ZatiKrdao; 1 November.
1862
WOENSDAG ENZATURDAQ.
3°. 88.
Binnenlandsche Tijdingen
Buitenlandsche Tijdingen
Ingezonden stukken.
ieder
bl voor
3voord
ïhalen.
treng-
it aan-
lerikzee
vorden
63 Vj
75 V.
8!)
101',;
S25.-s
80V,
685,,c
8!li e
74%
S33,,.
79%
j196'V;
5 3's
97%
7S5'i«
6'7s
,432
45
44%
53%
49',
45%
ZIËKIK
lR
slechts
")e min-
n puike
logge,
f7,70.
fö,90.
ERW-
ON EN,
tot ca.
am.
'lOV-2
io»/2
12
'aart der
ddelburg
>t rijden.
ïderdags
n 8 J2 vff
mogelijk
n
ure voor
Idags ten
ngen.
VOS.
PH IJS DER ADVERTENTIE N.
Gewone 12'/, cents de regel Geboorte-, Huwelijks- en
DoodberigUn van i I) regels d f 1 behalve liet zegehrgt.
VERSCHIJNT:
ABONNEMENT S-P P. IJ S,
Per drie mamden f 2,00. Franco per post f 2,'25.
Inzending der Aduerltnliën daags te voren, voor 10 uresmortj
Ate*;
Zikkikzi'.f. 30 October. Wederom heeft
onze geëerbiedigde koning een blijk van IID.
tevredenheid gegeven over de ontvangst in Zee
land en wel ook ten pintten lande, daar liet Z.
M. behaagd heeft den konimandant der Duive-
landscbe eerewaebtden beer B G. van der
Have te Ouwerkerk alsmede den vaandrig der
genoemde eerewaebt den beer J. W. F. G. de
Borst Verdoom te Oosterland te vereeren met
IID. keurig bewerkte photographisehe por
tretten. Gelijke onderscheiding is te beurt ge
vallen aan de commandanten der eerewachten in
Schouwen de heeren .1. J. Hoogenbonm te
Noordwelle, J. de Katerte Brouwershaven
C Moeke 11 oogenboom te Zonnemaire en de
vaandrigs F. van den Bout, Az., te Zonnemaire
en O Mazure, te Zitvikzee.
DU1TSCHLA.ND.
Wkf.nkn, 25 October. Men meldt, dat in
de jongst gehouden zitting der plaatselijke com
missie van geneeskundig toeioorzigt het beroep
van den. heer Joliann Hoff, brouwer te Berlijn
is verworpen. Hij was namelijk verooideeld
tot eeneboete van 25 flor. wegens „kwakzalver
achtige aankondiging van zijn Malz-Kxtract."
Tevens ishem te kennen gegeven datbij „voort
zetting van de aankondiging van het Malz-Ex
tract als geneeskrachtig middel," aan hem zal
worden ontnomen de concessie voor denverkoop
van zijn fabriekaat„welke uitsluitend is ver
leend voor den verkoop van het Malz- Extract
als voedingsmiddel en drank."
Uit Ilelsingfors meldt men, dat ten ge-
volste van het buitengewoon vroegtijdig invallen
van de vorst in Noordelijk Finland de oogst al
daar bijna totaal is vernield zoodat 374,000 in
woners aan hongersnood zijn blootgesteld Van
de zijde der Russische regering en van den kant
der bevolking van bet overige gedeelte des
lands geschiedt al wat strekken kan tot leniging
van der. nood.
FR NK. RIJK.
