\1 59. Woensdag 26 Julij 1865 WOENSDAG EN ZATURDAG. Binnenlandsche Tijdingen 33 73'»?,, 88v, 40 <l 47»„8. 192 f 60l/4 30''a 79 V, 65> >i„ 23V, 43 v,. 3 £- PRIJS DER ADVERTENTIEN. Gewone 121', cents de regel. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigtenvan 1G regels af 1 behalve hetzegelregt VEES C HIJNT: ABONNEME NTS-P RIJS. Per drie maanden f2,00. Franco per post f 2,25 Inzending derAdvertcnliëndaagslevoren, voor 1 Ourc'smor- UITTREKSEL uit het verslag van den toe stand der provincie Zeeland door Gede puteerde Staten uitgebragt aan de pro vinciale Staten in de Zomervergadering van 1865. Hoofdstuk 1. Bevolking. De bevolking nam in den loop des jaars 1864 met een getal van 1906 zielen toe. Deze vermeerdering hoewel niet meer dan ruim één ten honderd bedragende moet even wel aanzienlijk geacht worden uithoofde haar oorsprong alleen te zoeken is in het grooter getal geborenen in vergelijking met dat der overledenen terwijl bovendien het getal van hen die de gemeenten met er woon verlieten dat van hen die zich in dezelven vestigen met 351 te boven gaat. De enz. Hoofdstuk IL Regeling en bestuur van het provinciale huishonden. Op enz. Kort begrip der werkzaamheden van de Provinciale Staten. Buitengewone vergaderingen hadden er in 1864 niet plaats. De enz. Naar aanleiding van het door het gemeente bestuur van Dreischor ingediend bezwaar, werd, behoudens Zijner Majesteits goedkeuring, eene nadere wijziging vastgesteld van art. 64 van het provinciale reglement op de buurtwegen en voetpadenten opzigte van het droogen van vlas. Almede enz. Eindelijk werd tot buitengewoon lid van ons collegie naar het voorgeschrevene bij art. 89 der provinciale wet benoemd de heer mr. B. C. Cau. In de drie openbare zittingen welke gedu rende Uwe najaars-vergadering werden gehou den werden de volgende zaken behandeld. Een enz. Een adres van de dijks-directie van den polder Dreischorom voorziening in de be zwaren naar haar inzien voortvloeiende uit de in der tijd plaats gehad hebbende afdam ming van het verste sas in het dijkwater van dien polderwerd in onze handen gesteld tot nader onderzoeken om daaromtrent in Uwe eerstvolgende zomer-vergadering een bepaald voorste! te doen Kentelooze voorschotten tot verbetering van wegen werden verleend. Aan enz. Alsmede aan de besturen van Zierikzee en van tien andere gemeenten in Schouwen de tweede termijn van het in 1863 toegezegde voorschot van f 50000 en alzoo ten bedrage van 12500. Overeenkomstig enz. Provinciale Archieven. Provinciale Bibliotheek. Staat enz. De bibliotheek werd in het afgeloopen jaar met 303 'boekdeelen verrijktals door aan koop, 141; ten geschenke: 150; in bruikleen, 12. Behalve van onderscheide ministeriele depar tementen van gewestelijke en plaatselijke besturen van genootschappen en van andere wetenschappelijke instellingen ontving zij ge schenken van de heeren dr. R. A. Soetbrood Piccardt te Goes mr. J. P. N. Ermerins te Zierikzee J. van der Baan te Wolphaartsdijk mr. M. F. LanlsheerJ. Thiieman Boeije F. Nagtglas, van Benthem en Jutting, dr. H. Rippingmr. J. H. de Stoppelaar mr. J. van de Graftmr. A. J. van Deinse en mr. G. A. Fokker te Middelburg C. J. Hansen te Antwerpen en F. Olivier te Brussel, mr. J. A. Smits van Nieuwerkerk te Dordrecht mr. G. W. Yreede te Utrecht W. Eekhoff te Leeuwarden en Vieweg te Nijmegen. De bibliotheek werd door 57 personen 121 malen bezochtonder welke bezoekers inwo ners van Amsterdam 's Gravenhage Nijmegen en Steffield voorkwamen. Zij hielden zich nagenoeg allen met Wetenschappelijke naspo ringen bezig terwijl als eene merkwaardigheid mag worden aangeteekend dat onder de be zoekers die uit belangstelling de bibliotheek bezigtigden zich een 92jarige Middelburger bevond. Uit de medegedeelde cijfers van het bezoek, in vergelijking met die over 1863 blijkt dat van de bibliotheek een steeds toe nemend gebruik wordt gemaakt ook uit dezen hoofde meenen wij te mogen opmaken dat het nut van haar bestaan meer en meer wordt erkend. Aan 36 personen werden in 92 