3,
Woensdag 8 Januarij
18(52
WOENSDAG ZATURDAG.
Besturen en Administratie»
Binnenlandsche Tijdingen.
I BONN E MEN TS-PR1JS.
Per drié mmnden ƒ2,00. Franco per post ƒ2,25.
Inzending Ier Advert.daagste voren, voor 10 ure'smorgens.
VE BS C H1JN Ti
P RIJ S DER ADVERT E A 7 7 E TV.
GeuioneWjcents de regel. Geboorte-, Huwelijks- er.
Doodberigten van 16 regels af 1 behalve helZegelregt
BEKENDMAKING.
Burgemeester en Wethouders van Zierikzee, brengen
ter kennis van de ingezetenen het Xon inklijk besluit van den
3 November jl. (Staatsblad no. 95J regelende de verpligting
tot het doen van aangifte voor de bevolkingregisters van den
volgenden inhoud
Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning der
Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, GrootHertog
van Luxemburg enz.
Overwegende dat het noodzakelijk is algemeene voorschriften
te geven nopens de verpligting der ingezetenen tot het doen
van aangiften voor de bevolkingregisters
Op de voordragt van onzen Minister van Binnenlandsche
Zaken, van den 1 October ISfil no. 148 8ste afdeeling
Den Rnad van State gehoord (advies van den 22 October
jl. 110.3);
Gezien het nader rapport van onzen Minister van Binnenl.
Zaken, van den 2 November 1861, no. 175, 8ste afdeeling;
Hebben besloten en besluiten
Art. 1. Zij, die tijdens de volkstelling van 31 December
1859 in den vreemde of in eenc der koloniën vau het rijk
mogt hebben vertoefd geven binnen ééne maand na de afkon
diging van dit besluit of binnen ééne maand na hunne terug
komst, aan het gemeentebestuur hiervan kennis.
Zij die bij die telling mogten zijn overgeslagen geven
binnen ééne maand na de afkondiging van dit besluitkennis
van dit verzuim aan het bestuur hunner werkelijke woonplaats.
Zij die sedert 31 December 1859 hunne werkelijke woon
plaats naar eene andere gemeente hebben overgebragt, geven
hiervan eveneens binuenééue maand, kennis aan het gemeente
bestuur hunner nieuwe woonplaats.
Voor leden van huisgezinnen rust de verpligting tot kennis
geving op het hoofd van elk huisgezin.
Art.. 2. Zij die uit eene Nederlandsche kolonie of uit den
vreemde hunne woonplaats overbrengen in eene gemeente
binnen het rijk, doen hiervan eene verklaring aan het ge
meentebestuur vergezeld van het gebruikelijke getuigschrift;
voor hem die uit de koloniën van een paspoort of rei3- en
verblijfpas of andere door de policie deugdelijk erkende be
wijsstukken voor hen die uit den vreemde komen.
Deze verklaring geschiedt binnen ééne maand na hunne aan
komst in de gemeente.
Art. 3. De kennisgeving in de twee vorige artikelen ver
meld gaat vergezeld van de noodige opgaven om in de be
volkingregisters te worden ingeschreven.
Art. 4. Zij die hunne werkelijke woonplaats binnen het
rijk verlatenom die over te brengen naar eene Nederlandsche
kolonie of naar den vreemdedoen hiervan eene ver klaring aan
het bestuur der gemeentewelke zij verlaten.
Art 5. Zij die hunne werkelijke woonplaats uit eene
gemeente van het rijk naareeDe andere gemeente overbrengen,
doen hiervan eene verklaring aan het bestuur der gemeente
die zij verlaten en waar zij in het bevolkingregister zijn inge
schreven met opgaaf der gemeente, waar zij wenschen zich
te vestigen.
Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift vau verandering
van werkelijke woonplaats.
Art. 6. Ter plaatse waar zij hunne werkelijke woonplaats
overbrengen doen zij uiterlijk binnen ééne maand na hunne
aankomst eene verklaring aan het gemeentebestuurmet
overlegging van het getuigschrift in het vorige artikel vermeld.
Art. 7. Elk hoofd van een huisgezin geeft uiterlijk binnen
ééne maand kennis aan het gemeentebestuur van ieder lid dat
in het huisgezin wordt opgenomen of daar uit gaat, inwonende
dienst- en werkboden daaronder begrepen. Omtrent die ken
nisgeving geldt art. 3.
Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzonderlijk levende
personenwanneer zij andere personen in hun huisgezin opnemen.
Bestuurders van instellingen gestichten inrigtingen van
welken aard ook waar personen onder eenig bestuur zamen
wonen geven maandelijks aan het gemeentebestuur kennis van
al de personen die in de zamenwouing zijn opgenomen of
daarvan zijn uitgetreden.
De verpligting vervalt, wanneer langs een anderen weg de
vereischte kennisgeving voor het bevolkingregister gedaan is.
Art. 8. Onverminderd de bovenstaande voorschriften is een
ieder, door hét gemeentebestuur daartoe opgeroepen, verpligt
tot het doen der opgaven die vereischt worden om de be
volkingregisters in te vullen.
Art. 9. Overtreding der bepalingen van dit besluit wordt
gestraft overeenkomstig art. 1 der wet van 6 Maart 1818
Staatsblad no. 12 J
Art. 10. De plaatselijke verordeningen tot bevordering dei-
regelmatige bijhoudiug der bevolkingregisters blijven in stand
voor zooverre zij niet in strijd zijn met de bepalingen van dit
besluit
Binuen zes maanden na de afkondiging van dit besluit maken
de gemeentebesturen verordeningen waardoor de ingezetenen
verpligt worden om van de verhuizingen binnen de gemeente
regelmatig kennis te geven.
Van de bestaande of nieuw ingevoerde verordeningen wordt
uiterlijk vóór den Isten Julij 1862 afschrift toegezonden aan de
Gedeputeerde Staten der provincie.
Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met de
uitvoering van dit besluithetwelk in het Staatsblad zal
worden geplaatst
's Gravenhage den 3 November 1861.
WILLEM.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
S. van HEEMSTRA.
Uitgegeven den 16 November 1861.
De Directeur van het Kabinet des Konings
DE K.OCK.
Burgemeester en Wethouders willen de ingezetenen hébben
opmerkzaam gemaakt op het doen der bevoleno aangiften in
bovenstaand besluit tot voorkoming der bij de wet bepaalde
straffen.
Afgekondigd van het Raadhuis teZierikzee den 2 Dec. 1861.
B. C. CAU Voorzitter.
J. P N. ERMERINSSecretaris,
BEKENDMAKING.
Burgemeester eu Wethouders van ZieriliZce
brengen Ier kennis van belanghebbenden dat
door Z. E. den Minister van Financiën op
magtiging des Konings is vastgesteld de 247ste
Staats Loterij welke bestaan zal uil 20,000
loten, 10,000 prijzen en'2 premiën verdeeld
in 5 klassen. Dat de collecte zal worden geopend
op maandag 13 en gesloten öp zalurdag den 25
dezer maand en de trekkingen zullen plaats
hebben te 's Gravenhagete welendie der
Iste klasse op den 10, 11 12 en 13 Februarij;
der 2de klasse op den 24 25 26 en 27 Febru
arij der 3de klasse op den 10 ,11,12 en 13
Maartder 4de klasse op den 24 25 26 en
27 Maarten der ode klasse op den 7,8.9,
10 15,16,17, 18 22 23 24 25 '29 en
30 April den 4 en '2 Mei e. k. terwijl de
laatste 100 nummers op zaturdag den 3 Mei
1862 zullen gelrokken worden.
Dat de prijzen der loten en de wijze waarop
de uitgifte en trekking der loten zullen geschie
den dezelfde zijn als bij de voorgaande loterij
en dat de lolen en gedeelten daarvan voor de
4de en5deklassen alleenin koop verkrijgbaar zijn.
Deze bekendmaking zal in de courant worden
geplaatst.
Zierikzeeden 2 Januarij 1862.
ii. C. CAU, Voorzitter.
I. P. N. ERMERINS Secretaris.
AFKONDIGING.
Oe Burgemeester en Wethouders van Zie
rikzee doen te welendat door den Raad dezer
gemeente, in zijne vergadering van den 12
December 1861 is vastgesteld het volgende
besluit tol wijziging van het reglement voor het
Burgerlijk Armbestuur.
De Raad der gemeente Zierikzee
Gezien het reglement voor het Burgerlijk
Armbestuur dezer gemeente vastgesteld door
den raad den 9 October 1860.
