HMZEESCHE
GOORA19T.
N.° 92.
[Woensdag 17 November.
1852.
Woensdag en Zaturdag.
NIEUWSTIJDINGEN.
BUITENLAND.
/T? l-Jf,
abonneoixkts-fbzj8
Per drie maanden f 2,00. Franco per post f 2,25.
In zending der Advert, daags tevoren,' snamidd. vóór dl ure.
vehschijmt:
prijs dee advirtintiek i
Gewone 15 cents de regel. Geboorte-, Huwelijks- en
Doodberiglenvan 1-6 regels af 1behalve hel Zegelregt.
Provinciale Staten van Zeeland.
Zitting van 6 November.
Tegenwoordig de voorzitter 30 leden en de griffier.
Nn opening der vergadering worden de notulen der
Torige zitting gelezen en goedgekeurd.
De beer Vyttenhooven brengt verslag uit omtrent bet
adres van jh.r van Reigersberg Versluysbetrekkelijk
de sleigergelden. Ged. St. persisteren niettegen
staande de gemaakte aanmerkingen bij bun voorstel
met de wijziging dat van bet besluit kennis zal gege
ven worden aan den adressant.
De heer Vogelvanger rapporteert betrekkelijk het
voorstel van Ged. St. ten aanzien van renlelooze voor
schotten. Ook bier persisteren de Ged. St. bij bun
voorstel. De voorzitter geeft in overweging of de
vergadering daarover dadelijk verlangt te delibereren.
Wordt daartoe besloten. De heer Verhagen geeft te
kennen dat bij zicb, na de oplossing der gemaakte be
denkingen met hetzelve kan vereenigen. In omvraag
gebragt wordt het voorstel van Ged. St. aangenomen
met 25 tegen 5 stemin. CalshoekHennequin Waglho.
HardcnbergVogelvanger.
De heer Hardenberg rapporteert ten opzigte van bet
voorstel van den beer Hennequin, tot intrekking van
art. 57 bis van hel polder-reglement. Hierover ont
staan discussiën waarna met 14 tegen 16 stemmen
besloten wordt dat bet voorstel niet verder in aan
merking zal komen.
De heer Hammacher rapporteert betrekkelijk voorstel
tot wijziging van posten der provinciale uitgaven. Te
behandelen na afloop van het volgende punt dat der
opcenten voor de calamiteuze polders. De voorzitter
deelt mede de wijziging in het alzoo aangehoudene voor
stel inmiddels bij Ged. St. gemaakt zoodat men een
post voor den provincialen ingenieur op de begroeiing
uit zou trekken en alzoo een Koninklijk besluit op dat
punt uitlokken. De heer Verhagen doet rapport op
het van wege den Minister v. Binn. Z. door den Staats
raad Comm. des Konings gedane voorstel tol blijven
heffen der opcenten voor de calamiteuze polders over
bet jaar 1853 met een voorstel van eene der afdeelin-
gen tot nemen van een besluit der staten waarbij op
een aantal op de grondwet en de provinciale wel ge
gronde beweegredenen de vergadering zich onbevoegd
zou verklaren het voorstel aan le nemen en in de heffing
dier opcenten te bewilligen. De voorzitter antwoordt
hierop en andere leden voeren verder het woord. Ein
delijk stelt de voorzitter voor de zaak in handen van
Ged. St. te stellen tol hel geven van inlichting. De
heer Verhagen vraagt of dan ook het voorstel dier
ééne afdeeling inmiddels naar de afdeelingen verzonden
wordtdan wel naar Ged. St. De voorzitter ant
woordt dat voorstel met het zijne en alle bijhoorende
stukken zullen aan Ged. St. lot nader voorstel wor
den in handen gesteld. Hiermede wordt algemeon ge
noegen genomen. De voorzitter verklaart een voorstel
ontvangen te hebben strekkende tot benoemen eener
commissie tot ontwerpen van een nieuw polder-regle
ment welk voorstel goteekend is door de heeren van
de Putte Verhagen,, van der Have van den Broeclce
van de Stolpe en Waglhodie in de volgende zitting zul
len worden toegelaten ter toelichting van hun voorstel.
De verdere punten worden aangehouden tot maan
dag aanstaande des namiddags ten één ure.
Zitting van 8 November.
I. Morgen-zitting. Tegenwoordig 31 leden en de
griffier.
De nolulen van den 6 dezer worden gelezen en gocd-
keurd.
