INGEZONDEN STUKKEN
VERTE
Strandvonderij.
BEURS, MAllKTBËitlGTEN ENZ.
ZEETIJDINGEN
Eene jonge zwaar gocrinolisocrde dame,
ging dezer dagen ecne koffijvisite rnpken. Door
de warmte der sloof welligl aangetrokken, vlijde
zich een jong poesje ongemerkt onderdo crino
line. Toen de daine opstond om naar huis Ie
gaan, scheen ons poesje zich hier zeer behage-
lijk Ie vinden en hechtte zich aan de crinoline
vast. kerst op straal merkte de dame welk een
last zij in hare crinoline droeg. Schudden of
slooten haatte echter niel het beesje scheen zich
slechts te vaster en veiliger te nestelen. Aan
de crinoline om te koeren en den lastigen gast
op helderlichten dag op de openbare straat wel
geweld te verdrijven, was natuurlijk niet te deu
ken. Er bleef dus niets over dan ouder doods
angsten en aanhoudend gevaar voor alle moge
lijke eventualiteiten, den geheelen weg naar huis
af te leggen waar eindelijk de crinoline van het
poesje verlost werd. Men zegt, dat de jonge
dame cene gelofte gedaan heeft, geeno crinoline
meer Ie dragen.
JONGSTE TIJDINGEN.
Lokde.v 2-1 Januarij. Granen over het al-
meen ielsOaauwer.
Ter veemarkt waren aangevoerd, 3470 rund.
15280 schapen en 99 kalv. Stemming beter.
OVERZIGT vun het door Gedeputeerde Staten
van Zeeland ingediende Ontwerp van een
algemeen Reg lenient voor de Polders der
Provincie Zeeland.
Vervolg van ons vorig nommer.
Art. 34I voorziet in de gevallen dal zij aan
vvien dit is opgedragen niet in tijds voorzien in
de cene of andere benoeming, liet draagt hun
die benoeming op evenwel met verpligting tol
cene soort van in mora stelling.
Art. 342-344 regelen op welke besluiten van
waterscbaps- of polderbesturen de goedkeuring
van God. Stalen moet verleend worden alsmede
binnen welken tijd die behoort kenbaar ge
maakt te worden aan de besturen.
Een laatste en wel het Xde hoofdstuk wijdt
het ontwerp aan de calamileuse polders.
De eerste bevat algemeene bepalingen en
welwelke polders calamitous kunnen verklaard
worden en hoe dat geschiedt.
Om calamitous te kunnen worden verklaard,
moeten sedert de bedijking minstens 30 jaren
verloopen zijn en lot instandhouding van den
polder in do laatste 3 jaren meer dan twee en
een half maal of in het laatste jaar meer dan
anderhalf maal de zuivere pachtwaarde der
daarin gelegene landen uitgegeven zijn boven
dien mogen de renten der reeds vroeger lot in
standhouding van den polder gedane en door
Godep. Staten goedgekeurde gcldleeningen
berekend legen een maximum vaii 5°/0 niet
minder bedragen dan één vierde van die pacht
waarde.
Een 0'.-rstroomde en herdijkle polder sedert
welks vorige bedijking minstens 30 jaren ver
loopen zijn kan calamitous worden verklaard
wanneer hij gedurende do 3 eerste jaren na de
herdijking onvruchtbaar is geweest en wanneer
tot zijne instandhouding gedurende dien tijd
anderhalfmaal de zuivere pachtwaarde der daarin
gelegene landen voor de overstrooming is moeten
uitgegeven worden.
Art. 345 licht nader toe wat onder zuivere
pachtwaarde verstaan en wat onder uitgaven
begrepen wordtnl. de kosten der noodzakelijke
werken lot instandhouding van den polder, do
kosten van zijn beheerzijn aandeel in de uit
gaven van hel waterschap en de bovenbedoelde
renten.
