MRKZEESCHE
COURAlfT.
A.° 62.
1851.
Zaturdag 2 Augustas.
ABOWME3HE3HTS-PH1JS I
Per drie maanden f 2,00. Franco per post f 2,25.
Inzending der A dvertdaags tevoren,1snamidd. vóór dt Ure.
li
Met 'deze Courant ontvangen onze geahonneer-
den hei vervolg en slot van het uittreksel uit het
Verslag van Gedeputeerde Staten aan de Sta
ten dezer provincie in hunne zomerverga
dering tan Julij 1851.
Vervolg van n.' 59.)
A.° 9„
Kil al hel nedergeslelde dat wij lezing en herlezing
Joowén's'cheYi niet wijl wij dat schreVen maar omdat
het de. laai der waarheid is, herhalen wij «kunslbe-
«schaving is een onmisbaar bestanddeel van menschelijke
«ontwikkeling, een noodwendige hand die het zinne
lijke en het verstandelijke in den merisch zamen hecht."
Een verdienstelijk deskundige waarop ons land
vooral de lunstbogen mag. sprak (stellig velen onzer
lezers Onbekend en wel waard gekend te zijn) het na-
Volgende
a Is rl'eze overtuiging (van het'zon eveh hierboven me
degedeelde) eenmaal aan allen helder geworden zoo
zal ile kunst eéne geheel andere beteekenis voor hel leven
wwk'rijg'eh dan zij tot nog toe had. Uit de hoogere
Waarde, haar-alsdan toegekend zal de noodzakelijkheid
volgen haar niet langer als eene weelde voor enkelen,
maar als eene behoefte voor allen te beschouwen. Die
behoefte zal echter niet te bevredigen zijn tenzij ze alten
toegankelijk worde tenzij allen haar leeren kennen en
'schattenEn is die kennis die waardering anders Ie
verkrijgen dan door grondig an veelzijdig onderwijs?" Wij
voegen daarbij Zoo zal hel streven van enkelen ten
volste gereglvaardigd zijn zoo zal ieder onzer zich ge
lukkig achten daartoe zijn penningske hij té dragen
7.00 zal waarlijk de toonkunst, in onze stad bevorderd en
erkend worden als een der krachtigste middelen tot
volksbeschaving en volksgeluk."
Hij sprak vorder
n De gronden, waarop diè Overtuiging rust, zijn geput
uit den aard der menschelijke natuur zelve. Zij zijn ge
put uit de kennis van 's metischen aanleg en behoeften.
Moge die kennis ook vroeger niet hebben ontbroken de
bepaalde toepassing daarvan op ditgelijk op zoovele
andere punten schijnt onzen tijd voorbehouden te zijn.
Of openbaart zich dalzelfde verschijnsel niet in meérdere
rigtingen, en is het niet een opmerkelijk teeken des tijds,
dat met) zich meet en meer rekenschap tracht te geven
vnri den aard en de harmonie der grondstoffen uil welke
de natuur is zatnehgcsteld
Gesteund door die kennis handhaaft de tUensch meer
en meer en met telkens duidelijker bewustzijn liet ge
zag naar hetwelk hij zoo langen tijd instinctmatig
Streefde. Is niet de heerschappij over de elementen dat
droombeeld der middeleeuwsche alchyrnisten, verkregen
door hst geslacht dal met en om Ons leeft? Die heer
schappij breidt zich met eiken dag uit brengt met eiken
dag nieuwe eti verbazender uitkomsten voortuit
komsten te meer bewonderenswaardig naar male zij
door eenvoudiger middelen worden bewerkt.
Het geheim dezer heerschappij ligt enkel daarin dat
men in onzen tijd meer dan ooit geslaagd is in het opspo
ren van dé oor zaken eigenschappen en verhoudingen
der dingen door de uitwendige vormen en betrekkingen
heen heeft men tol in zekere inate den grond en dé na-
tutir der dingen leeren kennen en men heeft ontdekt
■Welk eene éénheid er in die onuitputtelijke verscheiden
heid ligt hoe al wat is in dé natuurlijke zoowel als
in de zedelijke wereld, uit Weinige grondstoffen en grond
waarheden in geregelde aaneenschakeling eri nimmer
ruslende ontwikkeling, voortkomten Welke vaste wet
ten dat geheel regelen.