Twee F.ngelschen, die naar Frankrijk
waren vertrokken om een tweegevecht te hou
den, speelden gedurende de reis. Na veel ver
loren te hebben zeide de een tot zijn tegenstan
der Ik wed dat gij op tien passen afstand mij
j» dit duel niet zult duoden. Ik wed liet tegen
deel zeide de ander, ik schiet beter dan gij en
hebals beleedigde, het eerste schot. Onver
schillig, was het wederantwoord, ik wil echter
eenig belang aan de z ink geven. Ik verwed
mijn vermogen tegen liet uwe. Aangenomen
sprak de tegenpartij Op bet terrein gekomen
zeide de Engelschman tot de getuigen Gij
zijt mij borg, dat indien mijnbeer mij niet doodt
zijn vermogen aan mij en mijne kinderen ver
valt. De getuigen gaven door een teeken hunne
toestemming te kennen zij plaatsten de tegen
standers met de pistool in de hand op tien passen
afstands van elkander. De beleedigde moest bij
het derde sein vurenmaar alvorens het tweede
gegeven was schoot de tegenpartij zich voor het
hoofd. Zijne kinderen erfden een lialfmilüoen
want hij had de weddenschap gewonnen zijn te
genstander had hein niet gedood.
GROOT-BRITTANtSIE N
De Hindoo, laatst van Montreal met 3000
vaten petroleum aan boordis vrijdag 11. door
den lievigen storm bij Forby op liet strand ge
worpen. Terwijl de bemanning pogingen aan
wendde om in de booten le gerakenbemerkte
men plotseling dat het schip in brand stond. De
manschappen waren genoodzaakt over boord te
springen, en op vijf na, die onderweg verdron
ken, bereikten allen gelukkig liet land, hoewel
niet zonder dat velen min of meer ern
stige wonden hadden bekomen. Om 10 ure
des och'ends was er reeds geen spoor van het
vaartuig meer zigtbaar, eu de stank van de
brandende olie was zoo grootdat men te Li
verpool de beurs met chloorwater moest be
sprenkelen.
Volgens den Parijschen correspondent
van den Times zou keizer Napoleon op eene
wandeling te Biarritz een knaap ontmoet hebben
tot wien hij de vraag rigtte: „Zijt ge uit
Engeland „Neenzeide de knaap„ik beu
een Amerikaan." „F.n aan welke zijde?" vroeg
Napoleon verder. „Wel," was het antwoord
„mijn vader is vóór het Noorden en ik geloof dat
ik voor bet Zuiden ben; maar voor welke partij
zijt gij dan mijnheer?" „Ik," zeide de keizer,
„ben voor beide." Waarop de knaap hervatte:
„Dat is niet gemakkelijk en zal geen van heide
aangenaam zijn." De keizer (zoo besluit het
berigt) zweeg en wandelde voort. Waarschijn
lijk is deze anecdote bedacht om aan Napoleon III,
onder den vorm eencr fabel, deze zedeles voor
te houden: Kies partij in de Italiaansclie zaak;
want die op twee stoelen tegelijk zitten wil, valt
tusscben beiden op den grond.
JONGSTE TIJ 1)1 NGEIN
Wkexën, 28 October. De half-officiële
Dunau-Zeitung zegt dat de Grieksehe opstand
met de jongste woelingen in Italië in verband
stond maar te iaat uitgebarsten is. Het berigt
dat koning Otto de kroon beeft nedergelegd is
onwaar.
Eene depêche uit Konstantinopel van 29 Oct.
zegt dat de aldaar gevestigde Grieken eene de
putatie naar Athene zenden zullen, om het
voorloopig bewin d geluk te wensclien.
Keu nieuw Helnstinr/plan.
ËKNK BELASTING OP DE K.OFP13.
(Vervolg.)
