MEZOmuiM AiiYEimm LIJSTJES DER AFVAARTURFK r- I bet regler en daarna het linker oor afgesneden maar later kon men de straf niet meer loepassen en zat liet schependom builen raad men moest besluilen om naar naburige steden zoo ook te Cambrai hel - erzoek tcjrigten hoe 110 te handelen. Tot heden is geen spoor gevonden van de oplos sing dezer zonderlinge regisvraag. in de omstreken van Turnhout heeft zich eene besmettelijke ziekte onder de varkens ge openbaard. Deze ziekte is de kool-typhus (ook het Sl. Antenius-vuur genoemd), en gaat niet alleen over van het eene varken tot het andere maar ook lot den niensch door het aanraken van zieke of doode zwijnen met de handen waarin eene wond of opening is. BU ITENLAW S>. aiiiTsoBiisa Keulen 3 Februari) Te Weenen wenscht men den oorlog niet maar schijnt dien te verwachten en geenszins te duchten. Nu en dan geeft de geestdrift zich lucht. Dit was onder anderen het geval toen den 28 laatst leden het tooneelstuk het Testament van den Grooten Keurvorstin den hufschouw- burgvverd opgevoerd. Toen namelijk, de acteur die de rol van den Keurvorst Fredcrik vervulde uitriep dat hij als Duitsch Vorst, de bedreigingen van buitenlandsche Mo gendheden verachttestond het geheele pu bliek op om eene daverende toejuiching te doen hooren en nog sterker en langdu riger was dat gej uich bij de woorden den Keurvorst in den mond gelegddat hij vreemden overmoed zou weten te tuchtigen en bij latere toespelingen op eene verecni- ging tusschen de hoven van VV'eenen en Ber lijn. De geestdrift werd hierdoor nog ver hoogd dat de aartshertogen, die zich in de hol loge bevondendeel aan hel gejuich na men. Te Hannover had dezer dagen een tweegevecht met pistolen plaats tusschen een adjudant van prins Adelbert vanPruis- sen en den luitenant v. Boch. Eerstgenoem de ontving een kogel in de borst en gal'na eer.ige oogenblikken den geest. De aanlei- dende oorzaak tot dit duel was een woorden twist tusschen beide partijen welke op een bal was ontstaan. Men meldt uil Hannover ten opzigte van het noodlottige dueldat zij reeds ecnige dagen te voren pistoolschoten hadden gewisseld welke echter zonderocnig gevolg waren geblevendewijl de afstand waarop zij van elkander geplaatst stonden te groot was. Uil Athene verneemt men het zonderlinge berigt dat de porie in bet geheele rijk hel on derwijs in het oud Grieksche verboden en de Grieksche onderwijzers uil het rijk en van het eiland Caudia verb mnen heeft. Ea«»KÏI18 Het gerucht is in omloop en vindt vrij al gemeen geloof, dat Kossuth door Parijs gelrok ken is, om zich naar Genua te begeven waar hij reeds zoude zijn aangekomen. Men meldt uit Ancona dat cenige dagen geleden een zeer aanzienlijk inwoner dier stad hij het uitgaan van den schouwburg een dolk steek iu den hals werd toegebragt. De oorzaak van dezen moordaanslag is onbekend. De heer Eugène Delacroix is verkozen tol buitengewoon lid der koninklijke academie van Belgie in de plaats van wijlen den beroemden Ary Scheffer. a a o o t-b aittisrstïa Een dagblad verzekert dat de Fransche regering zich tot een der voornaamste Engel- sche reeders me! de vraag gewend heeft hoe vele schepen hij binnen een gegeven lijd, lot het overvoeren van troepen ter beschikking van Frankrijk zou kunnen stellen. JONGSTE TIJDINGEN. Londen 7 Februarii. Koflij vast native 50 a 56 sh. Thee zeer vast ord Congo 13 sh. be taald. Suiker stil. Hijst lot iets betere prijzen gevraagd. Ter veemarkt waren heden aangevoerd 8460 runderen 16,600 schapen en 130 kalveren markt onveranderd. 's Lands wijs 's Landseer. Wij zitten met onze gastenaan eene en dezelfde tafel de Chinezen integendeel hebben bij eenen .