IIIMEL!«
ZRRTUIIIMW
VlillVOIill-IllllDBLIif
MUIS, .IIAIiKTillilllli» KM
AÜYEIITEMIIÏN
AANBESTEDING.
mrd bezwaarlijk den 15 een uilval der belegerden heb
ben behoeven af (c slaan.
Ken der dagbladen behelst len opzigte der Indi
sche slad Delhi de volgende bijzonderheden: Dclhie heeft
zeven hoofdpoorten: Lahore, Ajmere, Turkoma, Delhi,
Mobur. Kabel en Cashmere, welkeallon van steen zijn.
Denkelijk is het door de laatstgenoemde dat onze zege
vierende troepen de stad zullen binnentrekken. Met
uitzondering van twee zijn de overige straten naauw
maar die van het I'aleis naar de poort van Delhi voert is
zeep breed. Men vindt ia de stad een groot aan lal mos
keen en vervallen paleizen, met hooge muren omringd,
alle welke stellingen ongetwijfeld, na'tbinnenrukken der
troepen, door de muitelingen zullen verdedigd worden.
De verwoesting die onze bommen in ecne zoo volkrijke
stad zullen aanriglen zal ontzettend zijn. Men schalde
bevolking op honderd en vijftigduizend zielen waarbij
nog v ijftigduizend muitelingen gevoegd moeten worden.
De Times behelst wederom eenige brieven uil
Crilscb-lndie, opgevuld met verbalen van zulke afschu
welijkheden doer de muilende inlandsche militairen
nietslcchtsjegens Engelsche officieren, uiaar ook jegens
hunne wcerlooze vrouwen en kinderen gepleegd dal
de pen schier weigert die te vermelden het zij dus
genoeg te zeggen, dat de booswichten de echlgenoolen
der officieren ambtenaren cn verdere ingezetenen in
bijzijn van hen en hunne kinderen misbruikten, en ver
volgens zoo mannen, vrouwen als kinderen in belschcn
lust vermoordden. De wraak der vergelding, zegt liet
blad zal dan ook van dien aard wezen dat alle dor
pen van Hritscb-Indie er eeuwen lang de herinnering
van zullen behouden.
Een brief uit Fcrozcpore van 13 Junij meldt, dat
op dien dag 12 insurgenlcn van bet 45ste regement
inlandsche infanterie zijn opgehangen, waaronder een
wiens arm was afgezet, ten gevolge eener in bet voor
afgegane tumult bekomene wonde, en juist bij dezen
was de doodstrijd liet langst, doordien het louw niet
volkomen was toegeschoten. Ketiige anderen, die
verklaringen aangaande den oorsprong van den op
stand wilden gev cn, erlangden verzachting van straf.
JONGSTE TIJDINGEN.
Londen, 10 Augustus. Granen onveranderd en lang
zaam afgaande met rijkelijken aanvoer. Van vreemde
was de toevoer matig. Ter veemarkt waren aange
voerd 401 I[runderen, 25070 schapen en 285 kalveren;
de handel was iels levendiger. Koloniale waren zeer
stil.
Uit llcidcnberg aan de Kaap de Goede Hoop, meldt
men, dat daar de volgende maatregel is voorgeschreven
tol wering van bet misbruik van sterken drank,
Degene, die zich hier aan dronkenschapovergeeft
is reddeloos verloren, iiierup is men veel strenger dan
in Holland, en o wee! dengene, die dronken op straat
is. Wordl iemand, zonder aanzien des persoon, dron
ken op straal aangetroffen door een politie man en
valt bij, dan is liet: naar de stronk (gevangenis) en voor
veertien dagen of langer moeien de mannen aan de
straat of wegen werken, cn de vrouwen klippen, brok
ken steen fijn slaan, met zware voorhamers, en boe
ten van een pond sterling (twaalf gutden,) voeding van
klaar rijslewater céns per dag." enz. (Ulr. Cl.)
zfiehiereencbekendmaking van hel kafferopperboofd
■Lepui op de gronden van den Oranje-Vrijstaat. Zij is
letterlijk overgenomen uit de Bloemfonleinsehe Courant
van Julij 1855 en luidt, onveranderd ook in spelling,
aldus
«Bekendmaking.
Aangezien dal Sterke Drank in mijn Grondgebied
reeds zooveel kwaad gedaan beeften nog kan doen
ik maake heden hekent, dat wie het moge zijn Ge
kleurde of blanke die voortaan drank onder mijne
onderdanen zal brengen dat hij zal daarvan schaad
lijden, want de drank zal op de grond gestort worden.
