Zatiirdag 6 Augustus
WOENSDAGENZATURDAG.
W.° 63.
1864
Oproeping.
Binnenlandsche Tijdingen
Besturen en Administratièn
Bekendmaking.
zierikzeesiie mm
PRIJS DER ADVERTENTIE N.
Gewone 121', cents de regel. Geboorte-, Huwelijks- en
Doodberigten van 16 regels af 1 behalve hel zegelregt.
VERSCHIJNT:
ABONNE ME NTS-P RIJS.
Per drie maanden f 2,00. Franco per post f 2,25*
Inzending der Advertentiëndaagstevoren, voor lOure'smorg
Burgemeester en Wethouders van 7Ac-
rikzee
Lettende op liet Koninklijk besluit van den
5 December 1851 (Staatsblad no. 149) waarbij
een Eereteeken voor eervollelangdurigewerke
lijke dienst big de Schutterijen wordt ingesteld.
Roepen bij deze op zoodanige leden der
Schutterij in deze gemeente die in de termen
van voornoemd besluit verkeeren en het eere
teeken verlangen om zich óór den 20 dezer
maand met overlegging van dienst-staten ter
gemeente-secretarie aan te melden.
Zierikzeeden 1 Augustus 1864.
De Burgemeester
C. J. FOKKER, Wak l. B.
De fung Secretaris
LOEWER.
UITTREKSEL uit het verslag van den toe
stand der provincie Zeeland door Gede
puteerde Staten uitgebragt aan de Provin
ciale Staten in de Zomervergadering
van 1864.
HOOFDSTUK III.
Zamenstelling der Gemeenteraden
Veranderingen in Tiet personeel der Burgemeesters
en Wethouders
Naar de bepaling van art. 27 der gemeentewet, had met
den eersten dingsdag van de maand September des vorigen
jaars in negen en negentig gemeenten de aftreding plaats
van een derde der leden van den gemeenteraad.
Wij enz.
Slechts eene dezer verkiezingen gaf aanleiding tot eenige
bemoeijing onzerzijds. Het bleek, namelijk bij de opening
der stembriefjes te Zierikzeedat zes personen de volstrekte
meerderheid van stemmen hadden verkregenterwijl er slechts
vijf raadsleden te benoemen waren. Bij het onderzoek der
geloofsbrieven van de vijf personen die de meeste stemmen
hadden verkregenen die ten gévolge daarvan door het
bureau van stemopneming als benoemd waren verklaard ,werd
door den raad tot het niet toelaten van dezelven besloten
op grond dat de betrekkelijke stemming, als geleid hebbende
Burgemeester en Wethouders van Zie
rikzee verwittigen het publiek dat de gewone
JHiet'Hiis of Jaurmavht alhier zal ge
houden worden als van ouds aanvangende op
den laatst en Maandag in Augustus gedurende
twee weken en alzoo van den 29 dezer maand
lilden 10 Sept-'inber aanslaande.
De aanvraag voor het plaatsen van Schouw
burgtenten zal uiterlijk rdo1* den 28 dezer maand
moeten geschieden met vrachtvrije brieven bij
den Marktmeester alhier bij wien op dezelfde
wijze de kramers zich in tijds behooren aan te
melden een ieder hunner zal van behoorlijk
patent moeten zijn voorzien terwijl ge ene
rijfelanrs, horoskooptrekkers of bedelaars op
de kermis zullen worden toegelaten.
Zierikzee, den 1 Augustus 1864.
De Burgemeester
C. J. FOKKER, Weth. I. B.
De fung. Secretaris.
LÓEWER
tot de verkiezing van zes in plaats van vijf raadsleden als
nietig moest worden beschouwd.
Gebruik makeude van de ons bij art. 35 der gemeentewet
toegekende bevoegdheid, besloten wij dat de bedoelde vijf
heeren als leden van den raad zouden worden toegelaten,
en zulks op grond dat art. 10 alinea 1 der gemeentewet
wel bepaald dat iemand wordt benoemd don bij volstrekte
meerderheid van stemmen doch dat daaruit niet volgt dat
ieder die de meerderheid van stemmen heeft bekomen als
benoemd moet worden beschouwd, maar alleen dat men,
om benoemd te worden, de volstrekte meerderheid van stem
men op zich moet vereenigen; dat voorts wanneer de vol
strekte meerderheid van stemmen door meer personen verkre-
gen is dan er open plaatsen in den gemeenteraad zijn de
geest der wet medebrengt hen die de meeste stemmen op zich
hebben vereenigd voor benoemd te houden dat toch de
gemeentewet de benoeming vau raadsleden aan de kiezers
opdragende blijkbaar hen als raadsleden aangemerkt wil
hebben in wie de kiezers blijkens de door hen uitgebragte
stemmen, bet meeste vertrouwen stellen, zoo als de wet
dan ook dit beginsel in art. 10, alinea 2, heeft gehuldigd
door te bepalen dat, ingeval vanherstemming.de benoeming
geschiedt met de meeste stemmen.
