Woensdag 5 Januarij.
WÖËÜSDAG k 2ATÜB0AG.
SS
W.°2.
1859.
Strandvonderij.
ZIERIKZEMlETfJBANT
A BONN E M E N T S-P R U S.
Per clrie maanden f *200. Franco per post [2/25,
Inzending der Advert, dacgste vorenvoor 10 ure 'smorgens.
VE li S CH IJ N T
P R IJS D ER A D VE li TE N T IE N.
Gewone 15 cents de regel. GeboorteHuwelijks- en
Doodberiglen van 16 rege'safl behalve hel Zege-regt.
ï)e Burgemeester van Xierilczeebrengt ter
algcmeene kennis dat alhier is aangebragt en
geborgen: een SCHEEPS l'LEGTANKI R 1
DREG een partij TOUW WERK (gekapt onge
veer 30 einden randiverso lengte), I l.lZEREN
BLOK 1 STUK van een MARSZEIL I STUK
van een FOK/KIL, f SPANG WANT, J IJZE
REN WATERSTANG 1 dito HANGER en 10
dito KETTINGEN, gevischt op de Zeebonds-
plaat afkomstig van bet wrak van een Brik,
vermoedelijk op 29 October jl, vergaan, welke
geheel onbekend is en roept mitsdien elk die
vermecnen mogl daarop regl of aanspraak te
bebben i oor de dec tie mttttï ter reclame op,
zullende dn reclamanten zich tot dat einde bij
hem burgemeester behooren aan te melden.
't wrikzee den 3 Januarij 1859.
l)c Burgemeester voornoemd
B. C. CAU.
Met liarteliike dankbaarheid ver
meldt het Hervormd Diaconie Armbestuur bij
deze, op oudejaarsavond (Kleine Kerk) gecol
lecteerd te hebben eene gift van «en hon-
tles-tï f/uttleri.
Zierikzee3i December 1858.
Hel Hervormd Armbestuur voornoemd
,t. L. de JONGE, Voorzitter.
J. P, N. ERMERINS, Secretaris.
Regenten over hel Burger-Weeshuis te
Zicrikzee maken wederom tiunkbace mei-
(Sitttj van eene onlvangene gift groot 5©
in 2 Bankbiljetten van ƒ2.5, gecollecteerd in de
avondgodsdienstoefening der Hervormde Ge
meente alhier van Vrijdag 31 December (858.
Zierilczeeden 3 Januarij 1859.
Regenten voornoemd
m. oe crane Voorzitter.
Ter ordonnantie
H. A. vanIJSSKLSTEUN, Secretaris.
BINNENLAND
ZiERtKZEG3 Januarij. In het afgeloopen
jaar 1858 zijn binnen deze stad on het poortam
bacht geboren:
139 kinderen van het mann. geslacht
132 vrouw.
te ieanoen 27! kinderen waaronder begrepen
zijn 7 als levenloos aangegeven de geboorte in
1858 is minder dan in T857 16 kinderen.
Jii de registers van overlijden zijn ingeschreven
123 personen van bel mann. geslacht,
98 vrouw.
te zamen
in 1857.
221 personen zijnde 25 meer dan
Lr zijn 79 huwelijken voltrokken, zijnde 18
meer dan in 1857. Echtscheiding heeft er niet
plaats gehad
Als eene bijzonderheid kan vermeld worden,
dat gedurende een geheel jaar nog nimmer, ten
minste van af de invoering der registers van
den burgelijken stand derhalve van af het jaar
1811-, in deze gemeente zulk een aanzienlijk
getal paren als in 185S zijn gehuwd het hoogste
getal bedroeg 71 en het gemiddelde getal bedraagt
61) a 65.
Een milicien tot deze provincie behoo-
rende, heeft onlangs voor den krijgsraad te
Middelburg te dier zake als deserteur te regt
gestaan omdat hij bet beroep van zeeman
weder opgevat en als zoodanig buitenland-
sclie reizen gemaakt had zonder nadere toe
stemming. Hij is echter vrijgesproken daar
hij geheel ter goeder trouw had gehandeld.
Het wetsvoorstel lolafkoopbaarslelling der
tienden van den beer Sloel tol Olclhuis schijnt ook
buiten 's lands weerklank te hebben gevonden
immers bij de eerste kamer zijn te dezer zake
twee adressen ingekomen een van den heer
Carl Sledman lid van de Pruissische ridderschap,
eigenaar en wethouder te Ebrcnbreitslcin en
een van den heer Arriold Weimann, uit Creusnach
in de Rijnprovincie.
De regtbank tc Rotterdam heeft deze week
een vonnis gewezen waarbij is beslist dat de
bij den handel gebruikelijke zoogenaamde be-
leeningsaclen tegenover derden geene kracht
hebben. Men verneemt dat de in het ongelijk
gestolde partij van ditvonnisin cassaliezal komen.
Naar men verneemt heeft de Maatschappij
tot Nul van 't Algemeen den hoogleeraar P. J.
