OORAfJT. Zaturdag 8 Maart. l N.° 20. 1851 Woensdag en Zaturdag. NvU ABOKNEMEHTS-PEIJS I Ver drie maanden f 2,00. Franco per post f 2,25. Inzending der Advert, daags tevoren,'snamidd. vóór 4Ï ure. VERSCHIJNT irtts 50 dito ^dilo de en té htj ia- ^an )U «2 den in j der ben de te- en- ft j len enj Lo an- hg» :al lid- vari zee i ndo ï§- ;au, pie- ok 1 rk diö 3 der We Lnterij zvm Handwerken en Voorwerpen. He dagen van gisteren en, eergisteren hebben volgens aankondiging, ook in deze Courant, ons de gelegenheid aangebodenom de Hand werken en Voorwerpen voor de Loterij, ter ondersleuning van de Armen, te bezigtigen. Wij hebben die gelegenheid niet ongebruikt laten voorbijgaan. Wij houden té veel van haar, die goede Loterij! en ze is ons onder de gewone verschijnselen, die de winter biedt, te aangenaam en welkom dan dat wc haar ons compliment niet eens zouden gaan maken. Zulk eene getrouwe comparatiLe op het winter- tooneclverdient wel eenige .onderscheiding en hulde, liet deed ons daarom regt goeddat wij het zoo drnk bezocht vonden, en dat we zoovele oogen met zooveel welgevallen op al die geschenken der Christelijke liefde zagen neder- ldikken. De winter moge karig zijn geweest met sneeuw en ijs, gij wildet daarom niet ka rig zijn,.gij, die met eikanderen al dat fraais en schoons hebt bijeengebragtgijgoede Ko ningin: zoo min als gij, lieve jonge Jufvrouw! Gij allen begreeptdat een zachte winter wel minder kou doet lijden, maar toch de ar men niet rijk maaktgij waart er op bedacht dat de honger niet wegblijft, al schijnt de zon nog zoo helder, en dat men hem niet verdrij ven kan door eene wandeling als is het weder nog zoo uitlokkend. Gij gevoeldet zelve het wel, dat, hoe gering de koude ook is, uwe winterklceding u toch niet hindert, en dat men n 4 JE en vex- ake er ook nu wel aan denken mag, om denaak- ten te kleeden. Maar heeft de zachte winter dan geen in vloed op de Loterij gehad? Ziet zij er nu wel zoo bekoorlijk uit Is zij nu we! zoo rijk Ja - dat durf ik niet zeggen, want zoo naauvv- keurig heb ik haar niet opgenomenmaar dit inoet ik bekennen, dat zij mij niet is tegenge vallen, en dat ik haar met genoegen heb be dien en als ik nu de Loterij personificeer en mij haar als eene dame voorstel, zooals ik trou wens reeds eenigzins deed dan kan ik u geen beter denkbeeld van mijne bevinding geven, dan dat zij er even Irisch aardig en eenvou dig uitzag, als dat jeugdige, lieve boerenmeisje met hare mand met eijei enop de schilderij van den heer Korsten, die tot genoegen van de bezoekers in de zaal was ten toon gehangen. Het zou wel weinig beduiden, als ik nu eens stukje voor stukje opnoemdewat er al te zien was en verloot zal worden. Gij hebt het mis schien zelf gezien en zoo gij het niet gezien hebt, wat hebt gij dan aan de namen? Als ik u, bij voorbeeld, eeris zeg: er was een stroo- jen pet, er waren slaapmutsen, er was een toilet-spiegel, er was een flokkermand(of hoe noemt men dat mandje?) dan vormt gij er u misschien een geheel ander idéé van, als dat het wezenlijk was. Er waren een tweetal voorwerpendie het mij pleizicr deed, dadr te vinden, te weten; etn album en het jaarhoekje D ore as. Ziedaar de vriendschap en de liefde, de Christelijke liefde, eenvoudig en met waardigheid vertegen woordigd! Vriendschap,wie is zoo arm, dat hij haar niet kent? Christelijke liefde, wie is zoo boos, dat hij geerie achting en geen' eer bied voor haar heeft? Vriendschap, welk een sclioone bloem is zij in onze levensgaarde 1 Christelijke liefdeboe vonkelt zij als een edel gesteenteen hoe blinkt zij uit boven zoovele anderen in de kroon der inenschheiddie, he laas! ook zoo menigen valschen steen bevat. Als