„„„i.uj ,r, --lee gasten eene bij- Wij rouwen in zwarte de Chinezen in witte de Turken in blaauwe de Egyptenaren in gele en de Ethiopiörs in grijze kleederen. Wij houden hel voor onachtzaam en morsig wanneer w ij ons niet van lijd tot tijd de nagels afsnijden dit wordt echter in China enkel door de armen gedaan de aanzienlijken laten hunne nagels groeijen zoolang slechts mogelijk; zij houden die evenwel rein en doorziglig en bewaren ze des nachts in kokers. Hij ons is hel zeer onwelvoegelijk onder bet eten te smakken, en hijheldrinken luid (e slorpen. Hoe aanzienlijker zich iemand beschouwt in Albyssenië,';des te meer smakt hij, als hij kaauwt, en hij houdt zulks voor eene groote beschaafd heid. Hij neemt zelfs het vleesch niet in den mond; maar aan zijne beide zijden beeft hij vrouwen zitten die hem den mond lot slikkens toe vol stoppen. Bij ons verbeugen zich de onderdanen gewoon lijk, wanneer hun vorst door hunne woonplaats reist. In China mag op de doodstraf, zich nie mand op den weg laten zien. over welke de kei zer dien dag moet rijden. Hij die op de straat mogt willen blijven slaan, stelt zijn leven in de waagschaal. Wij verkoopen de boter bij helgewigt; in Spanje duwt men dezelve in darmen even als worst en verkoopt ze aldus hij de el. Te Gent zijn bij den uitgever C. Annool- Braeckman van de pers gekomen Beschouwingen over het Ontwerp van een Algemeen Reglement voor tie Polders der Provincie Zeeland. Uit de beschouwingen van algemeenen aard extraheren wij hel volgende, vertrouwende, dat het belang hebbenden aangenaam zal zijn te vernemen hoe iu Belgie over dit ontwerp geoordeeld wordt. Gaarne erkennen wij de doelmatigheid der zoo wel in Zee land als in andere provinciën aanwezige besturen van groote waterschappen. "Wij kunnen er ter ons niet vereenigen met het gevoelen van den opsteller ties ontwerps dat eene algemeens invoering van dergelijke groote waterschappen in de geheele uitgestrekt heid der provincie Zeeland wenschelijk zoude zijn. Wanneer men de aandacht vestigt op de bestaande groote wateTscbaps-instellingen, en op de geographische ligging der gronden over welke zij zich uitstrekken, ontwaart men al da delijk dat de zelve slechts daar aanwezig zijn waar voor groote landstrekenzoo als in Noord-en Zuid-Holland en in Utrechtof ook voor eilanden zooals "Walcheren, Schouwen en Katzand, of zoo gezegde oude landen, zooals de breede watering van Zaid-Beveland bewesten Yerseke in 'Zeeland slechts ééne oever- of dijks-defensie bestaatzoodat men zich moet voorstellen dat die instellingen daar ontstonden te gelijk met de bedijking der gronden waaruit zij zijn zamengesteld. In Zeeland echter bestaan buiteu die zoo gezegde oude landenlatere op zich zelfstaaude bedijkingen van aangewas- sene schorren of herdijkiugen van overstroomde gronden welke achtervolgens aU zelfstandige ligchamen als het ware geboren zijn en voortdurende in leven zijn gebleven. Deze poldersalhoewel soms aan groote waterschappen grenzendezijn daarmede niet vereenigd geworden omdat elk dier polders uit de natuur dier zaak eigene en afgezon derde dijk- of oever-defensie heeft. Zijn dan ook eenige dergelijke polders tot groote water schappen toegetreden dan is die vereeniging het gevolg ge weest van de vrije besluiten en overeenkomsten der betrok kene polders en waterschappen wij verwijzen slechts als voorbeeld op de toetreding van den Casteelpolder in het. 6de polder-arrondissement Oostburg tot de watering van Katzand, De noodzakelijkheid eener gemeetie uitwatering heeft ook aanleiding gegeven tot het ontstaan van onderscheidene kleinere waterschappen de wateringen van Scherpenisse (3de arrond.) Kruiningenenz. Ook zijn daarenboven menigvuldige vereenigingen van pol ders tengevolge hunner vrije besluiten en overeenkomsten in Zeeland tot stand gekomen, wij noemen alleenlijk: In het '1de arrondissement Schouwen de polder Nieuw- Bommenede cum annexis, de polder Ooster-en Sir-Jansland, enz. Overal waar de noodzakelijkheid van een gemeenschappelijk beheer zich heeft doen gevoelen, ia ook eene vereeniging tot Btand gekomen. Het tegenwoordig bijzonder beheer en van de groote wa terschappen en van de kleinere wateringen en van de