W°. 91 Woensdag 15 November. 1865 WOENSDAGEN ZATURDAG. Besturen en Administratiën Bekendmaking. Binnenlandsche Tijdingen. Buitenlandsche Tijdingen PRIJS DER ADVERTENTIEN. Gewone 12 'l2 cent de regel. Geboorte- Huwelijks- en Doodberigten van 1—6 zegels if 1 behalve het zegelregt VERSCHIJNT: A R O i\ iV li M r A 1 ü-p li Ij 6. Per drie maanden ƒ2.00—Franco per post ƒ2,25. Inzen ding der Advertentiën daags te voren voor 10 ure 'smorg Inspectie op rle Ploetlplanken. Burgemeester en Wethouders van Zie- rikzee brengen ter kennis van de Ingezete nendat op Woensdag den 15 dezer maand eene BuspeHie op de Vloedplankeii in deze gemeente zal worden gehouden en wordt mitsdien een ieder uitgenoodigd zijne Vloedplanken ten dage der Inspectie, be hoorlijk gesteld gereed te houden ten einde zich te vrijwaren voor de boete den nalati- gen bij de plaatselijke verordening opgelegd. Zierikzee den fi November 1865. De Burgemeester B. C. CAU. De fung. Secretaris, LOEWER. Burgemeester en Wethouders van Zie rikzee maken bekenddat het aanvullings kohier der hoofdelijke belasting van deze Gemeente over het loopend dienstjaarmet goedkeuring van Heeren Gedeputeerde Sta ten dezer Provincie terug ontvangen op heden wordt gesteld in handen van den gemeente-ontvanger ten fine van invordering ingevolge de wet. Zierikzeeden 13 November 1865. De Burgemeester B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. Zierikzee 14 November. Bij kon. besluit is aan mr. A. J. F. Egter van Wissekerke gewezen president der arrondissements regt- bank alhiereen pensioen verleend ten be drage va»/1200 'sjaars. Zierikzee 14 November. Men verneemt dat de veepest in de gemeente 's Heer-Abts- kerke (Zaid-Beveland) waarvan in no. 89 melding wordt gemaaktbij nader onderzoek gebleken is er geene sporen van deze ziekte bij het verdachte rund aanwezig waren. Volgens het Utr. Dagblad zou zich te Breukelen een geval van veeziekte hebben voorgedaan. Ook te Veenendaal zou iets dergelijks plaats hebben gehad. In 'het Volksblad leest men: Wij vestigen zeer de aandacht onzer stad- genooten op eene circulaire die dezer dagen is rondgezonden omtrent de oprigting van eene vereeniging om bier te lande de fabri catie van spijkers in te voeren. Het Ware middel om armoede te voor komen is niet het geven van aalmoezen maar de uitbreiding van industrie en handel. De fabricatie van spijkers geeft in andere landen aan duizenden banden arbeid en er schijnen geene redenen te bestaanwaarom die industrie ook niet bier zou kunnen inge voerd worden. Deze industrie heeft daarenboven dat zeer groote voordeeldat zij als een bijkomend beroep kan uitgeoefend worden in tijdendat men zonder werk is of vele ledige uren heeft. Voorzeker kan men niet wet zekerheid voorspellen dat de aandeelen die men in de nieuwe maatschappij neemt, altijd de volle interest aan de aandeelhonders zullen opleveren, maar met volle overtuiging kan men zeggen dat de gelden nuttig zullen besteed worden en dat zij met eenige waarschijnlijkheid eenige renten zullen afwerpenterwijl wanneer de onderneming mogt gelukken een zeer belang rijk voordeel voor de werkende klasse zou zijn verkregen. In deze omstandigheden hopen wij zeer dat de negotiatie van f 125,000 spoedig ge heel zal worden volteekend. In het ütrechtsch Dagblad leest men het volgende omtrent de umiform-verande ringen- Alleen voor de veranderingen aan de chacots hebben artilleristen als schuld op hunne boekjes gekregen Voor verandering van het hoofddeksel f 0.95 een roode bal0.28 paardenharen vlam 0.62 twee groote leeuwenkoppen 0.24 een .dito kleine0 08 stormketting met bekleedsel},, 1.00 3,27 Welke kosten de arme drommels nog voor verdere veranderingen zulleu moeten dragen, is nog onbekend. Bij de infanterie komen