DUINHOEVE, Advertentiën. Ben Hofsteedje; ZANGVEREEtlllGING: TOT OEFENINIi EN UITSPANNING. Zeetijdingen Beurs- en Marktberigten. Vervoer-Midclelen. <>sullalen indien alle vrijzinnige vereenigingen er worden vertegenwoordigd. Hij acht het noodzakelijk dal allen hare afgevaardigden der waarts zenden en hij stelt vertrouwen in hel gezond verstand deritalianen. Hij zegtwijders zich le onthouden van alle aanbeveling of van een programma en wijst op Palermo en Napels waar met de groote beginselen van de volks stemming in October 1800 gehouden de llali- aansche revolutie gezegevierd heeft die verder de roemrijkste gevolgen kan hebben. Indien ik zoo eindigt hij «niet belet werd door bij zondere omstandigheden dar. zou ik zelf le Genua komen maar thans zal ik op Caprera den uitslag afwachten waarover ik als Italiaan mij hoop te kunnen verheugen." Mazzini heeft uit Londen asn de ver- eenigingen van werklieden in hel Napolitaan- sche een brief gezonden waarin bij als zijn ge voelen te kennen geeft dat de natie bare bevrij ding alleen van zich zelve en van Garibaldi te wachten heeft maar niet van Frankrijk. Te Napels heerschl eene beweging ten ge volge van den tegenstand der nonnen van het klooster Itegina waar de overheid eene huis- zoeking wilde bewerkstelligen. De karabiniers hebben hij die gelegenheid een hek met gew eld opengebroken. De nationale garde weigerde hare medewerking le *orleenen. GR OOT-BR1TTANKIËN Men klaagt te Londen over het buiten gewoon groot aantal verhongerde arme», die in sommige wijken der s'ad rondzwerven. De armhuizen worden letterlijk belegerd door gü- heele scharen van zulke ongelukkige». Uit Hong-Kong worden aan den Monde berigten van dl December jl. medegedeeld waaraan het volgende ontleend is Den 8 Dec. werd door de Taipongs de stad Ning Po inge nomen zonder veel tegenstand le ontmoeten. De gouverneur der stad had de wijk op een Frutsel» schip ccnoinen en de Tarlaarsche generaal bij den Fngelschen consul. De eerste magistraat- persoon en de opperregter zijn dood men zegt dat de laatste zich bel leven beeft ontnomen door een gouden blad te slikken naar Cbincsche manier. De vrees voor de vreemdelingen had echter de muiiers genoopt zich nog al mensche- lijk te gedragen en de gewelddadigheden waar aan zij zich overgaven zijn kleinigheden f ver geleken bij die der muiters in de andere door hen veroverde steden. De gestichten der nns- sionnarissen en liefdezusters waren door hen gespaard. Ten gevolge der inneming van Ning-Po zijne de muiters in regtslreeksche aan raking met de Furopeanen. In hel bezit van een der havens die voor den vreemden handel openstaan kunnen zij zich gemakkelijk oorlogs tuig aanschaff"'. De Fngelsche admiraal was eerst na de inneming van Ning-Po in die stad aangekomen men veronderstelt dal hij in alle geval zich onzijdig zou hebben gehouden. Fn wal den Franschen admiraal betreftdie den dag vóór de inneming op een klein stooinyaar- luig aankwam, deze had de noodige troepen tc- geu le houden. JONGSTK TIJ DINGEN Canton, 15 Februarij. Ningpo is nog in het bezit der Insurgenten. De straten zijn met dooden bedekt. De insurgenten behandelde de vreemdelingen rueC gernagtigdheid. Volgens gerucht hebben zij Hancbow veroverd. HET NIEUWE MINISTERIE. III. RkgeRinos-Beginselen. Eene oppositie, die een strijd van jaren voerde, heeft aan het bestuur gekomen, geene behoefte aan een regerings programma