If°. 3 Woensdag 10 Januarij ii WOENSDAG EN ZATURDAG. Binnenlandsche Tijdingen. [67, 187.5 '7 19'A 2 7a 47. 97.0 si en de. '7,00 11,00 11,00 0,00 8,50 0,00 >0,00 22,00 00,00 >0 >01 I0-1 >0o ter '0%. ■Ot, O-o )0§ o|* 0 8,30 t der ïlburg raboot 'een nanr Vaart J OS. PRIJS DER ADVERTENTIES. Gewone 12'12 cent de regel. Geboorte- Huwelijks- en Doodberigten van 1 6 zegels if 1 behalvehet zegelregt VERSCHIJNT: A BONN E i)l li N T S-P li Ij S. Per drie maanden f 2.00Franco per post ƒ2,25. liizei. ding der Advertentiën daags te voren, voor lOnre'smorg Zierikxee 7 Januarij 1866. Gisteren is voor Bruinisse een Belgisch vaartuigje verongelukt een man en eene vrouw zijn daarbij omgekomen vele pogingen tot redding werden door schipper de Waal aangewend doch het mogt hem niet gelukken het in nood zijnde scheepje te naderen. Het lijk der vrouw is reeds gevonden zij is omstreeks 20 jaren oud. Men verneemt met genoegen dat zich te Botterdam eene vereeniging heeft gevormd, die zich tot doel stelt het noodeloos kwellen en mishandelen van dieren door alle gepaste middelen- tegen te gaan. De statuten dier vereeniging zijn bij koninklijk besluit, van den 25 November jl. no. 50, goedgekeurd en Zullen dezer dagen met eene noodiging tot aansluiting worden verspreid. Wij vleijen ons dat aan het voor de vereeniging beoogde doel bij onze stadgenooten ruime deelneming zal - te beurt vallen en veroorloven ons de zaak in hunne warme belangstelling aan te bevelen. Men meldt uit Zutphen van 5 dezer. Eenige der goederen toebehoord hebbende aan de vrouw welke aan de watervrees is overleden, zijn tegen schadevergoeding, van haar echtgenoot onteigend en buiten de stad alhier verbrand. Men meldt uit Zwolle van 3 dezer. Bij de begrafenis van een welgesteJden boer in Mastenbroek die zaturdag jl. heeft plaats gei) ad en waarbij 300 personen genoodigd waren, ten einde den overledene de laatste eer te bewijzen werden gebruikt 7 oude schepels tarwe aan zoogenaamd groevebrood, 50 pond zoeteinelksche kaas 15 pond koffii met de noodige suiker, 3 vierde vaten dik bier. Men schrijft uit 's Hertogenbonrh van 3 dezer. Een der med. doctoren alhier heeft bij het overlijden vkn een patient geweigerd de bij de nieuwe wet gevorderde verklaring omtrent den aard der ziekte waaraan deze vermoedelijk was overleden af te geven op grond dat hij by het ontvangen van zijn doctoraal diploma den eed heeft afgelegd aan niemand dan aan den competenten regter de kwalen zijner lijders bekend te maken. Als eene bijzonderheid meldt rnen uit Gorinchem dat in die streken vele zooge naamde blaauwe of schietvalken worden waargenomen. Een jager zag zelfs een dier roofvogels eenen haas vervolgen en door peèri boschje beschermd, werd de roofvogel ,j liet gevaar waarin hij zelf alras verkeereri zoude, niet gewaar. De ha s liep uit alle magt op het boschje aan om zich aan zijnen vervolgerde schietvalk te onttrekken. Spoedig kwamen beide dan ook binnen het schot des jagers die beiden met zijn dubbel geweer na elkander ter neder schoot. De verschijning dezer vogelsoort in onze streken moetvolgens sommigen hoogst zeldzaam geacht worden. Ter gelegenheid van het nieuwjaarsfeest is te Dedemsvaart bij de glasfabriek der lieeren de Jongh en Co. een persoon zoodanig door een pistoolschot getroffendat hij onmiddelijk op de plaats dood bleef. Onlangs overleed te Zwaagdijk Pieter Neefjes, in den ouderdom van 66 jaren, nalatende 17 meerderjarige kinderen 66 klein kinderen en 4 achterkleinkinderen. Door de Staats-Courant worden de volgende berigten van veeartsen over de week van 23 tot 30 December medegedeeld Te 's Gravenhage brak de veetyphus den 24 den 27 en den 28 December achtereen volgens op drie stallen uit. Loosduinen tot dusver vrij gebleven werd den 25sten aangetast. Te Wateringen had één veehouder den 25 Dec. 37 zieken van welke 14 zijn gestorven. Te Wassenaar liep één geval doodelijk af. Het beloop der ziekte was in deze gemeen ten zeer ongelijk. Volgens berigt van den veearts tu -Delft nam de ziekte aldaar in deze week