UK 24 Zaturdag 24 Hfaart 1866 WOENSDAG EN ZATURDAG. en 'O'/.. *Vi. Besturen en Administratiën Kennisgeving. Bekendmaking. Bekendmaking. Bmnenlandsche Tijdingen. Bijl, Stuit, tter- in J. .nge- Jav. id en ïïum- iwem- tens Juds- :eerde bacht, van i) het hultz 'l'/.o 4'/,. '6% ZIERIKZEESCHE COURANT PRIJS DER ADVERTENTIEN. Gewone 12'/a cent de regel. Geboorte- Huwelijks- en Doodberigten van 1 6 zegels if 1 behalve het zegelregt VERSCHIJNT: ABONJ\ EM E NT SP li Ij S. I Per drie maanden f 2,00Franco per post f 2,25. Inzeil- ding der Advertentiën daags te voren voor 10 ure 'sinorg - .O De Burgemeester van Zierikzeebrengt ter kennis van dé Ingezetenen dat er op Maan dag den 26 dezer maand des namiddags ten zes ureop het Raadhuis alhier eene openbare Vergadering aan den Gemeente-Raad zal ge houden worden. Zürikzee, den 23 Maart 1866. De Burgemeester B. C. CAÜ. Burgemeester en Wethouders van Zie- rikxee brengen ter kennis van de ingezetenen dat het kohier der belasting op de honden in deze gemeente over het loopend dienstjaar op heden door hen voorloopig is vastgesteld en gedurende li dagen ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing zal liggen ingevolge de wet. Zierikzee, 21 Maart 1866 De Wethouder L. B. C. J. FOKKER. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. Burgemeester en Wethouders van Zie- rikzee herinneren de ingezetenen datvolgens de wet van 8 November 1815 (Staatsblad no. 51) alle schuldvorderingen ten laste van den Staatover het afgeloopen dienstjaar 1865, vóór of uiterlijk op den 30 Junij eerst komende, bij de betrokkene admininistratiên collegiën autoriteiten of ambtenaren door wie de bevelen tot het doen van werken Ieve- rantiën als anderzins gegeven zijn moeten worden ingediend. Dat de bij de wet gestelde termijn van verjaring ook volgens art. 125 der provinciale en art. 228 der gemeentewet op de vorde ringen ten laste der provincie en van de gemeente toepasselijk is weshalve de belang hebbende ingezetenen worden aangemaand om den uiterlijken termijn niet af te wachten maar hunne rekeningen en verdere bewijs stukken wegens schuldvorderingen ten laste van het Rijk de Provincie of de Gemeente over 1865 ter plaatse waar het behoort, ten spoedigste in te dienen. Zitrikzeeden 21 Maart 1866. De Wethouder I,. C. J. FOKKER. De Secretaris J. P. N.ERMERINS. In de afgeloopen maand Februarij heeft men geen volle maan gehad, een feit dat sedert het ontstaan der wereld niet heeft plaats gehaden volgens de berekeningen der sterrekundigen zich niet dan over 2'/, millioen jaren zal herhalen. Er circuleert onder de landbouwers en veehouders van het eiland Walcheren een adres ter onderteekening uit Vlissingen ge- rigt aan zijn exc. den minister van binnen- landsche zaken. Daarin wordt te kennen gegeven dat adressanten zich niet alleen be zwaard achten door de genomen maatregelen der gemeentebesturen in dit eiland om den uitvoer van vee te beletten maar zij zich zelfs gedwongen zien om de jonge kalveren welke zij noodig hebben dadelijk dood te slaan of voor eiken prijs af te geven daar op hunne stallen de vette beesten welke in November 11. verkocht moesten zijn ten gevolge dier maatregelen nog staan en er geen gelegenheid bestaat ze voor goeden prijs te verkoopen. Zij verklaren echter vol strekt geen vreemde kooplieden te willpn toelaten waardoor de smetstof zou kunnen overgebragt worden maar bereid te wezen hun veeals uitvoer wordt toegestaan persoonlijk naar de boot te brengen met inachtneming der voorschriften van de Staats courant van 14 November il.en een ge leide van het gemeentebestuur te zullen ver zoeken voor de overbrenging van het vee per stoomboot van Vlissingen naar Botterdam en van daar naar Londen alles voor hun eigen rekening. Voorts wordt in herinnering gebragt dat naburige gemeenten wekelijks vee uitvoeren zooals Zijpe, ZierikzeeBrouwershaven, Wllhelminapolder enz. en verder er op ge wezen dat het verbod tot uitvoer van vet vee voor de landbouwers een financieele crisis doet ontstaan waardoor sommigen geruïneerd worden.