om te doen kennen wat haar beginselen zijn wat zij wil, wat zij doen zal. Zij heeft dit te minder tioodig wauneer gelyk de radicalen zeggen dat thans het geval is die oppositie om een bewind tot stand te brengen zich niet heeft vermengd met heterogene bestanddeelen waardoor wijzi ging van beginselen door weêrzijdsehe concessië» zou hebben kunnen ontstaan. Zuiver ministerie van oppositie is zijne op treding gelijk aaD het meest welsprekende programma en men vereert de beginselvastheid van dat bewind door zelfs niet te twijfelen aan zijne rigting. Wie van den heer Thorbecke als minister zou verwachten het tegenovergestelde van hetgeen hij cischte dat ged"an werd als lid der oppositie wie van hem om aan het bestuur te komen of daarin te blijven onderstellen zou plooibaarheid toegeeflijkheid zeemanschap of transactie zou hij niet de gehcele persoonlijkheid van den belcvvameu staatsman miskennen en regt geven tot het verwijtdat men zonder bewijs, hatelijke insinuatiën deed? Derhalve: van het ministerie Thorbecke behoevtm wij noch programma, Doch handelingen om te beoordeelen wat het ons geven zalwelke zijne beginselen van bestuur zullen wezen. Een programma van die zijde zou ous toeschijnen reeds op zich zelf te zijn een feit van concessie en yan transactie. Redevoeringen eTi hande lingen van negen jaren, met een bestuur vau drie jaren daar achter, behoeven de bekrachtiging niet van meestal ziuledige of tweeduidige programma's, en een nog zoo geruststellend programma kan noch het Bijblad doen verdwijnen noch handelingen ongedaan maken. Het verwijt is dau ook ongegrond dat wij ligtvaardig zonder daden af te wachten, een oordeel zouden uitspreken over het nieuwe bewind. Het ministerie Thorbecke dat men moet aannemen niet te zijn gekomen om zijn eigen ver leden te verloochenen is gekomen om de beginselen toe te passen, die liet sedert negen jaren als de eenigwaïe, als de cenige nationale als de eenige tot bloei en welvaart leidende heeft verkondigd. Nu reeds iu herinnering te brengen van welken aard deze beginselen zijnkan niet voorbarig beeten tenzij de'voorstanders van het bewind wijziging in die beginse len hetgeen onaannemelijk is onderstellen. Deze herinne ring heeftbovendien twecerlei nut. Zij licht de openbare meening omtrent de naaste toekomst.harer publieke belangen tiidig voor terwijl de aandacht nog niet is afgeleid door de dagelijksche wisselingen van feiten te midden eeuer parlemen taire zitting en zij doet wat de oppositie deed sedert negen jaren het gouvernement op de beginselen wijzen die liet naar den aard van zijnen oorsprong vcrpligt zal zijn om als regerings-rigting te bandhaven. Inderdaad handelen zijdie, gelijk liet radicale orgaan van Rotterdam ons van voorbarigheid van onderzoek en oordeel beschuldigen uit hetzelfde beginsel als wij. Zij bezingen immers het opgetreden bewind. Nu zal men hebben de „na tionale kracht." Nu niet langer „transactie." Nu niet langer „gunsten, nepotisme, gunstbejagmonopolie," en dergelijke effect-tirades. Nu een „eerlijk bestuur.;" nu een „zuinig be wind nu een „ministerie van enkel bekwaamheden nu een zamenstel van „homogene Staatslieden." Op welke gronden wordt dat alles in allerlei vormen aan de natie medegedeeld Welke handelingen heeft dan het nieuwe ministerie verrigt die van al deze schoonehoedanigheden het bewijs leveren? Zeer zeker kan dat oneindig loffelijke getuigschrift op