Zaturdag 11 Maart.
1834
Woensdag en Zaturdag.
BESTEM ADMSTIUTM
NIEUWSTIJDINGEN
/KV*/ -
COURANT.
abovhskkkts-fbxji 1
Per drie maanden f2,00. Franco per post f2,25.
Inzending der Advert, daags te voren'snamidd. vóór 4L ure.
verschijnt:
prijs deb idvsbtsstixs
Gewone 15 cents de regel. Geboorte-, Huwelijhs-en
Doodberiglen van 1-6 regels af 1behalve hel Zegelregl.
hderdsgt
BEKENDMAKING.
Burgemeester en Wethouders van Zierikzee bren
gen ter kennis van de ingezetenen dat de jaarlijk-
sclie Paarde», of HalfWastemarktals
van ouds op Donderdag den 23 dezer maand alhier
zal gehouden worden en dat de standplaats voor kramen
zijn zal aan de Kraan.
Zierikzee den 3 Maart 1854.
DE CRANE Voorzitter.
C. de JÓNGE Secretaris.
AFKONDIGING.
Burgemeester en Wethouders van Zierikzee, doen
te welen dat door den Baad dier gemeente in zijne
vergadering van den 30 Januarij 1854 is vastgesteld
de volgende
VERORDENING tegen hel ontstaan en de versprei
ding van hondsdolheid in de gemeente Zierikzee.
Art. 1. Zoodra zich binnen de gemeente een geval
van hondsdolheid openbaart of eenig mensch of dier
gebeten wordt door eenon hond welke van hondsdol,
heid verdacht wordt gehouden zal hiervan door den
persoon die gehelen mogt zijn of door diens naasten
bloed- of aanverwant, of door den eigenaar van het
gebeten dier aan den Burgemeester moeien worden
kennis gegeven.
Art. 2. Gelijke kennisgeving zal moeten geschieden
door een ieder die aan eenen hond waarvan hij eige
naar is, eenige sporen van hondsdolheid ondekt, ter
wijl deze ook verpligt zal zijn zulk eenon hond zoo
mogelijk in verzekerde bewaring te houden.
Art. 3. De Burgemeester zal, hij het ontvangen der
in de beide vorige artikelen gemelde kennisgevingen, aan
den binnen deze gemeente verblijf houdenden Veearts,
een onderzoek omtrent den toestand waarin de ver
dachte honden zich bevinden opdragen en zoo daaruit
blijkt dat dezelve werkelijk door de hondsdolheid zijn
aangetast of daarvan verdacht worden gehouden daar
van aan de Burgemeesters der aangrenzende gemeenten
kennis geven.
Art. 4. Burgemeester en Wethouders zullen tevens
de ingezetenen bij publicatie gelasten hunne honden
vast te leggen en wijders zorgen dat de met honds
dolheid aangedane honden worden gedood dezelve zul
len niet mogen worden aangeraakt en onmiddelijk één
en een halve el diep begraven moeten worden. Andere
beesten, gebeten door een dollen of van dolheid verdach
ten hond op de straten of wegen gevonden wordende,
worden in eene door den Burgemeester aan te wijzen
plaats afzonderlijk opgesloten tol dat alle gevaar
volgens de verklaring van eenen Veearts geacht moet
worden te zijn geweken. Bij ontdekking van water
vrees hij gemelde beesten zorgt de policie dat zij ter
stond afgemaakt en ter diepte als voren begraven
worden.
Art. 5. Na het bekomen van de in art 3 bedoelde
kennisgeving, of wanneer zulks ten gevolge van bui
tengewone hitte gestrenge koudeof om andero
redenen geraden voorkomt zullen Burgemeester en
Wethouders gehouden ziju gelijke bekendmaking uit
te vaardigen.
Art. 6. Wanneer zoodanige bekendmaking zal zijn
afgekondigd zullen gedurende den daarin bepaalden
tijd of tot dat dezelve zal zijn ingetrokken de hon
den moeten worden vastgelegd en niet anders langs
de straten en wegen mogen loopen dan voorzien van
een muilkorf van gevlochten koper- of iizerdraad
volgens model bij den Commissaris van Policie ten
allen tijde te bezigtigen.
VaD de verpligling tot het dragen vaneen muilkorf
zijn uitgesloten honden van doortrekkende vreemde
lingen mits aan een stevig koord ol ketting gehouden
wordende.