De voorzitter deelt mede een brief van den heer van
den Bosch houdende kennisgeving dat hij verhinderd
is de najaars-vergadering verder bij te wonen. Aan
de orde is het voorstel en plan von Ged. St. tot hot
uitschrijven eener provinciale geldleening met mede-
deeling der op verlangen der afdeelingen in het ontwerp
reeds gebragte wijzigingen. Nadat verschillende dis
cussiën tusschen de heeret) van de Putte van Deinse
Verhagen Hammacher van Cillers Luleijn en Spren-
gerhadden plaats gegrepen en de voorzitter de zaak
nu en dan had toegelicht is het voorste' behoudens
de daarin gebragte wijzigingen aangenomen en alzoo
met 2o stemmen tegen 6 besloten tot uitschrijven eener
geldleening van ƒ150,000 door en ten laste der provin
cie tot voorschreven einde en ten hoogste tegen 4 ten
honderd in het jaar. f 27,500 dier op te nemen som
worden bestemd tot aflossing der nog loopende aandee-
len der negotiatie ten behoeve der stoomboot de Schelde,
van Vlissingeu op Breskens ert voor den steiger enz.
van Wolphaartsdijk f 100,000 is bestemd tot rente
loos voorschot aan gemeenten die hunne middelen van
gemeenschap wenschen te verbeteren en de overige
f 22,500 tot verbetering der middelen van communica
tie regtslreeks van wege de provincie.- Er zullen 150
aandeelen worden gemaakt en voor elk aandeel twee
obligation op naam of in blanco naar verkiezing der
deelnemers en elk h f 500 met jnarlijksche coupons op
1 Januarij van elk jaar, rentende hoogstens 4 procenlo,
worden uitgeleverd.
(Het vervolg dezer zitting is bepaald op lieden avond
7 ure.)
II. Avond—zitting. Tegenwoordig de voorzitter
29 leden en de griflier.
De griffier leest het voorstel van Ged. St. betrekkelijk
de begrooting om daarop te brengen onder anderen do
ƒ400 onderhoud meubelen en de 1400 vooreen prov.
ingenieur. Laatstgenoemde op verlangen der St. op de
begrooting gebragte post lokt uil menige ontboezeming
van een overkropt gevoel. Do heer van Deinse merkt
op dat men bij het ministerie van Binn. Z. liet
daarvoor schijnt te houden dat door de St. van Zee
land de verdiensten van den Waterstaat over het hoofd
gezien en met ondank beloond worden. Dit is niet al
zoo. Men stelt die verdiensten op prijsmaar men
weet hoelang men al dikwerf met de begrooling wach
ten moet omdat de hoofd-ingehieur in het 11° district
van den waterstaat met bezigheden (ook buitengewone
die door het rijk hem worden opgelegd) overladen is
en gedurig moet worden aangemaand toch de noodige
inlichtingen te geven. Spreker wil omstandig en naar
waarheid eene opgaaf der redenen hebben waarom men
weder f 1400 voor een prov. ingenieur op do begrooling
gesteld heeft. De onmisbaarheid van zulk een ambte
naar voor Zeeland wil hij hebben aangetoond en alzoo
den Minister van Binn. Z. die tot nu toe verkeerd on-
derrigt is geweestdesabuseren. De heer Verhagen
had ook voor zich liggen de door den vorigen spreker
aangehaalde toespraak van den Minister van Binn. Z.
in de tweede kamer der Staten-Generaal op 20 Decem
ber 1850 gehouden. Daarin ziet hij de St. dezer pro
vincie verguisd door de volgende uitdrukking wordt
het belang van Zeeland door de Zeeuwen zeiven niet
behartigd dan behoort men elders daarop toe te zien."
Dit is heleedigend en te wijten aan verkeerdo voorstel
ling. Spreker bad le voren de benoeming van een prov.