niets anders steunen dan op hetgeen de vreugdevollen meencn dat gelegen ware in de antecedenten van hen die de teugels van het be stuur hebben aanvaard. Is dan ook deze lofrede niet voor barig Wij althans zouden wel den grond wenschen te ver nemen waarom men met het oog op antecedentenvan dit ministerie aan de natie mag voorspellen een toestand, aan dien van de gelukzaligen in het Elysium niet ver verwijderd doch waarom men nietop grond van antecedenten tot een ietwat minder gunstige conclusie komen mag Wij zullen ons dan ook al zeer weinig bekreunen om deze nieuwe poging tot smoring van discussie over beginselen die zelfs zoo grof aan gelegd is, dat zij den minst nadenkende tot een glimlach van medelijden moet opwekken. Hoe? een homogeen ministerie Thorbecke treedtnaar het gevoelen der radicalen op - en men zou alvorens het te mogen of te kunnen beoordeelen, moeten afwachten wat het wettigt in deu loop van een jaar of later doen zou, alsof het hier inderdaad gold nieuwe mannen blank van antecedenten en buiten deu kring van den veeljarigen en beeten parlementairen strijd gekozen Wie dat verlangt, is öf bevreesd voor het bedaarde onderzoek naar die „nationale beginselen" waarvan bot bewind gezegd wordt ds gepri vilegieerde vertegenwoordiger tc zijn öf hij twijfelt aan de krachtaan den moed en aan hel talent der oppositie om nu tc doen wat zij steeds zoo gemakkelijk vond aan anderen ter naleving voor te schrijven. Welke zal de leidende gedachte zijn bij het regeringsbeleid van het nieuwe Ministerie? Ziedaar eene hoofdvraag, die allezins aanspraak heeft op den voorgrond gesteld te worden. Zal die leidende gedachte zijn verdere opbouwing op de be staande grondslagen dan wel, afbreking van die grondslagen en oprigting van nieuwe Wanneer de onbepaalde lofrede naars van het bewind onderzoek voorbarig achten en ook op deze vraag zullen antwoorden: „wacht en gij zult het ziendan vergeten zij dat de gansche parlementaire en e^tra-parlementaire geschiedenis der radicale oppositie dit vraagstuk tot volle rijpheid heeft gebrngt op hetzelfde oogenblik dat zij bestuur werd-. Dat vraagstuk tc behandelen, reeds nu, geeft bovendien aaii de regering gelegenheid tot opheldering wanneer zij zich mogt verwaardigen, méér dan in 1849 van haar doen eri laten rekenschap te geven. Wilde het opgetreden gouvernement volkomen consequent blijven aan de houding zijner leden als oppositie dan kan en mag de leidende gedachte van zijn regeringsbeleid geene an dere ziin dan die van afbreking van betgeen sedert de laatste negen jaren is tot stand gebragt. Nog dezer dagen werd liet door den hoogleeraar Vreede aangetoond, hoe de radicalen uit onze geschiedenis de laatste negen jaren als het ware wegschrap pen. Wij wijzen bovendien op al hunne organen zonder eenig onderscheiden, wat hier nog méér afdoet, op de houding eu de stemmingen der radicalen zeiven in de Tweede Kamer. De Arnhemsche Courant zeide dan ook van haar standpunt teregt, dat zij van dit kabinet veel verwachtte, n. I. het inhalen van den tijd die verloren was gegaan en het herstellen van hetgeen bedorven was enz. En inderdaad de groote wet ten die in dat negenjarig tijdvak tot stand kwamen werden aangenomen en uitgevaardigd ondanks, welligfc dank zij de oppisitie der radicalen. Het verzet tegen die wetten en dat is het hoofdpunt berustte op ondergeschikte bezwaren maar meestal op „onoverkomelijke." Die