ik eens zoo magtig was, dat ik eenigen invloed op die Loterij kon uitoefenenik zou mij niet lang bedenken aan wie ik dit album ten deel zou doen vallen, en wie er dan het eerste blaadje in zou schrijven, zou mij dan ook geen raadsel zijn. En dat boekje met dien geëerbiedigden naam? Aan wie anders dan aan de Dorcas-Vereeni- ging zouden wij dit eigenaardiger kunnen toe- schikken? Doners! liadt gij het wel gedacht, dat nog eeuwen na uw verscheidenuwe na gedachtenis nog zoo in eere en zegening zou zijn, dat uw naam nog zoo geprezen zou wor den en uw voorbeeld zoovelen tot navolging zou uitlokken en aansporen? Ik zwijg van al wat er meer voor de Loterij inogt zijn bestemd- waarvan ik echter niet kan of mag zwijgen is het kunststuk dat niet tot de verloting behoorde, maar daar al leenlijk was ten toon gesteld om de Loterij te illustreren en (o die goede mevrouwtjes zijn zoo zorgvol en zoo slimvoor de armen iets extra's te collecteren de Groots of S.l-Lieoens-Monster- kerkin karton, (of wat juister is en nog meer de waarde er van doet uitkomen)van post papier. Wij noemden het een kunststuk, en wij gelooven dan eer te weinig, dan te veel ge zegd te hebben. Het was voor ons niet nieuw en wij hadden reeds meerdere voortbrengselen van die kunstrijke hand gezien, en hebben het altijd bejammerd dat het nietalgemeener hekend wasen zijn naam deswege niet beroemder is. Wij hopen, dat gelegenheden als deze, daartoe veel zullen bijdragen, en dat, hoe weinig de vervaardiger er zich op late voorstaan toch aan verdienste hare kroon zal gegeven worden. Zijne kunst is eene zeldzame en verdient juist daarom te meer opmerking en bewondering. Allen die het bezigtigdenhebben hel dan ook gewis be wonderd. Wij wenschendat, bij het openen der bus, men ook de mildheid der beschouwers zal kunnen bewonderen. Overigens wenschen wij deze Loterij veel bijval, en ieder, die een lootje heeft, veel geluk. IU tLi STI1 .ITI^T PUBLICATIE. Burgemeester en Wethouders der Stad Zierikzee Gezien de aanschrijving van Zijne Excellence den Staatsraad Commissaris des Knnings in deze Provin cie van den 14 Februarij jt. Provinciaalblad n.° 31) en die van den heer Militie-Commissaris, van den 17 dier maand n.° 18. Brengen hij deze ter kennis van de belanghebbenden dal dé 3d' zitting van den Militie-Kaart voor het 4dc kanton waartoe deze Gemeente behoort zal plaats hebben op den 4 April e. k. des morgens ten PRIJS DER ADVERTENTIES! Gewone 15 cents de regel. Geboorte-Huwelijks— en Doodberiglenvan 1-6 regels a f 1 behalve hel Zegelregt. 9'/, ure in do Abdij te Middelburg,, en in die zitting zullen belmoren te compareren alle in dit jaar geloot hebbende personen welke fermechen regt op vrijstelling te hebben. Dat de 3"° zitting: van den Militie-Kaad voornoemd zal plaats hebben op den 14 April e. k. Ier plaatse en ure voornoemd en in deze zitting zullen moeten compareren al de Lotelingon welke nummers willen verwisselen of remplaceren. En wordt mitsdien een ieder aangemaand om zich naar gelang hij in een der bovengemelde gevallen ver keert in dn daartoe bepaalde zitting tegenwoordig te bevinden daarj.ij die zulks mogten verzuimen zul len beschouwd worden als geene redenen van vrijstelling of oogmerk tot plaatsvervanging te hebben en alzoo voor de dienst finaal zullen worden gedesigneerd. Zierikzee. den 5 Maart 1851. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE CKANE vt. Ter ordonnantie van dezelve De Stads-Secrelaris W. .1. P. KROEF. PUBLICATIE. Bdrgfmf.v.stf.b en Wktboodebs fier Statl Zierikzee Gezien de aanschrijving van Zijne Excellentie den lieer Staatsraad, Commissaris des Konings in deze Provincie, van den 20 Februarij jl, (Pro vinei aalblad n.