Wij noemden daar het woord; handelde hartader van de
welvaart van onzen dierbaren geboortegrond. Voor den handel
ia de voorgestelde belasting onaannemelijk: thans meer dan
ooit, nu .le koffijhandel een zoo gelukkige uitbreiding heeft ver
kregen ,is het woord van Gogel waar „dat elke belasting op de
koffij allernadeeligst is voor den handel." Wij stuiten hier al
dadelijk op eene zonderlinge omstandigheid. Eerst weinige
weken geleden is een nieuw tarief tot stand gekomen het treedt
in werking met 1 November e. k. Wij zien daarin de regten
op de thee verhoogd met o (I); van koffij wordt in het
tarief niet gerept. Nu het tarief zelf nog niet is ingevoerd,
stelt de regering voor de theebelasting te verdubbelente
brengen van f 25 op 50 de 100 kilo's, en eeD koffijbelas-
ting in te voeren van 7 per 100 kilo's. De vraag rijst
hier: sedert wanneer de minister van finantien dan toeh over
zijn finantieel plan heeft nagedacht Met deze tegenstrijdige
handeling voor oogen zou men moeten zeggen eerst sedert
de laatste weken waut anders is het onbegrijpelijk dat een
minister een tariefs-herziening provoceertiudien hij vooraf
geweten had, dat hij weinige weken later met plannen voor
den dag zon komen die daarop zoo groote inbreuk maken.
Van den anderen kant pleit tegen deze opvatting de verklaring
des ministers dat „zoo dikwijls" hij over ons belastingwezen
nadachthem een matig regt op de koffij voorkwam te zijn
„ongetwijfeld een der minst drukkende belastingen." Waarom
dau niet de tariefs-herziening uitgesteld tot dat omtrent dit
punt beslist zou zijn Ook hier zien wij dus dezelfde half
heid dat zelfde hinken op twee gedachten die in al de
overige onderdeelen van het plan zijn op te merken.
De bezwaren van den handel tracht de minister op te heffen»
door aan de koffij te verleenen de vrijheid van het fictief
entrepot. Wij gelooven nietdat dit de bezwaren zou doen
wegnemen Een vijfde van den invoer is bestemd voor de com-
sumtïe om. dat één vijfde met een inkomend regt te treffen
moet al de koffij (140 a 150 millioen balen) gecontroleerd
worden. Doet men dit nietdan zou men de dear wijd open
zeiten voor den smokkelhandel (*-'), hetgeen niet enkel op het
nadeel van de schatkist, maar ook op dat van den eerlijken
handel zou nitloopen. Hoe in alle opzigten de handel zou
worden belemmerd wordt ons, overigens, zeer naar wanrheid
door bevoegde beoordeelaars volgenderwijze geschetst (3)
.Na de groote veilingen zeggen zij bestaat te Am
sterdam en te Rotterdam de verzending gemiddeld uit dage
lijks 25.000 balen. Hoe groot zou niet het leger van com-
„miesen moe'er» zijn, om de verzending van zoo ontzaggelijke
„massa koffij te doen plaats hebben, indien niet oponthoud
„en tijdverlies zouden ontslaandie beiden even nadeelig zijn
„voor den handel, bij den geest waarin deze tegenwoordig
„moet gedreven worden. Niet minder opmerking verdient
„het, dat jaarlijks in Nederland minstens 250,000 balen aan
komen in door zeewater beschadigden toestand voor welker
„bewerking een gansch afzonderlijke industrie bestaat. Deze
„tak van industrie is alleen mogelijk bij het volkomen vrije
„verkeer van het artikel en zij strekt tot grooten steun van
,„den koffijhandelomdat daardoor de zeeschaden verminderd
„wordeu die anders invoerders en assuradeurs in veel gTOotere
„mate zouden hebben te dragen. Nederland er. Hamburg
„waar geen inkomend regt op de koffij bestaan zijn dan ook
„in het bezit van de helft van den Enropeschen koffijhandel
„terwijl deze in de havens, waar wel inkomende regten ee-
„heven worden zich slechts weinig boven de behoefte van het
„eigen land heeft kunnen verheffen
En inderdaad welke maatregelen de minister van finan
tien ook moge willen nemen zeker is hetdat wanneer de
heffing van 't inkomend regt niet illusoir zal wordende
handel aan vele kosten aan groote schade en aan een tal