wetten werden ver klaard óf te zijn het uitvloeisel van reactionnaire pogingen óf „stuk" en „knoeiwerk of wèl bepaald en in de hoogste mate „ongrondwettig," of ook „daarstellende het bederf onzer cons'itntionnele instellingen" en de kanker aan en de onder- gang van onze finantiën. Door zoodanig „onpartijdig" oordeel van de nu Kegerings-gevvorden-oppositie zijn schier al de groote wetten van het afgeloopen negenjarig tijdvak getroffen: vele daarvan zijn of nog niet in volledige uitvoering öf eerst in het iiegin dier uitvoering. Wat staat het tegenwoordig gouvernementverrezen uit de kern dezer even strenge als onverbiddelijke regters wil het. consuquent zijn en bovenal wil het de belangen van het1 vaderland dienen gelijk liet als oppositie getuigde dat zij gediend behoorden te worden te doen Ons dunkthet moet met ijver gaan sloopen wat öf gesticht is öf waarvan do „verderfelijke," de „noodlottige," de „ongrondwettige," de „kanker aanbrengende" grondslagen zijn gelegd. Hoe zal .het anders kunnen „herstellen" wat „bedorven" iswanneer het deze zoo heillooze grondslagen laatbestnau? Zal het aan de uitvoering dezer nieuwe wetten rigting en uitleg geven naai den zin der kleine minderheid, die echter een zin was vierkant in strijd met de duidelijke bedoeling des wetgevers? Of zal het gemakkelijker nog, zoo dikwerf het kan de wetten laten slapen Men ziet het is geene ondergeschikte vraag die wij stellen het is voor 't nieuwe Gouvernement eene levensvraag, waaraan van den aanvang af de „nationale kracht" kan getoetst worden waarmee het, naar het (onk voorbarig?) oordeel der radicale bladen bij uitnemendheid is begiftigd. Wij wenschen hier den eisch iu geenen deele te streng le stellen. Er zijn wetten welker vaststelling door eene oppositie kan worden bestreden en die zij als gouvernement, om de lijn der gouvernementele solidariteit door te trekken, zeer goed handhaven of uitvoeren kan. Wij zijn zelfs bereid nog méér toe te geven. Een groot deel van den strijddie met zoo groote hardnekkigheid gevoerd is', wordt door ons gaarne toegeschreven aan het steeds klimmende ongeduld waarvan ten allen tijde en in alle landen de oppositie wordt overmeesterd die baar kansen van jaar tot jaar ziet weg slinken en om le zegevieren nog enkel uitzigt heeft op een „gelukkig toevalof op een coup de main." Veel van he'geen in dezen staat- van vergeeflijk paroxysmus der radi cale oppositie is toegeschenen te zijn beneden alle critiek verderfelijk of ongrondwettig, zal wel nu reeds in een ietwat guustiger daglicht zijn verrezen voor hen die hetgeen tot staud kwam, niet langer hebben te veroordeelen van de groene banken af, maar aan de groene tafel, door het feit zelf dat zij er zitten, moeten handhaven Zelfs zijn wij niet ver van de gedachte verwijderd dat het tegenwoordig, gouvern. gansch niet onvriendelijk zou zien, indien er zelfs nog meerdere „ver derfelijke" of „ongrondwettige" wetten waren tot stand ge komen waarvan de verpligte regeling nu nog voor zijne voeten liggen als even zoo vele gevaarlijke struikelblokken. Maar het beginsel der gouvernementele solidariteit mag met in onbegrensde mate worden uitgestrekt. Er zijn in den laatsten tijd wetten tot stand gekomendie het tegenwoordig gouvernement niet kan, niet mag handhaven of uitvoeren, zonder het politiek verleden van de voornaamste zijner individuële leden uit te wisschen zonder dat het