N.° 75. Woensdag 17 September. wmirn DE KERMIS. Woensdag en Zaturdag. iKznscm COURANT. ABONNEMENTS-PRIJS. Per drie maanden f 2,00. Franco per post f 2,25. Inzending der Advert, daags te voren, voor 11 ure'sntorgens. VERSCHIJNT. PRIJS DER ADVERT UNTIE N Gewone 15 cents de regel. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigten van 1 -6 regels a f 1 behalve het Zegelregt. Beloofden wij ons van Theresia en de Oude Vrijer en het jonge Meisje, veel genoegen, onze v erwachting werd niet teleurgesteld. Mej. Huizers die we in vorige jaren de rol van Theresia reeds ver dienstelijk zagen spelen, boeide ons nu weder door haar spel. Be heer Potharstmuntte echter hoven allen uit. In de laatste acte maakte hij zich echter aan eenige overdrijving schuldig; hij was te wildte brusque. Het waren niet de kreten van schrik en wanhoop, die men hooren moest maar, wegens het overige voor treffelijke van zijn spel, vergeven wij hem dit gaarne. Wij kunnen van hem met blijdschap getuigen dat hij voor uit gaat, en al heeft hij in zijne uitspraak nu en dan iets onaangenaams, dat wel niet door hem overwonnen zal kunnen worden, hij zal toch een geliefkoosd acteur zijn. De heer Hagenzien en hooren we ook gaarne. Hij speelt gemakkelijk en amusant. Dat de jonge jufvrouw Bouwmeester veel lof zou irioogsten, hiervan waren we wel zeker, toen we tot ons genoegen de oude Vrijer en het jonge Meisje voor de tweede maal aan gekondigd zagen. Haar spel boeide en verrukte. Het lijdt geen twijfel of op het tooneel behoort zij te huis. Er zijn talenten in haar gelegd, die iets buitengewoons beloven, indien deze maar zorgvuldig worden ontwikkeld. Faalt onze verwachting niet, dan zien wij na eenige jaren haar als een der meest gevierde actrices van ons vaderlandsch tooneel. Het stuk op zaturdag avond: Tot Midder nacht of List tegen List werd wel goed uitge voerd, doch was te onbeduidend om bijval le kunnen verwerven. Het nastuk: de Dochter van Dominique, dat we bij de eerste opvoering met zooveel genoegen hadden aanschouwd werd weder flink gespeeld en droeg de alge- meene goedkeuring weg. Uitmuntend was weder het spel van Mej. Gijtenbeek. De eer der terugroeping, die haar te beurt viel, kwam haar regtmatig toe. De laatste voorstelling was niet de minste. De Brandstichter, is een stuk, dat boeit en treft. De uitvoering was loffelijk althans als wij in aan merking nemen, dat het de eerste maal is, dat het werd gespeeld. Vooral was mej. Huizers op hare plaats; ook de heer Hagen, had eene be langrijke rol, en speelde die vrij wel, maar wij houden het toch daarvoor, dat die rol te zwaar voor hem was; zijn stem is niet forsch en krach tig genoeg voor zulk een rolzijne mimiek beviel ons veel beter. Hetnaslukje, het Dorpspleidooi is bekend, nogtans wijzagen het gaarneal ware het slechts om den heer Rosenveldt de rol van barbier en advokaat te zien spelen. De tent was weder vol. En indien wij den heer Rosenveldt toewenschendat hem overal zulk een talrijk bezoek als hier mag te beurt vallen dan zal hij dat wel een goede wensch heeten. Het wasiets eigenaardigs, dat de officieren en onder-officieren der schutterij met een paar schutters, welke in den namiddag naar de schijf hadden geschoten, en corps in uniform de voorstelling bijwoonden. Men kon nu van het publiek zeggendat het een schitlerendpubliek was. Wij hebben hiermede ons verslag van de voor stellingen van den heer Rosenveldt geëindigd. Bij oris stond steeds op den voorgrond dat het ensemble van dit tooneelgezelschap tot het mid delmatige behoorten dat we geen hoogeren eisch mogen doen dan de krachten toelaten. Wij wis ten van vorige jaren, wie meerder, wie minder verdiensten had. De glans der nieuwheid is er af. En was er nu en dan soms eene welgegronde klagt over het onbeduidende der voorstellingen; het publiek toonde toch door zijne talrijke op komst dat het bezoek van den heer B.osenveldt aan onze kermis welkom was. Zal dit nu voor het laatst zijn? Of zullen we nu in een volgend jaar een wensch vervuld zien dien we reeds zoo dikwijls hebben geuit, dat de heer Rosenveldt met een talrijker personeel ons bezocke. Immers onder de «men zegt V' behoort, dat hij en een ge deelte van zijn gezelschap door den heer Peters zijn geëngageerd. W7at hiervan zij dit blijven wij voor onze kermis wenschen, dat we eens iets meer dan middelmatigs op het tooneel mogen aanschouwen zooals dat het geval was in de salon des Variétés van den heer Duport. Het publiek van Zierikzee, Schouwen en Duiveland, is tooneelminnend genoeg om zulk een gezelschap behalve een rijke