Woensdag 9 Mei* 1866 WOENSDAGEN ZATURDAG. JBHHH :-H5BiHHB I No. 37 Besturen en Administratiën Kennisgeving. Publicatie. Brandspuit met inventaris. Oproeping. Publicatie. Bekendmaking. Bmnenlandsche Tijdingen. 1 ZIERIKZEESGHE COURANT PRIJS DER ADV ERTENTJEN. Gewone 12cent de regel. Geboorte- Huwelijks- en Doodberigten van 1 6 regels if 1 behalve het zegelregt VERSCHIJNT: ABONNEMENT SP li U S. 'Per drie maanden ƒ2,00Franco per post f 2,25. Inzeil* I ding der Advertentie» daags te voren, voor lOnre'sinorg Burgemeester en Wethouders van Zie rikzeebrengen ter openbare kennis dat het kohier der belasting op de Honden in deze gemeente over het loopend dienstjaar op den 30 April jl.door den Gemeenteraad is vastgesteld en van den 7 dezer maand ge durende acht dagen ter Gemeente-Secretarie voor een ieder ter lezing zal voorliggen in gevolge de wet. Zierikzeeden 2 Mei 1866. He Burgemeester B C. CAU. JJe Secretaris J. P. N. ERMERINS. Burgemeester en Wethouders van Zie- rikzeegelet op de daartoe ontvangen aan schrijving hebben goedgevonden: De ingezetenen dezer gemeentemet het oog op het verschijnen der cholera te Rotter dam aan te bevelen. a Om in hunne woningen en op hunne erven zooveel mogelijk reinheid en in eerstge noemde tevens luchtvervcrsching te bevorderen. 5. Een spaarzaam gebruik van hun drinkwater; vooral in dezen tijd waarin veelal zooveel Water noodeloos wordt verkwist. Met uitnoodiging wijders om alle verder noodige maatregelen ter keering of beteugeling der Cholera epidemie door medewerking te ondersteunen. Zierikzee den 3 Mei 1 866. De Burgemeester B C. CAU. He Secretaris J. P. N. ERMERINS. Veiliny van vene Burgemeester en Wethouders van Zft- rikzee zijn voornemens op Woensdag den 30 Mei e. Ic. des middags in hel openbaar op het Raadhuis te veilen en bij aanneemlijk bod te verkoopen Eene zeer goede en bruikbare Brandspuit met completen inven taris van heden af dagelijks met uitzon dering van den Zondag te bezigtigen waartoe men zich bij der. heer j. A van der HALEN alhier gelieve aan te melden bij w'ien men ook van de verkoop-voorwaar den kan kennis nemen. Zierikzee den 5 Mei 1866. De Burgemeester B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. Burgemeester en Wethouders van Zte- eikz.ee roepen bij deze op Sollicitanten naar de betrekking van tweeden Hulp-Onderwijzer aan de ltte burgerschool dezer gemeente waaraan eene jaarwedde van f 250 is verbonden om zich met overlegging hunner bewijsstukken, portvrij vóór den 15 Junij e. k. aan te melden bij den Burgemeester. Zierikzee, den 5 Mei 1866. De Burgemeester B. C. CAU. De Secretarie J. P. N. ERMERINS. Inschrijving voor tie Schutterij. Burgemeester en Wethouders der gemeente Zierikzee. Gezien de wet op de Schutterijen van den 11 den April tS27, en speciaal gelet hebbende op die artikelen derzelve wet, die in betrekking staan tot de jaarlijksche inschrijving zoo tot de bereids daargestelde registers van vroegere jaren als tot de inschrijving die gedurende de laatste hebt dezer loopeaóe maand moet geschieden brengen bij deze ter kennis van de bel anghebbenden Dat de registers ter inschrijving voor de Schutterij, van de geborenen in de jaren 1841 tot 1832 ingesloten zullen wor den geopend tot de inschrijving van alle mannelijke Ingezetenen welke tot het laatstgemelde jaar behooren alsmede van hen, welke, in de vorige jaren geboren zijnde, sedert de laatst vorige inschrijving, zich alhier met er woon hebben nedergezet, waaronder ook begrepen zijn de militairen welke na dien tijd gepasporteerd en de vreemdelingen welken sedert dezen tijd van buiten het rijk zijn gekomen en zich al hier hebben geves tigd voor zoo verre deze laatste huu voornemen om zich in dit Rijk neder te zetten hebben aan den dag gelegd hetzij door eene uitdrukkelijke verklar inghetzij door de werkelijke over brenging vun den zetel van hun vermogen en de hoofdmidde len Dan hun bestaannaar herwaarts zonder dat de tijdelijke uitoefening van eenig bedrijf of handwerk in eenige onderge schikte betrekkingals zoodanig voornemen wordt aangemerkt. Allen zullen worden ingeschreven in dat register waartoe zij volgens hunnen ouderdom behooren. Dat van de inschrijving niemand der vorenstaande personen is uitgezonderd maar dat allen zonder onderscheiddaarin begrepen zijn al ware het ook dat zij zouden mogen vermee- nen volgens de wet tot de vrijgestelden of uitgestotenen te behooren en dien teil gevolge ook zij niet, die hun ontslag uit de Schutterlijke dienst reeds hebben bekomen zullen