Zaturdag 1 December. WOENSDAG k ZATURDAG. AFKONDIGING. 1891 Besturen en Administratièn Birmenlandsche Tijdingen. S°. 98. mmm .4 BO N N E ME N TS-P RIJS. Per drie m'tanden f 2,00. Franco per post f 2,25. Inzending Ier Advert.daags te voren, voor 10 ure 'smorgens. VERSCHIJNT -j P RIJ S DER ADVERTENTIE N. Gewone 12'/, cents de regel. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigten van 16 regels a f\ behalve lielZegelregt. De Burg emeesteb en Wethouders van Zie- rikzee doen te welendat door den Raad dezer gemeente, in zijne vergadering van den 15 Junij dezes jaarsis vastgesteld de volgende Verordening, houdende voorschriften betreffende honden en ter voorkoming van hondsdolheid binnen de gemeente Zierikzee. Art. 1. Het is verboden, op zoodanigen tijd als door Burgemeester en Wethouders zal worden be paald op de stratenwegen of openbare plaatsen binnen de grenzen der gemeente honden te laten loopenanders dan aan lijnen of voertuigen vastgehouden of voor zien van een ipuilkorf uit ijzer of koper ver vaardigd overeenkomende met het model bij den commissaris van policie te bezigtigen en tevens voldoende en geschikt voor den hond die er mede wordt voorzien. Van het verbod, bij dit artikel vermeld, zijn uitgezonderd herdershonden wanneer zij met den herder bij eene kudde schapen alsmede jagthondenwanneer zij met den jager zich in het veld bevinden. Art. 2'. Indien het gevaar van hondsdolheid dit nood zakelijk doet achten zullen Burgemeester en Wethouders tijdelijk het voorschrift omtrent de muilkorven ook toepasselijk kunnen maken op de honden die aan lijnen worden vastgehou den op herdershonden en ook op die welke vóór of onder voertuigen gespannen zijn. Art. 3. Geen honden mogen worden vastgemaakt aan stoepen hekkenleuningen of deuren van huizen, aan leuningen van bruggen, aan boo- men palen of andere voorwerpenop straten wegen of openbare plaatsen. Art. 4. Honden ingehouwen, inrigtingen of op andere afgeslotene plaatsen, voor het publiek toeganke lijk moeten behoorlijk van muilkorven voorzien zijn of zoodanig vastgemaakt of opgesloten dat voor de biunentredendeu geen gevaar be staat van gebeten te worden. Art. 5. Honden welke op straten wegen of open bare plaatsen aanschieten of pogen te bijten zullen op de eerste aanmaning door of van wege den commissaris van policiemoeten worden vastgelegd ofvan een behoorlijken muil korf voorzien. Art. 6. Het is verboden, honden zonder toezigt op straten wegen of openbare plaatsen te laten loopen tusschen elf ure des avonds en zes ure des morgens. Art. 7. Alle honden, die met of zonder geleide in strijd met de voorschriften in de vorige artikelen vervatgevonden worden zullen behoudens de na te noemen straffendoor de beambten van policie of andere daartoe door den Burgemeester aan te wijzen personen worden opgevangen of indien het opvangen ondoenlijk is worden af gemaakt. Art. 8. De opgevangen honden zullen in bewaring gehouden worden gedurende vijf volle dagen binnen welken tijd zij door de eigenaars of hou ders zullen kunnen teruggevraagd worden tegen betaling van vijftig cent voor eiken dag der bewaring. Na vijf dagen kunnen de opgevangen honden worden afgemaakt of verkochtin welk geval de opbrengst na aftrek van de kosten tot be schikking van den eigenaar blijft. Art. 9. Honden welke dol zijnzullen door of van wege de policie zoo spoedig mogelijk worden afgemaakt. Die welke verdacht worden dol te' zijn zullen door de in art. 7 genoemde personen worden opgevangen of indien het opvangen ondoenlijk is worden afgemaakt. Zij worden niet aan de eigenaren of houders teruggegeven op den voet in het voorgaand art. omschreven. Deze kunnen alleen verkrijgen dat die die ren ten hunnen koste worden verpleegd ter plaatse door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen. Art. 10. Alle honden of andere dieren, door een dollen of van dolheid verdachten hond gebeten, zul len, wanneer zij op straten wegen of openbare plaatsen gèvonden