vër- eenigde polders, en van de op zichzelf staande polders ia ook in Zeeland zoo doelmatig ingerigt geworden dat dit zelfstandig beheer het bestaan en de behouding der gronden ia dezelve gelegen steeds heeft verzekerd. Men moet dus huiverig zijn, om veranderingen te brengen aan hetgeen met zoo goed gevolg sedert onheugelijke jaren heeft bestaan. Wanneer men ook 'bedenkt dat de bestaren van alle deze instellingen zich over het algemeen getrouwelijk zorgvuldig en op eene allezins voldoende wijze van hunne pligten hebben gekweten tegen eene geringe geldelijke helooning dan kan men aan dezelve zijnen eerbied niet ontzeggen dan moet men hen een door verloop van tijd als het ware gevestigd regt tot voortduring toekenhen, dan vervallen de voorgewende gron den tot verandering door den opsteller van bet ontwerp in geroepen. Op de hiervoren ontwikkelde waarheden steunde zich ook de requestmeester, directeur generaal van de polders in des- zelfs instructie bij zijne in functie treding ten jare 1811 III, alwaar hij zijne voorzigtige denkwijze aid us uitdrukt .- De 1' administration et de la conservation des poldres. „1/ association particuliere de chaque poldre a des regies qui ont assure etsón existence et sa conservation. S.M.ne veut rien changer a la forme d' administration qui les regitelle a rotdu senlement conSacrer leur existence par on décret spécial et particulier pour chaque direction. Ces regies seront délibe- rées par la reunion des propriétairas, arrêtées par moiet pre sentees a 1' approbation de Sa Majcsté Si quelques modifica tionsreconnues nécessaires par V experience doivent éire appliquées a vos anciens statutevous les proposerez. Dezelfde grondbeginselen werden dan ook gehuldigd In de grondwet voor de vereenigde Nederlanden van den jare 1814, art. 131 In de grondwet voor het koningrijk der Nederlanden van den jare 1815, art. 222; 'En y" 3t-vyan den jare 1840, art. 220, beide laatste aldus „De staten hebben het toezigt en gezag over alle Hooge en andere Heemraadschappen wateringen waterschappen dijk en polderbesturen en andere dergelijke collegien hoe ook genaamd binnen hunne provinciën onverminderd nogtana hetgeen in art. 218 omtrent het onraiddelijk toezigt van de algemeeue directie van den waterstaat over de daarbij ge noemde zee- of rivierwaterkeerende werken is bepaald. De laatste goedgekeurde reglementen dezer co legien maken den voet van derzelver inrigtingen uitbehoudens uogtans het regt der'staten, om daarin, onder goedkeuring van den koning, verandering te maken en onverminderd de bevoegd heid dier collegien, om aan de staten zoodanige veranderingen ■daaromtreut voor te stellen als zij voor het belang der in gelanden zullen vermeenea te behooren, enz." Krachtens de wet vsd den 11 October J 848 (Staatsblad no. 67) is wel dit laatste artikel weggevallen maar deszelfs bepalingen ten dezen aanzien zijn vervangen door een nieuw artikel (192) aldus luidende „De provinciale staten hebben binnen hunne provinciën het toezigt op alle waterenbrnggeu wogen waterwerken en waterschappen zij zijn bevoegd, onder goedkeuring des kortings, in de bestaande inrigtingen en reglementen der vs ater schappen behoudens de bepalingen der twee voorgaande artikelen veranderingen te maken er/nieuwe vast te stellen. De besturen dezer waterschappen Tcunnbn aan de -staten daartoe voordragten doen Op grond dezer bepaling, wrpijjriede overeenstemt art. 138 der wet van den 6 Julij 1850, rakende de zamenstelling en magt van de provinciale staten (Staatsblad no. 39), moeten wij de ongrondwettigheid van het thans aangeboden ontwerp be weren als in deszelfs hoofdstrekking buiten de bevoegdheid der provinciale staten vallende. Het bewijs hunner onbevoegdheid is ligtelijk te leveren. De staten kunnen wel is waar, volge»9 de aangehaalde bepa ling nieuwe inrigtingen van de waterschappen vaststellen Maar inrigtingen (organisations) zijn geene oprigtingen of