N.°34. Woensdag 27 April. 1859 WOENSDAG ZATURDAG. BESTUREN A «NISTRATIEN Publicatie. publicatie. NIEUWSTIJDINGEN ABONNEMENT S-P R IJ S. Per drie maanden 2,00. Franco per post ƒ2,25. Inzending der Advertdaags te vorenvoor 10 ure 'smorgens. VERSCHIJN T: P RIJS DER ADVERTENTIE N. Gewone 121/, cents de regelGeboorteHuwelijks- era Doodberigten van 16 regels a f\ behalve hel Zegelregt. BERENDMAR1S G. Burgemeester en Wethouders van Zierikzee. Gezien arl. 24 der provinciale wet. In aanmerking nemende, dat volgens de plaats gehad hebbende loling voor de aftreding van heden der Provinciale Stalendit jaar zullen aftredende heeren Jhr. Mr. J. F. SCHUURBEQUE BOEIJË Mr. B. C. CaU en J. HOOGENISOOM flz. Brengen ter kennis van de ingezetenen dat ingevolge art. 5 der wet van 6 Julij 1850, Staatsblad no. 39)op den 10 JWei eerstkomende aanvangende des morgens 9 tot des namiddags 5 ure, ten Raadhuize in het gewone lokaal de verkiezing zal plaats hebben van drie Leden in de Provinciale Staten en dal aan alle kies- bevoegdenacht dagen te voren daartoe een oproepinghrief met ingesloten stembiljet zal worden te huis bezorgd. Zierikzee den 20 April 1859. B. G. CAU Voorzitter. C. de JONGE Secretaris Burgemeester en Wethouders der gemeente Zierikzee Gezien de circulaire van den beer Commis saris des Konings dezer provincie, van den 7 dezer maand, [Provinciaalbad no. 32.) Brengen ter kennis van de Ingezetenen der Gemeente. Dat de aangiften of verklaringen ter verkrij ging van patent, binnen deze provincie zullen worden uitgegeven van den zesden Mei lot en met den veertienden dier maand. Dat die verklaringen behoorlijk ingevuld, zul len moeten zijn ingezameld of bij den Ontvanger dien hel aangaat ingediend, op den 20 Mei doch in de gemeenten MiddelburgVlissingen, Goes en Zierikzee, op den 21 Mei aanstaande. Dat de registers van gemelde palentpligtigen zullen worden gesloten in de gemeente Middel burg op den zestienden in de gemeenten Vlissingen, Goes en Zierikzee op den negenden Junij en in de overige gemeenteD op den vierden dier maand. Dat de patentpligtige schippers, eigenaars en directievoerende van binnenschepen schuiten en vaartuigen, vermeld in de 16de tabel der wet van den 6den April 1823, waaronder als nu ook zullen begrepen worden diegeen, welke besten dig in hunne vaartuigen wonen en geene builen - rivieren of wateren bevaren, te rekenen van den eersten Mei aanstaande tot den zestienden der- zelve maand, zich voor het patent van bet dienst jaar 185s/a0 zullen behooren aan te geven bij hel Bestuur der plaats waar zij zich zullen bevinden, onder overlegging van een biljet, hetwelk daar toe bij die Bestüren verkrijgbaar gesteld ister wijl ingevolge de hiervoren aangehaalde wet door de alsnu aan hel patentregt onderworpene schippers, naauwkenrige opgave zal moeten worden gedaan of zij in het vorige jaar geene andere huisvesting hebben gehad dan aan boord hunner schepen, en met die schepen geene bui tenrivieren, de Zuiderzee noch de Zeeuwsche stroomen bevaren of in het voorgaande jaar bevaren hebben. 'i Dat aan slijters, tappers, kroeghouders en koffij- huishouders (no. 37 tot 40 van tzlbell4)aan hunne huizen onmiddelijk na den 1 Mei een aangift- biljet zal worden bezorgd hetwelk na verloop van 3 dagen zal worden opgehaald. Dat de kramers zullen gehouden zijn om bij het doen hunner aanvrage oin palent, ople geven de wijze óp welke zij hun beroep uitoefenen, naar aanleiding der onderscheidingen bij 1 der 7de label, gevoegd hij de wet van den 16 Junij 1832 Staatsblad no. 30)alsmede de gezamenlijke in- koopswaarde der door hen te koop aangeboden wordende goederen; zullende dien onverminderd door de palentpligtigen bij S ene van 1 der evengenoemde label vermeld ter gelegenheid en ten gelijken einde als boven, opgave moeten geschieden van den tijd der during, wat eerstge noemde betrefthuns verblijfs in de gemeente en wat laatstgenoemden aangaat van dien der te houdene verkooping; terwijl zoo zij de wijze van verkoop veranderen, de waarde hunner waren vermeerderen of den duur des verblijfs of der te houdene verkooping verlengen daarvan op den voet van art. 5 9 der wet van den 21 .Vlei 1819 en op de boelen bij art. 37 bepaald aangifte zullen doen, in de gemeente alwaar zij zich bevinden, en zoodanig aanvullingsregi vol doen, als van ben bij werkelijk toegenomen