Zaturdag 8 December,
1860
WOENSDAG ZATURDAG.
Besturen en Administratiën
Oproeping.
bekendmaking.
ZIERIKZEESIffilOlIANT
A BO JVM E MEN TS-P RIJS.
Per drie maanden f 2,00. Franco per post ƒ2,25.
Inzending der Advert.daags te voren, »oorlO ure 'smorgens.
VERS CH1JNT:
Dc Commissaris des Konings inde Provincie
Zeeland
Verwitligl hen die ter benoeminï als WERK
BAAS bij de calamiieuse polders in deze provincie ter-
langen in aanmerking (e komendat zij zich
daartoe schriftelijk en op gezegeld papier binnen
veertien dagen nadedagleekening dezer bij hem
behooren aan te melden met overlegging van
hun goboorle-extractten blijke dat zij niet jon
ger dan 23 jaren en niet ouder dan 40 jaren zijn,
alsmede van het bewijs dat zij Nederlander zijn.
Aan ben diedeze vereisebten bezitten zal ver
volgens lijd en plaats worden opgegeven voor
een vergelijkend onderzoek hunner geschikt
heid.
Dat onderzoek zal inzonderheid loopen over
schrijven en rekenen, over dc geschiktheid lot
hel zelf verriglen der verschillende soorten van
dijkwerk over de kennis van dijksmalerialen
en over die der inrigting en werking van zee
sluizen.
Middelburg, den 1 December I860.
De Commissaris des Konings voornoemd,
VAN LIJNDEN.
Burgemeester en Wethouders ran Zierikzee,
maken bekend dat heeren Commissarissen be
last met het toezigl over de Armenschool in deze
gemeenteeene zitting zullen houden in de
Regentenkamer van hel Hervormd Diaconie Armen-
Geslicht, ten einde aldaar de aanzoeken te ont
vangen en te beoordeelen van ouders of voog
den die verlangen mogten hunne kinderen op
die school te zien toegelaten en wel op Zaturdag
den 22 dezer maand des avonds van 7 lol 8 ure.
Belanghebbenden worden mitsdien uitgenoo-
died om zich ten bepaalden tijde in het Armen-
Geslichl tot voorzegd doel aan te meldendaar
buitendien geene toelating op de Armenschool
zal kunnen plaats hebben.
Zierikzee den 3 December I860.
It. C. CAU Voorzitter.
J. P. N. EHMERINS, Secretaris.
De Burgemeester en Wethouders van
Zierikzee doen te weten dat door den Raad
dezer Gemeente in zijne vergadering van den
30 Junij 1860, is vastgesteld hei volgende
PliAATMELIJK KEGLEJIENT,
op het openbaar lager Onderwijs
binnen de Gemeente Zierikzee.
Artikel 1.
Het openbaar lager onderwijs binnen deze
Gemeente zal worden gegeven in de navolgende
openbare scholen.
a. Eene school voor onvermogenden (Armen
school.)
b. Eene school voor minvermogenden (Tus-
schenschool.)
c. Eene school voor meergegoeden (Burger
school.)
De Armenschool is uitsluitend bestemd voor
kinderen aan wie uit hoofde van onvermogen
kosteloos onderwijs verstrekt wordt.
Donger
De Tusschenschool is uitsluitend bestem «jAor
leerlingen dienaar het oordeel van Burgemees
ter en Wethouders, geacht wordenbuiten staat
te zijn een hooger schoolgeld te betalen dan voor
die school bepaald is.
De Burgerschool is toegankelijk voor allen
die het daar geheven wordende schoolgeld be
talen.
Art. 2.
Het onderwijs in de scholen vermeld in art.
1 omvat de vakken genoemd in art. 1 lett.
af der wet, tot regeling van het lager onderwijs.
Alleen in de Burgerschool vermeld onder c.
wordt daarenboven onderwijs gegeven in de be
ginselen der wiskunde.
Art. 3.
De scholen zullen zooveel mogelijk voor
zien zijn van al datgenewat kan geacht worden
voor het onderwijs noodig of nuttig te zijn.
Aan de plaatselijke schoolcommissie wordt
opgedragen jaarlijkste gelijk met hare be
grooting eene voordragt tot aanschaffing van
het benoodigde of wenschelijk gekeurdemet
opgaaf van de prijzen der voorwerpen te doen.
Art. 4.