IIet bedrag dier uitgaven wordt mei dat der
eigene inkomsten van den polder verminderd.
Volgens de mem. van toelichting en de inzage
der tegenwoordig vigerende bepalingen zal daar
van ieder overtuigen rusten de voorwaarden
voor de calamiteus-verklaringop dezelfde grond-
slagen die nu gelden behoudens eenige nadere
omschrijving. Aan Ged. Staten is die calarni-
leus-verklaring op eene voordragt van Inge
landen te ontvangen opgedragen. Zij moeten
echter daarop Dijkgraaf en Dijkraden van hel
waterschap hooren.
Den Koning verblijft de goedkeuring van de
calamiteus-verklaring.
Tot staving der voordragt van Ingelanden
moeten worden gevoegd de pachlcontracten van
landen in den polder, waarvan de pachttijd ge
durende de jongst verloopen tien jaren is aan
gevangen en alle verdere bescheiden welke
Gcd. Staten inoglen noodig achten.
De zuivere pachtwaarde van al de landen zal
door drie deskundigen worden geschat wanneer
die contracten niet wegens der landen in
den polder worden ingezonden. Deze tauxatie
geschiedt op de wijze bij art. 348 bepaaldten
koste des polders.
Volgens art. 349 bedraagt het door cenen
calamiteusen polder op te brengen geschot ten
minste de helft ten hoogste drie vierden van
de zuivere pachtwaarde der landen in den polder.
Ged. Stalen wier besluit de goedkeuring des
Konings behoeftbepalen het naar gelang der
uilgaven voor den polder.
Hel beheer der calamileuse polders wordt in
de 2de geregeld.
Het reglement wordt er in al zijne bepalin
gen op van toepassing verklaard, zoo ver die
bepalingen niet uitdrukkelijk uitgezonderd ge
wijzigd of vervangen zijn.
De arlt. 351-362 geven dan ook nadere be
palingen.
Allereerst wordl van de toepassing op die pol
ders uitgesloten de bepaling dal iedere polder
zijne werken van gemeen belang bekostigt (art.
99 2de zinsnede) en de daarmede in verband
staande coinplahle regeling van art. 121 en 137.
Toezigt op de werken wordtbehalve door of
van wege Dijkgraaf en Dijkraden, gehouden
door de ambtenaren en beambten, aan wie dit
door of van wege den Koning is opgedragen.
Dijkgraaf en Dijkraden moeten zich houden
bij hel opmaken der bestekken en hel houden
der aanbestedingen voor de werken die in de
termen van art. 99 vailen d. i. die van gemeen-
schappelijk belangaan de deswege van Konings-
wege te geven voorschriften.
De walerschaps-besluren hebben dus, volgens
het ontwerp reglement, het beheer over de ca
lamileuse polders.
De nadere bepalingen die dit beperken
vloeijen volgens de mem. vau toel. voort uit
de betrekking, waarin zij slaan tot het rijk.
De eigene inkomsten zegt art. 353" en
geschoten van alle do binnen het waterschap
gelegen calamileuse polders worden bijeenge-
voogd tot een bijzonder fonds/' dat afzonder
lijk zal beheerd worden en waarvan Dijkgraaf
en Dijkraden verantwoording doen aan Hoofd
ingelanden. In de eerste plaats wordt daaruit
in de uilgaven, welke ten behoeve der calami
leuse polders van het waterschap gezamenlijk
te doen zijn, voorzien.
Is er meerder benoodigd dan wordt dit gedra
gen door de kas van het waterschap, door de
provincie ieder voor een deel en het overige door
's lands kas.
Ged. Staten bepalen hot deel, dat het water
schap zal dragen.
Het stelsel dus da! tegenwoordig vigeert,
wordt volgens het ontwerp door een ander ver
vangen, nl. beheer uit een hijzonder fonds met
suppletie uit de kas van het waterschap, de
provincie en het rijk.
