rt.° 48
Zaturdag Junij
1865
WOENSDAGENZATURDAG.
Bestureneo A dministratiën
Publicatie.
Bekendmaking.
Binnenlandsche Tijdingen
PRIJS DER ADVERTENTIE N.
Gewone 121', cents de regel. Geboorte-, Huwelijks- en
Doodberigtenvan 16 regels af 1 behalve hetzegelregt.
VERSCHIJNT
ARONNEME N TS-P P.IJ S.
Per drie maanden f 2,00. Franco per post 2,25
Inzending derAdverlentiëndaagstevoren, voor lOure'smor^
óf3
Burgemeester en Wethouders van Zie-
rikzee.
Gelet op het Koninklijk besluit van den 1
Augustus 1831, no 72, houdende bepaling:
dat de DANKDAG of godsdienstige viering
der overwinning bij WATERLOO, op den
derden zondag der maand Junij van ieder
jaar zal plaats hebbeD.
Herinneren bij deze de ingezetenen aan de
plegtige viering van Zondag den 18 dezer
maand, met uitnoodiging om dien dag in
eerbied:ge stilte door te brengen zullende
op denzelven alle herbergen en kofïijhuizen
moeten gesloten blijven en geene openbare
vermakelijkheden mogen plaats hebben ten
einde dien dag in betamelijke afzondering
aan godsdienstige overdenkingen en dankbare
herinnering toe te wijden.
En opdat niemand hiervan onwetend zij
zal deze worden afgekondigd aangeplakt en
in de Courant geplaatst.
Gedaan ten raadhuize van Zierikzeeden
7 Junij 1865.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De Secretaris
J. N. ERMERINS.
Burgemeester en Wethouders van 7Ae-
rilczee brengen ter kennis van ingezetenen
dat de gewone jaarlijksche collecte ten behoeve
van het fonds ter ondersteuning en aanmoediging
van de gewapende dienst in Nederland alhier
zal plaats hebben op maandag deif 19
dezer maand des middag-s aan
de huizen der ingezetenenzal ieder regt-
geaard Nederlander zich dankbaar gestemd
gevoelen bij de Vijftigjarige herinnering aan de
zegenrijke overwinning te Waterloo bevochten,
zonder welke onze nog zoo jeugdige herstelde
onafhankelijkheid weder door nieuwe over-
heersching zou zijn vervangen; die dank-
baaiheid openbare zich vooral door milde bij-
dragen tot stijving van het Vaderlandsche
Fonds bestemd om ook in den nood te voor
zien van nog zoovelen die in dien strijd voor
de verdediging van den Vaderlandschen grond hun
leven veil hadden hun Hoed hebben gestorten
als verminkten hun volgend leven doorbragten en
to h met Gods hulp voor ons de zegenrijke gevolgen
dier overwinning hebben verworven.
Zierikzeeden 14 Junij 1865.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Buitengewone Braiidschotiwing*
Burgemeester en Wethouders van 7Ae-
rikxee brengen ter kennis van de ingezetenen
datovereenkomstig het voorstel van de
Directie der brandweer in deze gemeente eene
buitengewone hrandschouwing zal
plaats hebben op Maandag den 19 dezer maand
en volgende dagen ten einde zich bepaaldelijk
te overtuigen of de stookplaatsen overal zijn
ingerigt naar de voorschriften der Verorde
ning en naauwkeurig toe te zien op het
schoonmaken der schoorsteenen waarbij in
het bijzonder het inwendige der schoorsteenen zal
worden onderzochtmet uitnoodiging aan de
ingezetenen om dit onderzoekin het alge
meen belang, zooveel mogelijk, te verge
makkelijken.
Zierikzee den 7 Junij 1865.
De Burgemeester
B. C CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Burgemeester en Wethouders van Zie
rikzee.
Overwegende dat de voorzorgen tegen
brandgevaar krachtdadig behooren te worden
gehandhaafd.
Gelet op de bepalingen der verordening
tot voorkoming eri blusscliing van brand in
deze gemeentedoor den Raad vastgesteld
den 21 Julij en 5 November 1855.
Op het voorstel van de Directie der
brandweer.
Hebben goedgevonden
1. Tot keurmeesters
hooi of veldgewassen
benoemen de heeren
Gr. L. KLOEK
C. van den BOUT I
over bet opgeslagen
in deze gemeente te
D. van der MAAS
P. GERADTS.
aan welke keurmeesters bij deze de zorg wordt
opgedragen om naar aanleiding van art. 21
der verordening tegen het broeijen van op
geslagen hooi behoorlijk te waken en zich
omtrent de vereischte rondgangen tot inspectie
bij de in- en opgezetenen te verstaan met de
directie der brandweer.