stichtingen (creations)-: om zich daarvan te overtuigen behoeft men slechts te beproeven om in'3e 2e zinsnede van het thans weggevallen art. 220 der Grondwet van 384-0 het woord inrig tingen met dat van oprigtingen of stichtingen te vervangen, als wanneer men tot een algeheelen onziu geraakt, namelijk De laatst goedgekeurde reglementen dezer collegien maken den voet van derzelver oprigtingen of stichtingen uit." De noodzakelijkheid van het voortdurend bestaan der Dijk en Polderbesturen en dergelijke collegien en van de handha ving dezer voprvaderlijke inrigtingen op den voet waarop zij zich tijdens-'d&Mnvoering der Grondwet bevonden is dan bij alle deze artik'èlen erkend, terwijl de zamenhang van de ver schillende bepalingen van het IX hoofdstuk der Grondwet, Van den waterstaat, genoegzaam aantoont dat in het art. i 92 bedoeld wordt, het bestaan dezer inrigtingen te verzekeren de vrees weg te nemen voor derzelver ophef bij de meerdere centralisatie des bestuurs en de bestaande wijze van beheer wel onder toevoorzigt der hoogere Autoriteiten, maar geenszins met uitsluiting vau de belanghebbenden, te handhaven. Het staat diis vast dat bij de voren beroepeu artikeleD geens zins aan de staten bevoegdheid is gegevenom nieuwe oprig- dingen van waterschappen vast te stellen. Dit is nogtans de hoofdstrekking van het ontwerp, om eene opgedrongene vereeniging van alle polders op hooger bevel als 1 algemeene maatregel in te voeren en groote, tot dusverre niet bestaande, waterschappen op te rigten en tot stand te brengen. Daartoe zijn de provinciale staten onbevoegd, en dit zon alleen bij de wet, gevorderd in art. 191 der grondwet, de welke het algemeene en bijzondere bestuur van den waterstaat moet regelenkunnen worden ingevoerd. En dat men niet zegge, om deze weinig grondwettige maat regelen te bemantelen, dat bij art. 1 van het thans vigerende reglement van administratie der polders in Zeeland van 11 Julij 1840 5 Julij 1844, de polders der provincie Zeeland verdeeld zijn in negen arrondissementen en dat deze arron dissementen als waterschappen kunnen worden beschouwd, welker inrigting de staten bevoegd zijn te veranderen. Het is immers algemeen bekenden het blijkt zoo uit de art. 6, 7 en 8 als uit den geheelcn inhoud van dat reglement, dat deze verdeeling enkelijk van finaucielen aard isen geene andere strekking heeft dan de bepaling eener evenredigheid in de aanslagen voor het jaarlijksch subsidie, door de polders van een arrondissement, waarin een of meer calamiteuse pol ders gelegen zijn te betalen. Nooit en nergens heeft deze indeeling eenigen invloed op het beheer der polders en wateringen uitgeoefend nooit en nergens zijn voor die arrondissementen opperbesturen gesticht, welke een algemeen gezag of beheer over de daarin gelegen polders en wateringen zouden hebben. - Zij zijn dan niet als waterschappen ingerigten de thans voorgestelde verandering is dan ook geene verandering van inrigting of reglement van bestaande waterschappen, noch zelfs ook eene nieuwe vaststelling van inrigtingen of reglementen van bestaande waterschappen. Wij kunnen ook ter goeder trouw niet inzien wanneer bij de Grondwet het wettig bestaan der polders en wateringen is verzekerd bij het thans vigerend D'eglement van administratie der polders in Zeeland van den 11 Julij 1840 5 julij 1844 de magt en attributen van het polderbestuur behoorlijk zijn omschreven, aan de directien de inngt is verzekerd om ten allen tijde met klem en spoed te kunnen handelen voorts geregeld hoedanig de Ingelanden in de lasten zullen voorzien, hoedanig de omslagen daarvan zullen worden tot stand gebragt, terwijl bij de wet van den 9 October 1841 (Staatsblad no, 42) bepaald is dat deze omslagen bij parate executie inbaar zijn en deze bepalingen behoorlijk worden nageleefd; hoe,onder zoodanige omstandigheden, niet genoegzaam voor eene goede administra tie der polders en wateringen in Zeeland