Zaturdag 2 Julij.
W.° 53.
1864
WOENSDAGENZATURDAG.
Besturen eoAdministratiën
o. l. kloek, d. van der maas,
o. van den bout, f p. geradts,
AANBESTEDING.
Binnenlandsche Tijdingen
Biiitenlandsche Tijdingen
PRIJS DER ADVERTENTIE N.
Gewone 12'', cents de regel. Geboorte-, Huwelijks- en
Doodberiglenvan 16 regels af 1 behalve liet zegelregt.
VERSCHIJNT.
A B O N N E 1H E N T S-P RIJ S.
Per drie maanden f 2,00. Franco per post f 2,25.
Inzending derAdverlmliëndaagslevoren, voor 10ure'smorg.
\1
Burgemeester en Wethouders van Zie-
rikzee.
Overwegende dat de voorzorgen tegen brand
gevaar krachtdadig b'diooren te worden gehand
haafd.
Geiet op de bepalingen der verordening tot
voorkoming en blussching van brand in deze
gemeente, door den Baad vastgesteld den 21
Julij en 5 November 1855.
Op bet voorstel van de Directie der brandweer,
hebben goedgevonden
1. Tot keurmeesters over het opgeslagen
hooi of veldgewassen in deze gemeente te benoe
men de heeren
aan welke keurmeesters bij deze de zorg wordt
opgedragen om naar aanleiding van art. 21 der
verordening tegen het broeijen van opgeslagen
hooi behoorlijk te waken en zich omtrent de
vereischte rondgangen tot inspectie bij de in en
opgezetenen te verstaan met de Directie dei-
brandweer.
2. Dein- en opgezetenen te herinneren aan
de voorschriften van meergemeld art. 21 lui
dende:
„Die in de bebouwde kom der gemeente of
op de beide dijken tot aan het Sas in eenig
gebouw hooi of veldgewassen opslaan moeten
gedoogen dat een of meer ijzers ter lengte van
twee ellen of naar gelang der localiteitdaarin
gestoken worden die zonder toestemming van
brand- en brandspuitmeesters der wijkniet
mogen worden verwijderd en ten-alle tijde voor
hen toegankelijk moeten zijn. Indien bij broei-
jing, t.aar meening van deze, gevaar voor brand
bestaatis men gehouden hunne bevelen tot
verwerking als anderzins op te volgen
Weigering of overtreding van een of ander
wordt gestraft met eene boete van tien gulden
behoudens bevoegdheid van Burgemeester en
Wethoudersom ten koste van den weerstrevigen
eigenaar des noodsmet geweld te doen ver-
rigten wat zij in het belang der algemeene
veiligheid noodig oordeelen.
En zal deze tot een ieders informatie en narigt
worden geplaatst in de Courant, terwijl afschrif
ten zullen worden gezonden aan ieder der be
noemde keurmeestersmitsgaders aan de D irectie
der brandweer respectivelijk tot aanstelling en
uitvoering en aan den heer Commissaris van
Policie met last om Je naleving dezer bepalin
gen te handhaven, daartoe uitgenoodigdde
keurmeesters op derzelver rondgangen te ver
gezellen en tegen de overtreders te verbaliseren.
Gedaan ten raadkuize, te Xierikzeeden 25
Junij 1800 vier en zestig.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
B. C. CAU. Voorzitter.
LOEWERfung. Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Zw-
rikzee zijn voornemens op Woensdag den 13 Julij
eerstkomende des middagsten raadhuize aan
den minst eischende, in het openbaar aan te
besteden
Het onderhouden gedurende
■viff achtereenvolgende jaren
van He klokken nnr- en speel
werken Her gemeente waarvan
bestek en voorwaardenvan heden af ter
gemeente-secretarie voor gegadigden verkrijg
baar zijn.
Zterikzce, den 29 Junij 1864.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De jung. Secretaris
LÓEWER.
Uit Vlissingen meldt men van 26 Junij.
Heden middag ten 3 uur stoomde voorbij deze
stad naar Antwerpen de ontzettend groote
Noord-Amurikaansche stoomboot Niagara
commodore J. Grareil. De boot is bemand
met 600 koppen. Op dit oogenblik is zij in het
pas te Neuzen geankerd. De vorige week is
eene groote Engelsche stoomboot naar Ant
werpen gestoomd om daar (zoo het heet) een
aanzienlijk getal landverhuizers in te nemen
welke naar men zegt bij het leger der Unie zullen
worden ingelijfd. De Niagara zal Antwerpen
uithoofde van den diepgang moeijelijk kunnen
bereiken ep men vermoedt dat de aankomst van
dat magtige stoomschip met andere oogmerken
der zuidelijken in verhand staat.
Naar men uit goede bron verneemt is de
uit Vlaardingen den 18 Junij 11. verzonden aan-
geteekende brief aan het adres van den heer
A. G. Reijers te Utrecht waarvan onder
scheidene couranten in de laatste dagen melding
maakten, op den behoorlijken tijd te Utrecht
ontvangen.