belastbaarheid, zoude kannen worden gevorderd. Dat wijders de bedoelde kramers, benevens de debitanten van loterijbriefjeskrachtens Zijner Majesleits besluit van den 17 Ofgober 1820 {Staatsblad n'o. 22),' op de boete bij I en 2 van art. 32 der w'èt van den 21 Mei 1819 bepaald verpligt zullen zijn steeds hun gezegeld patent tóef zich te voeren. Dat door schippers eigenaars en directievoe rende van binnenschepen, schuitenen vaartuigen hiervoren bedoeld bet patentregt zal moeten worden voldaan ten kantore van den Ontvanger, Ier plaatse van de aangifte en wel in eens, voor zoo verre die plaats niet is of die van hun vast verblijf of de vaste legplaats van het vaartuig, of wel eindelijk die, alwaar het bedrijf wordt uit geoefend, doch anders bij tiende gedeelten. Dalnogtans van de laatste wijze van betaling, bij tiende gedeelten ook door de eigenaars, schip pers of directievoerende welke zich niet in hunne vaste woon-, leg of verblijfplaatsen be vinden zal kunnen worden gebruik gemaakt mits rij zich gedragen naar het voorschrift van 15 der !6de tabel van de wel van den 6 April 1823 door zich in den loop der maand Mei voorzien van een bewijs van aangifte hetwelk echter niet langer dan die maand van kracht zal zijn, naar hunne vagte woon- leg- of verblijf plaats te begeven, of wel dat bewijs van aangifte derwaarts op te zenden om aldaar te worden ge patenteerd, in welk geval de betalingen bij den Ontvanger dier plaats zbllen moeten geschieden. Dat de palentpligtigen van de 16de tabel, voor den 17 Mei e. k. geheel of gedeeltelijke betaling in voege voorschreven zal moeten zijn geschied, en ook de patenten op vertoon der kwitanli'en van de Ontvangers, voor dien tijd bij de gemeente besturen door hen zullen moeten worden afge haald aangezien van dien dag af de recherche op de niet gepatenteerde schippers een aanvang zal nemen. Gedaan Ie Zierikzee den 20 April 1859. Burgemeester en Wethouders voornoemd B. C. CAU Voorzitter. C* de JONGE Secretaris. Burgemeester en Wethouders ,van Zierikzee, brengen' bij deze tér kennis van de ingezetenen dezer gemeente dat met hel primitief beschrij- vingswerk voor de Personele Belasting, over het dienstjaar 185B/60 een aanvang zal wordeD ge maakt op vrijdag den 6 Mei aanslaande en de beschrijvingsbiljettenmet den achtsten dagdaarna, door of van wege den Ontvanger der Directe Belastingen zullen worden opgehaald met aan maning om de voorzegde biljetten naaunkeurig in te vullen ten einde zich voor schaden en onaangenaamheden te hoeden alsmede aan de zoodanigen welke bij de beschrijving geen biljet mogten ontvangen om zich ten spoedigste om zoodanig biljet bij den Ontvanger voornoemd aan te melden, ten einde hetzelve voor den 31 Mei ten kantore van denzelven volgens art. 30 §4 der wet van den 29 Maart 1833 [Staatsblad no. 4) ingevuld te kunnen bezorgen. Met verdere informatie dat tot Tegcnschatters voor deze gemeente, om aan de zijde der belasting schuldigen te dienen zijn benoemdde beeren L. KOOI.E, P. van der LINDEN. E. W. MUS en de Gemeente-Bouwmeester ;Y1. COUVÉE Jr. Zierikzee den 20 April 1859. Burgemeester en Wethouders voornoemd B. C. CAU, Voorzitter. C. de JONGE, Secretaris. BINNENLAND Zierikzee,25 April. Wij vermeenen het toon- kunstminnend publiek nogmaals opmerkzaam te moeten maken op de muzikale uitvoering van tde Jaargetijden" op donderdag aanstaande, te dezer stede. Men late de gelegenheid niet voorbijgaan om een werk te hooren, hetwelk nog niet alhier is opgevoerd en waartoe een tal van dilettanten en meesters ook van elders zal medewerken gezwegen nog van de medewerking van eenen zanger die als om strijd gedurende dezen wider in Holland gevierd en gezocht werd. Wij verwijzen naar de advertentie hierachter. De minister van justitie heeft goedge vonden in te trekken de commissien van eenige onbezoldigde rijksveldwachters die zich niet hadden ontzien om met eenige slroopers zamen te spannen in dier voege dat deze stroopers zich door die beambten voor eenig geld dal zij van hen ontvingen hadden laten bekeuren we gens het zetten van wildstrikken op vooraf daar voor aangeduide plaatsen door welke handeling de bedoelde rijks veldwachters bet erlangen van de gestelde premien op de wildslrikkerij hadden beoogd. Als een aardigheid die zich in de natuurlijke historie zeker zelden voordoetwordt ons uit Oudewaler het volgende