toe. Te Hof van Delft zijn er 234 aangetast. In den Woudschen en Groeneveldschen polder heerschte de ziekte op vijf stallen. Te Schipluiden werden vijfstallen aangetast. Gunstiger dan in de voorafgaande week was de toestand te Vrijenben. In de omstreken van Schiedam, waar nog veel vee aanwezig is, bleef de ziekte stationair. Te Bergambacht en te Haastrecht kwamen het eerst gevallen van veetyplius voor. Te Zoetermeer breidt zich de ziekte lang zaam uit. Te Zegwaard bepaalt zij zich nog tot de stallen van drie veehouders. In de gemeente Nootdorp neemt de ziekte toe. In de omstreken van Gouda breidt zich de ziekte uit. Te Hekendorp vertoonde zich de ziekte voor het eerst in die week. Te Stolwijk waar de ziekte ook voor het eerst werd waargenomen werd evenmin tot afmaking besloten. In den omtrek van Boskoop deden zich ook eenige gevallen voor. De veearts te Moordrecht berigt dat de ziekte zich in de gemeenten Zuid-Waddinx- veen Zevenhuizen Nieuwerkerk en Oapelle a/d IJssel bleef uitbreiden. Te Alkemade alwaar in de vorige week een aangetaste koppel geheel was afgemaakt, brak de ziekte op verschillende plaatsen op nieuw uit. In Woerden en omstreken zijn in tien ge meenten 74 stallen aangetast. Te Wilnis alwaar de ziekte voor het eerst ontstond heeft het gemeentebestuur gewei gerd tot onteigening en afmaking over te gaan. Te Sliedrecht in den Alblasserwaard ont stond de ziekte den 2$ December. In de gemeenten Berkel en Bergschenhoek komen nog vele gevallen met veelal gunstigen afloop voor Te Pernis bepaalde zich de ziekte tot 2 stallen. In de Kijksschuur te Somtnelsdijk zijn 6 gevallen van rundertyphus voorgekomen. De veearts te Dirksland berigt dat in verscheidene gemeenten op het eiland Over- flakkee gevallen van longziekte door hem zijn waargenomen. CJit Amboma wordt dd. 31 October 11. aan de Locomotief o. a het volgende gemeld „Op den avond van den 5den kwam van Hila de tijding, dat de negorij Kaybobo op de zuidkust van Ceram de gehoorzaamheid aan het gouvernement had opgezegddeze tijding was door een inlandschen schoolmeester, die met levensgevaar met vrouw en kind Kaybobo ontvlugt was te Hila aangebragt. De gouverneur met den controleur der 1ste klasse Goldman scheepte zich nog dienzelfden avond op het Metalen Kruis in dat dadelijk koers zette naar de weerspannige negorij. Den 6den 's namiddags voor Kaybobo aangekomen zijnde, werden er verschillende seinen en teekens gegeven om met de be woners in gesprak te komen doch alles was vruchteloos van den wal Het zich niemand zien noch hooren Eindelijk besloot de kolonel Baak geheel alleen er» ongewapend aan Wal te gaan zelfs den matrozen die hem aan wal moesten roeijen verbiedende hunne messen mede te nemen dus zoo vrede lievend mogelijk trad onze goede kolonel aan wal en rigtte zijne schreden naar het niet ver verwijderde Kaybobo. Wat hij daar echter wilde uitrigten blijft den oningewijde» een raadsel te meer omdat men weet dat de kolonel weinig maleisch en geen woord alfoerscli verstaat en daarenboven van de adats van dit volk niets kent. Dit laatste bleek -tot zijn ongeluk spoedig. Aan een zoogenaamde sassie gekomen zijndestapte hij daar onbekommerd overheen maar dadelijk werden er verscheidene geweerschoten op hem gelost en een aantal bamboezen werpspiesen naar hem geworpen. Door een schot dat van zeer nabij op hem gelost werd in den nek getroffen en door werpspiesen op 2 of 3 plaatsen in de beenen gewond zijnde keerde de kolonel schielijk om en zette het op e^n loopen van nabij door de Alfoeren vervolgd wordende, van welke één, met een verschrik kelijk koppensnellersmes gewapend hem ge durig zoo na op de hielen kwam dat de kolonel zich meermalen moest ornkeeren en dien woesteling tnet een bamboespriet die hij in der haast nog had opgeraapten door gesticulaties met handen en oogen van zich af moest houden. Aan de sloep gekomen zijnde, sprongen reeds eenige Javaansche matrozen over boord om zich zwemmende naar het schip te redden doch één Javaan sprong over boordwaadde naar den wal greep den