II
W°. 98,
Zaturda^ 6 December.
1862
ENSOAGEN
ZATURDAG.
Besturen en Administratiën
Buitenlandsche Tijdingen
Binnenlandsche Tijdingen
PRIJS D E n ADV ERTENTIEN.
Gewone 12'/, cents tie regel Geboorte-, Huwelijks- en
Doodberigten van 16 regels a f 1 behalve het zegel'egt.
V E BS C IJ
IJ NT.
A B O iV N E M E N T S-P P. U S.
Per li'ie maand.'n- f 2,00. Franco per post f 2.25.
Inzending der Advertentïén daags te vorent voor 10 ure'smorg
PUBLICATIE.
a I i o ii a I 1211 m.
Burgemeester cn Wethouders van de gemeente Zlerikzee.
Gelet hebbende op de bestaande wettelijke bepalingen betrek
kelijk de Nationale Militie
Hrengen bij deze ter kennis van een iegelijk die zulks zoude
mogen aangaan
dat het" legistcr tot inschrijviug van alle mannelijke ingeze
tenen welke op den 1 Januarij a. s huu 19de jaar zullen zijn
ingetreden dat zijn diegenen welke in 1SA4 zijn geboren zal
gereed liegen op de gemeente-secretarie van den 1 sten tot en j u
met deu 31 sten Januarij 1863 van des voormiddags 10 tot des October
namiddags 1 uur;
dat voor ingezeten wordt gehouden
1bijwiens vader ofis deze overleden wiens moeder
of zijn beide overleden wiens voogd ingezeten is volgens
de wet van den 28 Julij 1850 (Staatsblad no. 44)
2. hij die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste acnltien maanden voorafgaande aan den Isten
Januarij van het jaar waarin hij zich moet laten inschrijven,
in Nederland verblijf hield
3. hij wiens ouders de langstlevende ingezeten was al is zijn
voogd geen ingezeten mits hij binnen het rijk verblijf
houdt
dat niet voor ingezeten wordt gehouden de vreemdeling
bekooretide tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan
de verpligte krijgsdienst is onderworpen of waar ten aanzien
der dienstpligtigiieid het beginsel van wederkeerigheid is aan
genomen (art. 5 der wet van i9 Augustus 1861 (Stbl. no. 72)
dat hij die eerst na bet intreden van zijn 19de jaar, doch
vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt verpligt
is zich zoodra dit plaats heeftter inschrijving aan te
geven bij Burgemeester en Wethouders der gemeente waar
de inschrijving volgens art. 16 moet geschieden (art. 20 der
wet)
dat voor de militie niet wordt ingeschreven
1. de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een in
gezeten. die geen 'Nederlander is;
2. de in een vreemd rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten (art. 17
der wet)
dat de inschrijving geschiedt
1. van ecu ongehuwde in de gemeente waar de vader of
is deze overleden de moeder, of, zijn beiden overleden,
de voogd woont
2 van een gehuwde en van een weduwenaar in de ge
meente waar hij woont
3 van hem die geen vader, moeder of voogd heeft of door
dezen is achtergelaten of wiens voogd builen 's landt
gevestigd is in de gemeente waar hij woont;
4. van den buiten 's lauds wonenden zoon van een Neder'
lander die ter zake van 's lands dienst in een vreemd
land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd
het laatst in Nederland gewoond heeft (art. 16 der wet)
dat elk die volgens art. 15 behoort te worden ingeschreven,
verpligt is zich, daartoe bij Burgemeester en Wethouders ter
boven aangegeven plaatse en binnen den daar bepaalden tijd aan
te geven en dat bij diens ongesteldheid afwezigheid of ont
stentenis zijn vader, of i9 deze overleden, zijne moeder, of,
zijn beiden overleden zijn voogd tot het doen van die aan
gifte verpligt 19 (art. 18 der wet.)
Belanghebbenden worden mitsdien dringend aangemaand aan
de op hun rustende verpligting te voldoen en wordt hun ten
overvloede ouder de aandacht gebragt dat bij bovengemelde wet
onder meer is bepaald
dat met boete van ƒ25 tot ƒ100 wordt gestraft deovértreding
van art. 18 en dat bij elke veroordeeling tot boete tevens door
den regter wordt bepaald dat, indien daaraan niet is voldaan
binnen twee maanden na dat de veroordeelde tot betaling is
aangemaand de boete door gevangenisstraf van ten hoogste
tien maanden zal worden vervangen.