De onderwijzers zijn belast met de zorg over
en de bewaring van het schoollokaalde school-
meubelen de schoolbehoeften en verdere hulp
middelen van het onderwijs, welke hun van
wege de gemeenteverstrekt zijn waarvan zij
een' inventaris aanleggen en bijhoudendie
jaarlijks na bevinding dat alles in goede orde
is, door den Voorzitter en Secretaris van de
plaatselijke schoolcommissievoor gezien en
in orde bevonden" wordt geteekend.
Zij moeten zorgen dat het schoollokaal dage
lijks zooveel mogelijk gelucht wordt en dat in
alles zindelijkheid en orde heerschen
Schade of verlies door grove nalatigheid
van hunnen kant veroorzaaktwordt door hen
vergoed behoudens hunne meerdere aanspra
kelijkheid volgens de wet, ingeval van opzet
of moedwil.
Art. 5.
Op al de scholen wordt in den regelge
durende ten minste 26 uren in de weekon
derwijs gegeven.
De verdeeling der schooltijden en der va-
cantien geschiedt door de plaatselijke school
commissie.
Art. 6.
Bovendien zijn de onderwijzers verpligt
naar -gelang der behoefte én gelegenheid en
overeenkomstig de bepaling en regeling der
plaatselijke schoolcommissie avondschool eri
herhalingschool te houden
Art. 7.
De onderwijzers moeten vóér het bepaalde
uur in de school zijn en daarin gedurende
den ganschen bepaalden tijd, schoolwerk ver-
rigten.
Art. 8.
Zij mogen geen huisonderwijs noch ander
dan het gewone schoolonderwijs geven dan
met speciale vergunning der plaatselijke school
commissie welke jaarlijks op hunne aanvraag
de dagen en uren zal bepalenwelke zij
daaraan mogen wijden.
Tot het aanvaarden en vervullen eener
betrekking van onderwijzer aan eenige school
of andere inrigting, waaraan eene jaarwedde
of vaste toelage verbonden iswordt vereisebt
de vergunning van Burgemeester en Wet
houders.
Art. 9.
In al de scholen zal eene tafel van werk
zaamheden ontworpen door den onderwijzer
en goedgekeurd door de plaatselijke school
P RIJS DER ADVERTENT IE N.
Gewone 12'/» cents de regel. Geboorte-, Huwelijks- en
Doodberiglen van 1 ---6 regels af 1 behalve hetlegelregl.
commissiein plano geschreven moeten op
hangen.
In die tafel zullen de vakken en uren van
behandeling voor de onderscheidene klassen en
schooltijden vermeld worden.
Voor de avond- en herhalingschool zal eene
aanduiding der te behandelen vakken met aan
wijzing der onderwijzersdoor welke zij be
handeld worden, voldoende zijn.
Telken jare zullen gemelde tafels de goed
keuring der plaatselijke schoolcommissie be
hoeven.
Art. 10.
Op geenerlei school mogen kinderen beneden
den leeftijd van zes jaren worden toegelaten.
Indien de bepaling van een hooger minimum
of van een maximum der jaren van toelating
en verblijf voor de eene of andere school wen
schelijk geacht wordtis die bepaling opge
dragen aan de plaatselijke schoolcommissie
behoudens beroep van de belanghebbenden op
den gemeente-raad.
Art. 11.
De onderwijzers worden opmerkzaam gemaakt
op de bestaande verordeningen omtrent de kin
deren met besmettelijke ziekten aangedaan.
Art. 12.
De onderwijzers moeten wijders toezien dat
de kinderen behoorlijk gereinigd en zindelijk
gekleed ter school komen.
Zij zijn verpligt hen af te wijzen, wanneer
zij door ongedierte of verregaande onzinde
lijkheid of slordigheid aanstoot geven.
Ait. 13.
De onderwijzers zijn mede bevoegd en ver
pligt van hunne scholen te weren kinderen
die lijdende zijn aan epileptische toevallen of
andere ziekten welke schaden kunnen aan de
andere kinderen of ook die zoodanige verstan
delijke of zedelijke gebreken hebbendat zij of
den geregeldeti gang van het onderwijs belem
meren, of de orde in de school storen, of het
zedelijk gevoel der andere kinderen kwetsen of
aan hun zedelijk bestaan nadeel toebrengen.
Art. 14.
Al de onderwijzers zijn verpligt eene naamlijst
der leerlingenvolgens een door de gemeente
kosteloos verstrekt modelaan te leggen en bij
te houdenen den gemeente-ontvanger behulp
zaam te zijn ir. het rigtig innen der schoolgelden
ook door het verstrekken van naauwkeurige
opgaven der schoolgaande kinderen.
Art. 15.