kolonel als onder de handen zijner vervolgers weg en bragt hem gelukkig in de sloep. De Alfoeren sprongen hem na in het water één dezelfde die den kolonel met het groote mes vervólgd had klemde zich zelfs aan de boot vast-en werd nog maar bij tijds door dat er meer genaderd waren met een bamboe terug gestooten Waarop het vaartuig vlot geraakte en zich snel van den oever verwijderde. Er werden nog eenige schoten door de Alfoeren op de boot gelost doch gelukkig zonder doel te treffen. Geheel met bloed overdekt en als door een wonder aan den dood ontkomen stapte de kolonel weder aan boord van zijn schip zonder in het minst, den schrik te verraden d.en hij zoo even manmoedig had doorgestaan. Nu was de vredelievende gezindheid des kolonels geweken dadelijk gaf hij last de negorij met kogels en grenaten tö beschieten en weldra deed het Metalen Kruis den donde Tan zijn geschut, even lustig hoorenal vroeger voor Somonoseki. Na ruim 80 schotel gelost te hebbenwaardoor zooals mei later vernomen heefteenige vijanden getrof fen zijn gewordenkeerde het Metalei Kruis naar Amboina terug waar het in dei morgen van den 17 den ten anker kwam. Di kolonel begaf zich dadelijk naar het hospitaal en weldra bleek het dat zijne wonden nie gevaarlijk waren. Op den 3den dag na d( verwonding gelukte het uit de schrootwondf in den nek een opgerold stukje theelood tt voorschijn te halendat om zijne ligtheid niet dieper op het been had kunnen door dringen ware het geweer des vijands niet een gewonen kogel geladen geweestde kolonel ware onmiddelijk op de plaats dood gebleven. Na het bovengebeurde werden alle vaar tuigen die van Ceram of elders te Ambon Larike en Hila kwamen bij hun vertrek scherp onderzocht en in velen werden wapens of kruid gevonden dat in sommige zeer subtiel verstopt was een dertigtal personen die zich aan het willen uitvoeren van krijgs- behoeflen hadden schuldig gemaakt werden in verzekerde bewaring gesteld. Het waren alle Alfoeren en meest bewoners van Kay- 'l bobo. Den 12den vertrok per Metalen Kruis en 1 per Telegraaf eene compagnie van het garni- zoens-bataillon alhier en eenige artilleristen in het geheel sterk 175 manschappen waar- onder 45 Europeanen onder bevel van den overste Strengnaerts naar Kaybobo. Weldra vernam men, dat op de zuidkust I van Ceram tot Kamarian en op. de noordkust tot "Wahaav alle negorijen in opstand waren. Men vond de negorijen verlaten en de be volking naar het gebergte gevlugt. De sterkte te Kamarian. waar de 2de luitenant Gaberel met 35 manschappen bezetting houdt werd tot 75 manschappen versterkt omdat men vreesde dat de Alfoeren daar een aanslag zouden wagen. Deze vrees was niet onge grond want op den 12den op liet midden van den dagvertoonden de Alfoeren zich in grooten getale in de nabijheid van de benting waaruit zij duchtig werden beschoten, en na eenige dooden en gewonden te hebben bekomen hielden zij af en hebben tot beden geen poging weder aangewendom die be zetting te verontrusten. De troepen werden den 13den te Kaybobo aan wal gezet men vond ook die negorij geheel verlaten. Van uit Kaybobo waar de overste zijn hoofdkwartier gevestigd heeft en waar ook de gouverneur en de controleur Goldman zich bij de expeditie aangesloten hebben gaan telkens kleine kolonnes in verschillende tig- tingen zonder ergens den vijand te zien te krijgen. Menigmaal worden zij door een onzigtbaren vijand beschoten waardoor reeds 2 Europesche en 3 Inlandsche infanteristen gekw'etst zijn geraakt. Bij de expeditionaire troepen hebben zich een 50tal mariniers en matrozen van het Metalen Kruis onder bevel van de luits. ter zee 2de klasse Lucardie en Swartaangesloten. Men klaagt zeer over gebrek aan koeliesook zijn er reeds ver scheidene zieke manschappen op Ambon teruggekomen. Zoo lang men geen grootere magt tegen de Alfoeren kan aanwenden kan het nog van een langen duur zijn eer de rust op Ceram hersteld is. Wel is waar komen er nu en dan eenige bewoners naar de ver-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1866 | | pagina 1