f Zaturdag 7 April. 1855, I¥.° 28. Woensdag en Z-aturdag. BESTOT Herijk der Maten en Gewigten. "re Z1ER1EZEESGHE GOURiNT. ABOWWKS8XV1S-PB1J8 I Per drie maanden f2,00. Franco per post f 2,25. Inzendingder Advert, daagsle voren.'snamidd. vóór 4 lire ve bschijnt: pkiji dsbadtiktintish Gewone 15 cents de regel. Geboorte-Huwelijks-cn Doodberigten van 1-6 regels af 1 behalve hel Zegelregu ?- 18 Openbare Raadsvergadering- gebonden teZierïkzee, den 4 April 1S55. Voorzitter M.r B. C. Cao, Secretaris Jh.' M.r C. de Jonge afwezig de heeren Ochtman wegens uit- Jandigheid en M.r H. A. van Adrichem, wegens ziekte. De notulen der vorige vergadering worden na resumtie goedgekeurd. Het nieuwbenoemd raadslid de heer S. G. Nadta van der Grijp, wordt op verzoek van den Voorzitter door den Secretaris ter vergadering ingeleid legt de vereischte eeden in handen van den Voorzitter af, die hem daarmede geluk wenscht en regt hartelijke woorden tot hem rigt waarop de geïnstalleerde in gepaste repliek de gevoelens openbaartwaarmede hij die betrekking aanvaardt en zich in de welwillendheid van zijne medeleden aanbeveelt. Wordt lot Wethouder benoemd in plaats van M.r A. Moens van Blooisoverleden, de heer M.r C. J Fokker met tien stemmenzijnde één briefje in blanco. Dit lid in de vergadering tegenwoor dig, verklaarde die benoeming aan te nemen waarop de Voorzitter hem in warme taal toe spreekt, hetwelk door den benoemde even wel sprekend wordt beantwoord. De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders voor, om ter vervanging van wijlen M.r A. Moens van Bloois, over te gaan tol de be noeming van een lid van den raad speciaal be last met het opzigt over de wandelplaatsen en boomkweekerijen. Na stemming bleek dat de keuze met 10 stemmen was uitgebragt op den heer S. G. Nauta van der Grijp, die zich deze be noeming laat welgevallen. Wordt door de commissie ad boe rapport uit gebragt op het kohier der IIoriden-Belasting en de reclame daartegen ingebragt door P. D. J. Quanjer, verzoekende vermindering van aanslag met f 3, wegens den dood van een hond; hou dende gunstig advies op dat verzoek en tot vast stelling van het kohier, mitsdien op f211 wordt aldus besloten alsmede dat het kohier nog 8 dagen zal ter visie leggen en daarvan afkondiging zal geschieden en daarna aan Gedeputeerde Staten zal worden opgezonden. Wordt medegedeeld dat de verkooping der boomen aan de Zelke heeft opgebragt 377,50. De Voorzitter geeft te kennendat de verkoop bij gedeelten door Burgemeester en Wethouders wenschelijk geoordeeld wordten stelt voor dat met den verpachter der grasetting van de Zelke in schikking wordt getreden nopens verminde ring zijner pacht, naar gelang de uitgestrektheid van zijn gepachtte vermindert, waaromtrent hij reeds met den pachter heeft onderhandeld en niet twijfelt of deze schikking, als allezins billijk,zal tot stand komen conform dat voorstel besloten. Wordt in handen gesteld eener commissie bestaande uit de heeren van der Vliet, Landsknegt en Jh.' de Jonge, ten fine van rapport de reke ning van het Pensioen- en Weduwen-Fonds van Stedelijke Ambtenaren over 1854. Wordt rapport uitgebragt door de commissie, belast met het onderzoek der rekening der Tus- schenschool over 1854, houdende advies tot goed keuring, sluitende met een nadeelig saldo van f 86,85aldus beslotenvoorts gedelibereerd zijn de over het vinden van het kwaad slot, in ver band met eene opmerking van Gedeputeerde Sta ten wordt daaromtrent geen bepaald besluit ge nomen maar dit punt aangehouden. De Voorzitter deelt