verantwoordelijk zou worden voor de beweerde schending onzer grondwet, voor het aan gekondigde bederf onzer coustitutionnele instellingen, voor den ondergang onzer finantiele toekomst. Zóó ver kan noch raag de solidariteit van gouvernementendie elkander opvolgen, gaan*, dat zij in stede van te keeren wat door hen geacht werd uit te maken de zedelijke of stoffelijke ruïne van 't vaderland tot die ruïne zouden moeten medewerken alleen omdat een schadelijke en alzoo een anti-nationale wet bestaat. Wij zouden in dergelijke handeling niet het bewijs van „kracht," maar van „groote zwakheid" zien, die er voor terugdeinst te „herstellen wat naar het oordeel van de leden van datzelfde gouvernement zoo jammerlijk is „be dorven." Juist daarin moet de aangekondigde „nationale kracht" van het gouvernement liggen, dat het zal durven en zal toeten de natie terug fe brengen van den „verderfelijken" weg waarop deze allyd naar het oordeel van de radicale oppositie werd gebragt.. Zoo dat de pligt is van het tegenwoordig gouvernement ten opzigte van zoo menige wetals sedert de laatste negen jaren is tot stand gekomen on der anderen de militie-wet het is zijn durezijn onvermijdelijke pligt met betrekking tot de spoorweg-wet. Deze wet kan toch mag door 'dit Gouvernement teu uitvoer 'worden gelegd Zijn eigene eer verbiedt die uit voeringzijue aanspraak op een eerlijk bestuur, dat geene wetten verlangt om er stemmen mee te winnen, verzet er zich tegen (1) zijne opvatting van liefde tot het vaderland rijst als een onoverklimbare muur tusschen de wet en hare uit voering op. Grieven van de oppositie, tegen de spoorweg-wet. 'ND. v. 8 Gr.) Wordt vervolgd) Ondertrouwd W. W. VERDUfJN, van Rotterdam Zierikzee eii 24 Februarij 1862. P. J. OCHTMAN. Bij Akte, verleden voor den No taris I). Q. de JONGE van der Hagen le Zierikzee en Gcluigen van den 11 Februarij 1862 behoorlijk geregistreerd is de Vennootschap tusschen de ondergetecken- den aangegaan lot het drijven van de Commissie- Handel in meekrappen onder de firma BROEKSMIT A MULOCK HOUWER, met onderling goedvinden ontbonden te reke nen sedert 1 Januarij 1862 geschiedende deze aankondiging ingevolge art. 31 van liet Wetboek van Koophandel. D. Q. MULOCK HOUWER. P. L. «KOEKSMir. De Notaris .T M. BOU- VIN,zaI,op Maandag den 3 Maart 1862 's namid dags ten 2 urein de Dorps - herberg te Oosterlandten verzoeke van de Erfgenamen van wijlen Ms. de VINpubliek presenteren te verkoopen bestaande in Woonhuis, Schuur en verdere (ieboawen, met de numbre van ongeveer 7 B. 23 R. 40 Ell. Kotiw- en Weilandengelegen onder Oosterland en Rruinisse en daarna ten verzoeke van Heeren Regenten van het Weeshuis te Zierikzeepre senteren te verpachten 2 B. 12 R. 20 Ell. Dijk gelegen onder Oosterland. En op Vrijdag den 7 Maart 1862, 's voor middags ten 9 ure op genoemde Hofstede onder Oosterland, 3 Werkpaarden een 2jarig Merriepaard 4 Melkkoeijen Vaarsen Var kens en ander Keestiaal-Bouw- en melkgereedschap. Mestput, HooiStroo Brandhout, Meubelen en verdere roerende goederen breeder bij billetten vermeld. De Notaris Mr. C. van der LEK de CLERCQ zal len verzoeke van Ma. BOLUIJT, Huisvrouw van C. van de PANNE, op oader tc bepalen tijdstip en plaats publiek presenteren tc verkoopen Eene nette en aanzienlijke met ruim 50 Bunders goede LANDERIJEN BOSSCHEN en DUINVELD gelegen onder dè Gemeente van Haamslede. Inmiddels uit de hand te koop bij de