2. De in- en opgezetenen te herinneren aan
de voorschriften van meergemeld art. 21
luidende
„Die in de bebouwde kom der gemeente
of op de beide dijken tot aan het Sas in
eenig gebouw, hooi of veldgewassen opslaan,
moeten gedoogen dat een of meer ijzers ter
lengte van twee ellen of naar gelang der
localiteit, daarin gestoken worden die zonder
toestemming van brand- en brandspuitmeesters
der wijk niet mogen worden verwijderd en
ten allen tijde voor hen toegankelijk moeten
zijn. Indien bij broeijing i.aar meening van 1
deze gevaar voor brand bestaatis men
gehouden hunne bevelen tot verwerking als
anderzins op te volgen."
Weigering of overtreding van een of ander
wordt gestraft met eene boete van tien gul
den behoudens bevoegdheid van Burgemeester
en Wethouders, om ten koste van den weer-
strevigen eigenaar des noodsmet geweld
te doen verrigten wat zij in het belang der
algemeene veiligheid noodig oordeelen.
En zal deze tot een ieders informatie en
narigt worden geplaatst in de courant ter
wijl afschriften zullen worden gezonden aan
ieder der benoemde keurmeestersmitsgaders
aan de Directie der Brandweer respective
ly^ tot aanstelling en uitvoering en aan den
heer Commissaris van policiemet last om
de naleving dezer bepalingen te handhaven
daartoe uitgenoodigdde keurmeesters op
derzei ver rondgangen te vergezellen en tegen
de overtreders te verbaliseren.
Gedaan ten Raadhuize te Zierikzee den
14 Junij 1800 vijf en zestig.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
B. C. CAU, Voorzit er.
J. P. N. ERMERINS Secretaris.
(Niet officieel gedeelte
Openbare Raartsver^aderintj
gebonden te YJerikzee
den 14 Junij Ï865.
Voorzitter mr. B. C. Cau. Secretaris, mr.
J. P. N. Ermerins.
Afwezig jhr. van den Santheuvel en hij
de opening mr. W. C. de Crane die later
binnentreedt.
De notulen der vorige vergadering worden
gelezen en goedgekeurd.
Wordt medegedeeld eene missive van
Gedeputeerde Staten houdende goedkeuring
der onderhandsche aanbesteding van bet on
derhoud der straten voor 1 jaar hetwelk
voor kennisgeving is aangenomen.
Komt ter tafel de voordragt van Burge
meester en Wethouders ter vervulling der
vacature van hoofdonderwijzer op de school
voor meer uitgebreid lager onderwijs (instituut
voor jongens) bestaande in de heeren (t.
Kok jr. te Voorburg P. D. Graaffte
Oostzaan C. J. van der Nagel, te Rijswijk
en G. H. Keij te Leiden en wordt voorge
steld tot de benoeming over te gaan.
(De heer de Crane treedt de vergadering
binnen.)
Hieraan voldoende, waarbij de heeren
Fokker en Mulock Houwer als stemopnemers
fungeren wordt met algemeene stemmen
benoemd de heer G. Kok jr. waarvan aan
den benoemde en de overige sollicitanten zal
worden kennis gegeven.
Wordt kennis gegeven dat de heer
Schiphorst ontslag verzoekt als hulponder
wijzer op het instituut voor jongens en voor
gesteld dit ontslag te verleenen in te gaan
den 15 Augustus e. k. of zooveel vroeger
als adressant dit wenschelijk mogt oordeelen.
Op een adres van H. J. Vooren om be
noemd te worden als hulponderwijzer op de
1ste burgerschool wordt overeenkomstig
voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten dit te stellen in handen van Burge
meester en Wethouders ten einde na gehoord
te hebben de schoolcommissie en den school
opziener later een voorstel te doen.
Jhr. de Jonge rapporteert namens de com
missie ad hoe op de rekeningen der Bank
van Leening van het R. Cath. van het
Evang. Luth. Armbestuur en van het pen
sioen- en weduwfoncls van gemeente-ambte
naren tenderende tot goedkeuring en terug
zending van een der exemplaren aan de res
pective rendanten. Aldus besloten Bij dit
laatste heeft mr. Fokker het praesidiutn waar
genomen als zijnde mr. Cau rendant van
rekening der Bank van Leening
Hierna wordt de vergadering gesloten.