De kennis dier grondstoffen én grondwaarheden en
het begrip der natuurwetharer verbinding èri ontwik
keling moeslim den mensch de heerschappij Over heide
veeschijst
Woensdag en Zaturdag.
verzekeren moesten heide aan hem dienstbaar maken.
Dat het zoo wasgetuigt de stand onzer beschaving, on
zer ontdekkingen en uitvindingen.
Terwijl de natuur der hem omringende wereld den
mensch langs dezen weg bewust werd kon hel hem
niet ontsnappen hoezeer hij zelf een deel dier natuur
uitmaakte hoe dezelfde grondstoffen en grondwaar
heden zich in hem iot de kroon, óf liever tol de bloem
der schepping veredeld hadden hoe dezelfde wet van
natuurlijke geleidelijke en zamenslemmende ontwikke
ling ook de hoogste en eenigè wet van zijn Wezen uit
maakte.
De aanleg der menschelijke natuur is de hoógstmo-
gelijke ontwikkeling van alle krachten en gaven welke
in zijn wezen verborgen liggen. Terwijl echter de grond
van dat wezen eene éénheid is moet die ontwikkeling
eene zoodanige harmonische zijn, dat de eenheid ofiver-
hrolten blïjv'e. Ontwikkeling intusschen is dan alleen
mogelijk wanneer die eenheid zich openbaart in ver
scheidenheid. Die verscheidenheid vertoont zich aan
ons hij den mensch in drie rigtingen als leven gevoe
len, denken. Zij beantwoorden aan hetgeen wij gewoon
zijn ligchaam gemoed en geest te noemen. Ieder dier
rigtingen heeft eigenaardige behoeften, genotschoonheid
en Waarheid. Allen behooreh bevredigd en in harmo
nie gebrogl Ie worden zoo de mensch een geheel za 1
zijn en aan zijne bestemming zal beantwoorden.
ff." 10.
De nieuwere, opvoedingsleer eischt genot voor het lig-
vhnam schoonheid voor het gemoed waarheid voor den
geest. Zij eischt die niet op zich/elven staande, maar
innig verhonden zij eischt die niet vnOr enkelenmaar
voor allen. Zij eischt die voor allen, zoo niet in dezelfde
male, dan ten minste in dezelfde verhouding. Zij zoekt
die langs den weg der natuur door het bevorderen van
vrije ontwikkeling door hel. Opwekken bevredigen en
in harmonie brengen van alle behoeften naarmate en in
de orde zooals zij zich vertoonen óf behoorden He vertoo-
nen. Haar stelsel rust op de grondwaarheid de'be-
«stemming van den mensch hier op aarde is de hoogsl-
mogelijke harmonische ontwikkeling van allé krachten
»en gaven, welke in zijn ligchaam, zijn gemoed en zijnen
«geest verborgen liggen."
Maar terwijl zij de opvoeding des menSelien op dezen
natuurlijken grond bouwtvolgt zij in baar plan in
hare wijze van onderriglen ook dén leiddraad der na
tuur. Eerst slevigl zij het ligchaam dan veredelt zij
het gemoed eindelijk scherpt zij den geest. Zij wekt
in den riiensch door het genót dat uit de harmonie der
zinnelijke kracht voortvloeit het gevoel voor de vormen
der schoonheid in do natuur. Zij wektdoor de ideale
zijde der schoonheid als kunst de behoefte aan het
begrip der schoonheid als zedelijkheid en waarheid.
Zoo voert zij gelijk de natuur zelve door loven tot ge-
Voelen i door gevoelen tol denken. Zij weetwant. de
natuur leerde hot haar dal die middenterm een nood
zakelijk deel der menschelijke opvoeding uitmaakt. Zij
weet dat, zonder bewust geworden schoonheidsgevoel
(den kunstzin) de menschelijke beschaving onvoltooid
het gemoed gesloten blijft. Zij weet dal de mensch
zonder opwekking en veredeling des gemoedsof versmelt
in den gloed vari zinnelijk genot of bevriest in de kilte
van zijij afgetrokken denken. Daarom wekt en oefent
eene wijze opvoeding bij ieder kind het schoonheids
gevoel. Daarom is de kunst als de hoogste reinste
menschlijksle uitdrukking en zamenvatting van zinne
lijke, zedelijke en verstandelijke schoonheid, in heider hand
een zoo krachtig middel tot volksbeschaving en volksgeluk.