Bij het hevig onweder dat in den vroegen
morgen van vrijdag 11. boven Kampen en omstre
ken heeft gewoed, is te Weesp de bliksem in
eene boerenwoning geslagen die daardoor tot
den grond toe afbrandde. De bewoners, man,
vrouw en drie kinderenhadden naauwelijks
tijd hun leven te redden.
In den morgen van den 24 Junijbarstte
boven Onderdendatn en omstreken een kort
doch hevig onweder uit, waarvan een der blik-
semstralen da woning trof van den landbouwer
D. J. Tempelop 10 minuten van daar gelegen
en wel de schuur aan de achterzijde bij den
zoogenaamden uitgevel. Voor dat eenige hulp
kon worden toegebragt, had de daardoor
veroorzaakte brand zich reeds aan wederzijden
der schuur medegedeeld en scheen het voor
eenige oogenblikken, dat alles eene prooi der
vlammen zou worden. Gelukkig was het echter
dat er op dat oogenblik zeer weinig wind was
waardoor liet dan eindelijk ook gelukte den
brard magtig te worden en dien te blusschen.
Zaturdag namiddag ten half drie ure is te
Zwolle de officiële last ontvangen om den heer
J. G. van Rijn op grond van het arrest van den
hoogen raad, in vrijheid te stellen. Ten onge
veer drie ure is hij ontslagen en naar zijne woning
terug gekeerd.
-Omtrent den bij Needegepleegden moord
aanslag vermeldt de Arnhemsche Courant het
volgende:
De berigten, welke tot nog toe over die
misdaad in de dagbladen voorkwamenzijn
onjuist, waarom wij die zooveel mogelijk
rectificerenvolgens het relaashetwelk daar
van door de hij den oud-pastoor inwonende
nicht gegeven is. Toen zij in den nacht
van den 17 op 18 Junij door eenig geraas
wakker werd, zag zij iemand voor haar bed
staan. „Heeroom zeide zij „wat doet gij nu
beneden?" waarop eene ruwe stem baar
antwoordde datals zij zich niet stil hield hij
haai- den hals zou afsnijden de kerel duwde
haar met den stoel op het bedwaaruit zij oprees
terug, en liet dien stoel op haar liggen. Zij
hoorde intusschen boven op de kamer van den
geestelijke eenig gestommel waarop eene
stem van buiten riep: „Hebje'tal?" Na een
bevestigend antwoord verlieten de booswichten
het huis. Blijkbaar was er dus één bóven
één beneden en één als wachter buiten geweest.
Het meisje bleef stil liggen totdat zij na eenigen
tijd niets meer bcorende, opstond en naar boven
ging; zij vond baren lieer niet in bed maar
een omgekeerden stoel in zijne plaats liggen.
Nu ging zij naar beneden ontsloot de achter
deur, die de dieven weder gesloten hadden,
en vond toen op korten afstand van bet buis in
een stukje grond waarop aardappels gepoot
warenden pastoor badende in zijn bloed
liggen. In haren schrik vloog zij half gekleed
naar de naastbij gelegen woningen, die er 700
4 800 passen van verwijderd waren en riep
daar om hulp. Men vond den ouden man
bewustloos liggen, trachtte hem opeen bed te
krijgen, hetgeen gelukte, en stelde toen dadelijk
pogingen in het werk om de politie te waar
schuwen. Des morgens ten half drie ure waren
een der regters de griffier en de subst.-officier
uit Zutphen reeds op de plaats des misdrijfs
aanwezig, om een onderzoek in het werk te
stellen zij vonden den pastoor in een bewuste-
loozeu toestand Blijkbaar had men hem met
bet achterste gedeelte van eene bijl welke men
met bloed bevlekt buiten vond liggeneen
slag op de hersenpan toegebragtzoodat deze
zells verbrijzeld was. De verslagene is evenwel
nog niet overleden docli er bestaat zeer weinig
hoop op zijn behoud. Het eenige spoor,
hetwelk men van de misdaad heeft gevonden
zijn twee ruwe stokken welke de booswichten
hebben laten liggen. Kan men nu bewijzen dat
deze hun toebehoorden dan is de zaak spoedig
beslist. Zij zijn blijkbaar alleen gekomen om
een diefstal te begaan, doch daarin maargedeel-
telijk geslaagd, want vermoedelijk hebben zij
slechts eene kleine son: kunnen magtig worden
welke de pastoor dell vorigen dag van pacht
ontvangen had. Zijn geld toch bewaarde bij
gedeeltelijk in zijn bed, gedeeltelijk had hij dit
in een visclinet verborgen, waar zulks ook door
den regter gevonden is. De drie te Zutphen
opgebragte personen die men als vermoedelijke
daders gevat heeftworden rog van twee
andere diefstallen beticht. Twee hunner hebben
reeds gevangen gezeten en waren eerst onlangs
ontslagen.