de veranderingen te staan: ten laste van een onder-officier op ƒ14, i ruim ƒ16; ten laste van een korporaal op 10 i ruim 11 en ten laste van een soldaat op ƒ9 a ruim f 10 naar mate er meer of minder aan de kapotjassen te veranderen valt welke indien ze zonder verandering nog een half jaar zouden kunnen gebruikt wordenals de verandering niet waardig afgekeurd en ten koste van de arme militairen door nieuwe vervangen worden. Wanneer men nu in aanmerking neemt, hoe zwaar deze kostenbij kortingen op de schrale tractementen drukken moeten stijgt bij nadere kennismaking met de verordende veranderingen de ergenis ten top. In de eerste plaats is een oogopslag voldoende om het boven alle beschrijving slechte zwakkeellendige en onhoudbare vau het geleverd koperwerk waar te nemen. De stormkettingen en die tot schouderbedekking schijnen oppervlakking te bestaan uit zwaar en sterk koperdraad maar zijn gemaakt van dun bol uitgeslagen koperblikde leeuwen koppen schijnen evenzoo te bestaan uit betrek kelijk zware stukken gegoten kopermaar bestaan evenzoo inderdaad uit niets dan een dun bol uitgeslagen plaatje koper voorzien van een haakje ter dikte van een bakerspeld bestemd om er den stormketting aan te hangen een en ander van weinig meerdere hechtheid dan men aan chacots voor kinderen op de kermissen koopt. Het natuurlijk gevolg van het zwakke van al dit dunne kopergoed kan niet anders zijn dan dat de ongelukkige soldaten reeds bezwaard met zoovele kostengestadig ook die van allerlei herstellingen te dragen hebben. Uit Borculo meldt men van 9 dezer. De jongeling die zijnen vader met den dorsch- vlegel heeft getroflentengevolge waarvan deze is overleden is Dingsdag gevankelijk naar Zutphen getransporteerd. Naar men zegtmoet het misdrijf aan drift worden toegeschrevenen zou de rampzalige zoon van den verslagene zijne schuld reeds volledig en berouwvol bekend hebben. LI. Woensdag is te Muiden een ver schrikkelijk ongeluk voorgevallen. De vrouw van den watermolenaar J. Meijer in den Muiderpolderzich boven in den molen die in vollen gang was, bevindendehad het ongeluk dat bare kleederen in aanraking kwamen met het kamrad waardoor zij onmid- d el ij k werd medegesleepten tusschen genoemd rad en dat van den as der molenwieken ge raakte waardoor haar hoofd en ligebaam letterlijk verbrijzeld werden en zij onmiddelijk den geest gaf. Dit Almelo meldt men van 7 dezer. Als bewijs dat het bijgeloof ook in deze streken nog niet geheel verdwenen iskan dienen dat er aan den spoorweg tusschen hier en Borne een baanwachters huisje staat waarin bijna niemand wil wonendoordien men beweert in de nabijheid daarvan een akelig gekerm te hebben gehoord waaruit men wil afleidendat aldaar een ongeluk met het spoor moet plaats hebben. De tegen woordige baanwachter moet reeds weder ver zocht hebben om verplaatst te worden omdat hij bevreesd is bijaldien het ongeluk mogt plaats hebben dit aan hem zal geweten worden Men meldt dat in Londen nog vrij wat verrassender goochelstukken worden uit gevoerd dan die waarop de broeders Daven port het publiek vergastten. De Indische goochelaars hebben in een kolonel van het Engelsche leger een navolger gevondendie met ben gelijk staatzoo hij ben reeds niet verre overtreft. Kolonel Stodare laat op eene tafelgeheel ongedekteen steen brengen voorstellende den kop van een sphinxvan zulk eene zwaarte dat een man die nog al over krachten beschiktmoeite heeft hem op te tillen. Wanneer de steen op de tafel gebragt is verwijderd zich de kolonelen rigt tot den steenen kop geheimzinnige woorden ontleend aan een vergeten dialect van het sanscriet. Alsdan bewegen zich de oog en en opent zich de mond en zet zich het gelaat tot een glimlach drukt vervol gens droefgeestigheid en eene