Verkoopster en den Notaris voornoemd. Donderdag O maart 1S62. Groote Hl uzij kale Uitvoering. I Programma in een volgend nummer De Loterij van Handwerken MS*-»®» en Voorwerpen ten behoeve der Armen dezer Stad zalmet goedkeuring van Z. M. den Koning, plaats hebben ten over staan van een' Notaris, op Maandag den 10 Maart 1862. Op Donderdag den 6 en Zaturdag den 8 Maart zal men in de gelegenheid gesteld worden de Prijzen der Loterij te bezigtigen in de Raadzaal van het Stadhuis van half een tot half vier uur, alwaar men zich tevens van Loten zal kunnen voorzien en ook van nu af bij den Boekhandelaar de Loozb a 1 het Lot. De Voorwerpen kunnen uiterlijk tot 5 Maart worden ingezonden ten huize van Mev. de Crane, Eimerins; mev. Iïgterde Clercq; mev. de Jonge Badon Ghyben en mev. van der Lek de Clercq Schuurbeque Boeije. De Directie vleit zich dat ook dit jaar alle weidenkenden bereid zullen zijn om bare pogin gen ten nutte der Armen te ondersteunen door eene ruime deelneming in bovengemelde Loterij. Zierikzee, 25 Februarij 1862. Namens de Directie, Mevrouw DE CRANE, geb. Ermeiuns. Brouwershaven, Gearriveerd 21 Febr. Gouverneur Generaal Daymarr van Twist, C. F. Mopksma Batavia HaroihornF. Hou I on Odessa .bei den naar Botterdam. Geertruida en Maria C- Spiegelberg Batavia Oórdncht Uitgezeild: RidderkerkII. Terlink, Botterdam Ba avia. Per hel schip Gouverneur Generaal Duymaer van Twist t kapt. C. E. Hoeksma is van Java als pas sagier aangekomen mejufvr. Schimil Ziguer. 21 23 22 Prijzen der effecten te Amsterdam. 3 4 deu 24 Februarij 1862. Nederland Werkelijke Schuld dito dito dito dito Amortis. syndic. 3''S Rusland bij Hope 1798/1816 5 dito 1.323/1829 5 bij Stieglitz. 3de leen. 5 dito 6de leen. 1855 5 Leening 1859 3 Leening I860 41/, dito 4 bij Jiope 4 Cert, van ass. 6 Poolscheschatkist oblig. 4 Aandeel groote .Russ. spoorweg a ƒ236 volgefourn. 6 öoatenrijkWeenerbank,'bij Goll.en Co. 8 dito dito 4 Metaliek 8 dito 2 Dj dito, rente Amsterdam 5 dito nationale 8 Weener-aand. fl 500 ,L. 1860 5 Portngal Buitenlandsch van 883 3 dito van 1886 a 1859 3 Spanje Buitenlandsch 3 Binnenlandsch 3 Buitenlandsch3°/o nn 2 63% 76 L M', 102,. 92>.f 60',. 894 72'3/ 723/4 16 83 >3/, 76 16 /8 ƒ190 8/0 25 v4 69% 57V«0 y#J6 4.7 Vg <14 53 4S3/l0 433/8 ROTTERDAM, 24 Februarij 1862. TARWE, Zeeuwsch Vlaamsch en Overmaasche bij be perkten toevoer ruimden de beste partijtjes tot vorige prijzen vrij goed op teawijl de mindere soorten slechts traag van de hand gingen goede en puike f 11,20 a f 11,70 mindere f8,50 a f 11RÖGGI0, Vlaamsch. en Overmaasche f8,70 a f9. GERST minder ter markt de puike rtiim prijshou dend winter f6 a f6,70; zomer f4,70 a f5,70. I1AVER, als voren; korte f 3,41) a f4; lange f2,50 a f3,50. ERW TEN, waven tot 25 c hooger begeerd f 10,25 a f 11,25 groote dito f 11 o f 13 PA ARDRNBOONEN, f 7 80 afS.SO dienst tusschen Middelburg en Rotterdam. van Rol ter dam van n Woensdag26, 's morg. 9' auro Donderd. 27, 's morg. 7 ure Vrijdag 28, 10 De diligence zal var. Zierikzee 2 uren na de afvaart der stoomboot, van Rotterdam naar-Middelburg en.van Middelburg naar Rotterdam Kl% uur na de afvaart der stoomboot rijden. dienst tusschen Goes en Botterdam. Van Goes: h ;,i Vah Rotterdam Donderdag 27, 'smorg. 10'/» Woen&dag20, 's morg. 5 Vrvjdag 28, 6 '\2 Ter Stads'Drukkerij van de Frven A.dc Vos.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1862 | | pagina 2