worden, onmiddelijk door de in art 7 genoemde personen worden opge vangen, of bijaldien het opvangen ondoenlijk is, worden afgemaakt. Wanneer zij opgevangen zijn zullen zij ter plaatse in het vorige art. bedoeld afzonderlijk worden opgesloten en verpleegd ten koste der eigenaars of houders. Art. 11. De eigenaars van honden die dol zijnof verdacht worden dol te zijn en van honden en andere dieren, die door eener. dollen of van dolheid verdachten hond gebeten zijn, moeten daarvan terstond aangifte doen aan een der beambten van policie. Art. 12. De in art. 11 bedoelde honden en dieren moeten op last van den Burgemeester, opde eerste aan vraag worden overgegeven aan de in art. 7 ge noemdepersonen, ten einde daarmede gehandeld worde overeenkomstig den inhoud van art. 10. Art. 13. De honden of andere dieren in de vier voor gaande artikelen vermeld, zullen niet aan de eigenaars of houders worden teruggegeven dan na opzettelijk onderzoek van een veearts en op schriftelijk bewijs, dat alle gevaar geacht wordt geweken te zijn. Art. 14. Indien de eigenaars of houders van honden of andere dieren waarvan in de vijf voorgaande artikelen gesproken wordtniet ten hunnen koste willen doen verplegen zullen die honden of dieren beschouwd worden, ter beschikking van het Bestuur te zijn gesteld ten einde daar mede naar gelang van omstandigheden te han delen zoo als het geraden zal oordeelen. Art 15. Wegens dolheid of vermoeden van dolheid afgemaakte honden of dieren zullen onmidde lijk door de zorg der policie een en een halve el diep begraven moeten worden. Art. 16. De kleederen en andere goederen door een dollen hond of een aan de watervrees gestorven persoon aangeraaktzullen onmiddelijk worden verbrand. Art. 17. Voor het geval niemand als eigenaar van eenen in een huisgezin tehuis behoorenden hond is aan te wijzen of een persoon, beneden de 16 jaren oud als eigenaar of houder wordt opge geven zal het hoofd des huisgezins voor den eigenaar of houder van den hond gehouden worden. Art. 18. Het tergen aanhitsen en mishandelen van honden is verboden. Art. 19. De overtreding der bepalingen dezer veror dening zullen worden geconstateerd door de be ambten dér plaatselijke policie en den gemeente veldwachter. Art. 20. De overtreding van de artt. 34 56 en 18 wordt gestraft met eene geldboete van 1 tot 5. De overtreding van art. 1211 eri 12 wordt gestraft met eene geldboete van ƒ3 tot 9 of gevangenis van 1 tot 3 dagen. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zeeland volgens hun berigt van den 6/13 September 1861 2481 -11 af- B no. 4114 schrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort den 4 December 1861. B C. CAU Voorzitter. J. P. AERMER1NSSecretaris. BEKENDMAKING. Burgemeester en Wethouders van Zie rikzee maken bekend: dat heeren Commissa rissen belast met het toezigt over de Armenschool in deze gemeente eene zitting zullen houden in de Regentenkamer van het Hervormd Diakonie Armengestichtten einde aldaar de aanzoeken te ontvangen en beoordeelenvan ouders of voog den, die verlangen mogten hunne kinderen of pupillen op die school te zien toegelaten en wel op Zaturdag den 21 dezer maand, des avonds ten 7 ure. Belanghebbenden worden mitsdien uitgenoo- digd om zich ten bepaalden tijde in het Armen gesticht tot voorzegd doel aan te meldendaar buitendien geene toelating op de Armenschool kan plaats hebben. Zierikzee den 4 December 1861. B. C. CAU Voorzitter. J. P. N. ERMERINS, Secretaris, KENNISGEVING. De Bdrgèmeester van Zierikzee brengt ter kennis van de ingezetenen dal er op Woensdag den 1 I (lezer maand, des middags ten 12'/, ure, op hel Raadhuis alhier, eene openbare vergadering van den Gemeente-Raad zal gehouden worden. Zierikzee 6 December 1861. De Burgemeester B. C. CAU. Zierikzee, 6 December. Door Z. VI. is tot burgemeester der gemeente llruinisse benoemd J. B. Neder veen. Zierikzee 6 December De dijk valop 2 dezer had plaats in den polder Scherperiisse en niet