ontvangstook de algeineene toejuiching te kunnen beloven Op het tooneel des werkelijken levens spele intusschen ieder zijne rol, zooverdienstelijk als hij kan voort, en oogste hij lof en bijval bij alle weidenkenden in. ItSiiiïsterïe van Ei.olonien. blijkens het in de Nederlandsclie Slaats-Courant van den i dezer uit de Javasche Couranten overgenomen verslag der rampen welke het eiland Groot Sangirin Ncilerlandsch lndie, door eene herhaalde uitbarsting van den vulkaan Awoe en daarmede gepaard gaande zeebeving enz. zoo vrecselijk hebben geteisterd heeft de talrijke bevolking schier alle middelen van onderhoud verloren, terwijl ongeveer 3000 menschen daarbij zijn omgekomen. Werd reeds dadelijk door den gouverneur-generaal bepaald, dat tot leniging van den deerniswaardige!! stand waarin de overgeblevene bevolking van dat ei land verkeerde door geheel Nederlandsch lndie in schrijvingen zouden worden geopend bet vertrouwen in den zoo vaak beloonden weldadigen zin der bevol king van Nederland deed hem ook herwaarts bet oog rigten ter bekoming van hulp en hem minister in I overweging geven om ten behoeve der slagtoffers van deze ramp de algcmcenc liefdadigheid alhier in te roepen. lie ondergeteekende gaarne daartoe willende me dewerken heeft de eer bij deze ter kennis te bren gen van de ingezetenen van Nederland dat bij het de partement van koloniën en het agentschap van dat de partement te Amsterdam gelegenheid is tot inzending of storting hunner giften terwijl ook de commissaris sen des konings in de provinciën met uitzondering van (Zuid-Holland) zijn verzocht, de gaven te willen in ontvang nemen welke hun ten voorschreven einde mogten worden aangeboden. s Gravenhage den 31 Augustus 1856. De Minister van Koloniën (get.) P. MIJER. Burgemeester en Wethouders van Zierikzee, wil lende de ingezetenen in de gelegenheid stellen om door hunne liefdegiften bij te dragen tol leniging van de ramp in bovenstaande aankondiging vermeld bren gen ter algemeene kennis, dat er op maandag den dezer maand, eene collecte aan de huizen der ingeze tenen in deze gemeente zal worden gedaan terwijl inmiddels eene gesloten bus ter Secretarie op hel Raad huis is geplaatsttot ontvangst der geldon welke men lot dal doel zal gelieven te bestemmen. Zierikzee, den 10 September I H.i6. li. C. CAU Voorzitter 0. de jonge, Secretaris. Gift BINNENLAND. Staten» Generaal. Openingder gewone vergadering van 18'fi - 1857. Yercenigde ziltingder beide kamers van maandag 15 September 1856. Nadat de leden der beide kamers zich achtereenvol gens in de vergaderzaal van de tweede kamer hadden vereenigd wordt tegen I '21/, ure dc vergadering door den heer mr. JA. Philipse geopend die door den heer griffier der eerste kamer een besluit van. Z, M. den koning den 10 dezer genomen, doet voorlezen, waarbij hij mr. J. A. Philipse, benoemd wordt tot voorzitter der eerste kamer, gedurende de aanstaande zitting der staten-generaal. De voorzitter alzoo ingevolge art. 103 der groad- wel met het beleid der verhenigde zitting beiast zijnde, benoemt eene commissie van 18 leden der beide ka mers, on Z. M.den koning bij hoogsldeszelfs aan komst am hel gebouw der stalen generaalte ontvan gen en in- en uitgeleide te doen. Ten 1 ure vervoegen zich hunneexcellenticn de mi nisters, alsmede de hoeren leden van den raad van state, in de vergaderzaal. Na een kort tijdsverloop wordt de nadering van Z. M. den koning aangekondigd die zich op de in het programma der opening omschreven wijze naar het gebouw der slalen-generaal begeven heelt. De koning, ter vergaderzaal binnengeleid plaatst zich op den troon, en houdt de volgende aanspraak Mijne H'eren Sedert ik uwe vorige zitting opende, is de oorlog, tuoschen onder scheidene staten gevoerd tot mijne blijdschap geëindigd, eu ontkie men reeds de weldadige, vruchten des herstelden vrede*! „Mogten wij gedurende die moeijelijkc omstandigheden met de an dere mogend heden betrekkingen van welwillendheid en goede gezind heid onderhouden wij hebben alle reden om ons ook 'thans daarin te verheugen. „De zee- en landmagC voldoen raefc eere aan hare roeping. „Het blijft een voorwerp mijner ernstige zorg aan liet materieel der marine op doelmatige wijze de noodige uitbreiding te geven. „Onze koloniën en bezittingen in andere werclddeeleu gmie.teu. over het algemeen eene gewenschte rust. Zoowel zedelijke als stof felijke ontwikkeling en vooruitgang zijn er zigtbaar. „Te betreuren echter zijn de zware rampendoor welke eenige eilanden van den Molukschen Archipel zijn geteisterd. Mijne tv -dring