zoude gezorgd zijn en waarom derzelver directien ondanks hen zeiven, onder het nieuw in te voeren meer gecentraliseerde bestuur van groote waterschappen, met uitsluiting der onmiddelijke belangheb benden, zouden moeten worden ondergeschikt. Heden overleed ons geliefd Dochtertje EVE'rDINA JOHANNA, in den leeftijd van bijna tien jaren. Zierikzee, 2 Februarij 1859. M. J. SCHUURBEQUË BOEIJE. E. S. SCHUURBEQUE BOEIJE geb. de Jonge. Haamstede 6 Februarij. Heden morgen ten 7 urebehaagde het den Almagtige, onseenig hartelijk geliefd Doch tertje en Behuwd-Docblertje JOHANNA COR NELIA na een langdurig lijden in den nog jeugdigen leeftijd van 8 jaar en ruim 11 maanden, tot onze bittere droefheid, van onze zijde weg te nemen. M. A, VIS. N. VAN DAMME. van de afdeeling SCHOUWEN en DU1VELANO der Zeeuwsche .Maatschappij van Landbouw op Donderdag den 10 Februarij e. k.des namiddags ten 12'/, ure, ten Huize van den Heer J. H. Swakts te /.ic rik zee. Punten van behandeling Rekening en Verantwoording over het afge- loopen jaar. Benoeming van Leden voor bet Afdeelings- Bestuur. Mededecling van het Verslag bedoeld bij art. 27 der Statuten. Ingekomen stukken enz. Zierikzee 8 Februarij 1859. De Secretaris der Afdeeling voornd. H. G. MULOCK HOUWER. van de verschuilende htoombooten op de Zeeuwsclie Sfroomeii worden uitgegeven op eenen der eerste dagen van iedere maanddoor den Boekdrukker P. D. J. QUANjER. Prijs per jaargang 40 centsgezegeld voor sociëteiten 60 cents en enkele nummers 5 cenls. Voor eene franco toezending per post wordt bovendien 12 cenls per jaargang berekend. m\\\ MiikTMüiira phiazbis 33 kei bfïectski tb aiwsïee301m. tlec 7 Februari) 1859 Nederland Werkelijke schuld dito dito A.morti9, syndic. Werkelijke schuld Rusland. bij Hope 1798 1816 dito 1828/1829 bij Stieglitz. 5. leen. dito leen 1855. bij Hope bij Stieglitz. dito Cert, van aas. Poolsche scbatkistb oblig. Oostenrijk. Metallieken Nationale rente Amsterdam Weenerbank bij Goll. dito Metallieken Buitenland9ch Bin nenland sell Buitenlundsch Cert, van coupons Bnitenlandsch 1853 R dito 1856 3 Aand. Russ. Spoorwegk 236(volgefour) 5 ROTTERDAM7 Februarij. TARWE. Ofschoon er meerder aangevoerd was dm de vo rige week, was er minder ter veilen ruimde het aa'gevoerde 10 a 20 cents hooger vrij goed op, de beste van f 7,0 tot f 8; mindere van f7,40 tot f 7,70. ROGGE. Zeeuws, 'laams. en Overm. als voren f5,70 a f 5,90. GERST. Zeeuwse! Vlaamsch. en Overm. winter f 5, a, f5,40; dito zomer f &0 a f 4,85. HAVER. Zeeuws, en Inl. Korte f4.20 a f 4.6* dito Lange- f2,25 a f 3. ERWTEN. Zeeuwsche groene f8. h 12, groote dito f 13,50 a 14,30. PA ARDENBOON EN 6-0 a f7,50. Vlas gedurende de vorige week was de haiM op het land beperkt. De aanvoer ter markt van heden vrj groot en vond tot verlaagde prijzen goede vraag. Spanje. Portugal. 3 V» pc t 3 4 5 6 w S 5 5 4 2 V, 8 8 645/t* 775/i« 93% 97>:V.e 104'-* 102'/, 97l/4 101 8fl»/4 J 86% 67% 80% 69 71 80% 35 V, U 40 29,'/!. 4/3/, Zierikzee 7 February. Innengekomen de Eng. schooner Admiraal Windim van Green wich naar Rotterdam8 dit', uitgezeild de Ned. schooner Clemenskapt.-. Persoon naar New-Castle. Brouwershaven 4 Febru'j* Binnengek. Noachkapt. P. Wierikx.an Batavia naar Schiedam6 dito, Bataaf- kapt. H. I). van Wijck van Batavia naariollet('am 5 dito, uitgezeild Stad Dordrecht, P'- Stuitvan Dordrecht naar Londen Havelock kapt. J. Timer, van Londen na Amsterdam. A F V A R T DER STOOMBOOl STAD ZIE R i K ZEE. Tan. Zierikzee, Otterdam, Woensdag 9, Wg. tf' 's ™rB- Vrijdag 11, j n! n dienst tusschen'^eiburg en Rotterdam» Van Middelbar, w ïan \"Uerdam, Donderd. 10. 'a mor? J Woensdag 9, s morg. are. Zaterdag 12. Vr^"e 10 De diligence zal fDkzee 1'l, ui.r ea ds afvaart der stoomboot san Ro/am oaar Middelburg ea van Middel- barg naai Rott. g/ met de afvaarl der atoo>nbo°' rude». Ter Stads-Dr/erii ïan Erfea A'

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1859 | | pagina 2