Kn opdat niemand ten deze onwetendheid zoude kunnen voor
wenden zal deze ter voldoening aan de bepaling van art. 19
der wet van den 19 Augustus 1861 (Staatablad no. 72)voor
de eerste maal worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks
binnen deze gemeente te doen gebruikelijk is.
Gedaan te Zierikzeeden 3 December 1 SC2.
En is hiervan afkondiging geschied ter plaatse waar het be
hoort den 3 December 1S62
Burgemeester en Wethouders voornoemd
B. C. CAU Burgemeester.
j p n. eumerins, Secretaris.
den. De verduistering neemt een aanvang
's morgens ten u. 7 m.de totale verduistering
begint 7 u. 10 m De zon gaat ten 7 u 57 m.
in liet O. op en drie minuten later gaat de
maan verduisterd in het N. W. onder.
Men schrijft ons uit Suriname van den 4
November
„Zoo wat eene maand geleden liepen van de
plantaadje Rac-a-rac, iu de Boven-Surinanie
20 slaven wegal 'liet zilverwerk en wapenen
medenemende. Kenigen tijd daarna werd daar
om die plantaadjen en de omliggenden eenigzins
tegen hen te vrijwaren, een po.it geplaatst, be
staande uit den 2den'luitenant van Voren met
24 man van het 27ste bat. jagers. De negers
hadden zich mee verscheidene vroeger wegge-
loopen slaven vereenigd in een kamp, natuurlijk
in het bosch en omgeving van eenige uren van
Raca-rak gelegen. Om ze zoo mogelijk in
handen te krijgen, daar zij welligt met de negers
der omliggende plantaadje» konden heulen en
men vreesde dat de weglooperij op giootere
schaal uitgevoerd zou worden, ging op den 28
eene patrouille van 80 manonder den
kapitein der artillerie Steenbergen en den 2den
luitenant der artillerie Anrlricsen derwaarts.
„Bijzonderheden van dien togt zijn nog on
bekend; alleen gisteren kwam de koloniale
stoomboot van daar terug met de tijding, dat de
patrouille het, kamp niet heeft kunnen bereik m
en terug is moeten tivkken met een verlies van
drie dooden en vier zwaar gekwetsten. De
moeijelijkheden waren te veelvuld g om vorder
in de bosschen en zwampen door te kunnen
dringen, zoodat zij op Rac a-rac terugtrokken
in afwachting van versterking. Heden morgen
i is dan ook Zr. Ms. stoomschip Amsteldaar naar
toegestoomdaan boord, nemende 30 jagers
met den kapitein der jagers van Eps, alsmede
35 man en den luitenant ter zee 2de kh jhr.
F. Meijen van Zr Ms stoomschip Zoutman.
„fn de kolonie is men in eene fameuse span
ning vooral daar het art. omtrent het Staats-
toezigt na de vrijverklaring der negers alles be
halve aanstaat, en ze zulks ook niet zullen dulden,
of er moet hier eene kolossale vermeerdering
van troepen zijn dit is zeker dat het bloed zal
kosten jammer dat geen der stemmers in de
kamer voor dat artikel hier als vrijwilliger zal
komen om bet te helpen uitvoeren. Het begint
trouwens nu reeds overal onrustiger te worden
FRANKRIJK..
In den morgenstond van zaturdag 6 Dec.
zal eene totale maansverduistering plaats vin-
Parijs, 1 December. De zaak van de on
schuldig veroordeelde vrouw Gardin (Rosalie
Doise) welke bpschuldigd werd van haren vader
vermoord te hebben en waarvan reeds door
sommige dagb'aden gewag is gemaakt, is nog
alles behahe uit. De inteekeningenwaartoe
de lieer Odiloti Barrot het denkbeeld opperde
zijn ree Is gestegen tot 5000 francs; maar ook
uit een ander oogpunt wordt deze zaak belang
rijk. Men wil dat de heer Chaix d'Est Ange
die zich bezig hield met het schrijven van een
werk over sommige veranderingen, die dringend
noodzakelijk zijn in onze wetten en gebruiken
ten opzigte van beschuldigden, aan deze treu-
ïige geregtelijke dwaling een geheel hoofdstuk
van zijn boek heeft gewijd. Onder alle regts-
geleerden wordt dit onderwerp druk besproken
en zeer waarschijnlijk zal in den senaat of in het
wetgevend ligchaam naar aanleiding hiervan
worden voorgesteld, om met krachtige hand
verbeteringen aan te brengen in het lot der pre
ventief gearresteerden.