ingenieur niet noodig geoordeeld maar hij had door de
overgroote meerderheid daartoe zien besluiten en nu
wenscht hii Ged. St. uit te noodigen de eer dezer ver
gadering le handhaven zooals het Zeeuwen past. De
heer Kroef meent dat hier zoo min over handhaving
van de eer der vergadering ais over het al of niet nuttige
van een prov. ingenieur sprake behoort te zijn maar
alleen daarover dat men het eens genomene besluit met
waardigheid handhave. Ook hij zal dus voor het op
verlangen der St. door Gedeputoerden gewijzigde voor
stel eoor de ƒ1400 behoeve een prov. ingenieur als
post np de begrooting stemmen. De heer Hammacher
herinnert dat de Minister van Binn. I. in de straks
aangehaalde redevoering had gezegd De waterstaat
vervuld zijnen pligt anders zoude ik de middelen we
ten j" maar gelijk reeds door den heer fan Cillers was
aangewezen in wederwil van alle interpellation was do
hoofd-ingenieur in 1850 ten achteren geweest in de
zaak van Thomaes te Sas-van-Gend en gelijk do heer
Hennequin had aangetoond eveneens in die der wate
ring van Codzand. Voorbeelden zou rnen op voorbeel
den kunnen stapelen. Maar bij zal zich slechts lot wei
nig bepalen en zegt alles in openbare zitting, opdat het
nlomme bekend worde opdat men in de residentie
waar men de middelen nog niet schijnt gevonden to
hebben om den waterstaat tot pligtvervulling te nood
zaken toch eindelijk welo wal waarheid is. Het door
de St. uitgelokte voorslei hunner Gedeputeerden wordt
aangenomen met acclamatie door de 29 tegenwoordig
zijnde leden. De verdere posten der begrooting geven
slechts aanleiding tot wijziging verplaatsing overbren
ging zonder wezenllijk verschil, zoodat de begrooting
gelijk die is voorgedragen met acclamatie is aangeno
men. De voorzitter stelt nu voor de benoeming eener
commissie liefst van 3 leden tot ontwerpen van een
adres aan den Koning daar bij van gevoelen is dat
Ged. St. in den regel daartoe niet kunnen gekozen wor
den. Ook wenscht hij zelf de benoeming niet le doen
maar aan de vergadering dit over te laten. Het thans
bedoelde adres zou betreffen de 400 voor onderhoud
der meubelen die als deels door de provincie aange
kochte deels ais haar door het rijk onder voorwaarde
van bekostiging van het onderhoud afgestane goederen,
zich in de gouvemeinents-loealen bevinden om Z. M.
den Koning de leden van Hoogstdeszelfs huis en de
gewestelijke autoriteiten behoorlijk te kunnon ontvan
gen. Tot het indienen van een adres aan den Koning
ter handhaving van dien post op de begrooling wordt
met acclamatio besloten en lot leden der commissie lot
ontwerpen van dit adres worden door de vorgadering
nadat het bureau van stemopneming had plaatsgenomen,
benoemd de heeren Blaaubeen Wagtho en Paspoort.
De heer van de Putte wordt toegelaten ter toelichting
van zijn voorstel betrekkelijk do wijziging van bet regle
ment of liever de reglementen op de poldersin Zeeland.
Hij betoogt de noodzakelijkheid en het dringende eener al
gemeene wijziging.
Do heer Hennequin wil we! onhoudbare artikelen
hebben afgeschaft maar geene geheele herziening als
schijnende hem dit het stichten van een gansch wankel-
haar door de nieuwe wet op den waterstaat welligt
omver te werpen gebouw. De heer fare Deinse kan
zich met het gevoelen des laatslen sprekers niet ver
eenigen
Nadat nu nog de heeren MooijaartWaglho en Ver
hagen het voorstel hadden ondersteund en de heer fare
de Putte het nader had aangedrongen brengt de voor
zitter in omvraag vooreerst: zal men zonder uitstel over
gaan tot een onderzoek ter wijziging van do polder-re
glementen Aangenomen met 18 tegen 11 stemmen.
Vóór hebben gestemd de heeren Vogelvanger van den
Broecke Z. Snijder Hammacher van Deinse Verha
gen Luleijn Mazure Calshoek van der Have fan de
Stolpe Benleijn Kakebeeke Mooijaartde Crane
Wagtho Hardenberg en van de Putte tegen de heeren
Boeije KroefHennequin Moolenburgh van der Bilt
Steenkamp SprengerBeciusBlaaubeen van Cillers en
Paspoort.
Ten tweede zal er eene speciale commissie tot het ont
werpen der nieuwe reglementen worden benoemd
Toestemmend beantwoordt met 19 tegen 10 stemmen
der 29 vorengemelde heeren. Tegen hebben gestemd
de heeren Vogelvanger fan den Broeclce Hammacher
KroefMoolenburgh Calshoek Sprenger Hardenberg
Blaaubeen en Paspoort.
Op do aanmerking van den heer Mooijaart, dat da
helft der leden moet aftreden men van herkiezing niet
zeker is en zoo doende wel eens geheel de commissie
zou kunnen afgetreden zijn eer zij haar werk volbragt
had besluit de vergadering de benoeming dier commis
sie uit te stellen lot door loting zal gebleken zijn
welke heeren in het volgende jaar zullen aanblijven.
De volgende vergadering wordt bepaald op tnorgen
namiddag ten één ure.
ii b ij k.
Pi rijs 10 November. Het belangrijkste hetwelk
heden le melden isis de zekere onverschilligheid waar-