Wordt vervolgd.)
PRIJS DER ADVEETÏMTIEB S
Gewone 15 cents de regel. Geboorte-, Huwelijks- en
Ooodberigten van 1-6 regels af 1 behalve hel Zegelregt.
Dat de alphabetische lijst der B£ï<ezep§ van ILe-
«Iïteb voor c3pib Sürt'Bïveente.ESaaïlIvan heden
af, gedurende veertien dagen op de Secretarie voor
een ieder ter inzage is nedergelegd overeenkomstig
de Wet.
Afgekondigd van het Raadhuis der Stad Zierikxec
den 25 Julij 1851.
Uurgemeesler en Weihouders
A. MOENSvan BLOOIS, Wethouder, l. 11.
Ter ordonnantie
De Slads-Secrelaris
W. 1. V. KROEF.
FHKIWSTMIirm.
BBSTliffi APMIWISTRATIEK.
AFKONDIGING.
Burgemeester en Wethouders der Stad Zierihzee
maken bekend
BUITENLAND.
FRANKE IJ Ka
Parijs 28 Julij. Ren brief van den heer Guizol
aan den heer Dehaixschrijver van een werkje over
het gouvernement in Frankrijk eindigt met dezo
woorden Vlei u niet mijnheer I dat zoo lang
de democratie gelooven en willen zal alles te zijn
de schoone hoop, welke uw geschrift en uwe ziel ver
vuilen, verwezenlijkt zal worden. Gij zult evenmin de
republiek als de monarchie gij zult niets dan de om
wenteling hébben."
s e i g i X,
Brussel 28 Julij, De kamer der vertegenwoor
digers heeft het wets-ontwerp lot invoering eener
nieuwe belasting op den tabak met 45 legen 19 stem
men aangenomen. Deze belasting zal worden geheven,
door de slijters van tabak en van sigaren aan een bij
zonder patentregt van 96 fr. tot G fr. te onderwer
pen zij zal naar de berekening der regering 300,000
fr. 'sjaars aan de schatkist opbrengen.
De centrale sectie der kamer van afgevaardigden,
heeft haar rapport uitgobragt nopens het wets-ontwerp
dat de belasting op den jenever met 50 pet. verhoogt.
Dat rapport is het ontwerp gunstig en zal te eerder
de goedkeuring der kamer erlangen wijl daarvoor ook
pleiten het geluk der huisgezinnen en de openbare
zedelijkheid.
Eene belasting op den jenever zegt het rapport
«verdringt het publiek fortuin niet; zij vermeerdert
dat. Men mag het geene belasting heeten zij wordt
vrijwillig betaalt en berooft de huisgezinnen van geen
genot. Integendeel zij zal de ellende van vele faini-
liën verminderen. Men ga slechts in vele woningen
onzer arbeidende klasse en vrage wat er de oorzaak
is der armoede? Vrouwen en kinderen zullen u ant
woorden de jenever. En wat is het antwoord dat
menigeen geeft op de vraag dos regters hoe kwaamt
gij tot die misdaad Ik was beschonken."
LI. zondag hoeft in eene nabij Brussel gelegen
gemeente de pastoor de volgende verstandige woor
den tot zijn gehoor gerigt«Ik verneem mijne
vrienden dat de moest ongerijmde geruchten over
de zonsverduistering die morgen zal plaats hebben
in uw midden worden uitgestrooid. Men zegt u
dat de verduisteringen tot groote ongelukken aanlei
ding geven 4e lucht verpesten het water benevens
groenten en vruchten met schadelijke deelen be
zwangeren ei) dat men de beesten uit de weido
halen en in de stallen opsluiten moet. Dit zijn allen
beweringen die uil onkunde voortkomen. De ver
duisteringen zijn ganscb natuurlijke verschijnselen
die niet de minste vrees bij u moeten opwekken maar
n stemmen tot verheerlijking van den Goddelijken
Schepper wiens almagt met verwonderlijko orde de
wereld regeert. Bidt God mijne vrienden heden
en morgen en al do dagen van uw leven dat Hij
uwen oogst zegene stelt op Hem uw vertrouwen en
legt allen angst af voor de verduistering die u in
geenen deele schaden zal." Deze eenvoudige woorden
hadden de gewensehte uitwerking. Allen verlieten
het bedehuis met een weltevreden en gerustgesteld hart.