Belhulie 10 Julij 1855. Lepui, Opperhoofd."
De Volksvriend.
In den Nalcrlandschen Spectatorweekblad van
den Ouden lieer Smits, van maandag den 10 dezer,
vindt men een stuk dat tot opschrift heeftAls het u
belieftmet attentie te lezen! en tot naschrift De
waarschuwing tegen den nadruk van stukken uit den
Spectator is volstrekt niet op dezen brief toepasselijk
integendeel! tloc algcmecner verspreid hoe beter."
i Ons besluit tot overname was spoedig genomen. Het
wordt onzen lezers hier aangeboden inet hetzelfde ver-
z zoek als dat van den Ouden heer Smits
ALS I1ET TJ BELIEFT, MET ATTENTIE TE LEZEN!.'
Ij Het is. een aangenaam iets 's zomers uit de bcnaauwde lucht van
de Amsterdamsche beurs te ontsnappen zijue zaken cn zorgen te
linie te laten en met eene zware beurs en een ligt hart, alleen voor
t( -tf/jn genoegen" rond te trekken en rond te slenteren.
Vooral in Gelderlands hoofdstad en hare omstreken waar de
Vt fphoone natuur en de schoone gebouwen en welvaart cu bloei in
öljvrlei gestalte ons overal te gemoet lagchen en alle sombere ge-
dachten verdrijven even als de zonnestraal door de wolken brekende,
al het sombere van het aangezigt van moeder natuur wegveegt.
Er is ook .iets gelukkigs in het doelloos rondslenteren in zulk
re eene schoone streek waar ziel en ligchaam te gelijk uit rusten er
is iets opwekkends in het luijeren dat men eerst regt genieten kan
na drukke bezigheden, en in zulk eene stemming wandel ik 'smor-
S6gen3 vroeg uit, met mijn sigaar in den mond voornemens zijnde
l^gjuaar buiten te gaan en weinig acht gevende op dc drukke winkels
"en het digt gewoel der voorbijgangers, in mijzelven reeds een pret
tig praalje houdende en mij gelukwenschendedat alles er lagchend
hi en. genoeglijk en smaakvol en dol prettig uitziet.
Ik verlaat de straatateenen cn sla den boek om van den singel
die met prachtige booraeu bezet is en met heerlijke huizen, met
keurig aangelegd plantsoen en zilverachtig schitterend water versierd.
Ik dreutel onder het digtste lommer der boomen en vraag mijzelven,
of liet wijs is. verder iu den zonneschijn naar buiten te gaan, ter
wijl ik hier, nog in de stad zelve de rust en het schoone van de
vrije natuur kan genieten want slechts een enkele wandelaar gaat
langs den weg en vrachtkarren noch omnibussen rammelen, onmee-
doogend de heerlijke morgenstilte storende, voorhij.
Zoo slenter ik verdergenietende en gelukkig de hemel
weet hoc vrij van alle sombere gedachten en denkbeelden totdat
op den bock van den singel het is volstrekt geene aangename
verrassing de Dood zelf mij te gemoet komt.
Namelijk zóó aan mijne règterhaud wordt de rij van huizen
door een pleintje afgebroken en op dit pleintje in het felle licht
van de zon, staat een lijkwagen geduldig op zijne vracht te wach
ten als eene zwarte, onheilspellende wolk aan den helderen he
mel, allerlei droefgeestige, op dat oogenblik zeer ongepaste
beelden mij voor den verschrikten geest roepende.
Eerst wil ik er zoo spoedig mogelijk voorbijgaan en den Dood
even als aan pene lastige kennis den rug toedrauijen maar die
vriend beeft toch altijd iets zoo indrukwekkends iu zijn wezen dat
men onwillekeurig den hoed voor hem afneemt, en als men dat
eens gedaan heeft, dan komt men er niet af zonder een praatje,
dat begrijpt iedereen want vroeger of later wachten wij toch
allen zijn bezoek en het is niet kwaad op een meer of minder
vertrouwelijkeu voet met hem te wezen eer hij aan onze deur
aantikt.
Ik blijf dus onwillekeurig een oogcnblikje staan.
De Dood heeft hier geene deftige visite afgelegd hij durft zich
zeker bij al die prachtige huizen op den singel niet laten kijken,
hij is in een klein huisje op ecne bovenkamer binnengedrongen
dat kan ik zien de luiken zijn daar, even als op den singel, ge
sloten, maar om eene andere reden daar is liet om liet Jicht uit
liet huis te houden hier, omdat het licht er uitgedoofd is. Zoo'u
nachtpitje welligt, in vergelijking, o mijn vriend, met onze zoo heer
lijk schitterende lichten, maar toch een lichtje welligt een lichtje,
dat alléén daar brandde en na het uitgebluscht is alles donker en
koud, in weerwil van den zonneschijn, in zijne kleine, beschei-
dene omgeving laat.