- Op grond van al het aangevoerde verzoeken adressanten dat de minister maat regelen moge nemen opdat hun op de eene of andere wijze gelegenheid worde gegeven om zich van den te groote voorraad vet vee te kunnen ontdoen. Een dragonder van het 2de regement als hulpmaréchausséo te Sliedrechtter wering van den invoer van zieke runderen gestation- neerd geraakte aldaar in liefdesbetrekkingen met de oudste dochter van eene burger familie die de plaats van de overleden huismoeder met zorg vervulde. De verkeering met den zoon van Mars belette haar hare pligten zoo naauwkeurig te vervullen als zij zulks vroeger had gedaan. De huishouding de brood- en beschuitbakkerijin een woord alles ging achteruit Haar vader en broeder daarover wrevelig geworden rieden haar aan den dragonder te laten varen In stede dit, ging zij op gepasseerden oudejaarsavond met haren vrijer uiten bezocht met hem een huis hetwelk in geen goeden faam bij de burgers staat. Dit komt ter oore van haren broeder en prikkelt zijn eergevoel. Ten gevolge van oudejaarsavond was hij ook eenigzins opge wonden en in dien toestand besluit hij door eene vechtpartij een einde aan de bewuste verkeering te maken. Hij wacht den dra gonder op en brengt hem met een mes eene wonde in den rug toe. Deswege door de justitie vervolgd werd genoemde broeder door de regtbank te Gorinchetn schuldig verklaard aan het moed willig en met voorbedachten rade toebrengen van kwetsurendie noch ziekte noch beletsel om binnen 20 dagen te werken ten gevolge hadden, en veroordeeld tot drie maanden cellulaire gevangenisstraf. Tegen dit vonnis is de officier bij ge noemde regtbank gekomen in hooger beroep omdat de regtbank verzachtende omstandig heden had aangenomen die niet bestonden en zich niet vereenigd had met zijn requi sitoir hetwelk strekte tot oplegging van cellulaire gevangenisstraf van een jaar. Dit appél werd ji. dingsdag voor het provinciaal hof in Zuid-Holland b-handeld. Het openbaar ministeriebij monde van advocaat-generaal Terpstra requireerde toe wijzing van het ingesteld appèl terwijl mr. Vlielander Hein verschillende gronden uiteen zette waarom hij concludeerde dat het hof het vonnis a quo jn alle deelen zoude bevestigen. Uitspraak over 8 dagen. Naar men uit het West!and verneemt staan de gaaansoorten het koolzaad en andere gewassen vrij voldoende. Met den veld arbeid zou meer voortgang worden gemaakt indien de akkers minder van water door trokken waren ten gevolge van veelvuldigen regen. Terwijl in Jannarij veel begon uit te loepen is thans door de koude weersge steldheid weinig groei te bespeuren. Van appel- en peerenbootnen is voor zoover kan worden nagegaan de verwachting niet groot ook de botten van den wijnstok die in het vorige jaar een zoorniin en schoon gewas heeft voortgebragtzijn ijl en schijnen weinig te beloven. De abrikozen en perziken begin nen te bloeijen en doen vooral de laatste vele vruchten te gemoet zien. Van gunstig lenteweder hangt echter zeer veel afwanneer, omtrent het ooft in het algemeen ook meer zekerheid zal kunnen worden geoordeeld. In jaren zoo leest men in het Dagblad van 's Gravenhageheeft zich geene zoo ongunstige lotingslijst der militie voorgedaan als dit jaar. Zij bedraagt een zestig num mers minder dan in het vorige jaarhet te leveren contingent is daarentpgen een zeven tigtal grooter. Onder de lotelingen komen alleen voor over Je honderd vrijgestelden als eeniga zoons bij een groot getal van andere vrijstellingen wegens eigen of broederdienst, voegt zich een zeer belangrijk getal vrijstel lingen wegens ligcliaamsgebreken zoo dat zij die op grond van vroegere lotingslijsten, welligt vermoeden dat ook thans het '/3 of ten minste het gi deelte der lijstbestaande uit de hoogste nummers vrij zouden zijn van dit denkbeeld zullen dienen terug te komen