derhalve al de bovengemelden als daartoe bij deze wordende opgeroepen moeten verschijnen ten Raadhuize dezer gemeente, 15 Mei e. k. en volgende dagen, des voormiddags van 1012 ure, ten einde zich le laten inschrijven ieder in dat register waartoe hij volgens zijnen ouderdom behoort. Deze registers zullen op den laten Junij 1866 finaal worden gesloten. Pat de stndenten geëmploojjeerden in huizen van negotie klerken van notarissen adrokaten enz. bedienden en werk- boden moeten worden ingeschreven in de gemeentealwaar zij?hunne studiën honden werkzaamheden uitoefenen of dienst baar zijn; de ambtenaren en geëmplooijeerden bij het Geweste lijk Bestuur en alle anderen al wonen zij ook eldersin de plaats alwaar zij hunne ambtsbetrekking moeten uitoefenen; die buiten 's lands studeren of werkzaam zijn in de gemeenten hunner vorige woonplaats de buiten landsche zpevarende in de plaatsen waar zij hun wettig domicilie hebben, en de aan boord wonende schippers in de gemeenten alwaar zij het laatst hunne vaste woonplaats hebben gehad of wel personeel of mobilair of wegens hun vaartuig belasting betalende daar, waar zij voor deze belasting zijn aangeslagen. De vorenstaande opgeroepeuön zullen verpligt zijn bij hunne inschrijving opgave fe doen van hunne namen, \oor- en bij namen, van de plaats^ eD den tijd hunner geboorte, hunne woonplaats met aanduiding van wijk en nommer het beroep hunner ouders en dat van hen zelf, of zij zijn gehuwd onge huwd of weduwenaars, van het getal hunner kinderen van beider sekse (welke laatste opgaven 2ullen moeten worden geconstateerd met een schriftelijk bewijsafgegeven door den Burgemeester of Ambtenaar van den Burgerlijken stand) sedert wanneer zij Ingezetenen der gemeeDte zijn en van waar zij alhier zijn komen inwonenen eindelijk van de redenen die zij zoude vermeenen, dat hen van de Schutterlijke dienst zouden vrijsteltenof daartoe onbevoegd maken nanr aan leiding van art. 3 en 4 der wetmet opgave van het artikel en het onderdeel van hetzelve, waarop 2ij zich beroepen. Wordende voortseen eigenlijk, buiten deze gemeente geboren, aangemaand om zich tijdig van eene geboorte-acte te voor zien en zich alzoo van zijnen ouderdom te verzekeren ten einde de inschrijving behoorlijk kunne geschiede, en om voor te komen dat niemand, door eene verkeerde opgaaf van zijnen ouderdom vervalle in de straf bij de wet bepaald. Terwijl Burgemeester en Wethouders een ieder hierin betrok ken willen hebben vermaand en gewaarschuwd om zich van deszelfs verpligting in deze te kwijten vermits uit krachfe van art. 9 der Wet en art. 6 van Zijner Mnjesteits besluit van 21 Maart 1828, al degenen die zich voor het sluiten der registers op I Junij eerstkomende niet hebben laten inschrij ven alsnog ambtshalve zullen worden ingeschreven en dat deïelveti dien ten gevolge zullen Worden verwezen tot eene geldboete en daarenboven fonder loting bij de Schutterij in gelijfd, iüdieü het zal blijken dat ef, tijdens de VÊtZuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aanzien bestonden. En opdat niemand hieromtrent eenige onwetendheid zoude kunnen voorwenden zal deze worden afgekondigd en aange plakt daar waar zulks te doen gebruikelijk is. Te Zierikzee, den 7 Mei 1866, En is hiervan afkondiging geschied ter plaatse waar het behoort den 7 Mei 1866 Burgemeester en Wethouders voornoemd B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. De Burgemeester van Zierikzee brengt ter kennis van belanghebbende ingezetenen dat zij die voor het saizoen van 186°/, eene Jagt- of Visch-acte verlangenzich daartoe ter gemeente Secretarie behooren aantemelden en dat zij die ter zake van onvermogen eene kostelooze vergunning om te vissollen wenschen te bekomen aldaar zullen moeten overleggen de bewijzen van toestemming door eigenaren van het vischwater af te geven met uitnoo diging om die aanvragen zoo spoedig moge lijk te doen op dat ieder in tijds van zijne acte zou kunnen voorzien zijn. Zierikzee, den 7 Mei 1866. B. C. CAU. Uit Rotterdam meldt men van 4 dezer. Door de Staats-Courant wordt heden avond het volgende medegedeeld „Te Rotterdam is sedert het berigt van gisteren bij den Burgemeester aangifte gedaan van 45 choleragevallen en van 25 sterfgevallen aan die ziekte. Sedert liet begin der epidemie zijn in de registers van den burgerlijken stand aldaar 164 personen ingeschreven als aan de cholera overleden. Te Nijmegen is een man uit Rotterdam gekomen door cholera aangetast en naar het ziekenhuis overgebragt. De minister van