ftT.° 24.
Woensdag 24 Maart.
1858
IHiSTCffi' «IAISTIUTM
«lilVSTIJDDGB
ZIERKZEESGHE
A BONNEMENTS-PBIJS
Per drie mnmulen f2,00. Franco per post f 2,'25.
11nzending der Advert, daagsle. voren, voor II ure 'smorgens.
COURANT.
Woensdag en Zafcurdag.
PHI.IS DEP, ADVERTENTIES
Gewone 15 cents deregel. Geboorte-, Huwelijks- en
Doodberigienvan 1-6 regels af 1 behalve liet Zegelregl
PROVINCIE ZEELAND.
ESerijdcn «Ier Straatwegen.
De Commissaris des Konings in de provincie Zeeland,
Gezien de voordragl van den Hoofd-lngenieur in bet
71 I de district van den Waterstaat
besluit
De op den 103cn dezer uitgevaardigde bepalingen,
omtrent bet berijden der straatwegen in deze provincie,
•worden opgeheven met middernacht lusschcn den 21slcn
en den dezer.
Dit besluit zal in hel Provinciaulblad geplaatst endoor
de Gemeentebesturen afgekondigd norden.
Afdrukken daarvan zullen aangeplakt worden op de
gebruikelijke plaatsen, alsmede aan de poorten en
tolkantoren.
Afdrukken zullen worden gezonden aan den Hoofd
ingenieur in bet 11de district van .•en Waterstaat, aan
den bevelhebber van bet Luitenantschap der Maré
chaussee te Sas van Gent aanbel provinciaal geregls-
bof en aan den heer Procureur-Generaal bij dat hof.
Middelburg den 19 Maart 1858.
De Commissaris des Konings voornoemd
BEC1US l. c.
Lid van Gedeputeerde Stalen.
BEKENDMAKING.
Burgemeester en Wethouders van Zieri kzee
brengen ter kennis van de ingezetenen dat de Lijsten
der Kiezers naar aanleiding van art. 10 der wel van
den 4 Juli; i860, zijn herzien en vastgesteld onder
dagteekening van 15 Maart jl. wijders dat zij zijn
aangeplakt en gedurende veertien dagen ter /Secretarie
dezer Gemeente vooreen ieder terinzage nedergelegd.
Zierikzee., den 17 Maart 1858.
B. C. CAU Voorzitter.
C. de JONGE, Secretaris.
BEKENDMAKING.
De Burgemeester van Zierikzee, maakt bekend:
dat het halfjaarskohier voor de belasting op het per
soneel no. 7 van deze gemeente dienstjaar 1857/,,
op den 10 dezer maand door den beer commissaris
des konings in deze provincie is executoir verklaard
en op beden gesteld wordt in banden van den heer
ontvanger der directe belastingen enz. alhierten
fine van invordering, ingevolge de wet.
Zierikzee den 22 Maart 1858.
B. C. CAU.
AFKONDIGING.
Burgemeester en Wethouders van Zierikzee
Lettende op de voortplanting der Kinderziekte be
vorderd door het nalaten van de bij de bepalingen van
Policie voorgescbrevene aangifte door de hoofden van
buisgezinnen en de onverschilligheid van sommige
giokziekcn zelve, die zich niet ontzien zich met de
ziekte bebebtin aanraking te stellen met andere
mede ingezetenen.
Overwegende de nadcclcn welke hierdoor moeten
ontstaan daar
1. Op die wijze hel heerschen der ziekte in eenige
woning wordt bedekt gehouden zoodat niemand
zich voor de besmetting kan vrijwaren en
2. Alle toezigt en bet onderzoek onmogelijk wordt
gemaakt of en in boeverre depokzieke zich vrije
lijk met andere mede ingezetenen in aanraking
kan stellen.
Gezien art. 58 van het reglement van Policie.
Besluiten;
1De ingezetenen andermaal te vermanen om zich
op straffe van vervolging bij nalatigheid sliptelijk
te gedragen naar de o,p dit stuk bestaande bepa
lingen en wel het doen eener aangifte aan de
plaatselijke Commissie van Geneeskundig Toe-
voorziglbij het ontstaan der ziekte niet na te
laten en zich door inenting of hervaccinalie tegen
de besmetting der ziekte te vrijwaren.
2. Te verbieden aan wien ook met de ziekte behebt,
zich in bet openbaar te verloonenen zich met
een of meer zijner mede ingezetenen buiten zijne
woning, in aanraking te stellen ten zij voorzien
van cene verklaring des gcnecsheers dat het
gevaar der besmetting bij den zieke is geweken.