üe raad kwam van onze uitspraak bij den koning in beroep,
bij fijner Majesteits besluit van deu 2den December 1863,
no. 119, werd dit beroep ongegrond verklaard.
Wij enz.
Eene nadere vaststelling had plaats van de jaarwedde van
de wethouders van Renesse en Serooskerke (Schouwen)
welke respective lijk werden bepaald op 15 en f 7,50;
de secretarissen van Koordwel/e en Rennessewaarvan het
bedrag voor ieder op/100 werd bepaald
1» e ontvangers enz.
Behalve de enz.
Wat de verordening van Zierikzee betreftdezelve trad,
naar ons gevoelenin een algemeen Hijks-belangdewijl
daarbij eene uitbreiding werd gegeven aan eenen maatregel
van algemeen bestuur en wel bepaaldelijk aan het koninklijk
besluit van den 3lsteu Januarij 1824 (Staatsblad no. 19),
zoodat wij meenden de vernietiging der verordening te moeten
aanvragen te meer nog omdat het zuiveren van petroleum
waarvan bij art. 5 der verordening werd gesproken naar
ons inzien als eene fabriekmatige bewerking moet worden
aangemerkt ongetwijfeld vallende in de termen van het
voorschreven koninklijk besluit, al ware 't ook dat de bewaar
plaatsen van pet'roleum konden worden gerangschikt onder de
magazijnen van brandstoffen, waarvan in art. 5 van dat besluit
wordt gewag gemaakt
Ons gevoelen werd door den minister in de hoofdzaak
gedeeld. Naar zijne meening moesten de winkels van petro
leum waar deze uit den aard der zaak in grootere hoeveel
heid bewaard wordt, als magazijnen van brandstoffen aange
merkt, en de inrigtingen tot zuivering der olieuithoofde
van de wijze waarop dit gesihiedt, onder de oliekokerijen
gerangschikt worden. Op des ministers verlaDgen werd de
raad door ons tot intrekking der verordening uitgenoodigd.
Hieraan werd alleen zooveel de inrigtingen tot zuivering
der petroleum betreft voldaan zoodat bij eene nieuwe verorde
ning de gewraakte bepalingen omtrent het bewaren en verkoo-
pen van petroleum behouden bleven, weshalven wij de
vernietiging ook van deze verordening meenden te moeten
aanvragen.
Hieraan is echter geen gevolg gegeven en de verordening
is na het verschijnen van den bij het 2de lid van art. 170 der
gemeente bedoelde termijn, afgekondigd. Echter heeft het
daarbij bepaalde, omtreut het oprigten van bergplaaiseu voor
petroleum door het koninklijk besluit van den 29sten April
jongstleden (Staatsblad nn, 39)houdende aanvulling van dat
van den 31sten Januarij 1824 (Staatsblad no. 19) naar art. 151
der gemeentewet, van regtswege opgehouden tegelden.
(Wordt vervolgd.)
Zli rikzee 2 Augustus. De algemeene
9yuode der Ned. Herv. kerk heeft tot lid der
synodale commissie benoemd jhr. mr. M. J.
Schuurbeque Boeije oud-ouderling alhier.
De ziekte onder de varkens openbaart
zich weder op onderscheidene plaatsen in deze
eilanden.
Naar men verneemt is door de synode
der Nederd. Hervormde kerk nog geene beslis
singgenomen in zake van den gewezen predikant
van Rijnmaar zijn de tof die zaak betrekkelijke
stukken nog steeds in behandeling.
(Dagblad van 's Grav.)