° 37). Hebben goedgevonden: X.o De ingezetenen dezer gemeente te herinneren a3» de wet van den 2G Ventose 4de jaar, luidende als volgt: Art. 1. Binnen de tien dagen na de afkondiging dezer wet zullen alle eigenaars, pachters, gebruikers of anderen, hunne eigene gronden of die van andere bebouwende elk voor zooveel hem aangaat vorpliyf zijn om de 300MEBI op die gronden staande, van R.'ÜPSiS'WTaïïSTEN te zuiveren of te doen zuiveren, op poene van eene boete van ten minste drie en len hoogste tien dagen arbeids. Art. 2. Zij zullen, op dezelfde straffen, gehouden zijn de rupsennesten en netten van de hoornen hagen of struiken afge nomen aanstonds te verbranden en zulks op zoodanige p!» its alwaar zulks zonder gevaar van brand aan bosschen boomen of struiken, noch ook aan huizen en gebouwen zal kunnen geschieden, Art» 3. De bestuurders der Departementen (Gouverneurs) zul* len binnen hetzelfde tijdstip, de boomen welke zich op de on- verpachte Nationale Domeinen bevindenvan rupsen doen zui veren. Art. 4. De Agenten der gemeenten en hunne Adjuncten (Bur gemeesters en Wethouders of Assessoren)zullen, ieder in den zijnen vC'pligt zijn op de uitvoering dezer wei-toe te zien zij zijn verantwoordelijk voor het verzuim hetwelk ten dezen mogt worden ontdekt. Art. 5. De Commissarissen van het uitvoerend Bewind bij de Plaatselijke Regeringen zijn verpligt, om binnen het tweede tien tal dagen na de afkondiging dezer wet. eene schouwing te doen op alle met boomen, houtgewassen, hagen of struiken beplante gronden ten einde zich te overtuigen, dat de wering der rupsen nesten naar belmoren is volbragt, en om daarvan aan den Minister, wien het aangaat rapport te doen. Art. G. De wering der rupsennesten zal in de volgende jaren vóór den 1 Ventose (20 Februarij) moeten geschieden op straffe als hiervoren is bepaald. Art. 7. Indien eenige eigenaar of pachter hierop het gezegde tijdstip nalatig mogt zijn. zullen de Hoofden der Besturen en hunne Adjuncten zulks ten koste van den nalatigen, door arbeidslieden ter hunner keuze doen verrigten de kosten deswege zullen, bij bevel van inbaarverklaring van den Vrederegter (Kantonregter) op «ie kwitaiitié'n der arbeidsliedenvan de gezegde eigenaars of gebruikers worden verhaald zonder datdebetaling daarvan van de boete zal kunnen verschoonen. Art. 8. De tegenwoordige wet zal op den 1 Pluviose (22 Ja- nuai'ij) op bevel van den Commissaris van het uitvoerend Bewind door de zorg van de Hoofden van Plaatselijke Besturen worden afgekondigd H.o De ingezetenen oplettend ie maken op de v.erpligting, welke daaruit voor hen tol. eene tijdige zuivering hunner in eigendom of gebruik toebehoorende boomen, struiken en hagen van de daarin aanwezige rupsennesten voortvloeit, op de schouwingen die deswege door de Plaatselijke Besturen tusschen den 21 Februarij en 10 Maart aanslaande en vervolgens zullen worden gedaan; en op de kosten en straffen welke het gevolg van nalatigheid of verzuim ten dezen zullen zijn, lil." De eigenaars en gebruikers van gronden, met boomen be plant, ernstig aan te manen om zich ten dezen in hun eigen belang en dal hunner naburen stipteüjk van hunne vcrpliglingen te kwij ten t'ti daardoor mede te werken tot vernieling van een voor de vruchtboomen en houtgewassen zoo nadeelig insect. IV. o En opdat niemand hiervan onwetendheid zoude kunnen voorwenden, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt waac zulks te doen gebruikelijk is. Gedaan te Zierikzee, den 5 Maart 1831 Burgemeester en Wethouders, DE CRANE, vu Ter ordonnantie De Stads Secretaris 1 W. J. P. KROEF.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1851 | | pagina 1