Vermanende zij levens in het algemeen
belang, de zoodanigen die daartoe in de gelegen
heid moglen zijn om personen met de kinder
ziekte besmet niet bij zich in huis toe te laten of
te doen verblijven.
En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt ter
plaatse waar zulks gebruikelijk is, opdat niemand
hiervan onwetendheid voorwende.
Gedaan en afgekondigd van het Raadhuis te Zierik
zeeden 23 Maart 1858.
B. C. CAU YoorzilU'r.
C. de{JONGE, Secretaris.
BEKENDMAKING.
Burgemeester en Wethouders van Zierikzee ma
ken bekend: dat, ingevolge koninklijk besluit van
den 8 February no. 73 de miliciens der ligling
van 1857. bij do verschillende korpsen des legers in
reserve gesteldlot de werkelijke dienst worden ge
roepen ten einde gekleed en in den wapenhandel ge
oefend te wordenwaartoe zij op Donderdag den 8
April aanslaande, des morgens ten 10 ure in de Abdij
te Middelburg behooren verzameld te zijn ten einde
aan den heer Provincialen Kommandant te worden
overgegeven, zullende aan de miliciens dezer gemeente
een oproepingsbiljet worden Ie buis bezorgd waarop
het uur zal staan aangeleekend, wanneer zij daags ie
voren, gezamenlijk met de miliciens uit geheel Schou
wen en Duiveland naar de hoofdplaats der provincie
zullen moeten vertrekken.
En ten einde niemand der miliciens hiervan onwe
tendheid voorwende, zal deze worden afgekondigd en
bij herhaling in de Courant geplaatst.
Zierikzee, den 23 Maart 1858.
li. C. CAU Voorzitter.
C. de JONGE, Secretaris.
BINNENLAND.
Zierikzee, 22 Maart. Gisteren avond zijn van
hier en uit de gemeenten Zonnemaire en Bommenede
weder naar Antwerpen vertrokken een groot aantal
personen, waaronder ook kinderen van slechts weinige
weken oud om van daar Daar Brazilië ingescheept
te worden.
M. heeft de beeren mr. A. M. Becius en jlir.
P. Damns van Cillersbeide leden van gedeputeerde
staten der provincie Zeeland benoemd Tot ridders der
orde van den Ncdcrl, Leeuw.
Men verneemt, dat de tweede kamer der sta-
len-generaal dingsdagden 13 April bare werkzaam
heden zal hervatten.
Naar men verneemt wordt dezer dagen aan Z.
M. den koning ingezonden een adres voorzien
van de bandteekeningen van een hoogst aanzien
lijk getal grondeigenaren landbouwers en nering
doenden in bet eiland Zuid-Beveland strekkende
omZ. M. te verzoeken, Iloogstdeszclfs lusschenkomst
te willen bezigen opdat hel in omloop zijnde gerucht
zich niet bevestige dat namelijk de maatschappij tot
indijking in de Ooslerschelde, ten gevolge van de haar
onlangs getroffen ramp door de overslrooming van
een barer polders, het voornemen zou hebben hare
verdere werkzaamheden in Zuid-Beveland te staken.
Men wijst in dit adres op de hoogst belangrijke
bedrijvigheid en voordcelen door de nering
doende en arbeidersstanden tot nu toe door de wer
ken dier Maatschappij verkregen waarom het zoo
zeer te bejammeren zou zijn dat niet alleen een einde
zou gemaakt worden aan de aanvankelijke ondervon-
dene en inderdaad zoo noodige opbeuring die vooral
de arbeidersstand in dit gewest door die werken heeft
genoten maar dal bovendien aan de zoo zeer ge-
wensebte gehecle lot stand koming van alle grootscbe
plannen der onderneming zou moeten gewanhoopt
worden.
Den 31 dezer zal aan 's rijks werf te Vlissingen,
bij inschrijving worden aanbesteed, het sloopen van de
voor 's rijks dienst afgekeurde brik de Koerier.
In de teregtzitting van den hoogen raadbur
gerlijke kamer, zou door deu heer Gregory conclussie
zijn genomen in de zaak yan bet bestuur van den
polder van Dirksland tegen den commissaris des ko
nings in Zuid-Hollandin het proces reeds sedert
meer dan negen jaren aanhangig betrekkelijk de be
weerde verschuldigdheid van conlribulic door deze en
andereachtergelegen polders wegens herstellingen aan
werken van den zeedijk van Oud llerkingen en welke
copclusie op verzoek van den procureur des eischers
wegens aanhangig zijnde pogingen tot schikking, tot
heden was uitgesteld. De beer procureur Francois
heeft voor den eischer thans andermaal een uitstel ver
zocht waarmede de heer EysscU voor den verweerder
verklaarde genoegen te nemen waarop nader het ne
men van conclusie door het openbaar ministerie is be
paald op 30 April.