trachtondersteund door de bijzondere liefdadigheidde droevige gevolgen te lenigen. „Hoezeer het vvije handelsverkeer met het rijk van Japan nog niet is verkregen blijft nogtans het streven daarheen gcrigt. Inmiddels heeft eene voorloopige overeenkomst onze oude betrekkingen met dat liijk bevestigd, het verkeer onzer landgenooten aldaar vrijer gemaakt en eene meer gepaste verhouding met dien staat bevorderd. „Het lot der slaven in de Westindische koloniën wekt steeds mijne levendige belangstelling. Er zijn maatregelen genomen om tot voor bereiding van hunne in den loop dezer zitting voor te dragen maat schappelijke hervorminghunnen tegenwoordigen toestand te verbete ren. De inwendige gesteldheid des vaderlands levert ruime stof op tot dankbaarheid. Met handelscheepvaart landbouw en onderscheidene takken van nijverheid gaat het naar wensch. Dc aanvankelijke bcrigten openen het uitzigt op eenen voordeeligen oogst. Mijne aandacht blijft gevestigd op alle werken welke de veiligheid des lands en zijne welvaart kunnen verzekeren. De snellere middelen van gemeenschap zoo weldadig voor buiten- en biunenlaudsclien han del en verkeermogen aan Nederland niet ontbreken. De ontwerpen van spoorwegen geven hoop op een uitgebreid net over het gcheeie va derland. Die hoop worde niet teleurgesteld Ik reken op uwe mede werking om van staatswege de bijzondere ondernemingen waar deze te kort schietente steunen. Dit zal niet behoeven te beletten dat op nieuw vermits de staat der geldmiddelen het toelaat een wetsontwerp tot voortgezette delging van schuld aan uwe overweging worde onderworpen. Ontwerpen van wet op de regterlijke organisatieop de policie der spoorwegen en andere nieuwe wetsontwerpen zullen met onafgedaan geblevene bij u ter tafel worden gebragt. „Die tot regeling van drie takken van openbaar onderwijs zullen aan u gezamenlijk voorgelegd worden. Het verband vereischt tus- sohen deelen van eeu zamenbangend geheelkan op die wijze beter worden bewaard. „De zorg voor de onschendbaarheid van al wat tot liet gebied des gewetens behoort, is eene der voorvaderlijke overleveringen van mijn stamhuis. Zij heeft ook mij bewogen alsnog naar middelen om te zien ten eiude de bezwaren van zeer velen tegen de ontworpene regeling van het volksonderwijs zoo veel mogelijk op te heffen. „Ik wensch te met uwe hulp aau Nederland schoolinrigtingen te verzekeren in welke het godsdienstig karakter der natie, siruls eeuwen door het Christendom gevormd en ontwikkeld wordt geëerbiedigden levens de eisch der wetenschap eu het begin sel der volkseenheid worden gehuldigd. „Het is mijn ernstig voornemen in dc ontwikkeling van de zede lijke kracht en de stoffelijke welvaart van het volle, welks geluk mij zoo na aan het harte ligt met vastheid voort te gaan. „De blijken van liefde aan mij en mijn huis zoo dikwerf gegeven nu weder onlangs bij hec belangwekkend herinneringsfeest, de een- dragt en verbroedering die er bij heerschten zij zijn mij ten waar borg dat ik in mijne poging tot vooruitgang in al wat goed en regt is, door het volk, en door u zijne vertegenwoordigers, zal worden ondersteund, en dat geen tweespalt en verdeeldheid op onzen bodem wortel zullen schieten. „Daartoe schenke de Almagtige God, op onze pogingen, op uwe beraadslagingen zijnen or.misbaren zegen. „Ik verklaar deze ziltingder staten-generaal geopend." Na het houden van deze aanspraak verlaat de Koning de verga derzaal. De vereenigde zitting der kamers wordt daarna gesloten. Z. M. keert, even als bij het komen onder het gejuich der talrijke, zoowel uit deze residentie als van elders zamengcvlocide menigte, naar hoogstdes/.elfs paleis terug. Men meldt met zekerheid uit 's Gravenhage, dat de heer E. Reercnbrock burgemeester van Roer mond en lid der eerste kamer benoemd is tot com missaris des konings in de provincie Nnord-liraband. De dagbladen hebben onlangs melding gemaakt van eene wijziging, welke er in de staats-loterij zou gebragt worden- Naar men verneemt zal die eenvou dig bestaan in eene beperking der uitgifte van huur- lolen. Dc vergunning om huurloten uit te geven zou blijven bestaan voor de vier eerste klassen en de eerste week der vijfde klasse, maar worden ingetrokken voor de tweede en derde week dezer klasse omdat er als dan bij het inblijven der groote prijzen soms buiten sporige sommen voor die loten besleed worden. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende twee schepen beide op. Amsterdam terug, als Adéle, kapitein H. B, R. Jasld

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1856 | | pagina 1