N.° 56 Zaturdag 13 Julij. 1850. Woensdag en Zaturdag. SN ADI ZD3UKZEESCHE COURANT. ABOMNEWENTS-PKIJS Per drie maanden f 2,00. Franco per post f 2,15. Inzending der Advert, daags te voren,"snamidd. vóór 4 ure. verschi jnt PRIJS DER ADVEKTEMTIEN Gewone 15 cents de regel. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberiglen van 1-6 regels af1 behalve het Zegelregt VOOnUÏTGAWG. 3 1. Die de harmonischbeoefende wetenschap zou minachten die zich door overmoed of onverschilligheiddoor eigen waan oj dweeperij zou afsluiten van die heerlijke wereld van de stoffelijke en de geestelijke die. hare waarneming zou veronachtzamenomdat zij aan zijn eenzijdig ge kozen standpunt niet voldoet hij, zou een hoofddoel van zijn leven miskennen waarvan zijn stilstand op den weg der ontwikkeling ten minste het onafscheidelijke gevolg zou zijn. k oor zoo verre zouhij mogen heeten alhier te vergeefs geleefd te hebben Sporen van de natuurlijke geschiedenis der Schep pingvoorwoord van prof. G. J. Mulderpag. VIII. Predikt de wetenschap van den geoloog niet tegenstaande de alsnog menigvuldige hypothesen met onbetwistbare zekerheid een eeuwig vooruit gaand. beginsel, voorde stoffelijke wereld door 'den Almagtigen in den grondvorm onzer aarde nedergelegd niet minder in het oog loopend doet dit de geschiedeniszelfs wanneer wij meteenen -vlugtigen blik haar geheel overzien met betrek king tot het verband tusschen stoffelijk en gees telijk leven. Of zag de Jood niet met verach ting neder op elk ander volk der aarde; was zelfs de naam van Griek bij hem geen schimpnaam En het beschaafdste volk der oudheidbij het welk de wieg en bakermat was van alle kunst en wetenschaperkende de hoogst ontwikkelde Athener eenig ander onderscheid dan dat van Hellenen en Barbaren? -- Bestond er eenige an dere verhouding tusschen de bewoners van den- zelfden staat, dan die van vrij man en slaaf? Beteekende vrijheid, bij Grieken en Romeinen, doorgaans wel iets anders dan geen slaaf zijn, met moeten arbeiden Was het iets anders dan liet regt van den sterkste, hetwelk doemde tot slavernij? Bezoedelt dit regt niet elke bladzijde der oude geschiedenis, met verhalen van plun derende, verwoestende brandstichtende en moor dende oorlogen? Bestaat niet de gansche ge schiedenis der Romeinen uit eene reeks van on- geregligheden tegen volkenonderhet juk gebragt van het door eeuwenlang oorlogsgeluk uitstekend- ste volk der aarde Rome had zijn rol gespeelddoor zijne over winningen was zijne beschaving, zoo zij bescha ving mag heeten tot alle volken der toen bekende wcield doorgedrongen; met zijne alleen-heer schappij scheen het toppunt van alle menschelijke grootheid bereikt. Ziedaar! met eenen gansch anderen geest dan dim van overheersching en slavernij bezield komen er tot nu toe onbekende volken uit het noorden en oosten opdagen, voor wier krachtvolle armen het door overmoedige weelde uitgeputte Rome onbestand is. Zelfstan digheid, achting voor den persoon waardeiing der persoonlijke vrijheid, vormen den uitnemen de h karaktertrek van het Germaansch element. lfe vereenzelviging met de overwonnenen deont- wikkeling en overstorting van den onder hen heerschenden geestde langzamerhand wijzigende invloed van de voortreffelijkste zedeleeronder al die tot hiertoe verkondigd warendie van Christus, vorderden eenige eeuwen aleer een Ka bel de Groote de grenspalen kon zetten van een rijk, waar binnen zich later deEuropeschestaten zouden vormen. JZoo werden, de grondslagen gelegd voor