De maatstaf, waarnaar door eike.n polder aan
de kas van hel waterschap voordat deel wordt
hijgedragen moet liet bijzondere reglement van
het waterschap bepalen.
Die bijdrage gevoegd bij de uitgave des
polders gaal de helft der zuivere pachtwaarde
van de landen in den polder niet te boven.
De bijdrage der provincie wordt over de wa
terschappen tot welke calamileuse polders
belmoren verdeeld in evenredigheid der som
welke uit elk waterschap wordt opgebragt wegens
opcenten ten behoeve der provincie, op de
directe belastingen.
De begroolingsommen voor de werken van
gemeen belanggcldeD niet zonder goedkeu
ring des Konings.
Dijkgraaf en Dijkraden maken die op in over
leg mot den ambtenaar van den waterstaat,
dien het aangaat.
De bijzondere hegrooling van eiken calami
teusen polder wordt door Dijkgraaf en Dijkraden,
in overleg met den ambtenaar van den water
staatdien het aangaat, opgemaakt en vastge
steld onder door of van wege den Koning te
verlcenen goedkeuring.
Omtrent hel doen van uitgaven uit het vroeger
bedoelde bijzondere fonds of uit de kas van het
waterschap treden Dijkgraaf en Dijkraden wien
het doen dier uitgaven opgedragen wordt in
overleg met den ambtenaar van den waterstaat
dien het aangaat
Dijkgraaf en Dijkraden benoemen alle be
ambten en bedienden ter uiloefening van beueer
of toezigt binnen eenen calamiteusen polder
noodig.
Eindelijk bepaalt art. 362 dat zoo lang een
der polders van het waterschap calamiteus is de
in Zeeland geplaatste Hoofd-lngenieur van den
waterstaat of bij zijne ongesteldheid afwezig
heid of ontstentenis de Ingenieur van het di
strict zitting en stem heelt in de vergadering
van Hoofdingelanden.
De artt. 363372'houden niet ongewone
overgangsbepalingen in.
Die van art. 369371 zijn van het meeste
belang er. wel die van art. 371 ten aanzien van
calamileuse polders. Daardoor wordtzoolang
in den toestand der polders van een waterschap
door cene nieuwe calamiteusvcrklaring geone
verandering wordt gebragt ten aanzien van het
aandeel dat eiken polder zal bijdragen aan do
kas van het waterschap tot het doen der noodigo
uilgaven voor de calamileuse polders hel be
houd der thans beslaande evenredigheid ver
zekerd.
Met art. 373 bepalende dat alle vroegere
bepalingen omtrent\Jiet beheer der polders bij
vaststelling van dit reglement zijn vervallen
sluit hel stuk waarvan wij trachtten eenoverzigl
te geven.
Wij herhalen wat wij vroeger schreven hel
ontwerp steunt op fiksche beginselen, wier uit
voering gewijzigd zal kunnen en bchooren te
worden, wil hol voor aannemingo. i. vatbaar zijn.
Alvorens Ie sluiten met ons overzigtwagen
wij enkele bedenkingen niet zoo zeer over het
ontwerp als wel omtrent de zaak zelve die hel
onder regeling tracht te brengen.
Ik geloof niet, dat men het eene magtspreuk
zal noemen als wij beweren dat waarheid is
wat hel ontwerp in beginsel stelt «er is een
belang dal aan meerdere polders gemeen en er
is een belang dat éénen polder in 'l bijzonder
eigen kan wezen."
Dat gemeenschappelijk belang is voornl. aan
wezig ten aanzien van wat het ontwerp dijken
werken of sluizen die zee- of rivierwaterkee-
rend zijn noemt en hoezeer het zijn kan dat
zoodanige werken alleen in 'l belang van éénen
polder zijn daargesleld of dienst praesteren
toch is er alsdan een meer algemeen belang dat
behartigd moet worden dan wanneer het alleen
het inwendige van eenen polder betreftomdat
de toestand ook dier werken terstond van invloed
kan wezen op naastliggende polders al belmoren
die niel onder de zee-of rivierwaterkeerende.