van formaliteiten zal moeten worden onderworpen. Bij den
inslag zal het wigt moeten worden geconstateerd maar wie
weet niet, dat bij ladingen koffij uit Indie aangevoerd, de
uitleverende wigt gewoonlijk een aanzienlijk verschil met de
berekende wigt naar de picols kan opleveren Pe pakhuis
huur /al vermeerderen daar goederen in fietief entrepót
afzonderlijk moeten gehouden worden. Iedere partij koffij zal
om voor den staat controle mogelijk te maken afzonderlijk
gemerkt moeten worden hetgeen de verwerking van koffij
waardoor deze zoo velerlei veranderingen ondergaat schier
onmogelijk zal maken. De geregelde ontvangst der koffij van
de maatschappij-veilingen zal zoo niet onmogelijk dan toch
zeker hoogst moeijelijk gemaakt worden Tien a twintig
duizend balen worden daags ontvangen hoe op één dag dat
legio van certificaten af te geven Zij moeten ontvangen
worden want de maatschappij geeft slechts zes weken voor
de ontvangst van 250 a 300,000 balen. Die moeijelijkheid
zal toenemen wanneer voor één kaveling drie of vier ont
vangers zijn; welke naam zal de kaveling dragen? Eindelijk
zal de transito en directe handel met niet producerende lan
den verminderenwant wanneer men de groote partijen
Braziel- Domingo- en Ceylon-koffijsoorten die hier te lande
doorgevoerd en bij gunstige markt zelfs verhandeld worden
aan al die formaliteiten onderwerptdan erlangt Antwerpen
een nieuwen voorsprong boven onze havens.
Vat men nu dit alles te zamen v dun blijftdunkt onsgeen
twijfel meer over omtrent het ondoordachte van des ministers
voorstel, liet zondigt tegen het eigen stelsel der regeriugin
zoo ver zij de eerste levensbehoeften wil ontheffen en in zoo ver
zij den vrijen handel wil bevorderen terwijl het bovendien in
de praktijk slechts zou blijken tot nadeel van den staat te
werken.
Wij gelooven dan ook geen oogrr.blik aan de verwezen
lijking vsn de voorgelragen koffij-belasting. Zij is strijdig
met het nationaal belang. Zij rust op miskenning van 's volks
behoeften en op miskenning van de hoofdvoorwaarde waarop
een der schoonste takken van onzen rijken handel zich heeft
gevesfigd op de vrijheid. En wat de vrijheid onderdrukten
wat 's volks behoeften miskent heeft voorloopig nog geen
grooten kaii9 om in Nederland tot wet te worden verheven.
(1) Minus de 13 pet. syndicaat op de hoofdsom, die na
1 Nov. niet meer geheven worden.
(2) En de prikkel tot «mokkelen zal niet gering zijn. Ge
middeld zal het inkomend regt bedragen f 420 per 100 balen.
(3) Handelsberigt van de heereu Hoffman, Schóffer en co. u.s.
EEN INKOMSTEN-BELASTING.
Wanneer wij zeggen de minister van finantien is niet be
rekend voor de laak die hij durfde te aanvaarden want m
zijne voorstellen treft men volslagen gemis aan van eenige
grondige ke.inis van ons belastingwezen, dan verzetten zich
tegen deze uitspraak de verhandelingen door den heer Betz
in de bekende Bijdragen geleverd tenzij men aanneme dat zij
eeuvoudige compilatien waren zonder eigen wetenschap. Wan
neer wij zeggen het ministerie Thorbecke is onopregt en poogt
langs den sliukscheu weg te bereikenwat het niet den moed
heeft open en rond voor te dragen dan stuiten wij op het
geschreeuw eener factie, die haar hoofdmannen bestendig op
het voetstuk der openhartigheid en der loyauteit plaatst. En
toch er blijft niet anders over dan te kiezeu tusscben deze
beide uitspraken, wanneer men ziet op vjelke wijze het mini
sterie Thorbecke de natie met eene inkomsten-belasting be
dreigt Zij wordt genoemd een „verbetering" een „gelijkmalige
toepassing" van de patentbelasting! Deze voorstelling kan
alleen het gevolg zijn van een volslagen onkunde van den aard
der belasting of het gevolg van onopregtheid ten einde eene
doodelijk gehaate heffing langs een omweg in beginsel te doen
aannemen. Js er iemand die eeu derde oorzaak kan opgeven,
het zal ons aangenaam zijn, de gronden daarvan te hooren
ontwikkelen.