een hooger en edeler maatschappelijk leven. De ont wikkeling van dit nieuwe leven zien wij in het tijdperk, hetwelk wij tot dog toe gewoon zijn te noemen de middeleeuwen. Daar vinden wij de vrijheid niet bevat in het regt van niet te ar- heiden, maar in het begrip van zelfstandigheid daar vinden wij den overwonnene niet meer den slaaf des overwinnaars, maar een eigen man, be- arbeider van den grond zijns meesters, met er kenning van een personenregt. Wij zien daar onder de Vorsten en hunne Leenheeren en Vasal- len, de vrije lieden bezitters van eigendommen, zich van lieverlede vereenigen tot gemeenten; deze gemeenten met verscheidene voorregten bedeeld, opklimmen tot zelfstandige steden door verstan dige wetten zien wij haar de regten der burgeren verzekeren door onderlinge verdragen eene in de oude wereld onbekende staatkunst eri staat huishoudkunde uitoefenendiegesteund door handel en nijverheid beoefening van wetenschap en kunst, de mogelijkheid daarstelde der heden- daagsche beschaving welvaart en weelde. Zoo zien wij, door aanwending der meer en meer ontwikkelde verstandsvermogens van opvol gende geslachten vooruitgang in het stoffelijk deel van liet maatschappelijk leven. Maar daartoe al leen heeft de nooit volprezen Schepper de kiem van het menschelijk leven niet in zijne schepping nedergelegd. Eene andere, tot hiertoe in dier voege ongekende mogendheid maakte zich lang zamerhand meester van het gemoedsbestaan der individuen. Wij bedoelen de Kerk. De leer, die Christus op aarde predikte was juist over eenstemmend met den hoogen ernst van hetGer- maansche gemoed. Gelijk de moedermelk door het kind, wordt zij met graagte ingezogen, en weldra neemt men bij de jeugdige volken het zelfde gevoel van eerbied voor de Kerk waar als dat van het kind voor zijne moeder. Die eer bied zou welligt van langoren duur zijn geweest, hadde de kerk zich bij haren onstoffelijken in vloed bepaald maar allengskens matigde zij zich stoffelijke heerschappij aan, er naar strevende om ook over de materiële wereld te zegevieren. Zij bereikte grootendeels haar doelverviel tot weelde en overmoed; van daar de Hervorming. Godsdienstige vrijheid is de leus onder welke de hervormers zich tegen het dwangjuk der kerk verzetten. Heilig de meer dan honderdjarige strijd die gestreden wordt, om de godsdienstige vrijheid der individuen te vestigen. Met het einde van deze worsteling verandert de rigting van het maatschappelijk leven. Het volkeriverkeer wordt uitgebreider; de baan wordt geopend voor we reldbeschaving, Vermeerdering van stoffelijke welvaart is nogtans de eenige drijfveer tot voor uitgang. Handelskwestiën en verdragen zijn de oefenscholen van den geest. Koloniën in de nieuw ontdekte werelddeelen le vestigen, zich aldaar uit gestrekte bezittingen te verwerven; de rijkdommen van den grond uit te delven of denzelven dienstig te maken tot voortbrenging der in den handel meest gezochte producten, het meeste voordeel de hoogstinogelijke materiële welvaart voor zich al leen te winnenziedaar het streven en tevens de oorzaken van wedijvertwisten oorlog gedurende (t) Zoude het niet mogelijk zijn dat wij door toekomende ge slachten geacht worden tot het middeleenwsche tijdperk te be lmoren en thans in de overgangs-pefiotle verkeeren van het ma teriele tot het psychische leven des menschdoms Tot hiertoe speeldé de stof de hoofdrol vele zijn de ieekènefl die aankondigen eene aanstaande heerschappij yan den geest. de twee eeuwendie op den Munsterschen