onafgedorscht naar zijne schuur. Men meldt uit h'arlingen van 15 dezer. I Het berigt aangaande het adres der Harlinger dames aan den kerkeraad der hervormde ge meente behoeftnaar van goederhand gemeld wordt, eene kleine wijziging. Wel is bedoeld adres ingekomen wel moet in deu kerkeraad gesproken zijn in den geest als men schreef; doch tot heden is nog geen besluit gevallen. DUITSCHLAND. We enen 14 Julij. Alles is hier in ver warring; de gegoede inwoners maken zich gereed om de stad te verlaten overal ziet men toebereidselen voor de vlugt. Het volk is gerust gesteld door de berigten uit Praag volgens welke de Prnissen zich zeer bedaard gedragen. Weenen 17 Julij. Er is eene algemeene volkswapening bevolen in Opper- en Neder- Oostenrijk Carinthië, Carniole en Stiermarken. Alhier wordt eene burgerwacht georganiseerd om voor de openbare veiligheid te waken, ingeval van een vijandelijken aanval. Gisteren werden in een grooten minister- en familieraad de voorstellen tot den wapen stilstand en den vrede onaannemelijk verklaard. De oorlog zal krachtdadig voortgezet worden. De kommandant van Tyrol heeft berigt gezonden dat er gisteren een gevecht had plaats gehad bij Condino tegen een groot aantal vrijwilligers onder Niootcra. Zij waren met belangrijk verlies teruggedreven en hadden twee bataillonschefs en honderd gevangenen verloren. Uit Berliju meldt men van 18 dezer. De Staatsanzeiger deelt mededat het derde artikel van het Pruissisch rtaliaansche ver drag luidt als volgt „Van dezan oogenblik afd i. van het oogenblik af der oorlogverklaring zal de oorlog door de koningen van Prnissen en Italië worden gevoerd met al de middelen welke de Voorzienigheid te hunner beschik king heeft gesteld en geen der beide mogend heden 'zal of een vrede of een wapenstil stand sluiten buiten onderlinge overeenkomst." De „Kameraad" te Weenen bevat een artikel: „De verdediging van Weenen", waarin het volgende voorkomt „Het staat than9 vast dat men na deu slag, door het Noorderleger verloren, er in geslaagd is om meer dan 200,000 man te vereenigen. Van die 200,000 man zijn er omstreeks 160,000 te Olmutz geconcentreerd, terwijl de rest gedeeltelijk in het verschanste kamp van Weenen, gedeeltelijk in de vestin gen Königgratz Josephstadi er. Theresiën- stadt gedetacheerd is. „Indien men nu daartegenover de vijande lijke corpsen op 30,000 man schat telt het operatie-leger dat uit acht corpsen be staat 240 k 250,000 manop zijn meest 260,000 indien men de troepen meerekent die zich in Opper-Silezië bevonden en die ook in Moravië binnengedrongen zijn. Van dat getal zal moeten afgetx'okken worden om Olmutz in 't oog te houden minstens zooveel strijders als die plaats er bevatd. i. 160,000. Om de Bolieemsche vestingen te observeren zijn plus minus 30,000 man noodigvoorts zijn 20,000 man te Praag en in de Boheemsehe steden die magazijnen bevatten gedetacheerd. „Hieruit volgt, dat er aan den vijand niet veel meer dan 50,000 man overschieten om tegen Weenen te opereren, liet is echter duidelijk dat een armee-korps van die sterkte onvoldoende is tot een aauval op Weenen." Men schrijft uit Keulen van 17 dezer. Bij Aschaffenbnt'g verloren de Oostenrijkers

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1866 | | pagina 1