Zij zijn verder verpligt aanteekening te
houden van de afwezigheid der leerlingen
en van de redenen dier afwezigheidwaartoe
zij jaarlijks eene absentielijst zullen aanleggen,
die steeds in de school voorhanden zal zijn
ter inzage der bevoegden of belanghebbenden.
Herhaalde afwezigheid zonder geldende
redenenzal door den hoofdonderwijzer met
eene tijdelijke wegzending van hoogstens twee
weken kunnen gestraft worden.
Wanneer deze straf, voor de tweede maal
toegepastniet helpt zal van het verzuim
des leerlings kennis worden gegeven aan het
lid of de leden der plaatselijke schoolcom
missie met het speciaal toezigt op de school
belast, die naar bevind van zaken zullen
handelen en de wegzending van den weer-
spannigen leerling kunnen hevelen.
Art. 16.
Den onderwijzers wordt verboden de kin
deren met slagen of andere ligchaamskwel.
lingen te straffen.
Het zal hun gedurig streven moeten zijn
door leer en voorbeeld als ook inzonderheid
door goede keuze en verdeeling der werk
zaamheden de kinderen tot orde en nauw
gezette pligtsEetrachting op te leiden.
In de keuze en toepassing der straffen
wanneer die tot handhaving der tucht noodig
mogten zijn zullen zij de bestgekeurde op
voedkundige wenken en voorschriften volgen
en met gepaste gestrengheid te werk gaan.
De onbandelbaren en onwilligen zullen zij
aan de speciale commissiebedoeld in art. 17
kenbaar makendie naar bevind van zaken
handelen en de kennelijk onverbeterlijke»
wegzenden zal.
Art. 17.
Behalve de bevoegde burgerlijke en school-
autoriteiten (art. 63) mag niemand de school
bezoeken zonder toestemming van den onder
wijzer ofbijzondere vergnnningvan deplaatselijke
schoolcommissie of van de speciale commissie.
Art. 18.
Ouders of voogden die klagten mogter. hebben
over de niet aanneming of wegzending, of wel
over de behandeling hunner kinderenzullen
zich deswege niet mogen wenden tot den school
onderwijzer, maar die klagten moeten inbrengen
bij de plaatselijke schoolcommissie.
Art. 19
Ter beoordeeling van den staat van het onder
wijs zal minstens éénmaal in het jaar op iedere
school een naauwkeurig onderzoek door de plaat
selijke schoolcommissie of eene commissie van
minstens drie leden uit haar midden, worden
ingesteld naar de gemaakte vorderingen der
kinderen in de onderscheidene vakken welke
op de school waar het examen plaats heeft, moe
ten onderwezen worden alsmede naar de mate
van ontwikkeling en vorming bedoeld bij art. 23,
al. 1 der wet.
Bij die gelegenheid of ook wel bij het verlaten
der schoolkunnen aan de kinderen die zich
door goed gedrag en vlijt onderscheiden hebben
geschikte boekgeschenken of getuigschriften
vermeldende hunne verdienstenuitgereikt
worden.
Art. 20.
Op elke school zalindien het door de plaat
selijke schoolcommissie wenschelijk geoordeeld
wordteone leesbibliotheek van gepaste kinder
werkjes gevormd en bijgehouden worden.
Wekelijks of minstens éénmaal 's maands wor
den bij wijze van belooning of aanmoediging
door den hoofdonderwijzer uit die verzameling
aan de schoolkinderen werkjes uitgereiktge-
evenredigd aan hunne vatbaarheid. Van de
ontvangene werkjes zoo mede van de uitreiking
en teruggaaf houdt hij behoorlijk aanteekening.
Art. 21.
Bij het openvallen eener plaats van hoofd-
of hulponderwijzer wordt daarvan door de
plaatselijke schoolcommissie ten spoedigste
kennis gegeven aan Burgemeester en Wet
houders met raad en berigtaangaande de
vervulling.
Art. 22.
Ingeval van schorsingontslag of ontsten
tenis van den hoofd- of hulponderwijzer zal
de plaatselijke schoolcommissie in spoedver-
eischende gevallen de noodige voorbereidende
maatregelen nemen om Burgemeester en Wet
houders in staat te stellen tot eene spoedige
voorziening in de tijdelijke waarneming der
opengevallen plaats
Art. 23.
Aan de benoemde onderwijzers wordt eene
akte van aanstelling kosteloos uitgereikt.
Van die akten wordt een afschrift gezon
den aan den districts-schoolopziener en de
plaatselijke schoolcommissie.
Art. 24.
Indien eenig onderwijzer zich schuldig