Van dit beginsel uitgaande komt men tot
enkele vragendie wij nog ten slotte willen
aanstippen een ieder de vrijheid latende over
de wijze barer beantwoording, gelijk wij die ook
voor ons vragen.
Is ren afzonderlijk beheer een afzonderlijk
toezigt voor die werken van gemeenschappelijk
belang wenschelijk zoo ja hoe dat in te rigicn
zonder met de geschiedenis te breken? Hoe
dit in verband Ie brengen hoe dal in verhand
Ie houden met het beslaande polderbestuur?
Hoe dit laatste in te rigten en te doen werken
Voor vrije polders en deze alleen hebben wij
hier op bet oog, is naar onze innige overtuiging
dat afzonderlijke beheer dat afzonderlijke toe
zigt cene behoefte.
De vraag «gaat het nu, gelijk het gaatniet
goed?''zouden wij me! de wedervraag kunnen be
antwoorden zou hei nogniel beter gegaankunnen
zijn?" Op die wijze dus komt men niet veel ver
der. Men dient, dunkt ons, den aard der zaak
die hel hier geldt, in het oog te houden. Hel
geldt hier aan het water ontwoekerden grond
aan dal waterte blijven betwisten.
Daartoe is noodig niet enkel kennis opgedaan
uil ervaring die men in zeker opzigt routine
zoude kunnen noemenmaar daartoe behoort
de bekendheid met een zeer bijzonder vak dat
veel studie en onderzoek veel practiscbe erva
ring levens vereischt, nl. dat der waterbouw
kunde. Dit zal wel niemand betwisten, da!
deze wetenschap vooral voor oever- en dijkwer
ken van het hoogste belang is.
Hel uitoefenen van het toezigt op zoodanige
werken is dan ook iets anders dan hel waarnemen
en behartigen van de belangen des polders bin
nendijks hoe dikwerf ook die laatste belangen
naauw zamenhangen met die werken van meer
gemeen belang.
Maar daarom dan ook is o. i. een afzonder
lijk toezigt en een daaruit voorvloeijend afzon
derlijk beheer wenschelijk en nuttig. Het nut
tige is vooral daarin gelegen omdat het meer ge
concentreerde toezigt of beheer gelegenheid zal
kunnen geven om zich van eenen deskundigen
bijstand te voorzien dien men anders moet mis
sen zeer dikwijls ten nadeele van de wezenlijke
belangen der polders.
Maar hoe zoodanig beheer daar te stellen om
geen inbreuk te maken vooral op de finanliële
belangen des polders?
Vervolg en slot in een volgend nummer.
De Burgemeester der Gemeente
Êéjw—Haamslede, roept hiermede voorde
eei-ste maai op, de reglhebbenden op de
navolgende Goederen, als: 132 Kanasters
SUIKER, ecne Baal KOFFIJ BOONEN 20
BUFFELVELLEN en 30 Bossen BINDROT-
TING, om met de bij de wel gevorderde be
wijzen aan hem Burgemeester in te zenden
hun eigendom deswege (e slaven.
Haamslede den 24 Januarij 1859.
De Burgemeester voornoemd
C. M. BOLLE.
PHZJSBffi 9SB jSFFECTEH TE A2BSTEE9ASÏ
den 24 Jannarij 1859
Nederland Werkelijke schuld 2>/i pet
dito dito 3
Amortis. syndic. SVj
Werkelijke schuld 4
Rusland. bij Hope 1798 1816 8
dito 1828/1829 B
bij Stieglitz. 5. leen. 5
dito 6. leen 1858. 5
bij Iiope
bij Stieglitz. 4
dito Cert, van asa. G
Poolsche scbatkislb oblig. 4
Oostenrijk. Metallieken 5
Nationale 5
rente .Amsterdam 5
Weenerbank bij Goll. 8
dito k
Metallieken 2'/s n
Spanje. Buitenlandsch 8
Binnenlaridsch K
Buitenltiudscb 1's
Gert. van coupons
Portugal. Buitenlandsch 1853 K
dito 1856 3
Aand. Russ. Spoorwegil 236(volgefour) 5
ROTTERDAM 24 Januarij.