oorlog heeft de noodige bevelen uitgevaardigd om de miliciens uit de gemeenten Rotterdam en Delfshavendie eerstdaags bij verschillende korpsen van het leger moeten worden ingelijfd niet naar de korpsen op te zenden maar hen voorloopig met verlof in hunne haardsteden te doen verblijven. Ook voor zoo veel de zeemilitie betreft zijn gelijke bevelen gegeven. De Nederlaudsche regering heeft aan de Belgische een in de minzaamste bewoor dingen gesteld bezwaarschrift over het ge beurde met de stoomboot Telegraaf doen toekomen en onmiddelijk is door den heer Rogier hierop geantwoord dal de aanhouding van het vaartuig buiten weten van de rege ring was geschied dat onze agent bij den Doel de hem gegeven instructien verkeerd had uitgelegd en dat het feit niet nog eens zal gebeuren. [Iet Utrechtsche studenten-korps heeft met het oog op de zich hier en daar ver toonde cholera met acclamatie besloten om de feesten, die in Junij a. s. gevierd zouden worden voor onbepaald"n tijd uit te stellen. Gelijk bes'uit is ten aanzien van de maskerade genomen Men meldt uit Utrecht van 4 dezer. Door een 15tal leden van ons studentencorps zijn de stndenten aan onze Hoogeschool opgeroepen om a s. Maandag eene ver gadering te houden ten einde te beraad slagen over de oprigting van een vrijwilliger- - korps en in het algemeen over de middelen tot bevordering der weerbaarheid van het Nederlandsche volk. Onder degenen die in 's Gravenbago dezer dagen biljetten voor den hoofdelijken omslag ontvingen, behoorden ook de Japan ners waarvan eenigen sedert geruimen tijd daar ter stede wonen. Een dier heeren ging onmiddelijk naar den ontvanger en vroeg hem uitleg hij ontving dienen nu gingen zij te zamen aan liet invullen. Op de vraag van den ontvanger of hij gehuwd was en hoeveel kinderen bij had antwoordde de Japanner I „bij mijne vrouwen heb ik zeker zes-en-vijflig kinderen." De ontvanger stond ontzet en geen wonder, want daarop had de gemeente raad niet gerekend, dewiji, aangezien voor ieder kind 2 pet. wordt afgetrokken, makende voor dien Japanner 55 maal 2 pet. dus 112 pet. de Japanner dien ten gevolge, in plaats van te betalen nog geld toe zou behooren te onvangen. De Japanner ziende de ontsteltenis van den ontvanger, voerde hem alsnu te gemoet „Ja gij weet toch dat wij meer dan één vrouw in mijn Jand hebben ik zeg u zeker 56 kinderen te hebben maar ik heb er nog meer doch daarvan zijn mij de namen onbekend en daarom geef ik slechts de 56 kinderen op H die mij bekend zijn." (A. C) Uit Zutphen meldt men van 3 dezer. I Voor eenige dagen kwam een der stedelijke" geneesheeren 's morgens om half vier van eene buitenplaats naar de stad terugrijden toen hij voor zich op den weg eene witte gedaante zag uitgaan Hij sprong uit den wagen volgde de verschijning en haalde die aan de stadspoort in het bleek toen dat liet een krankzinnige was, die met slechts een enkel stuk ondergoed aan rondliep om naar Deventer te gaan doch buiten de stad verdwaald zijnde weder naar Zutphen terugging omdat hij den weg niet kende. Het schijnt dat hij uit eene cel van liet krankzinnigengesticht ontsnapt waswaaruit hij door een klein en hoog geplaatst venstertje op eene onbegrijpelijke wijze de vlugt heeft genotrien. Dingsdag avond zou het personeel van den Antwerpschen schouwburg te Zutphen eene voorstelling gevendoch op last van het gemeentebestuur mogt deze geen voortgang hebben. De reden daarvan was dat men aan den een geen voorregt boven den ander wilde gevenwant verscheidene kermi-gasten hadden de komediezaal willen huren doch dit was wegens het uitstellen der kermis ge weigerd zoodat men nu goedschiks den heer Driessens c. s. ook niet kon doen optreden. Er heerschte onder de mindere bevolking wegens het uitstellen (misschien afschaffen) der kermis eene soort van gistingwelke zich in bedreigingen en gemor openbaarde mogelijk was men dus we! voor eene soort van demon stratie bij het uitgaan der komedie dien avond bevreesd en gaf zulks ook aanleiding tot het afstellen. De Deventer moeder van een tweejarig kind te liet het dezer dagen eenige oogen- blikken alleen te huis. Toen zij terugkeerde vond zij liet kind voorover gestort in een pot met kokend water waarin het verdronken en verbrand was. LI. Zondag had te Amsterdam een droevig voorval plaats. Een schutter werd bij het brandpiket op de Beurs door krank zinnigheid aangetasthij beproefde zijnen I. kapitein overhoop te steken en elk die hem

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1866 | | pagina 1