Gelet op bel voorstel van Burgemeester en
Wethouders lot vermeerdering van het getal
Regenten of Leden van gezegd Armbestuur met
iwee en om dien overeenkomstig gezegd regle
ment te wijzigen
besluit:
gezegd reglement aldus le wijzigen
Artikel 1
In art. 3 zal in plaats van hel woord zes wor
den gelezen acht.
In art. 4 zal in de 2de alinea in plaats van het
woord vijf worden gelezen zeven.
In art. 5 zal in plaats van het woord vijf worden
gelezen zeven.
Artikel 2.
Deze wijziging treedt in werking op den
1 Januarij 1862.
Zijnde deze wijziging aan de Gedeputeerde
Stalen van Zeeland volgens hun berigt van den
24 December 1861 no.
3643
- 04
in af-
B, do. 6210
schrift medegedeeld.
En is biervan afkondiging geschied waar hel
behoort den 6 Januarij 1862.
B. C. CAU, Voorzitter.
J. P. N. ERMERINS, Secretaris.
Zierikzee, 6 Januarij 1862. In het afge-
ioopen jaar 1861 zijn binnen deze stad en hel
poortambaebt geboren
148 kinderen van het mann. geslacht,
144 i vrouw.
tezamen 292 kinderen waaronder begrepen
zijn II als levenloos aangegeven de geboorte
in 1861 is minder dan in 1860, 9 kinderen.
Inde registers van overlijden zijn ingeschreven:
70 personen van het mann. geslacht
92 i vrouw.
tezamen 162 personen zijnde lömeer dan
in 1860.
Er zijn 71 huwelijken voltrokken zijnde 21
meer dan in I860. Echtscheiding heeft er niet
plaats gehad.
Zierikzee, 7 Januarij. Door Z. M. is ver
gunning verleend lol het aannemen en dragen
der versierselen v an de Medjidiéorde aan den
luitenant t/z 1 sle klasse TV. AI. J. Kroef, adju
dant van den directeur en commandant der ma
rine te Vlissingen hem respectievelijk geschon
ken door Z. H. den sultan van Turkije.
Middelbürg 3 Januarij. Wij vernemen dat
gedeputeerde stalen dezer provincie besloten
hebben onder nadere goedkeuring van Z. M.
den koning, aan hel bestuur van het zeventiende
Nederlaudsch landhuishoudkundig congres dat
den 17 Junij alhier zal gehouden worden een
subsidie van 800 toe le kennen ter gemoet-
korm'ng in de kosten van tentoonstellingen enz.
Aan het congres dat in 185(e Goes is gehouden
was eene dergelijke toelage verstrekt. Door
Z. K. H. prios Frederik der Nederlanden is eene
premie van ƒ100 beschikbaar gesteld.
Zoo als men weet zullen bij gelegenheid van
het congres tentoonstellingen van vee land- en
I tuinbouwproducten werktuigen enz. gehouden
worden waartoe alle congresleden, even als lol
de te geven feestvieringen, vrijen toegang
hebben.
De minister van oorlog heeft bepaald dat
wanneer er dit jaar miliciens moeten worden in
gelijfd wier aangifte ter inschrijving is verzuimd
en die in der lijd niet aan de oproeping Ier in
lijving voldaan hebben, zij bij een der corpsen
infauterie voorde indeeling van de ligting van
1861 aangewezen, ingelijfd en daarbij .over
eenkomstig de nieuwe wel op de nationale mi
litie van 19 Augustus 186! Staatsblad no. 72)
dadelijk in werkelijke dienst zullen gesteld
worden.
Men schrijft uit Hulst van 1 dezer.
Heden morgen is door den rijksveldwachter jagt-
opziener Allaart alhier op lournée zijnde on
der de gemeente St. Jansteen de persoon van
J. Roogaert le Ulinge doodgeschoten. De oor
zaak hiervan was dat gemelde Boogaert die
zich aldaar met geweer jagende bevond en door
Allaart bekeurd werd, zich daartegen verzette
waardoor eene worsteling ontstond en de amb
tenaar zich genoodzaakt zag van zijn karabijn ge
bruik te maken.
De Kolnische Zeitung behelst eene corres
pondentie met betrekking t.ol den afkoop van de
Schelde-tol waaruit blijkt dat hel voorstel van
de Belgische regering over het algemeen zeer
gunstig is opgenomen. De afkoop zou ge
schieden op den voet eener capital jsalie van de
middelbare opbrengst over de laatste tien jaren.