Dat het een heel min lichtje was, is duidelijk. Dat zie ik aan
den lijkwagende armoedigste miserabelste lijkwagen, dien gij u
voorstelleu kunt, waarvan de eens deftige zwarte livprei nu als ver
roest er uitziet in den zonneschijn, met een paar magere half ster
vende knollen er voor terwijl de Dood op den bole, met zijn breecl-
geranden ook verroesten hoedonverschillig met de zweep,
'de gonzende vliegen van zijne paarden zit af te slaan en
gemeenzame praatjes maakt met dc weinige menschen, die in het
rond staan, en blijkbaar volstrekt niet geïmponeerd is door de pleg-
tighcid waarin hij zulk eene voorname rol speelt. Als men 0113
begraaft, zal het er heel anders uit zien 1 Veel fatsoenlijker Veel
deftiger
De onverschilligheid van den Dood zeiven is hier ook op de toe
schouwers overgegaan. Een stuk of wat menschen blijven staan:
eenige der buren in de deuren eenige straatjongens bezig met den
wagen van voren eu van achteren te bekijken en nu cu dan aan de
loshangende riemen te trekken, waarmede de lijkkist vastgebonden
zal worden, soms ook half schichtig, half nieuwsgierig naar de
g slotene vensters opziende, door dc half openstaande huisdeur vlug-
tig glurende en dan, zonder eenige reden, een eind wegloopende, eu
weder terugkeerende eu zonder schrik iu het bijzijn van den ver-
sohrikkelijken Dood ruwe schertsen uitende.
Zij hebben echter meer ontzag voor den diender, die nederbuigend
een praatje maakt ecne mooije dienstmeid van den singel, dan voor
den Dood zeiven, dat is zeer duidelijk. Zij kunnen zich ook niet
voorstellen, dat, zij ooit zijne slagtolfers zullen wezen: zij zijn
even onbezorgd als als wij zeiven boe oud wij ook zijn zoo
lang wij ons gezond eu sterk gevoelen, en ons niet duidelijk kunnen
voorstellenmaar wie is het, dien men nu de deur uit
brengt in zijn zwart omhulsel Een oud of jong incnscli een
„Zoo, Smits, wat doet gij hier?"
liet is de stem van eene goede kennis, die hier woont.
„Wien brengt men daar weg vraag ik eerder den loop mijner
•eigene gedachten volgende dan mijn vriend, die mij onder den arm
neemt en verder den singel met mij opwandelt, autwoordemlc.
Och zoo'u niemand," herneemt hij, friet een treurigen glimlach
„en toch een niemaud wiens verlies zwaar door iemand die achter
blijft ondervonden wordt."
En toen vertelde mij mijn vriend de volgende droevige geschiedenis
De man die men daar wegbragtwas een oud soldaat, vroeger
hier of daar plaatsmajoor, die jaren geleden gepensioneerd werd en
met eene ongehuwde dochter boven, op de kamers woonde, voor
welker digt gesloten ramen wij pas voorbij gekomen waren.
En zijne dochter ik bid u, mijne heeron zet u alle roman
tische poëtische denkbeelden uit het hoofd want over drie jaren
als zij zoo laug leeft zal zij driemaal twintig jaren tellen wras
zijne eenigste verpleegster en verzorgster, gedurende eene lange,
eëne jaren lange ziekte, ecne van die ziekten, waarvau geen her
stel is t eene van die kwalen die het ligchaam ondermijnen, niet
in stilte en ongemerkt, maar onder hevige pi;ningcn en folteringen
en rust noch tusschenpoozingen kennen en daar het pensioentje van
den vader niet uitreikte om hem en zijne dochter te doen leven, zoo
moest er bij gesprongen worden door vrouwelijke handwerken en
eigene ontberingen om den zieke, hetgeen bjj hebbeu moest te be
zorgen en ik geloof dat bijna alle zieken op den duur meer of
minder zelfzuchtig worden, en soms meer vergen, dan hun toekomt,
en de dochterik herhaal hethaar ontbreken slechts drie van
de zestig jaren zat dag op dag cn nacht op nacht naast het bed
van den zieken vader en dacht aan niets anders dan voor hem te
werken en vergat zich zelve cu leefde voor hem.