Jl. maandag voormiddag ten ongeveer
11'/2 ure bevond zich op de Schedeldoekscbe
haven te 's Gravenhage een bond, verkeerende
in staat van dolheid. Hij vluglte in een daar
openstaand buis vloog door een raam op eene
binnenplaats alwaar hij razend rondliep. In
middels werd de hulp van den zich daar bevin
denden agent van politie van der Linden inge
roepen die met behulp van andere personen
den hond heeft afgemaakt. Zoo ver bekend is
heeft bij aan geene anderen eenige schade of
onheilen te weeg gebragt.
Naar men met zekerheid verneemtheeft
de procurenr-generaal bij den hoogen raad der
Nederlanden in de zaak van mevrouw de wed.
Daniel Pruimers te Zwollewegens ontzetting
uit de voogdij over haar eenig minderjarig kind
Daniella geconcludeerd tot verwerping der
doorhaar ingestelde voorziening in cassatie tegen
de onderscheidene arresten en vonnissen te dezer
zake tegen haar gewezen.
Weldra zal voor het provinciaal geregts-
hnf in Zuid-Holland te regt staan de dienstbode
Sophia van Staveren oud 26 jaren laatst
woonachtig te Aarlanderveenbeschuldigd van
kindermoordvoor de eerste maal door de
ongehuwde moeder gepleegd. Uit de deswege
opgemaakte akte van beschuldiging blijkt hoofd
zakelijk dat de beschuldigde in hare verschil
lende verhooren heeft erkend dat zij is onge
huwd vroeger dienstbaar was en sedert Maart
jl. hij hare ouders, te Aarlanderveen haren
intrek had genomen en hoezeer volkomen
bewust dat zij in zwangeren toestand verkeerde
dit aan hare ouders herhaaldelijk heeft ontkend
en op allerlei wijze getracht heeft hun dat denk
beeld te ontnemendat zij in den nacht tusschen
den 3 en 4 April jl. in de schuur is bevallen van
een kind van het mannelijk geslachtdat zij
vervolgens naar de woonkamer is gegaan om
een mes te halen en dit genomen heeft uit eene
kastzonder dat hare ouders daardoor wakker
zijn geworden; dat zij, in de schuur terugge
komen op hare hurken hij het kind is gaan
zitten het hoofd van het kind dat op den rug
lag, door optilling naar voren heeft gehragt en
met het mes de eerste verwonding in den nek
toegehragt; dat zij niet weet waar zij het verder
heeft gesneden ook niet dat zij er de armen
maar wel dat zij er stukken heeft afgesneden
denkende dat men de enkele stukken niet als
van een kind herkomstig zou herkennen dat
zij in het verminken van het kind is gestoord
geworden doordien eene buurvrouw hare
zonen opriep en zij vreesde dat hare ouders ook
daardoor wakker zouden wordendat zij de
overblijfselen van het kind in een pot heeft
gedaan en dezen zonder om te zien in het water
geworpen dat zij vervolgens den pot in het
water heeft uitgespoeld en weder in huisgebragt,
waarna zij een emmer water heeft gehaald en
de vlekken in de schuur weggeschrohd rlat zij
liet mes zonder het schoon te maken in de
schuur heeft laten liggen en tveder naar bed is
gegaandat zij bet kind niet heeft hooren
schreeuwen maar overtuigd was dat liet
leefde omdat zij het had hooren smakken dat
zij des morgens is opgestaan en op een stoel is
gaan zitten naaijen, doch niet heeft ontheten
dat haar omstreeks elf ure te Linnen schoot dat
het broodmes nog in de schuur lag, en zij dit
toen is gaan schoonmaken en weder in de kast
heeft gelegddat kort daarna hare moedea
kwam zeggen dat, er een kind in het water lag,
ten gevolge waarvan haar vader is gaan kijken
die hij zijne terugkomst tot liaar zeide „Fie!