keeren boekwerken of deelen van werken uitgeleend diein den regel ten behoorlijken tijde werden terugbezorgd. Over het voor het archief en de bibliotheek toegestaan crediet van ƒ800 werd tot bijna het volle bedrag beschikt. Finantiën der Provincie. A. Begrooting van kosten van het pro vinciaal bestuur voor zooveel het Rijksbestuur is. a. Dienst 1§64. Voor de behoefte van het provinciaal rijks bestuur in Zeeland van 1864 is, in overeen stemming met den staat in uwe najaars-ver gadering van 1863 overgelegd bij de wet van den 31st"1 December 1863 Staatsblad no. 209, de som van ƒ49200 toegestaan. Genoemde kosten hebben vereischt de som van f 48070,86. En zijn enz. (Wordt vervolgd.) Zierikzee 24 .Tulij, Het onweder dat gisteren avond woedde veroorzaakte brand in de te hoop staande rogge op een stuk land nabij de hofstede van J. Schikker welke hofstede eenige dagen geleden mede door den bliksem getroffen werd. Het mogt ge noemden landbouwer die zich in de nabijheid bevond spoedig gelukken den brand te keer te gaan zoodat de schade niet groot is. Elkerzëe, 14 Julij. De persoon van A. v. Lheeft zich in den afgeloopen nacht door ophanging van het leven beroofd. Hij laat vrouw en kinderen na. Nadat Maandag de atmosfeer brandend heet was geweest, barstte in den namiddag boven de stad Mons in België een vreeselijk onweder losvergezeld van een hagelslag die bijna 20 minuten duurde, gedurende welke hagelsteenen zoo groot als hoendereijeren en 25 tot 70 wichtjes zwaar, nedervielen. De stad werd letterlijk gebombardeerd. In een oog wenk waren duizende glasruiten stuk geslagen de hagelsteenen vielen als groote kogels in de huizen doorboorden de gordijnen en spiegels. Tegelijkertijd overstroomde een stortregen ver scheidene wijken. Vooral op het platteland zijn de geleden verliezen onmetelijk en de veldgewassen zijn letterlijk totaal vernield. Vele openbare gebouwen in de stad zijn zeer beschadigd of geheel omvergehaald door de windhoos die het onweder vergezelde. On derscheidene personen zijn bovendien gekwetst door den hagel. Een heer is er met een gekneusd oog afgekomen maar bij eene dame hebben de hagelsteenen een polsader geopend zoodat onmiddelijk heelkundige hulp moest worden ingeroepen. Aan het Kaapsclie Volksblad van 14 Junij jl. ontleent men nog de volgende bij zonderheden aangaande den vreeselijken orkaan, waarvan reeds melding gemaakt is. Tusschen 9 en 10 ure des morgens (1 7 Mei) viel het eerste offer in den opgespalkten muil van den vertoornden zeegod. Charles Bryce, een jong mensch behoorende tot de water- policie, die eene in gevaar verkeerende lan dingboot wilde te hulp schietensloeg met de jol waarin hij zich bevond om en ver dween in de diepte en het mogt aan de edelmoedige zelfopoffering van Alexander Maderosse, die hem terstond in de golven nasprong niet gelukken hem te redden. Ras daarop had een ander tooneel van jammer plaats de groote boot Stag bemand met 14 van de kloekste zeelieden, die eene poging waagden om een der schepen van een anker te voorzien werd door de golven verbrijzeld en slechts twee van hare bemanning ont kwamen den dood. De stoombooten Athens en Briton lieten terstond hare booten af om de ongelukkigen te hulp te komen, die van de Athens sloeg mede om maar hare be manning met den opperstuurman Rickets aan het hoofd, werd door die van de Briton op genomen en allen gingen daarop bij de Dane aan boord, terwijl de twee overgebleven schipbreukelingen van de Stag door de boot Prince werden afgehaald en behouden aan wal gebragt. Kort daarna verloor de brik Galatea haar anker en dreef naar den oever. De haven- bcot onder kommando van den assistent havenkapitein bragt haar voorschriften om te stranden die zij gelukKig ten uitvoer bragt. En van nu af volgde eene [aaneengeschakelde reeks van dergelijke rampen waarbij gelukkig geen enkel menschenleven maar alleen het verlies van een groot aantal kostbare schepen en ladingen te betreuren was. Spoedig op de Galatea volgden de kotters GemWalter Gilpia en Libra; de ijzeren bark