Stavenisse zooals in ons vorig nummer abuslvelijk is gemeld. De val strekt zich uil over eene lengte van 170 ellen. Daar hel on mogelijk was dal de buitendijk bleef staan is deze op last van den heer ingenieur jlir. van den Santheuvel achterover gehaald. Men vleit zich, dal de tijdig genomen maatregelen dien polder vooreeneinundatie zullen vrijwaren. Zonnemaire 3 December. In eene veree- nigde zitting der gemeenteraden -van Zonnemaire en Bommenede alhier is tot hoofdonderwijzer aan de openbare school voor lager onderwijs voor die gemeenten op heden benoemd de heer II. J. van der Meer met 8 stemmen. De heer Schoo bekwam 4 stemmen en de heer Kolder 1 stem. Op de voordragt waren geplaatst de heeren II. J. van der Meer hulponderwijzer te Mid del burg Schoohulponderwijzer te Stavenisse en Kohier, hulponderwijzer te Nieuwetonge. Men schrijft uit Middelburg van 4 1 dezer. Gisteren ochtend is Adriaan Polderman uit het huis van burgerlijke en militaire verzekering al hier per stoomboot naar Botterdam vervoerd om verder naar het rijks tuchthuis te Leeuwarden Ie worden overgebragtwaar hij zijne gevangenis straf van twintig jaren zal ondergaan. Maandag avond werd hier aan den horizont in de rigling van hel zuid ooslen een hevige vuurgloed opgemerkt die algemeen deed deu ken aan brand in het zuidelijk deel van Zuid- Beveland. Gisteren middag werd echter berigt dal Antwerpen op nieuw door een vreesselijken brand geteisterd was. De suikeraflinaderij Raf- finerie Beige en hel entrepót Saint Felix zijn to taal verbrand. Men berekent deschadeoplO millioen francs. Eenige personen hebben bij dit ongeluk het leven verloren. Ten 5uur des namiddags brak de brand uit in de suiker-raffinaderij ten zuiden van het dok. Van alle kanten snelde hulp toe maar het was onmogelijk de vlammen meester te worden. Ten 6'/a uur deelden zij zich aan het nieuwe en uit gestrekte entrepót mede dat slechts door een gang van 3 el van de raffinaderij was gescheiden. Een paar uren later was er van hel entrepót slechts een puinhoop over. Door het neder- storlen van den gevel van de raffinaderij zijn verscheidene brandspuitgasten onder het puin bedolven. Ook de schepen in het dok liepen groot gevaar, maar zijn ongedeerd gebleven. Een later berigt geeft nog de volgende bij zonderheden Antwerpen werd in de laatste jaren door tnenigen brand geteisterd maar geen was zoo hevig ais dezemet uitzondering van dien waar door het oude entrepót in 1810 geheel vernield werd. Zoodra het berigt van de uitbarsiing zich door de stad verspreiddewas ieder van schrik als verpletterd, want men wist dat de raffinaderij aan de eene zijde van het entrepót aan de andere zijde aan een magazijn van timmerhout grensde. Men zag dadelijk dat er aan bet behoud der raffinaderij zelve niet te denken viel maar het magazijn werd spoedig ontruimd. Zeer onver wacht zag men de vlammen uit de tweede ver dieping van het entrepót slaan men w ist dat zich daarin een aantal menschen bevond naar gissing minstens vijftig. Een kreet van ontzet ting weêrgalmde door de lucht. Wal zou er van de ongelukkigen worden die zich op de bo- vcDste verdieping, de van hel gebouw bevonden Hel treurige vermoeden werd bewaarheid een gedeelte der arbeiders kon door de vlammen heen zich een weg banende hel leven redden maar het aantal slagtoffers is groothoewel nog niet met juistheid bekend. Ten 7 ure 3a minuten deelde zich de brand aan het entrepót mede en 2 minuten voor 8 ure stortte de gevel met een ontzettend gedruisch naar beneden. Een kwartier uur was dus meer dan voldoende om een gebouw dat men onbrand baar had beschouwd totaal te vernietigen. De geheele omtrek van dok en haven leverde toen een schrikbarend gezigt op de masten en raas der schepen waren met matrozen bedekt die bezig waren de vonken en spranken te verwij deren. De schepen die het digst aan de kade lagen beproefde men naar de overzijde te bren-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1861 | | pagina 1