Zierikzee, 15 Junij. Naar mer. verneemt
zijn op de voordragt der arrondissments-
regtbank voor de vaccerende betrekking van
kantonregtér alhier geplaatst de heeren Mr.
J. de Clercq van AVeel griffier bij bet kan-
tongeregt alhier mr. J. A. van Hoek
substituut-griffier bij de arrondissements-
regtbank to Goes en mr. B. Ermerins
plaatsvervangend kantonregter en procureur
bij de arrondissements-regtbauk alhier.
Maandag en Dingsdag jl. is ten over
staan van de commissie van bestuur het
jaarlijksch examen afgenomen van de leerlingen
der te Middelburg gevestigde geneeskundige
school.
Na voorafgaand onderzoek nvar de bekwaam
heid der leerlingen in de Latijnsche taal,
examineerden opvolgend den eersten dag de
lectoren P. M. de Lignij in de schei- en
artsenijmengkunde; dr. G. van Hennekeler,
in de kruid- en algemeene natuurkunde, dr.
J. C. de Manin de ontleed- en natuur
kunde van den mensch; des Dingsdag te
lectoren dr. A. A. Fokker in de geneeskunde
en geneesmiddelleerV, van Lissa in de heel
kunde en dr. Y. Keyzer in deverloskur.de.
Naar aanleiding van de vorderingen door
de leerlingenwaarvan bij hel examen
de blijken gegeven werden, werd op aanbe
veling van de lectoren en de rangschikking
voor den volgenden cursus door de commissie
van bestuur in deze orde vastgesteld In het
vijlde studiejaar A. C. Daman in het vierde
studiejaar 1). M. B, Ferleman, J. H. Tak,
K. I. LetteC. C. B. Hardenberg D. .1
Nonhebei, M. Gernler en J. C. M. Bla-kert.
in het derde studiejaar voor de heelkunde
J. J. Provoost voor de artsenijmengkunde
P. Tak, L. J. van der Harst, P. C Plugger,
Tjeert CannegieterF. H. Ie Clercq ,i. A
Roelsein het tweede studiejaarvoor de
heelkunde P. A. Platteeuw voor de
artsenijmengkunde I. H. Hammacher en A.
Meslier, in het eerste studiejaar, voor do
heelkunde J. J Matzinger en I). H. van de
Kamer; voor de artsenijmengkunde A. A.
Lagaay en M. B. Marselis.
Nadat de voorzitter aan de lectoren den
dank had betuigd van de commissie van bestuur
voor de behartiging van het onderwijs werd
den leerlingen medegedeeld dat in de afwach
ting van de wijzigingen die de eerlang in
werking komende nieuwe geneeskundige wetten
zouden kunnen doen ontstaan in de inrichting
van de school en waarvan zoo spoedig mogelijk
de bekendmaking zal geschieden de aanvang
van den nieuwen cursus is vastgesteld op
Maandag 14 Augustus e. k.
Uit Zwolle word; aan het tJtr. Dagblad
gemeld dat een zeker landbouwer onlangs
bij een apotheker daar ter stede kwam om
een stuiver rattenkruid ten einde daarmede
zijne moeder en zijnen broeder, waarmede
hij zamenwoondete kunnen vergiftigen
omdat die beiden den baas over hem wilden
spelen. De apothekerna vergeefs alle
mogelijke pogingen in het werk te hebben
gesteld om hem van dit heilloos plan af te
brengen gaf hem daarop onder den naam
van het gevraagde eene kleine dosis witte
suiker, waarmede de ongelukkige daarop des
avonds de pap vermengde en zich onder
voorwendsel van ongesteldheid van het
medegebruik ontsloeg. Kort vóór het naar
bed gaan kreeg de giftmenger weder woor
den met zijn broeder en voegde dezen daarop
toedat hij hen vergeven had en het plagen
spoedig uit zou zijn. Moeder en broeder
sloeg daarop de schrik om de leên doch
gelukkig kwam de apotheker juist binnen
die hen gerust stelde zonder dat de schijn
baar misdadige zulks bemerkte. Toen hij den
volgenden morgen gewaar werd dat beiden
nog in leven waren was hij weldra woedend
en werd kort daarna in volslagen krankzin
nigheid naar een gesticht vervoerd-.