mede dat de heer Strickaert voor 2 maanden verlenging van huur eener loods heeft verzocht, en, conform de voordragt van Burgemeester en Wethouders, wordt besloten dit toe te slaan en de goedkeuring van Gedeputeer de Staten hierop aan te vragen. Namens Burgemeester en Wethouderswordt voorgesteld in plaats van wijlen M.' Moens van Bloois, eenJ voorzitter voor de onderlinge waar- borg-vereeniging van arbeidersdoor den raad te benoemen. Na eenige discussie hierover, wordt de heer van der Grijp uitgenoodigd die betrekking na het overlijden van M.r Moens van Bloois doorhem reeds tot heden waargenomen te willen blijven waarnemen, hetwelk voorloopig door hem is aangenomen. De commissie voor de strafverordeningen rap porteert, op de door heeren Gedeputeerde Staten ingebragte bedenkingen op de verordening tot heffing van het keurloon van het vee, dat zij zich daarmede niet vereenigt, daarvoor hare gronden aangevende, en adviseert mitsdien om de veror dening niet te wijzigen conform dat advies be sloten. Wordt gelezen het proces-verbaal van de op name der Gemeente-kas, waaruit blijkt, dat er zich iri kas bevond /'5661,23'/s en waarvan af schrift aan Gedeputeerde Staten is gezonden; voor notificatie aangenomen. De Voorzitter deeltnamens Burgemeester en Wethouders mede, dat het jaarverslag der Ge meente in gereedheid isdat dit zal gedrukt en aan elk der leden een exemplaar zal gezonden Worden, hetwelk wordt goedgekeurd. Op voorstel der commissie van fabricage wordt besloten aan Burgemeester en Wethouders eeri crediet van 150 tot /dlOl) te verleenen, tot be strijding der kosten, vallende op het opzigt over werken. Hierna is de zitting gesloten. De (iti)KPüteerde Staten van Zeeland doen te weten, dal door hen, in hunne vergadering van heden, is vastgesteld hetgeen volgt Art. 1. De herijk, over het jaar 1855, van de Nederlandsche maten en gewigten welker gebruik in het vorige jaar verpligtend is geweest en mitsdien van alle gewiglen lengte-maten inhouds-maten voor drooge waren vocht-maten voor den handel in het klein en in hel groot initgoders ven de wisse zal in deze provincie worden aangevangen met den 1 Mei aanstaande en gesloten op den 31 Julij daaraan volgende. Art. 2. De letter (Gothische vorm) zal voor ijkletter gedurende dit jaar gebezigd worden en op al de geijkt of herijkt wordende maten en gewigten henevens het bijzondere merk van den Arrondissements ijker worden afgedrukt of ingebrand. Art. 3. De Arrondissements-ijkers zullen overeen komstig art. 5 van het reglement op den herijk, van den 15 Februarij 1822 behalve in de plaats hunner wo ning nog tot den herijk vaceren in die gemeenten van derzelver arrondissement als door ons bij resolution van den 10 April 1840 no. 46 van den 26 Maart/2 April 1841 no. 24 Provinciaalblad no. 34) van den 30 Junij 1843 no. 11 van den 17 April 1846 no. 27 Provinciaalblad no, 48 en van den 21 Junij 1850, no. 33 zijn aangewezen en op de dagen gedurende welke zij niet ia de gemeenten buiten hunne wooa« plaats vaceren ten minste gedurende vier uren daags hunne kantoren geopend houden om aan de ingezete nen gelegenheid te geven tot de verificatie hunner ma ten en gewiglen. Art. 4. Zij zullen van deuren waarop hunne kan toren zullen geopend zijn mitsgaders van de dagen op welke zij, uit hoofde der vereischte vacatiën in andere gemeenten niet lol den herijk der maten en gewiglen ten hunnen kantore zullen vaceren aan Burgemeester en Wethouders hunner woonplaats kennis geven, welke daarvan, door publicatie en door insertie in de stede lijke