Nederland wenscht echter een afkoop tegen den
penning 25 terwijl België dien verlangt tot den
penning 20.
In bedoelde correspondehtie wordt de totale af
koopsom geschat op een kapitaal van omstreeks
dertig milioen francs, op te leggen door de
verschillende natiën naar evenredigheid1, van
hunne koopvaardijvloot.
Het grootste deel bijna een derde zou
voor rekening komen van Engeland en dat is
het voornaamste punt van het traclaat waarover
de onderhandelingen hangende zijn. Wat de
overige mogendheden betreft schijnt men reeds
verzekerd te zijn van de toetreding van Rus
land Brazilië, Italië, Turkije, Griekenland
Portugal en Denemarken. Men vleit zich ook
met eene toetreding van de zijde van Oostenrijk.
Ongelukkig genoeg nemen Frankrijk en Pruis-
sen nog eene totale reserve in acht. Die koele
houding van Pruissen wekt le meer verwonde
ring daar juist de belangen van dat rijk meer
dan eenig ander zijn betrokken bij de vrije
vaart.
Ten overvloede wordt opgemerkt dat, aan
gezien België van het oogenblik af dat de voor
naamste zeevarende mogendheden zich lot den
afkoop zullen hebben verbonden ophoudt met
het rembourseren van den lol voor dezulken die
niet toetreden, deze daarvan dan ook regt-
slreeks zeiven de lasten zullen dragen.
Men schrijft uit 's Herlogenbosch. De
zaak van den hypotheek bewaarder uil A. ver
wekt hier eene buitengewone sensatie. Men is
algemeen begaan met het lot van hem, die.
naar het schijnt een vrij algemeen gebruik tol
groot misbruik beeft opgevoerd. Evenzeer is
men intusschen verontwaardigd over den man
die in de tweede, kamer der stalen generaal de
rol van aanklager vervuld heeft, le meer nog,
nu men weeldal de te veel ontvangen gelden
ten bedrage van f 3'tOO geruimen tijd geleden
gerestitueerd zijn geworilen.
Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage.)
Dezer dagen is bij trommelslag en aan
plakking door een deurwaarder te's Hertogen-
bosch ingedaagd de lsle luitenant der artillerie
A. J. C. de li. oud 25 jaren om binnen zes
weken le verschijnen voor den krijgsraad in
Noord-Brabant beschuldigd van desertie in tijd
van vrede. Genoemde luitenant heeft heimelijk
zijn garnizoen verlaten en is spoorloos verdwe
nen. Dit is alzoo de tweede luitenantdie in
de laatste maanden van het afgeloopen jaar hei
melijk de dienst verliet.
Men leest in de Volksvriend het volgende.
De ondergeteekende kan zich zeer wel vereenige n
met het gevoelen van de hoogleeraren Tulanus en
Suringar betreffende het gebruik van sterken
drank en wel op grond dat hel voortdurend
matig gebruik van sterken drank doorgaans to'
eene behoefte wordt c-n daar de gewoonte
steeds eene gestadige vermeerdering vordert
hel matig gebruik ontaardt in misbruik ten
gevolge waarvan ziekten geboren worden die
zeer zelden, zoo als de ondervinding leert,
voor genezing vatbaar zijn.
Waalwijk, 10 December 1861.
Dr. van den BRüUCKE.
Men meldt uil Curacau van 22 November
Veertien dagen geleden hebben wij medege
deeld het wegloopen van negenslaven, waaronder
zeven schrijnwerkers van dit eiland naar de
overkust. Thans hebben wij weder het verlies
le vermelden van 18 slaven die inden nacht
van 29 op 50 October van hier naar de over
kust zijn gevlugt naar men zegt met eene
veerpont uit het binnenwater van hel Rif, De
weggeloopen slaven zijn allen jonge, krachtvolle
meoscben en goede werklieden, la den nacht
vanll.maandagop dingsdag zijn weder pogingen
door een groot getal slaven aangewend om te
onlvlugleo doch zij werden daarin door de
inaréchaussèes verhinderd. Het wegloopen van
slaven naar de overkust geschiedt thans dik
wijls, vooral in deze maanden, bij de aau-
houdende windstilte, wanneer de bergen -an
de overkust altijd duidelijk zigtbasr sijn. Ook