vrede zijn gevolgd. Niettegenstaande dit algemeen streven naar eigendom, niet minder door genootschappen, compagniën, gilden, dan door particulieren, den doorgaanden geest van dit tijdperk kenschetst ontwikkelt zich echter in hetzelfde tijdsverloop uit do overwinningdoor de voorstanders van godsdienstige vrijheid behaaldhet tot hiertoe ongekende denkbeeld van politieke vrijheid, tot dat op het laatst der verloopene eeuw een op stand van koloniën in een ander werelddeel te gen onderdrukking van het moederland, het tee- ken geeft tot den strijd. Do zucht naar vrijheid eri onafhankelijkheid van Benjamin Franklin wekte den geest der Noord-Amerikanen op, om zich van Brittanjes overheersching te verlossen en het beleid van eenen Washington verwerft hun de verlangde Staatkundige vrijheid. De schok, van daar uitgegaan, wordt in de oude wereld gevoeld, en Europa beeft op zijne grondvesten. Verwoes tendgelijk de inval der Noordsche barbaren in den aanvang der middeleeuwen, is de uit werking van den eersten schok, die den men- schelijken geest eene nieuwe rigting geven zal. In dit tijdperk van ontwikkeling van politieke vrijheid schijnen wij te leven. Geene mensche lijke kracht zal vermogend zijn hetzelve te on derdrukken. Ilare vestiging en bestendiging is overeenkomstig den wil van den Goddelijken maker, die de kiem van vooruitgang niet alleen der stoffelijkemaar ook der geestelijke wereld in geheel Zijne schepping heeft gelegd, haar voort durend onderhoudten ondanks de bekrompen inzigten van nienschelijken overmoed en eigen baat, tot het eerlijkste uiteinde brengen zal. Ziedaar wat de geschiedenis ons leert. Ook zij predikt ons rusteloozen vooi'uitgang. Door denzelven te bevorderen handelen wij overeen komstig de bedoelingen van God, voor wienonze eerbied, bij elke schrede die wij voorwaarts doen inde kennis van Zijn stoffelijk en geestelijk rijk vermeerderen en in pligtmatige aanbidding ein digen moet. Daartoe zullen wij komen wanneer wij ons, gelijk professor Vissering zegt in de werkelijke wereld bewegen met en voor haar le ven en a/ heiden wanneer wij de studie der na tuur en der oudheid, die een levenwekkend ele ment moet zijn tot ontwikkeling, niet maken tot een lastigen kluister, die den vooruitstrevenden geest terughoudt. Zij moet middel, zij kan geen doel meer zijn. Vrijheidhet beginsel van staathuishoudkunde. IE NOTIFICATIE. Gedetotrkkde Staten van Zeeland. Gezien art. 72, 73 7(> 120 en 121 van de Wet regelende het KIESKÈ&T en de benoeming van AlF&iEVA/m^ICHOSKi ter Eerste en Tweede Kamer der Staten-Geueraalvan den 4 Julij 1850# (Staatsblad n.° 37.) Noodigen de ingezetenen dezer provincie uitwelke voor de Grondbelastingde Personele Belastingen het Patentregt in eene of meer andere gemeenten van het Rijk. dan in die hunner in woning, op de Rijks kohieren aangeslagen zijn, in dier voege dat zij alles te zamen geribmen drie honderd gulden (ƒ300) of meer moeten betalen van die aanslagen zoo it) hoofdsom als in 's Rijks opcentenbinnen zes dagen na de dagteekening dezer, aan de Be sturen der steden of gemeenten hunner woonplaats, op eene vol doende wijze, te doen blijken en zulks ten einde gemelde Besturen in staat te stellen tot vervaardiging der voor de Gedeputeerde Sla- ten benoodigde opgaven, tot het formefèh van de lijst der hoogst aangeslagenen in de Üijks Directe Belastingen. l.o Daarbij zal in aanmerking kuinen; a. yoov de Grondbelas*

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1850 | | pagina 1