fierheid uit die de toeschouwers verschrikt. Men zou zeggen zoo gaat de berigtgever voort dat de kop bezield waswant men hoort uit den mond van den steenklomp een gearticu leerd geluid komen en vreemde woorden voortbrengendie alsdan vertaald worden. Wanneer dit kunststuk ten einde is, zet men op de tafel eene mand waarin een Indiaansch meisje Iagchend plaats neemt gekleed in cachemir en met een witten tul band op het hoofd. De kolonel sluit deze mand stevig nemnt vervolgens een Turksche sabel en roept het kind toe dat hij deze in haar ligchaam zal steken. Het kind smeekt haar beul zijne bedreigingen niet ten uitvoer te brengenhet weent het snikt en doet kreton hooren die de aanwezigen uitgeno men den kolonelverteederen. Nu steekt hij de sabel in de mand waafna men het bloed naar alle kanten ziet vloeijen. De aanblik brengt den kolonel nog meer in woede en hij verdubbeld zijne steken. De kreten worden hoe langer hoe hartverscheu- render men ziet niets dan bloedde aan wezige dames vallen in onmagt nederterwijl de heeren hunne verontwaardiging op allerlei wijze lucht geven en op het tooneel den woestaard te lijf willen. Op dit oogenblik ziet men het jonge Indiaansche meisje op het balcon eener loge met haar witten tulband en onbevlekt kleed verschijnen. (Rott. Ct.) Ter aanvulling van het berigt over het verbranden van het barkschip Willem Hen drik deelt het Bataviaasch Handelsblad nog het volgende mede Toen het noodgeschrei van brand en het klokgeklep zich omstreeks 12'/, ure in den nacht van 19 op 20 September zoo akelig lieten hooren was natuurlijk aan boord van de ter reede liggende oorlogsbodems onmid delijk alles in de weer om hulp te gaan verleenen en te redden wat te redden was. Mei den meesten spoed waren dan ook drie zwaar bemande barkassen ieder met een brandspuit gewapend gereed en vertrokken deze naar de plaats des onheiis die van Zr. Ms. stoomschip Bromo was het eerst langszijde en gaf het eerste water spoedig gevolgd door die van Zr. Ms. fregat Prins Alexander der Nederlanden en Zr. Ms. stoomschip Ardjoeno. De drie ferme stralen worstelden tegen de vlammen welke reeds hoog boven dek uitsloegener. werkelijk schenen die in den aanvang te zulien over winnen. Met onverflaauwden ijver werd er doorgepompt doch helaas 1 de scboone kans sloeg om daar de vlam zich al meer en meer uitbreidde, en zelfs tuig en rondhouten aantastte De officier van het vlaggesch'p welke bier het bevel voerde was nu op mid delen bedacht het schip op eene plaats te brengen zoo digt mogelijk onder den wal om het brandende wrak geheel vrij te krij gen van de overige schepen en de baai van Batavia welke toch al zoo bezaaid is met bakens en tonnen niet nog met iets dergelijks te vermeerderen. De wel bemande kapiteins- en officierssloepen van de respectieve oorlogschepen ieder bemand met 12 en 10 roeijers werden nog ter assistentie gezonden om het schip te helpen boegseren. Eenige ligte booten van andere koopvaardersmede op de plaats des onheiis aanwezig boden op verzoek en instigatie van genoemden officiernu mede de behulpzame hand en zoodoende was circa 4!/4 uur het brandende wrak op eene veilige plaats ten anker ge bragt. De sloepen van het wachtschip namert de bemanning mede van de gewezen Willem Hendrik. Jammer voorwaar dat van de tal rijke koopvaardijvloot ter reede er geene brandspuiten beschikbaar waren mogelijk hadden die veel nut kunnen aanbrengen. FRANKRIJK. Te Napels wordt thans de nieuwsgierig heid zeer gaande gehouden door eene jeugdige HoIIandsche schoonedie daar met een schip in de haven vertoeftwaarmede zij zeer verre en belangrijke reizen heeft gedaan, 't Laatst kwam zij uit Nubiëvan waar zij jeugdige

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1865 | | pagina 1