TARWE. N. Zeeuws. Vlaams, eu Overm. bij kleinen aan
voer tot volkomen vorige prijzen opgeruimd de beste van
f7 70 tot f 8 mindere vau f 7 tot f 7,30. ROGGE. Zeeuws.
Vlaams, en Overm. 10 a 20 cent lager f8,25 a f 8,90.
GERST. Zeeuwscb. Vlaamscb. en Overm. winter f 4 a f 5
dito zomer f4 a f4,70 HAVER. Zeeuws, en Inl. Korte
f3,75 a f4.75. dito l ange f2,25 a f4. ERWTEN. Zccuwschc
groene f 8.25 a f 12,25 groote dito fl2f 15. PAARDEN-
BOONEN f6.50 a f7,50.
MEEKRAPPEN. Redelijk geveild daar de vraagprijzen
evenwel boogcr clan vorige weekwaren was de omzet niet
groot. VLAS, De tamelijk groote aanvoer ter markt van
lieden vond slechts gedeeltelijk tot lagere prijzen koöpers.
64 V8
77 xi 2
94
99'?,,
lOü'/s
103%
983',
102'/,
86%
87 V,
G8%
827,
"37,
82'/,
01 V,
86%
44 V,
407,
30 V,
6
46''/,»
45«|,
■238
237ste SEAATS-ïiOTSBIJ.
Vijfde klasse.
11de Lijst. No. 3392 f2000 no. 1459, 3293,
6131 7608, 12881 17034 en 17709 ieder
f 1000 no. 6259 15141 en 15593 iederf400;
no. 6054, 1 1552, 19013 en 19547 ieder ƒ200
no. 797, 2945 5784, 102(12, 12072, 12819,
13890, 14045, 14275,14598 en 16025 100.
12de Lijst. No. 3146 f 1000 no. 6936,9756,
10875 11033.11674 ,14806 en 15393 ieder
f 400, no. 2355, 5902, 8405, 12892, 16241 en
18683 iederf200 no. 4006, 5787,6729, 7181,
9551, 10746 11378, 12749 14750, 16(120
16555 17002 en 18201 ieder 100.
Zierikz.ee ,22 Januarij. Binnengekomen,
de Ned. kof Cornelia, kapt. H.L. Stasse, met
zout van St. Ubes voor Dordrecht,
23 dito. Uitgezeild, de Ned. schooner Alma-,
kapt. H. Bowbysin ballast naar New-Castle.
Brouwershaven 23 Januarij. Binnengek.
Wieland kapt. N. Ostermann van Rott.
naar New-York gesleept binnendoor van
Hellevoet. 24 dito. Korlenaat kapt. A.
Glazener Jr.van Batavia naar Rotterdam.
AFVAART
stad z.i e r I k zë E.
der stoomboot
Fan ZieriJczee:
Donderd'27, 's morg. 7
Zondag 30, 10
dienst tusscken Middelburg en Rotlerdam.
Van Rotterdam-:
Vrijdag 28, 's morg. 10 ure
üingsdag 1, 6
Van Middelburg
Woeusd. 26, 'smorg. 6 ure
Vrijdag 28, 6l/2
Van Rotterdam
Donderdag 27,'smorg.l01/2ure,
Zai.urdag 29, 6
De diligence zal van Zierikzee lJ7a uur na de afvaart der
stoomboot van Rotterdam naar Middelburg en van Middel
burg naa* Rott. gelijk met de afvaart der stoomboot rijden»
Ter Stads-Drukkerij van de Erven A. de Vos.