Bij ons te jande behoeft het voorts geen ver
wondering te baren dat verschillende speculan
ten den blik geslagen hebben op de jeugdige on
schuldig veroordeelde vrouw. Zoo moet haar
het voorstel gedaan zijn om in het buffet van een
der grootste koffijhuizente komen plaatsnemen,
tegen eene belooning van duizend francs per
maand dat is althans niet zoo onzedelijk als de
herhaaldelijk in praktijk gehragte manoeuvre
om zulk eene plaats te gunnen aan de weduwe
of de bijzit van den een' of anderen grooten
boosdoener, die zijn leven op het schavot ein
digde. Maar vrouw Gardin is een zeer een
voudig en berouwvol menseh die zeker ieder
voorstel zou afslaan om op de nieuwsgierigheid
van het publiek te speculeren. Sedert hare in
vrijheidstelling moet zij o oral telkens haar leed
wezen aan den dag leggen over de onaangename
bejegening die zij haren grijzen vader wel eens
aan deed en waardoor de openbare meeirng
haar te eerder voor schuldig hield en <>ok de
dwaling van den regter verschoonbaarder
wórdt.
GROOT-B RH TA NNI E N
Het vergaan van de stoomboot Wal-
dehsian beeft te Kaapstad veel sensatie gewekt.
Er waren niet minder dan 121 passagiers aan
boord die slechts door de vastberadenheid van
den kapitein en de uitmuntende orde die er aan
boord heerschte, werden gered. Ongelukkig
echter zijn al de kostbare stukken van kapitein
Cailey die de drieboeksmeefing' der kolonie
had gedaan, een werk dit plus minus 10,000
p. st. hoeft gekost eene prooi der golven ge
worden.
Inberigten uit Malta van 21 Nov. door
den Times medegedeeld, leest men hef volgende
betreffende een voorval Den 18 dezer had op
do landengte van Suez eene belangrijke plegtig-
heid plaats, namelijk het inlaten van het water
der Middellandsche zee in het meer rimsa.li.
De heer de Lesseps m»*t den Sheik ul Islam en
andere leden van de Mohammedaansche geeste
lijkheid de Katholieke bisschop van Alexandrië
al de ambtenaren van de kanaal-maatschappij
wier dienst eene korte wijle kon worden gemist
en vele vrienden woonden die gewigtige gebeur
tenis bij. Ten 10 ure des ochtends toen alles ge
reed wastrad de heer de Lesseps naar den
westelijken oever van h t kanaalen sprak al
dus „In den naam van Z. II. Said-pacha be
veel ik dat men de wateren van de Middel
landsche zee, onder Gods genadigen bijstand
in het meer Timsah late vloeijen." Terstond
werd de dam doorgestoken en stroomde het
water in het meer. De ulema's of Mohamme
daansche schriftgeleerden traden toen voor
waarts en zegenden de wateren, en vervolgens
werd in de Fransche kapel te El Guiszr (eene
zandhoogte op de landengte) een Te Deum
gezongen. Des avonds werd een prachtig gast
maal gegeven, waarbij a) de ambtenaren en
gasten ten getale van 350 personen aanzaten.
Het trok inzonderheid de opmerkzaamheid dat
bij deze plegtigheid ge^-ne enkele Fransche vlag
uitgestoken was.