Eindelijk echter begon gebrek aan ja gebrek aan rust, gebrek
aan levensgenot, soms zelfs gebrek aan dagelijksclie behoeften
ook op haar te werken. De moede oogen, die bij het schemerlicht
van dc ziekenkamer over liet fijne borduurweik gebogen zaten, als
ze niet op het gelaat van den zieke gevestigd waren zijne wenschen
vooruit te zien verzwakten de arme vingers, die in de felle
winterkoude, ver vau bet koesterende vuur, bij het kille venster
onvermoeid nog in de schemering voor den zieke doorwerkten wer
den door jicht en rheumatisme gekromd en verstijfd cn verlamd
en de arme dochter „behielp zich ge begrijpt wat dat zeggen
wil. lioe langer lioe meer, in stilte, en klaagde niet cn morde
niet en zelve hulpbehoevend zweeg zij van zich zelve, zoo als slechts
eene vrouw dat kan, totdat totdat de dood stilletjes aantikto
en een einde maakte aan het lijden van haar vader eu aan de on
bewuste grootschhcid van haar eigene zelfopoffering en een begin
maakte aan hare eigene ellende.
Want met den vader werd ook het pensioentje begraveu, en
dc dochter, nog eens de bijna zestigjarige, halfblinde, hulpc-
looze dochter, blijft met niets in de wereld over, dau de herinnering
aan den pligt welken zij zoo voorbeeldig vervuld heeft.
Dit is welligt een grootere schat voor haar hart, dan velenvan ons
ooit opzamelen zulleu maar ook het arme ligchaam heeft zijne
bescheidene eisclien en daarvoor moet gezorgd worden.
Dat zal ook geschieden. Maar hoe
Daar zijn eenige welwillende menschen bijeengekomen die zich het
lot van de hulpbehoevende aantrekken en zich deze vraag gesteld
hebben, en ook het antwoord gevonden hebben. Men wil haar in
een gasthuis eene geringe, maar gemakkelijke plaatsing bezorgen
waar zij de welverdiende rust eu laving na zooveel bitter lijden zal
kunnen vinden, waar zij vrij vau gebrek en behoefte hare overige
dagen kan slijten.
Maar daartoe is eene betrekkelijk zware som noodigongeveer zoo
veel mevrouw, als eeue deftige dame in één jaar aan haar toilet
besteedt Eu reeds is een kwart van die som, welligt als men deze
regels leestiets meer bijeen. Maar er ontbreekt nog veel.
Ik ben verzocht het mijne bij te dragen, om.het sommetje af te
vonden. Dat doe ik gaarne: uit eigene middelen reikt dat niet
ver maar ik weet zeker en ik verheug mij er op dat er velen
zijn die als zij deze regels lezen ook liet hunne zullen willen bij
dragen om het ontbrekende aan te vullen: het is immers zeker
dat zoodra het bestaan van een ramp in Nederland bekend is, die
ook zooveel mogelijk gelenigd wordt: en de Uitgever van dat
blad aan wien ik verzoek uwe blijken van hulde voor dc arme,
bijna zestigjarige dochter te zenden beeft al eeue grootc lade leeg
gemaakt, oin ze te bergen, totdat ze na m dit blad verantwoord
te zijn, voor h?t bepaalde loei kunneu aangewend worden.
Meer behoef ik niet te zeggen, naar ik meen maar verlangt iemand
mijner lezers nicer te wet.cn, volga u-ne staan hem alle gewenschte,
nadere inlichtingen ten dienste. H j wende zich slechts daarom
aan zijn Dw Dienaar,
S i-rs.
ZïEiuKZKB, 10 Augustus. Uitgezeild: de Fngelsche
schooner Ramblerkapt. D. Muir, in ballast naar New-
Castelc.
licn 6 dezer is van Hamburg vertrokken het kof
schip Wesienschouwen kapt, boon, naar Newport.
b kouwersüay Fn 7 Augustus. binnengekomen:
Sine Romine, kapt. L. M Verhene van New-Caslic
Kosmopoliet, kapt. J. bouten, van Batavia beide naar
1 Hordrecht, 9 dito, Superiorkapt. F. b. Soule, van
Callao naar Rotterdam, Championkapt. G. Williams,
en Elflccla, kapt. J. iionkins, beide van Liverpool naar
Dordrecht.
AFVAAR T
der stoomboot
stad z1 f. h ik z ff.
gedurende de maand AUGUSTUS.
Van Zierikzee
Woensdag 12, 's morg. 5l.a ure.
Vrijdag
Zaturdag
14,
15,
Van Rotterdam
Donderdag 13, 's morg. 10
Vrijdag 14, 's u.idd. 1
Zondag 16, 2
dienst tusschen Middelburg en Rotterdam.