Dezer dagen heeft te Hasselt het volgende
treurig voorval plaats gehadDe heer J. S.
ging met zijn zwager G. eene wandeling maken,
vergezeld van zijnen zoon een 14jarigen knaap.
Toen zij op de brug waren gekomen werd J. S.
door zijn zwager G.die in den laatsten tijd
wel eens blijken van verstandsverbijstering heeft
gegeven aangevat en in het Zwarte Water
geworpen; ook de 14jarige knaap zou denzelf
den weg zijn gegaan, indien hij niet had weten
te ontkomen. Hij riep hulp in ter redding van
zijnen vader en in dien tijd sprong G. ook in het
water. De beide zwagers werden met veel
moeite gered en op liet drooge gebragtmaar
terwijl men met J. S. bezig was om hem tot
bewustzijn te brengen liep G. in allerijl terug
naar de brug, stortte zich voor dat iemand in
staat was het te verhoeden andermaal in het
water en weerde de hem ter redding toege
reikte haken af, zoodat hij weldra in de diepte
wegzonk.
Een inwoner van Kamerijk heeft dezer
dagen bewijs gegeven van een moed en eene
zelfheheersching die den kloeksten Spartaan
zekerjaloers gemaakt zou hebben. De map, die
.sints eenigen tijd schrikkelijk aan de feit leed
heeft het volgende middel uitgedacht 0111 zich
van die ondragelijke pijn te verlossen. Hij legde
de hand op een hakblok nam ei n hakmes en
kapte met een enkelen slag den zieken vinger
af, een weinig hoven het tweede lid. Toen dit
gedaan was stelpte hij zoo goud hij kon het bloed
dat overvloedig uit de wond stroomde, nam den
afgekapten vinger op wikkelde hem in een stuk
papier stak hem in den zak en ging als of er
niets gebeurd was rusiig in de naburige her
berg een glas bier drinken.
In de vorige week zou in Belgie een huwe
lijk voltrokken worden. Toen het jeugdige paar
aan de trappen van liet stadhuis genaderd was
zeide de bruidegom tot zijne bruid „II; heb
geen lust meer om te trouwen." „En ik, zeide
de bruid zou er voor bedanken al wildet gij."
De familie en getuigen beproefden vruchteloos
eene verzoening daartestellen en de mislukte
echtgenooten gingen ieder naar hunne woning
terug.
Te St. Remy (provincie Luik) had dezer
dagen een treffend ongeluk plaats. Een geweer
maker had in zijnen tuin een revolver beproefd
meenende dat al de schoten afgegaan waren
begaf hij zich in zijne woning hier'ging bij do
behandeling een der loopen die nog g. laden was
af en trof juist liet eenig kind van den wapens
mid dat op den schoot zijner moeder den laat-
stens nik gaf.
Men meldt uit Antwerpen van 27 Junij.
„Heden morgen is alhier ter reode gekomen
de Noord-Amerikaansche oorlogskorvet Niagara
commandant Craven, van New-York Het is
een kolossaal schip366 voeten lang en
3000 tonnen metende het heeft een diepgang
van 23 voet; het voert 60 stukken geschut van
zwaar kaliber en twee mortieren, met eene
bemanning van 560 koppen. De Niagara
komt hier om kolen in te nemen en over de
levering eener nieuwe schroef te onderhandelen."
Weinige jaren geleden was in de om
streken van N'icolai een jeudig paar gehuwd
maar het huwelijk was alles behalve gelukkig
De man eischte echtscheiding en de regter bc-
slistte naar zijn wensch. Maar de vrouw wier
onaangenaam karakter de voorname aanleiding
tot een en ander was besloot zich te wreken.
Zij overlegde daartoe met hare moeder en
broeder en men besloot tot den moord van den
ongelukkigun man. Om in het plan te slagen
veinsde de vrouw, dat zij berouw gevoelde en
wist daardoor haren man nog eens te ontmoeten
in zijne woning. Schijnbaar had er eenegeheele
verzoening plaats maar daarop kwam de broeder,
zocht twist met hem en terwijl zij handgemeen
waren wierpen de vrouw en hare dochter het
slagtoffer op den grond. Het drietal doodde
hem daarop niet alleen maar sneed hem Ietter-
lijk in stukken. Een zoontje van den vermoorde
dat in de kamer sliep had ailus gezien maar
zich stil gehouden uit vrees hut zelfde lot te
ondergaan. Eenige dagen later echter ontdekte
hij de gruweldaad. De misdadigers werden
gearresteerden verklaarden volstrekt geen
berouw te gevoelen over den gepleegden gruwel.
DUITSCHL AND.
Te Mainz had dezer dagen het volgende
voorval plaats. Dr. Munier, professor aan het
gymnasium en lid van den gemeenteraad, bevond
zich in de Ohaus'sche zweminrigting toen op
het oogenblik dat hij op den rug begon te zwem-