Art. 7. De honden welke bij bet werkelijk bestaan
der hondsdolheid, na hit uilvaardigen der in art. 4
en 5 bedoelde bekendmaking, zonder van den ver.eisch-
ten muilkorf voorzien te zijn op de stralen en wegen
loopende gevonden worden zullen door de dienaren
van policie mogen worden gedood of wanneer dit
zonder yrees voor gevaar kan geschieden in verzekerde
bewaring moeten worden gebragt.
Art. 8. Indien de voorgeschrevene maatregelen
slechts uit voorzorg zonder dat er werkelijk hondsdol
heid bestaatzijn genomen zullen de honden welke
strijdig met de bepalingen in art. 6 vervat, door de die
naren van policie worden ontdekt of aangetroffen zoo
im/n.cr mogelijk in verzekerde bewaring moeten wor
den gebragt of anderzins gedood worden in ieder ge
val zullen de herdershonden bij de kudden en de jagt-
honden in het jagtveld mogen losgelaten worden mits
de eersten voorzien zijn van een muilkorf.
Art. 9. De honden welke op opene erven worden
vastgelegd zullen zulks aan stevige kettingen moeten
worden gedaan welke steeds in goede orde moeten
worden gehouden en zal de commissaris van policie
zich van lijd tot lijd door inspectie verzekeren of doen
verzekeren dat door de ingezetenen behoorlijk vol
daan wordt aan deze bepaling voor welker verzuim
diegene die hut erf waarop de honden vastliggen
in gebruik heeft verantwoordelijk wordt gesteld.
Art. 10. De honden of andere beesten welke in
gevolge het bepaalde hij de art. 7 en 8 dezer verorde
ning in verzekerde bewaring zullen zijn gebragt zul
len aan de eigenaars kunnen worden teruggegeven
tegen behoorlijken borglogt tot zekerheid der boete
wegens de overtreding verschuldigd en van de kosten
van voeding der honden waarvan de zorg aan de
beambten der policie wordt opgedragen.
De bonden welke binnen den tijd van acht dagen
na derzei ver aanhouding niet zullen zijn gereclameerd,
zullen worden verkocht en zal de koopsom aan den
eigenaar worden uitgekeerd.
Art. 11. Alle honden die des nachts op de open
bare wegen of straten zonder opzigt of geleide door
de dienaren der policie worden aangetroffen zuilen
door dezelve worden gedood. De eigenaars van
honden waarover klagten wegens aanschieten of poging
lot bijten worden gedaan zullen worden gelast de
zelve vast te legger) of hun een' muilkorf te doen dra
gen bij verzuim van dit hevel zullen zoodanige honden
worden gedood.
Art. 12. Alle honden die eenig voortuig trekken
zullen van een muilkorf inoeten voorzien zijn. De
ambtenaren der plaatselijke belastingen zijn behalve die
der policieverpligtde trekhonden die van geen
muilkorf voorzien zijn legen te houden af te wijzen
en de gemeente te doen verlaten.
Art. 13. De ingezetenen worden ten ernstigste
aangemaand om hunne vastliggende of van muilkorven
voorziene honden ten alle tijde van behoorlijk voedsel
en zuiver drinkwater te voorzien.
Het is in het algemeen verboden honden te tergen
en te plagen.
Art. 14. De overtredingen tegen den inhoud dezer
verordening zullen worden gestraft met eene geldboete
van één lot tien gulden met uitzondering van die
voorkomende in de 2d" alinea van art. 11 waartegen
bij art. 475 n.° 7 wetboek van slrafregt is voorzien.
Art. 15. De commissaris van policie en zijne die
naren zijn bijzonder belast mot het toezigl op de stipte
naleving dezer verordening.
Zij zullen wegens do overtredingen die ter hunner
kennis koinen procesverbaal opmaken dat aan den
ambtenaar van hel openbaar ministerie bij het kanton-
geregl ter vervolging zal worden ingezonden.
Art. 16, Alle losloopende honden moeten voorzien
zijn van een' behoorlijk sluitende koperen halsband
met den naam van hunnen bezittor of eigenaar, daarin
duidelijk en voluit gesneden, terwijl de voornamen met
de eerste letters moeten worden aangeduid.
Art. 17. Do kleederen en andere goederen door
eenen dollen bond of een aan de watervrees gestorven
persoon aangeraakt, zullen dadelijk worden verbrand.