wat is met je gebeurd?" waarop zij terstond
erkende: „ja, vader, het is van miidat
dadelijk daarop de burgemeester de kanton-
regter en twee doctoren binnenkwamen dat zij
ook aan dezen hare misdaad heeft bekend er
bijvoegende dat zij reeds zes weken vóór hare
bevalling het plan had beraamd om het kind
waarvan zij bevallen zoute dooden. De acte
van beschuldiging vermeldt vervolgens: l.de
opgaven van de door den regter ter instructie
gehoorde getuigen bevestigende de bekentenis
van de beschuldigde; 2 het rapport der in
deze benoemde deskundigen, de hoogleeraren
Halbertsma en Boogaard, te Leiden die het
lijkje geregtelijk-geneeskundig hebben onder
zocht waaruit blijkt dat veelvuldige en de
vreeselijkste verwondingen aan liet kind zijn
toegehragt; en 3. de hoofdzakelijke conclusie
der voornoemde deskundigen hierop nederko-
mende a. dat het kind na de geboorte geleefd
heeft; b. dat de mogelijkheid bestaat dat liet
kind door stikking is bezweken en de verw-on-
dingen na den dood zijn toegehragt en c dat
echter de toegehragte verwondingen elke op zich
zelve voor absoluut doodelijk moeten worden
gehouden terwijl daaruitin verband met de
opgaven der beschuldigde blijkt dat het kind is
overleden tengevolge van de in den nek toege
hragte verwonding n. De advocaat-generaal
mr. van Mannen zal in deze zaak liet openhaar
ministerie waarnemen. De advocaat mr. J.J.
van Geuns is ambtshalve met de verdediging
belast.
In den nacht van jl. zaturdag op zondag
hpeft te Kampen het volgende ongeluk plaats
gehad. De gepensioneerde kapitein,). C. Moltzer
die aan verlamming leed en niet kon loopen
viel des nachts uit zijne slaapplaats met dat
gevolg dat de kleederen door liet nachtlicht
vuur vatten en deze voor liet grootste gedeelte
verbranden. Hierdoor kreeg genoemde persoon
eenige brandwonden; uit de alcoofwaarbij
zich bevond is hij toen naar eene daaraan
grenzende kamer gekropen waar de liuisge-
nooten die niets van dat ongeval vernamen
den ongelukkige des morgens dood vonden.
De officier van justitie te Zwolle heeft be
kend gemaakt, dat vóór of op 14 Julij jl.in
een manufacturenwinkel te Zwartsluis is ont
vangen een 25centsstukvoerende de beeldtenis
van koning Willem II enee.i onduidelijk jaartal
waarschijnlijk 1848, welk stuk, blijkens uit
spraak van het muntcollegie dd 25 Julij jl.
is gebleken te zijn valsch en vervaardigd in na
bootsing eener echte rijks-muntspecie
Uit Groningen meldt men van 2 dezer.
Gisteren avond zijn op het glacis en in de voor
gracht der linie van Helpen, door middel van
het inductie-toestel van Rumkorf de mijnen ge
sprongen, die, onder de leiding van den ka
pitein Dröherdoor de alhier in garnizoen
zijnde artillerie waren gelegd. Was het reeds
der moeite waard te zien welk een diepen kuil
eene betrekkelijk geringo hoeveelheid buskruid
veroorzaakte verrassend en treffend was het
gezigt dat het springen der watermijn ople
verde daar toch het vlotbestaande uit zware
en onderling stevig bevestigde balken, letterlijk
geheel verbrijzeld werd en in duizende stukken
en splinters sprong, waarvan enkele stukken
hout hoog in de lucht voortgeslingerd tot op
400 pas atstand nedervielen. Gelukkig zijn
hierdoor geene ongelukken veroorzaakt of
schoon het gevaar daarvoor niet te ontkennen
valt.
LI. vrijdag avond is in de gemeente
Mathenesse een tweejarig knaapje verdronken
terwijl zijn vader een tuinier met den knecht
aan het werk was. Kort nadat het doorbelden
nog was gezien werd het door de moeder
circa half negen ure, gezocht om naar bed te
worden gebragtdoch was nergens te hespeuren
tot dat men door eenige huren bijgestaan in
het water ging visschen dat langs den tuin
loopt. Na verloop van eenigen tijd werd het
knaapje gevonden en door den vader uit het
water gehaald. Niettegenstaande alles werd
aangewend om de levensvonken weder aan te
wakkeren, bleven die pogingen vruchteloos.
Zekere H. Hensen, orgcldraaijer en
M. H. Notte, koopvrouw in lompen, naar
gissing oud respectivelijk 32 en 28 jaren
heide wonende te Roermond, en te zamen
rondreizende, hebben op 17 Junij jl. het
vierjarig zoontje der laatstgemeldemet name
Jan Notte, te Maastricht trachten achter te
laten welke poging door de tusschenkomst der
politie is verijdeld. Daar die personen in het
vervolg het genoemde kind welligt zouden
kunnen verlaten of mishandelen zoo heeft de