Ten vervolge op de mededeeling, geplaatst in
de Slaals-Couranl van 8 April 1857 no. 81, heeft de
minister van builenlandsche zaken ter kennis van be
langhebbenden gebragtdat in den loop des vorigen
jaarsop last der Deensche regering, aan onderschei
den Nederlandsche kapiteins zijn terugbetaald de in
der tijd te Tünning enz. wederregtelijk van Nederland
sche schepen geheven vuurgeldcn. Volgens een be-
rigt van Zr. Ms. minister-resident te Kopenhagen
hebben sommige reglbebbenden in dezen zich tot nu
toe niet bij den Nederlandsclien consul te Flensburg
aangemeld zoodal thans bij dien consul een saldo der
van de Deensche regering terugontvangen, doch nog
niet uitbetaalde gelden is berustende. De belang
hebbenden worden op deze omstandigheid opmerk
zaam gemaakt en middelerwijl dat zij zich wenden
lot Zr. Ms. consul te Flensburg zal deze de bedoelde
gelden onder zich houden.
In ecu brief uil Curacao van den 25 Januarijll.
leest men een berigt uit de Verecnigdc Stalen dat de
voormalige presitl. van Venezuela, generaal Paezal
daar een sloomvaartuig uitgerust beeft om op nieuw een
inval in Venezuela te doen, hopende op den bijstand
zijner aanhangers in deze republiek. Alen was te
Curacao echter niet van gedachte, dal bij in deze on
derneming zou slagen, want de tegenwoordige presi
dent dier republiek, Monagas heeft voor zich dege-
wapende magt en de beambten door hein aangesteld,
en wier belang het is om hem in het gezag te hand
haven. Daarenboven vordert het belang der talrijke
vreemdelingen die zich in Venezuela hebben neerge
zet, dat de rust eu vrede in dezen slaat niet meer ge
stoord worden waarom zij zoo als meermalen ge
beurd is, in zulk een geval het gouvernement met
raad en daad zullen ondersteunen.
De reglbank te Amsterdam (Istc kamer) "gaf
dezer dagen cene niet onbelangrijke beslissing over erf-
regt van vreemdelingen. Op de nalatenschap van
hier overledene erflaters werd aanspraak gemaakt (ab
iiilestalo) door een oom en eenige kinderenen klein
kinderen van vooroverledene ooms en moeijon alle
woonachtig in de kantons Waadland en Geneve. In
dien deze praetendenten Nederlanders waren geweest,
zoude de erfenis aan hen gezamentlijk hebben toege
komen vermits de kinderen en kleinkinderen dau bij
plaatsvulling voor de ooms en moeijen zouden zijn op
getreden de wetten van de genoemde kantons kennen
echter in dit geval geene plaatsvulling. Op dien grond
heeft de reglbank beslist dat krachtens het beginsel
van reciprociteit zooals dit is gehuldigd bij art. 881
B. VV. en bij een traktaat tusscken Nederlanden Zwit
serland bestaande de oom alleen tot de geheele erfenis
geregligd is.
Voor cenigen tijd werd zekere vreemdeling
II. Bohlenuit de gevangenis ontslagen en over
de grenzen des rijks gebragt. Deze voor de
veiligheid zoo gevaarlijke persoon bad zich in
den laalslen tijd weder in Weslelwolde vertoond en
sedert zijne lerugkomsl hoorde men gedurig van in
braken en diefstallen in die streken. Op zijne aan
houding werd derhalve booge prijs gesteld. In den
nacht van den 11 dezer ontmoette hij in gezelschap
vau nog een ander persoonlusscben Onstwedde en
de Nieuwe-Fekela den rijksveldwachter Slarke. Deze
wilde hem arresteren maar werd met den dood be
dreigd, zoo men hern wilde vatten. De booswicht
die met een pistool scheen gewapend te zijn trachtte
zich door de vlugt te redden, terwijl ook zijn kame
raad de vlugt nam. De rijksveldwachter riep zekeren
Jan ALoering te hulp die bij deze gelegenheid eenen
moed aan den dag legde die openlijke vermelding
verdient. In zijne onderkieederen zette hij met cene
buitengewone vlugheid den gevaarlijken boef na
deinsde voor de zwaarste bedreigingen niet terug om
hem in het veen te vervolgen en te vatten bij welke
gelegenheid hem door Bolden eene belangerijkc wonde
aan het hoofd door middel van een zwaar breekijzer,
toegebragt werd. Iloldcn werd toen door den rijks-