Art. 18. Deze verordening treedt in werking op
den veertienden dag volgende op dien der afkondiging.
Zijnde deze verordening aan dé Gedeputeerde Stalen
van Zeeland volgens hun berigt van den 24 Februarij
1854 n.°Bn „^'46 in afschrift mede gedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort,
den achtsten Maart 1800 vier en vijftig.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE CRANE Voorzitter.
C. de JONGE Secretaris.
BUITENLAND.
n u its c ii l a n di
Keulen 6 Maart. Het Petersburger dagblad dat
voor een orgaan des bofs gehouden wordt en waaruit
onlangs eene krachtige dichterlijke uilhoezeming tegen
Frankrijk en Engeland werd medegedeeld behelsde
dezer dagen andermaal een allerhevigst artikel waarin
onderanderen deze zinsneden voorkomen van welke de
laatste inzonderheid opmerking verdient «Niet ter
wille des Vredes en van Europa's rust bezwaddert ons
uwe woede gij afschuwelijke knechten der boosheid
De; onbevlekte naam van Rusland is u onverdragelijk
zijne magt is het die uwen smaad opwekt Ruslands
j liefdejegensdenczaar.de verknochtheid der Russen
aan den troon hunne gehoorzaamheid aan het woord
van den czaar en hunne liefde tol het altaar des vader
lands dat is het, waarvan gij wederparlijders siddert
wat uwen nijd opwekt. Gij schijnt onze soldaten
onze voortreffelijke scherpsnijdende bajonetten vergeten
te hebben Maar God heeft u verblind God zal zijne
zonen sterken en waren er ook iwinlig u gelijke volken
tegen één toch zullen wij overwinnen. Wie het regte
zwaard aangrijpt vindt geene hindernis. Het leugen
achtig gegrijns der dagbladen zal voor den donder der
zegepraal verslommen. Wij Ruslands zonen zullen
den eerloozen zonen van het Westen bewijzen hoe eer
waardig ons de heilige naam Byzantium is en hoe hij
ons als hij uitersten wil is voorbehouden. Ruslands
ontzagchelijke vuist zal de vijanden ter aarde werpen en,
door Nico laas op nieuw geplant, zal het heilige kruis
lichten over het Byzantijnsche land en door zijnen hei
ligen glans de wankelende trooneu der vorsten be
vestigen."
BINNENLAND.
Zierikzee, 10 Maart. Eergisteren morgen ten 9
ure is alhier van de werf de Goede Intentie van den heer
J. Slrickaertmet hel beste gevolg te water gelaten, het
galjoot-schoonerbrikschip SladSluisgroot 207 genieten
tonnen, kapitein Els boekhouders de heeren Borgh-
mans en Benier, te Vlissingen voor rekening derzelfde
reederij is eene nieuwe kiel gelegd.
Naar men verneemt hebben jl. woensdag 2 sche
pen zijnde een gaffel-en een tjalkscliip, voor Bruinisse
elkander onder hel laveren aangevaren, met dat gevolg
dat een dezer schepen onmiddelijk is gezonken belan
dere ook zeer beschadigd doch drijvende op de lading
bestaande uil asch heeft men nog bij tijds tegen den
wal aan den grond kunnen zetten. Menschenlevens
heeft men niet te betreuren gehad.
De hoofd commissie tot het oprigten van het stand
beeld voor Z. M. koning Willem II heeft ter algemeene
kennis gebragtdat met toestemming van Z M. den
koning de onthulling van hetzelve zal plaats hebben op
donderdag den 23 dezer.
Het Turksche rijk met zijne onderdeelen en af
hankelijke landen si rekt zich nog in drie werelddeelen
uit en heeft een inhoud van ongeveer 30,000 vierk.
geogr. mijlen, met eene bevolking van ruim 35.000,000
inwoners. Ëuropeesch Turkije telt hiervan omtrent 10
milioen mijlen uitgestrektheid en heeft 15 milioen
Azie 16 milioen en Afrika bijna 4 milioen zielen.
Die bevolking bestaat echter uit de meest verschil
lende ja dikwerf vijandige bestanddeelen niet slechts
wat oorsprong en afkomst maar vooral ook wat gods
dienstige belijdenissen betreft. Men heeft er Ottomanen,
Grieken Armeniërs Joden Slaven Romanen Al
banezen Tartaren Arabieren SyriërsDrussen