In brieven uit Washington wordt gewag
gemaakt van eene zaak, die voor het verder be
leid van den oorlog gewigtige gevolgen hebben
kan. Een detachement negers te Port Royal
door generaal Saxconin den wapenhandel ge
oefend en bekend onder den naam van „het
regement van Zuid-Carolina", is met eene kleine
stoombootwaarop zich een 12ponder van Par-
rott bevond, vergezeld van eene kanonneerboot,
uitgezonden om de kreeken langs de kust in de
rigting van Fernandina te verkennen en recruten
te werven voor het regement. Het eigenlijk
doel der expeditie was eene proef omtrent de
waarde dez'jr zwarte sold.Men en deze pro-Lis
met een gunstigste» uitslag bekroond. De troe
pen voeren 25 mijl ver eene rivier op, vernielden
eenige zoutkeetenhaalden van een aantal
plantages de slaven weg die voor de dienst ge
schikt zijn, sloegen tweemaal een aanval af van
Zuidelijke troepen, bedienden hunne stukken
zoo goed als de beste blanke en verlieten in de
grootste orde in de sloepen deri wal, niettegen
staande een hevig geweervuurdat zij dan ook
geregeld beantwoordden, tot zij weer waren
ingescheept. De commandant der kanonneer
boot heeft bij het ministerie van oorlog oen zeer
gunstig rapport over deze troepen ingediend.
Het merkwaardigste is, dat men er bijna niet in
slagen kon de expeditie op het bepaalde getal te
houden. Er hadden zich veel meer vrijwilligers
aangeboden dan noodig was, en toen de booten
waren vertrokken kwam er uit allerlei schuil
plaatsen een aantal soldaten voor den dag, die
zich op deze wijze een aandeel in den togt had
den verzekerd. De zaak heeft te Washington
levendige belangstelling gewekt en een der
leden van het kabinet verklaarde ronduit, dathij
in deze expeditie de belangrijkste gebeurtenis
zag van den geheelen krijg.
Het schijnt nu te zijn uitgemaakt dat de Mexi-
kaanscbe expeditie alles behalve gelukkig is.
Generaal Foreykan letterlijk niet voorwaarts
rukken. Het geheele leger, behalve eenige
regementen uit Algiers, lijdt aan typheuse
koortsen, üe wegen zijn zoo slechtdat men
wèllrgttien maal zooveel muilezels noodig hebben
zal, dan nu ie krijgen zijn. Generaal Forey
zal dus genoodzaakt zijn te wachten met zijne
operatientot versterkingen zijn aangekomen
én vooral tot de eneeskundige hulp in eemge
redelijke verhouding staat tot de behoeften van
zijn leger.
-Men schrijft uit New-York van 19 Nov.
Generaal Burnside heeft zijn hoofdkwartierthans
in Chastlest Station. Zijne legermagt beweegt
zich echter in eene zuid-oostelijke rigting waar
door de beneden Potomac en Aquia Creek tot
basis zijner operatien worden gemaakt. De
weg ter overwinning ligt nu over Fredericksburg,
of eene nederlaag volgt aan de andere zijde van
Washington. Het grootste gedeelte van het.
rebellenleger bevindt zich tegenover Burnside's
voorhoede, maar Jackson is nog nimmer in de
Shenandoah vallei, en beweegt zich met groote
snelheid van h*t eene punt naar het andere;
heden hier en morgen daaren dikwijls wordt
hij op twee plaatsen te gelijker tijd vermeld. Er
valt niet aan te twijfelen of het eenige doel dezer
marschen en zijner tegenwoordigheid aldaar, is
om eene magt, drie of viermaal grooter dan
zijne eigene van het bondsleger bezig te houden,
daar men nu genoodzaakt is eene voldoende
magt nabij Harpers ferry te laten ten einde de
onverwachte herovering dier plaatste verhoeden
en tevens de verschillende bergpassen van de
Bleu Ridge moet bewaken, dat is over eene
lengte van 40 mijlen.
Te Texas heeft de marine nieuwe laauweren
behaald en de geheele kust van dat uitgestrekte
land is thans in de handen der Noordelijken.
Maar van het Westen wordt bijna niets ver
nomen en noch de grensstaten noch de ver
schillende expeditien langs de Zuidelijke kusten
trekken de aandacht des volks deze is op Burn
side en Richmond alleen gevestigd.
In de laatste Amerikaansche berigten wordt
gemeld, dat kolonel Sanders, officier bij het
Zuidelijke leger, door de Noordelijken op tie
grenzen van Virginië werd gevangen genomen
terwijl hij op het punt stond van daar met be
langrijke dépêches van zijn gouvernement naar
Engeland te vertrekken.