Vetli uitgenoodigd tot het doen cener inspectie
reis zoo binnen als buiten het vaderland om
onderzoek te doen naar den slaat van het school
wezen de beste methoden enz. en zou die
hoogleeraar bij tusschenpoozen de verschillende
provinciën van ons vaderland bezoeken.
De aanvragen, welken in (lezen tijd
gawoonlijk geschieden om als kweekeling
op's rijks kweekscholen geplaatst te wor
den zullen talrijk zijn aangezien men be
tere inrigtingen en regeling tegemoet ziet.
Er kan evenwel nog niet spoedig gevolg aan
gegeven worden, omdat de zaak niet in de
vergadering der inspecteurs van het lager
onderwijs die spoedig aanstaande is zal
ter tafel komen. Later zullen de reglemen
ten en bepalingen publiek gemaakt worden
naar welke grondslagen de aanvragen moe
ten geschieden.
Men schrijft uit Dordrecht van 29 Deo.
Op 27 dezer des avonds werd nadat gedu
rende dien dag het gerucht reeds was ver
spreid dat de kas van het begrafenisfonds
Memento Mori der schuitenvoerders alhier
niet in orde zoude zijn ontdekt dat de
secretaris en fungerend; penningmeester van
dat fonds zekere P. v. d. E., voortvlugtig
en in de kas een tekort was van ƒ2000. Naar
men verneemt is door de policie terstond een
onderzoek ingesteld met dat gevolg dat'de
voortvlugtige, door de ijverige nasporing van
den daarmede belasten agent van policie P.
van der Linden en op diens aanwijzingden
volgenden ochtend door de policie te 's Gra-
venhage werd gearresteerd
Volgens eert partikulieren brief, ge-
dagteekend Riouw 13 Nov. 1858, van zeer
geloofwaardige zijde ontvangen is door eene
expeditie ouder bevel van den luitenant ter
zee 1ste kl.A.J. Kroefbestaande uit Zr, Ms.
schepen Soembing Haaien Padang, op den
DNov. te Releh eene luisterrijkeoverwinning
behaald. De versterkte bentings van den
Pangliema Besas die den nieuwen sultan
van Linga niet erkennen wilde zijn be
stormd en ingenomen het vijandelijke op
perhoofd gesneuveld zeer vele oproerigen
gedood, 23 stukken geschut van 12, 8en 6
ponden 25 metalen lilas veroverd. De moed,
de volharding en het beleid vari den luite
nant ter zee 1ste klasse A. J Kroef worden
daarbij hoog geroemd Ook de overige offi
cieren, waarvan genoemd worden de luite-
nans ter zee 2de klasse K. C Bunnik W. J
Schollen van Aschat jhr. G. A. Tindal en
L. F. H, Tockerman hadden zich uitmun
tend gedragen en door hun voorbeeld de
onderoflicieren en matrozen tot de hoogste
geestdrift enmoedsbetooning opgevoerd. De
gebeele inagt was sterk geweest 30 man van
de Soembing 30 van de Padang en 40 van
de Ilaai 2;> soldaten van het garnizoen van
Riouw 60 Boeginezen en 200 Maleijers;
deze laatsteri voerden niets uit dan in
de verte schreeuwen. Onze brave schepe
lingen telden 17 gekwetsten waarvan 4
overleden zijn. De luitenant ter zee Schol
len van Aschat was door een steek met
eerie kris in het been ligt gewond. De
brief vloeit over in den lof van het uit
muntend gedrag der officieren en schepe
lingen. {Daghl. v. 's Gr.)
Den tóen 16 October ji. stonden voor
den raad van justitie te Soerabaija teregl de be
klaagden OemarDaeng Mangerang Seinannali
lnalla Oewa Soenie Matannah en Boelie, beschul
digd van zeeroof, gepaard inet moord eu poging
tot brandstichting in den nacht van 4 op 5
April jl. gepleegd aan de passagiers en opvaren
den van den kotter Srie Uakongop de hoogte
van Beliling (eiland Balie.) Het openhaar minis
terie werd waargenomen door den officier van
justitie nir. M. W. Scheltematerwijl de verde
diging der beklaagden aan de verschillende leden
der balie was opgedragen. llit de voorlezing
der acte van beschuldiging bleek onder anderen,
dat de voornoemde kotter gezagvoerder .4 M.
de Grave van Makasser, den 3 April van Banjoe-
wangie (Java) naar Ampenan (Lombok) was ver
trokken ,_met eene lading beslaande uil olie.
huidengoudzaad, dranken provision, schil
derijen, zout, zeep, aardappelen, 1,957,200
Chinesche Iieppengs en voor eene aanzienlijke
som aan souvereineu en liollandsche rijksdaal
ders;dal reeds op de reis van Badong naar
Bar.joewangie de pjocroemoedie Oemar (een der
beklaagden) en de matroos Laeman waren ver
blind door den glans van het goud en zilvergeld
dat door de heeren tie Grave, voornoemd en C.