en zich verzekerd houdendat de geheele lijst dienstpligtig is en dan nog niet het gevraagde contingent zal kunnen geleverd worden. De aandacht der belang hebbenden wordt bij deze op die onaangename omstandigheid gevestigd ten einde in tijds voor het stellen van nummerverwisselaars of plaatsvervangers te kunnen zorg dragen. Omtrent de poging tot diefstal den 16 dezer ten huize van den lieer S. op Beatt- Lieu in den omtrek van Arnhem gepleegd meldt de Arnh. Ct. de volgende bijzonder heden De dieven schijnen des avonds het huis binnengeslopen te zijn en zich te hébben schuil gehouden tot het huisgezin zich ter ruste had begeven. De huishoudster die gedruisch hoorde ging naar b meden en zag het licht der kroon in d» salon branden waar zij twee mannen ontdekte. Door schrik overmeesterd viel zij in zwijm en werd eerst later met een sterk toegehaald koord om den hals in een hoek der kamer teruggevonden. Zij herinnert zich alleen de woorden gehoord te hebben„Als hij komtnek je hem." Aanvankelijk was men bezorgd in haar toe stand die thans evenwel geen vrees meer inboezemt. Op het gerucht dat later de verdere bewoners maakten zijn de dieven gevlngtzonder iets mede te nemen. In een tafellaken op den grond lag het zilverwerk bijeengepakt. Gelijk het meestal bij zulke voorvallen gaat zijn er ook thans de zonderlingste geruchten in omloop en spreekt men van eene gansche dievenbende die in den om trek zich schuil houdt. LI. Zondag is te Arnhem door de rijks- véld wacht binnengebragt een persoon, wonende te Bramm-n als verdacht van. medepligtig- heid aan bovenvermelde poging tot diefstal. Men schrijft uit Veendam dat door de meelfabriekanten in den omtrek reeds meer dan tweemaal honderdduizend mudden aard appelen van het aanstaande gewas zijn aan gekocht tegen 90 cents per mud. Onder oude papieren werd dezer dagen het volgend curieus adres gevonden van iemand om te solliciteren naar de te Oude water vacerende betrekking van schoolmeester en voorzanger in 1762. Men deelt zulks als curiositeit en tevens als bewijs van geogra- phische kennis van den sollicitant mede. Het luidt als volgt Eersame Heeren ik hoop dat U Eersame het niet kwalijk zult gelieven te neemen dat ik aan U Eersame deze mijne Letteren over zende vermits ik verstaan heb dat de Schoolm.rs en de Voor zangers plaats is komen te vaceren zoo is 't dat ik aan U Eersame kom versoeken P. missive om 't voors. Ampt te mogen bekleeden ik sal U Eersame obligeeren wat mijn persoon aangaat, ik pretendeer een eerlijck Jonkman te sijn (niet beter wetende) en daar ik ook voor wort erkend miin vader is nog Schoolm r en die is al 30 jaren Schoolm r in de Meijerija geweest en ik ben tegenwoordig Schepen en ook toeziende Diacon zoo dat Eersame wel kan considereeren wat voor een persoon dat ik ben en G Eersame hoeft geen geloof te geven aan deze missive nog ook niet aan den schrijver deser want Davidt zeijd in den 117 Psalm dat alle menschen zijn Leugenaars met een waar verzoek dat U Eersame van de goetheid gelieft te wesen als U deze mijne missive aangenaam isdat U Eersame na mijn persoon gelieft te informeeren zal mijn groot plaisier doen en alle de onkosten die daarop mogten komen te Reijzen die neem ik over mijn en ais U Eersame gelieft te antwoorden dan zal ik overkomen om mijn verdere bekwaamheid ta toonen en goede attestatien zal ik niet vergenten 't zij van Predikant, 't zij van Drossaerd President er. schepenen van Tilburg <-n Goirlo waar mede ik eindigen, en ben, U Eer time in de bescherming van den Almagtigen Godt bevelende, en blijve U Eersame .Iftoot onbekende Dienaar met haast in de meijerije Hermanus B Actum Tilburg Den 11) Mey 1762. Het opschrift luidde Desen brief te Behandelen aan des Eerwaarden Kerkenraadt Tot Oudemater bij Gorcom Als een staaltje van een voor het vervoer van vee afgegeven gezondheidsbewijsgeeft

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1866 | | pagina 1