Het pateutregt noemt de minister, zeer te regt„voortge
komen uit het gildewezen" en daaruit zou men mogen op
maken dat de aard der belasting den minister niet onbekend
is maar wanneer hij] daarop oumiddelijk laat volgen zonder
eenig bewijs daarvoor te geven dat het patentregtzooals
het thans werkt „niet anders is dan een belasting op de in
komsten vau een gedeelte van de meest nijvere bevolking"
dan moet men die kennis op nieuw gaan betwijfelen. Waarom
en in welken zin de patentbelasting thans is een „inkomsten
belasting" wordt niet aangetoond en kan ook niet aange
toond wordeneenvoudig omdat het eene tastbare onwaarheid
is. Neemt men den betoogtrant aan van het ministerie Thor
becke men zou bijv. even goed kunnen zeggen „Het tiend-
„regt Ï9 voortgekomen uit het feodale stelselmnar daarin than3
„niet meer geworteld than9 is het tiendregt niets anders dau
J „een belasting op de inkomsten van een gedeelte van de meest
„nijvere bevolking van Nederland
De patentbelasting heeft ook gelijk zij thans werkt, niets
hoegenaamd van den aard en het karakter eener inkomsten
belasting. De staat vergunt tegen betaling den ingezeten da
uitoefening van een nering, van een handelof van een bedrijf:
het patent strektom het aldus te noemen, tot radicaal tot
uitoefening van eenig berovp of bediyf. Nu kan men met
het oog op de werking dier belasting, zeggen zij werkt on
gelijkmatig, want er zijn neringen beroepen of bedrijven
waarvan geen patentregt wordt gelievenen alzoo behoort de
heffing in dien zin te worden verbeterd. Men kan ook zeggen
het patentregt is een belasting niet meer geschikt voor onzen
tijd en voor onze begrippen. Zij strijdt met de vrijheid die
den ingezetenen van een vrij land moet zijn gelaten om zich
naar verkiezing een werkkring te scheppen; de vergunning
om een beroep of bedrijf uit te oefenente moeten koopen
met geld kan niet meer worden gehandhaafd. In beide ge
vallen zouden wij ons scharen aan de zijde van het bewind.
In het eerste geval zou het patentregt moeten worden uitge
breid en verbeterd zoodat ieder die een nering, een handel,
een beroep of een bedrijf uitoefent belastingschuldig werd. In
het laatste geval zou die belasting moeten wordeu afgeschaft,
om door eene andere open en rond te worden vervangen.
Maar iu geen geval gaat het aan, onder voorgeven van de
patentbelasting te verbeteren eene belasting binnen te smok
kelen van gansch anderen aard. De inkomsten-belasting rust
immers op een gansch anderen grondslag dan het pa teuts egt.
I)e koopman de industrieelde geneesheer de logement
houderzij allen betalen patent niet naai' de mate hunner ver
diensten maar alleeu omdat zij als logementhouderals 'ge
neesheer alt industrieel of als koopman optreden, terwijl de
mate der belasting geregeld is hetzij naar den omvang van het
bedrijf, hetzij naar de plaats waar het wordt uitgeoefend. Zoo
zalbijv.de geneesheer van eenegroote stad, ofschoon bijnazonder
praetijk hooger patent betalen dan de geneesheer ten platten
lande, ofschoon deze binnen weinige jaren rijk wordt, dooreen
uitgebreide praetijk. De koopman, die doo.'zijne boekeu zou
kunnen aantoonen dat hij het laatste jaar óf verloren öf niets
gewonnen heeftzal daarom van het patentregt niet worden
vrijgesteld. Uit deze voorbeeldeu blijkt, dat bij de patent
belasting niet gevraagd wordt: welke zijn de inkomsten van
het beroep dat gij uitoefentmaar wèl welk beroep oefent
gij uit en in welke klasse der steden beweegt zich uw werk
kring? Patentregt wordt betaald onverschillig of het beroep,
vraarvoor het geheven wordtinkomsten afwerpt, of niet, en de
mate van het regt, dat geeischt wordt, hangt niet af van de
ruimere of mindere rijke inkomsteu die het gevolg ziju vau
de uitoefening van dat beroep.