of in de binnen hunne stad meest gelezen wor dende courant aan de belanghebbenden zullen doeii kennis dragen. Art. 5. De Arrondissements-ijkers zullen Burge meester en Wethouders der gemeenten in welke zij in overeenstemming met het bepaalde in art. 3 tot den herijk zullen vaceren van hunne op handen zijnde komst ten minste acht dagen le voren informeren en zullen deze gehouden zijn den Burgemeesters en Wet houders der gemeenten, voor welke gelijktijdig wordÊ gevaceerd, daarvan kennis te geven, ten einde de amb tenaren publieke administratien kooplieden winke liers en andere belanghebbenden door hen worden ver wittigd van de plaats en van den tijd waarop tot den herijk zal worden gevaceerd en van hunne verpligling om de hij hen in gebruik zijnde maten en gewigten mitgaders de strijkels der halve en quart mudden le doen herijken zullende de Plaatselijke Besturen be halve de ten deze vereischte openbare bekendmaking tevens zoo veel mogelijk den belanghebbenden in gezetenen hunner gemeenten welke zij weten dat van maten en gewigten gebruik maken ten hunnen huize eene waarschuwing of kennisgeving laten doen. Art. 6. De Burgemeesters der gemeenten worden uitgenoodigd om aan de Arrondissernents-ijker vóór den aanvang van den herijk of bij deszelfs komst in de gemeente eene naamlijst te doen geworden van de in woners hunner gemeente welke, uit hoofde van hunne betrekking of hun bedrijf verpligt zijn gebruik te maken van malen of gewigten. Tot het opmaken dezer lijsten zal het register der pa'- tentpligligeri worden geraadpleegd en voorts op de zelve ook gebrngt worden de ambtenaren en publieke administratien welke in hunne amhshetrekkingen van malen of gewiglen tot het constateren van leve rancien of werken gebruik moeten maken wordende met betrekking tot de zamenstelling der bedoelde op gaven eene bijzondere naauwkeurigheid aanbevolen opdat daarin uitsluitend alle erkende ijkpligtigen en geene andere dan de zoodanigen worden opgenomen. Art. 7. De Arrondissements-ijkers zullen betrek kelijk de door hen in iedere gemeente in welke zij heb ben gevaceerd gedane verificatie en herijk een relaas opmaken en daarbij opgeven de ambtenaren publieke administratien en particulieren welke in de voren genoemde lijsten begrepen zijnde hun niet zijn geble ken aan derzelvcr verpligling betrekkelijk den herijk te hebben voldaan. Afschriften dezer relazen zullen door de Arrondisse ments-ijkers na den afloop van den termijn gedu rende welken de herijk is opengesteld aan ons worden gezonden. Art. 8. De Arrondissements-ijkers zullen ten minste tweemaal in het jaar op onbepaalde tijden en voorts zoo dikwijls ..ij zulks noodig achten vergezeld van den Commissaris van policie, of bij ontstentenis van zoodanig ambtenaar van een lid van het Plaatselijk Bestuur in al de gemeenten van hun Arrondissement visitaliën doen in do opeoe werkplaatsen magazijnen en winkels, op de markten vleeschhallen publieke wagen en op de molens en zich daarbij verzekeren dat in dezelve geene dan de nieuwe malen en gewigten aanwezig zijn, en dal die behoorlijk zijn herijkt. Zij zullen de oude afgeschafte maten en gewiglen alsmede die welke niet zijn herijkt in beslag nemen en met hel deswege op temaken proces-verbaal aan den officier bijdeArron- dissements-reglbank van hun ressort inzenden; van hun verrigle ten deze en van het resultaat hunner bevinding in elke gemeente zullen zij, bij de aan ons in lo dienen rapporten omstandige opgaven doen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1855 | | pagina 1