medegedeeld Een ingezeten dezer gemeente heeft in een tuin achter zijn huis eene duiveniil slaan. In een der hokjes van die lil in gebruik bij een paar duiven, heeft een paar spreeuwen zich met geweld den toegang weten te verschaffen om ook aldaar bun nest te plaatsen. Yoor dat het zoo ver kwam hadden er onophoudelijk vecht partijen plaats lusschen de bezitters en de in dringers welke laatste echter ten slotte zoo ver zijn geslaagd dat thans het hokje tot gemeen schappelijke woning verstrekt,zoo van de duiven als van de spreeuwen en de laatste reeds op een zestal eijeren zitten te broeijen. De ge meenschap van goederen schijnt dus in het wet boek der dierenwereld niet onbekend te zijn. De slager P. van der Stok te 's Hage is door aankoop eigenaar geworden van den op de laatst te Botterdam gehouden tentoonstelling van den landbouw bekroonden os, die den heerSc/iihman te Delfshaven toebehoorde en 1412 onde ponden woog. Men verzekert dat hel een der zwaarste is, die voor hel paaschfeest zullen worden geslagt. Door den spekslager Ebeling te 's Hage is een varken aangekocht te Rietveld hetwelk op de waag te Bodegraven gewogen de onge wone zwaarte had van 367 Ned. ponden. BUITENLAND. DniTSCatAND Te Weenen scheente oordeelen naar wat men onlangs van daar schreefde invloed der oorlogspartij op nieuw stijgende en bleef ook het publiek, uit wantrouwen aan de eerlijkheid van Frankrijks bedoelingen krijgszuchtig ge stemd. Niet ten onregle werd de opmerking gemaakt dat met de ontzettende verliezen die Oostenrijk door den teruggang van al zijne staats papieren reeds in zijn nationaal vermogen ge leden heeft, alvorens nog een zwaard uit zijne schede is getrokken, de kosten van een Moedigen krijg gedekt hadden kannen worden te meer naardien, door het stilstaan of kwijnen van alle handels en nijverheidsonderncmingen aanzien lijke kapitalen onvruchtbaar geworden zijn. In- tusschen betoont men zich in de Oostenrijksche hoofdstad met de laatstelijk door Pruissen aange nomen houding en met de ontvangst, den aarts hertog Albrecht te Berlijn te beurt gevallen, hoogst voldaan. In hunnen onwil van Frankrijk drijven som mige Oostenrijksche dagbladen de zaak echter gewis Ie ver bij voorbeeld de Wiener l.eilung wanneer zij zegt dal mogt het llaliaansclie vraagstuk ook al de door Frankrijk verlangde oplossing vinden. Mapoleon alsdan hel Huitsche vraagstuk zou gaan bestuderen om zoo van lieverlede, de omwenteling over geheel Europa te verbreiden. Want de Fransche keizer zon het toch zeker wel niet wagen het regt van tus- schenkomst in de zaken van den door geheel Europa erkenden Duitschen Bond met Oosten rijks interventieregt in de zaken van Italië op dezelfde lijn Ie stellen. Uit Milaan wordt gemelddat generaal Giulaij eiken dag, vergezeld van 50 militairen, die hem geen oogenbiik verlaten de mis bij woont. Twee soldalen, op welke hij vertrouwen kan, zijn steeds in zijne kamer aanwezig. Uit Rome wordt gemeld dat de paus tol het besluit is gekomen om, indien de vrijwil lige aanwerving voor het Pauselijke leger niet aan de behoefte mogt voldoen van elke honderd jongelingen, die in staat zijn de wapenen te dra gen twee bij loting voor de krijgsdienst op Ie roepen. Een buitengewoon voorbeeld van schijn dood had dezer dagen te Moscou plaals. De vrouw van een rijk koopman werd na eene korte ziekte ais dood beschouwd haar ligchaam af gelegd en naar de begraafplaats gevoerd. Op het oogenbiik dat de grafdelver bet lijk zoude nederlaten gleed de baar uit en werd de kist door den val zeer beschadigd. Men wilde dit herstellen toen men tot grootcverwondering de gewaande doode de oogen zag openen en eene ligle beweging met den arm maken. De geluk kige echtgenoot sloot spoedig zijne jonge vrouw in de armen en vervoerde haar onmiddelijk naar huis waarreedsde geneeskundige wachtte. Korte dagen waren noodig om die vrouw te doen her stellen. Zij droeg van alles wat met haar ge beurd was kennis waarvan haar hel meest had getroffen het leggen in de kistde lijkdienst en het nederlaten in de groef." De droefheid van mijn echtgenoot zeidezij .wasdegrootste smart, maarbei ontbrak mij aan kracht tot spreken of gebaren maken. rRAKKRIlB Parijs 21 April. De tóèsland bcefl sedert gisteren avond eene volslagen verandering onder-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1859 | | pagina 1