Star of the West, de fraaije schoeners Clipper en Fer- nandi en de bark Frederick Bassil. AI die schepen liepen strandwaarts voor de oogen van eene tallooze schaar van toeschouwers die als met ingehouden adem en met angstige blikken het trenrtooneel aanzagen, waar geen enkele hand in staat was de minste hulp te bieden. Pas was het 2 ure in den namiddag en reeds lag het strand aan de oostzijde der stad bezaaid met wrakken reddelooze kielen maar r.og waren de vratige golven niet verzadigd en hunkerden naar nieuwe offers. Even na gemeld uur verloren de Alacrity en de Deane hare ankers en kwamen beide met de stoomboot Dane in botsing. Door de welberaden en snel uitgevoerde maatregelen van den kapitein der Dane die met volle stoomkracht op de belagers inliep liep deze stoomboot vrij van de vernielingwaarmede zij door de beide driftende schepen bedreigd werd en deze Iaatsten werden op strand gezet. Nu was het de beurt aan de bark Royal Arthur die met voile lading bij het Zuider- hoofd op het drooge liepen aan de schoener Benjamin Milierdie spoedig gevolgd werd door het Nederlandsche schoenerschip Maria Johanna dat alleen door aanlooping genood zaakt was het anker te laten slippen en ten einde verplettering te ontgaanen in Gods naam de onafzienbare rij van weinige uren te voren nog zoo trotsche zeekasteelen, thans veranderd in ontredderde wild door en tegen elkander verspreide ruïnen met nog eene te vermeerderen. Het duurde niet lang of de Kehrwieder moest het opgeven en trof een gelijk lot, voorafgegaan door de Figilant en de Isabel. Van de meeste dier schepen werd de bemanning door het volk van het haven departement van boord gehaald en die op hun schip bleven werden buiten gevaar ge oordeeld. Van nu af werd het tooneel zoo ijzing wekkend en verschrikkelijkdat zelfs de ge dachte daaraanop dit reeds verwijderd tijdstip het stoutmoedigste hart doet ineen krimpen van smart en weedom. De laatste stralen der avondzon braken met ongemeenen glans door de loodblaauwe regenwolken heen en boden een onbelemmerd gezigt over de gansche uitgestrektheid der baaials wilden ze ons voor het nederdalen achter den hoogen Leeuwenheuvel nog even een blik gunnen over al die jammeren, die reeds waren voor gevallen en over de offers die nog aan de beurt konden komen of werkelijk aan de beurt lagen. Als er ooit een levendig innig aangrijpend voorbeeld is van de vergankelijkheid van al het ondermaansche, dan was het ongetwij feld het deerniswaardige schouwspel van verwoes ting, dat de als leeg geveegde baai en dikbezaaide stranden beschenen met de laatste waterige stralen der wegstervende zon aanboden. Maar het hartverscheurendste tooneel van dit onvergetelijk drama was nog niet afge speeld. Geen der ontelbare toeschouwers had zelfs de minste gedachte van wat nog komen moest. Met het afnemen van den glans der zon nam de verbolgenheid der woeste elementen nog toeen de nood klom al hooger en hooger. Omtrent dezen tijd lagen reeds 15 groote zeeschepenbenevens eene menigte vaartuigen van allerlei afmeting in wilde wanorde op het onherbergzame strand. De bark City of Peterborough en de Dane sleeptei reeds hare ankers na zich en seinden te ver geefs om hulp van de kust. De stoomboot Athens heesch ook de noodvlag en bewees door de dikke stoomstralen die zij uitliet geheel gereed te zijn om hare volle kracht te bezigen. De Dane en de Briton hadden mede stoom op. De heer Anderson bood 500 p, st. aan om aan de Dane een anker te brengen en de heer Searle 1000 p. st. voor gelijke hulp aan de City of Peterboit- rough maar zoo verschrikkelijk stond de zee, dat niemand de kans durfde wagen. Kort daarop seinde de Athens dat haar laatste anker was weggegaan en op dat schouwspel dook de zon haar hoofd onder. De storm nam toe de baren der zee sloegen met don derend geweld tegen de weêrlooze schepen die nog voor anker lagen of braken met vervaarlijke woede tegen onze ijzerharde kusten en nog bleef de barometer dalen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1865 | | pagina 1