Ahier (Krigelschman, huurder v an den kotter),
ten aanschouwe van hol volk was geleld, en op
middelen bcdetëht waren om zich (laarvan mees
ter te maken dat zij daaromtrent in over
leg waren getreden met de opvarenden eener
praauw sappek door hen te Banjoewangie aan
getroffen bemand met acht personen, waar
onder vijf der beschuldigden; dal twee op
varenden der praauw dienst hadden genomen op
den kotter volgens toestemming van den heer
de Grave niettegenstaande de tegenwerping van
den serang Oemar dal zij niet op de monster
rol waren ingeschreven dat bij hen niet kende
en zij van geene papieren voorzien waren-
dal de praauw sappek den kotter steeds was ge
volgd des daags op eonigen afstand blijvende,
des nachts zich nader bijhoudende, zijnde zulks
zoo voortgegaan tot zondag avond 4 April, om
streeks middernacht, met donker weder eu wei
nig landwind, op welken lijd de sappek zeer
nabij was de serang Oemar (ie wacht op het dek
had, zittende op het achtergedeelte van de ka-
juilskapzoor nabij den djoeroemoedie Oemar,
die hel roer hield, terwijl Laeman op den
uitkijk was vonr aan het schip en aldaar fluis
terende met DaengMangerang ènOesoeppoea tpolla.
de twecaangenomenen van de praauw, terwijl
de anderen beneden sliepen dat alstoen Dtteng
Mangerang met eene kris verborgen onder dc
sarong die hij hoog om de schouders had opge
trokken naar het achterdek was gegaan aan
den serang, die vroeg wal hij daar te maken
had gezegd heeft dat hij van den djoeroemoedie
wilde leeren op het kompas zien en sturen, en
daarop den serang een stoot met zijne kris in
de keel heeft gegeven waardoor deze achterover
wijkende iu zee is gevallen dat de aanval
op den serang het sein was voor do singling,
waartoe ook Laeman en Oesoep pjea Apolla voor
aan het dek met hunne krissen gereed stonden
zijnde te gelijker lijd door Oaeng Mangerang den
opvarenden van de sappek toegeroepen dat zij
op zouden komenzijnde daarop gevolgd een
.geschrei en gejammer waarvan bij elk der nog
levenden de herinnering is overgebleven dal zij
die aan het dek waren het eerst zijn afgemaakt
de kajuitsjongen Paeng na een krissleek ont
vangen te hebben over boord is gesprongen
en dal de djoeroemoedie S'nLu zijne vrouw naar
het vooronder heeft gesleurd en in het duister
verborgen doch zelf niet ver van haar af door
Daeng Mangerangbijgelicht door Laeman was
ontdekten met eene kris van het leven beroofd;
dat de heeren cle Grave en Aliicrdoor bet angst-
gescbreigewekt, de kajuit zijn ontvlugt zijnde
Ahier alstoen in hol ruim afgemaakt, terwijl de
Grace werd gevonden in het vooronder, op de
kooi van den serang vruchteloos om helleven
smeekte door Daeng met zijne kris is doorstoken,
zoodal hel bloed de vrouw van den djoeroe
moedie die in de nabijheid verborgen lag be
spal te; dal inmiddels de sappek langs boord
van den kotter was gekomen, vier der opvaren
den met de wapens in de hand waren overge-
klommen terwijl de beide overigen acbtevble»
ven om de sappek langs boord Ie houden en bij
de deining der zee voor slooten te bewaren dat
do zeeroovers geen menschelijk geluid meer
boerende bebben gemeend dal allendood waren
en in de praauw sappek hebben overgebragt
zooveel als zij daarin bergen konden van de
meeste waarde onder anderen de gouden sou-
vercinen en zilveren rijksdaalders, een jagtgeweer
en andere wapens de gouden knoopjes van den
serang enz., en vervolgens, om hunne gruwelen
te verheelen, in de kajuit kleederen en andere
ligt ontvlambare stoffen bebben bijeongebrngl en
in brand gestoken waarna zij den kotter heoben
verlaten en met de sappek zijn gevlugt, den buit
verdeelende onder hun tienen, bij welke gelegen
heid een hunner was overhoop gestoken, terwijl
hel genoegzaam zeker is dat eeu tweede later op
Sumbawa hel leven beeft verloren, toen hij zich
legen zijne vervolgers verdedigde dal aan de
slagling was ontkomen de matroos Kadir, die zich
eerst heeft verstoken en daarna met de sloep ge
red terwijl de vrouw van den djoeroemoedie
Sidin zich mede voor dc moordenaars had weten
te verbergen den brand in de kajuit bad ge-
bluschl en daarin geholpen door den serang
Oemar die ondanks zijne wond zwemmende
eu klauterende weder aan boord had weten te
komen den kotter den volgenden ochtend op de
reede van Beliling heeft gebragt alwaar aan
boord zijn gevonden de lijken van 7 inlanders en
2 Europeanen onmiskenbare blijken dragende
van met krissteken wreedaardig van het leven te
zijn beroofd.