Van Rotterdam
Woensdag 12, 's morg. tl«.a ure-
Donderdag 13, 11 i/a M
Vrijdag 14, 11 v2
Zaturdag 13, 's midd. 1'2
Van Middelburg
Woensdag 12, 's morg. 5
Donderdag .13, 6
Vrijdag 1 7
Zaturdag J '6, 8
De diligence zal van Zierikzee 1'^ uur na de afvaart der stoomboot
van Rotterdam naar Middelburg eu van Middelburg naar Rotterdam
gelijk met de afvaart der stoomboot rijden.
dienst tusschen Vlissingen eu Rotterdam.
Van Vlissingen
Des maandagswoensdags en
vrijdags, 's morgens teu S'/2 ure
na aankomst der stoomboot van
Brcskcns.
Van Rotterdam
Des dingsdagsdonderdags cn
's morgens teu ure,
zaturdags
na aankomst van den eersten trein
uit 's Hage.
De diligence zal van Zierikzee 1 uur na de afvaart der stoomboot
van Rotterdam naar Vlissingen en vau Vlissingen naar Rotterdam '/a uur
na dc afvaart der stoomboot rijden.
PBïJZEW DKR EFFECXIN TE tfilSTERSAM
den 1.» Augustus 1857.
Nederland Werkelijke schuld 2V, pet.
dito dito 3
Amorfis. syndic. 3Va
Werkelijke schuld 4
Rusland. bij Hope 1798 1816 5
dito 1828/1829
bij Stieglitz. 5. leen. 6
dito betaalb, Amsterdam 5
bij Hope
bij Stieglitz. - 4
dito Ocrt. van ass. 6
Poolsche schalkiétb, oblig. 4
Oostenrijk. Mctallieken 5
Nationale 5
rente Amsterdam 5
Melalliekeri 2"/a
Spanje. Buitcnlandseh 8
Binneniandsch 8
Buitenlandsch l»/#
Cert, van coupons
Portugal, Buitenlandsch 1853 R
dito 1856 3
63»t,
76',,
92
M'/.o
10Ö3,„
11)3»,4
102
ss va
87 Va
67 .V 4
81
75/, e
77 V,
87
39 H,,
43
ig
37 A
'in
ROTTERDAM, 10 Augustus.
TARWE. Zeeuws. Vlaams, en Overm. een goede toevoer ter
markt, waarvoor weinig kooplust bestoud en tot de verlaagde prijzen
van 50 a 75 cents niet geheel opruimde; goede enpuike f 10,50 a 11,
mindere f9,30 a fJ0,25. ROGGE. Jarige 10 c. en nieuwe 20 c. lager
jarige Zeeuws. Vlaams, en Overm. f6, a f6,30. GERS1'. prijs
houdend Nieuwe Zeeuws. Vlaams, en Overm. winter f 6 tot f 6,80.
HAVER Zeeuws, en T.nl. Korte zonder prasverandering f 4.80 a f5,40
dito Lange f3,90 a f4,30. ERWTEN N. 25 c. lager Zeeuws. Groene
ƒ7, a f 7,25. PAARDEBO ON.EN f7, a 7,30.
Jj, A, Thiemete Arnhem,
(5Vt3=s» De Directie der Stoomboot Stad Vlis-
ginyrn maakt bekend datdaar de
Stoomboot voorlaan des Maandags. Woensdags en
Vrijdags, 's morgens ten 8'/s ure van VLISSINGEN
naar ROTTERDAM zal vertrekken de Diligence van
Zierikzee naar Zijpc 's morgens ten 9 ure zal a.rijden.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Haamstede zullen, op Vrijdag den 14 Augustus 1857,
des namiddags ten 5 ure, op het Gemeentehuis al
daar in bet openbaar aanbesteden:
Het AFISÜEltEï vau de tegen-
woordige School met aanhooreii
en li«'t BOIIWEI van een nieuw
«CS8<M»ï.-S.«CAAIi.
Bestek en Teekening liggen ter inzage op hel Ge
meentehuis voornoemdalsmede bij den Architect
M. OU VÉUJun.r te Zierikzee bij wien levens de
noodige inlichtingen te bekomen zijn.
!)e locale aanwijzing zal plaats hebben op den dag
der besteding des voormiddags ten 11 ure.
De Burgemeester
C. M. BOLLE.
De Secretaris
W. VIS.
rgfWI Tegen November aanstaande eene KEU iUN-
-tOsfi .ViEID bonoodigdbij Mevr. DE JONGE,
eiysikj badun GhiJben.
ter st aos-drukkerij van de ekvbn a »k vos.