Van gansch anderen aard i9 de inkomsten-belastingzij berust
op een gansch anderen grondslag. Onmogelijk, zoudor ons te
maken tot de risée van alle staathuishoudkundigen kan zij
in een patent-belasting worden versmolten. Zoo lang deze
laatste wordt geheven zij moge dan verbeterd worden
moet een beroep een nering, een bedrijf daarvan tot grond
slag zijn, of zij houdt op een patent-belasting te wezen. „Allen
die rustig van hunne inkomsten leveu" zegt de minister
wil hij treffen. Maar dat is ondoenlijk door een patent
belasting. Immers welk bedrijf, welk beroepwelke nering
welken handel oefent de rentenier uit Onder den naam van
patent te heffen eene belasting van den rentenier zou niet
alleen zijn belsgchelijk in de hoogste mate maar bovendien
willekeurig en reaetionnair in de hoogste mate; want zoo
danige heffing zou geen ander beginsel hebben dan het be
ginsel om te doen beialen de vergunning om rustig van zijn
getd te mogen leven. In beginsel zoo zoodanige belasting
in niets verschillen met de middeueeuwsche geldafpersingen
welke men van de Joden hief onder voorwendsel dat men hun
vergunde rustig te leven.
Het verschil tusschen den aard en de strekking van in-
kotnsten- en patentbelasting is zóó groot en zóó tastbaar
zelfs voor een kind de onmogelijkheid om beide soorteu
vaD geldheffing in eene en dezelfde zamen te smelten is zóó
duidelijk, dat men te goeder trouw niet. kan aannemen dat
hier onkunde in het spel zon zijn. Wij hebben noch van het
ministerie Thorbecke in bet algemeen noch van den minister
Betz eenige groote verwachting wij zijn innig overtuigd dat
in de tegenwoordige regering eigenwaan de plaats vervangt
van bekwaamheid maar wij weigeren te geloovendat de
minister Betz en 't ministerie Thorbecke zóó onwetend zouden
zijn om te kunnen meenen, dat een inkomsten-belasting wer
kelijk niets anders zou wezen dan een verbeterde patent
belasting. Tegen zoodanig geloof diuiscbt het meest alle-
daagsch gezond verstand aan.
Neen wij hebben hier naar onze overtuiging, te doen met
een perfide voorstel wij hebbcu hier te doen met den toeleg
om in de rij onzer belastingen de meest onbillijke demeest
ongelijkmatige werkende de hatelijkste heffing binnen te
loodsen onder een valscheu naam. Wij vergelijken de voor
stellingder regering met de taktiek van den jagerdie om
zijn buit te vangen eene diepe kuil graaft en de oppervlakte
met zoden en groene takken bedekt. Of de Nederlandscke
natie zich, evenwel, zal laten vangen, of zij den voet op de
aanlokkelijke, maar verraderlijke oppervlakte zetten zal, dat
betwijfelen wij; en zelfs durven wij verklaren, dat ook deze
onhandigheid van het ministerie bewijst, hoe weinig bekwaam
het inderdaad is en hoe weinig doordrongen van het nationaal
karakter. Ken hoog politiek ontwikkeld volle gelijk het
Kngelsche of het Fransche—zou een voorstel als het tegen.