NIEUWSTIJDINGEN.
BUITENLAND.
1
fiiopeloozen toestand. De nacht vertoonde een too-
„eeldat niet om bij te wonen was niets dan ijlhoof
digheid of onderdrukt gekerm hoorde men van alle kan-
len. Toen de onder-chirurgijn Collman verzocht werd
aan boord van de Amelia, als officier van gezondheid
te gaan barstte hij in tranen uit en toen hij om do
reden daarvan gevraagd werd antwoordde hij dat het
niets anders was dan onwillekeurige zwakte ten ge
volge van het klimaat maar naderhand bleek het dat
hij ook verontrust was door eenen koortsachtigen
droom over zijne familie en betrekkingen die hij ach
tergelaten had."
Op 18 Sept. telde men 60 zieken en de dood had
reeds eene menigte slagtoffers opgeëischt. Van dit tijd
stip af aan vertoonde de expeditie niets dan de treu
rigste tofereelen en teleurstellingen. Desniettegen
staande besloot men de Soudan en Wilberforcemet ai
de zieken aan boord naar de zeekust te zenden ter
wijl de Albert met kapt. Trosler en Bird Allen aan
boord de rivier verderop zoude varen. In billijkheid
moet inen opmerken dat kapt. Allen van gevoelen ver
schilde daar vroegere ondervinding hem de gevolgen
deed voorzien die werkelijk plaats hebben gehad en
die den dood van kapt. Bird Allen en van verschei-
deno der manschappen aan boord na zich hebben ge
sleept, Met groote moeile bereikte men Egga eene
stad van 1000 inwoners alwaar de Albert van 28 Sept.
lot 3 Oct voor anker bleef.
Toen vervlogen alle uitzigten om hooger op te stoo-
mcn daar er naauwelijks 12 man van de blanken ge
zond aan boord waren terwijl hel gevaar van hooger
op aan den grond te raken en verdere moeijelijkheden
te ontmoeten hoe langer hoe meer toenam. Men was
us verpligt om den logt naar Kabbah op te geven
en er bleef niets anders over dan met allen mogelijken
spoed zeewaarts terug te keeren.
Wat nu volgde kan men in weinige regels zarnen-
trekken. Onder weêrgalooze moeijelijkheden be
reikte do Albert Fernando Po na aan den mond van
de Nun-Rivier de Soudan ontmoet te hebben dia
haar te gernoet gezonden was. Zoodra kapt. Trosler
genoegzaam hersteld was ging hij naar Engeland.
Hier raadpleegde men omtrent hetgeen er verder te doen
stond en zond instructiën door luit. Toby. Na ver
loop van verscheidene maanden' ontving men orders van
do admiraliteit orn niet verder voort te gaan en om
de officieren en manschappen met de eerste gelegen
heid naa'r Engeland terug te zenden. Eene der stoom-
booten met eene zwarte equipage en klein getal blanke
officieren vertrok den Niger op naar de modelhoeve,
om de kolonisten en hun eigendom af te halen indien
zij zulks begeerden. Men vond 20 akkers ontgonnen
land. 12 kleihutten en van al de 32 kolonisten
die op de hoeve zich bevonden wilden er slechts 9 blij
ven op conditie van hooger daggeld en een europeesch
opzigler tot hunne bescherming. Omtrent het lot van
den heer Carrden ongelukkigen opzigler der model
hoeve konde men niets te welen komen en alleen tot
het besluit geraken dat hij door iemand van bet volk
van koning Boy vermoord was.
Van de 145 blanken hadden 130 de koorts en stier
ven er 43 en van de 158 zwarten hadden 11 de koorts
terwijl niemand hunner overleed en de 11 zwarte pa
tiënten alle in Engeland en eenige jaren lang afwezig
uit hun land geweest waren. De ziekte was bij hen
van veel ligleren graad maar men ziet daaruit dat de
Vrijdom welke deze zwarte stammen"genieten van epi
demische ziekten, tot eenen zekeren graad verloren gaat,
door verblijf in andere klimaten.
Na lang wachten op orders van het gouvernement
keerde men naar Engeland terug en ofschoon men nog
voorgeslagen heeft om eene kolonie aan den zamenloop
van de Chaddah en Niger te stichten en eene kleine
inlandsche armee en afrikaanscbe marine op te rigten
om den slavenhandel te beletten zal men wel tot de
overtuiging gekomen zijn dat men alle hoop op kolo
nisatie in zulk eene landstreek moet opgeven ten min
ste onder opzigt van Europeanen.
t b a k k a ij k.
Parijs 23 Maart. De onaangename indruk door
eene discussie over de wet op de kluhs teweeg gebragt,
is nog geenszins vermihderd. De gematigden erkennen
dat het ministerie verkeerd heeft gehandeld door zich
niet te vereenigen met het ontwerp door de meerder
heid der commissie voorgesteld en door bij zijne aan
vraag om de klubs geheel te verbieden zaden te strooi-
jen van gistingen verdeeldheid, welke betreurenswaar
dige gevolgen zouden kunnen hebben. Men hoopt
echter dat er eene transactie zal plaats grijpen welke
aan dit incident een einde zal maken.
De beriglen uit Turijn gaan thans tot den 17
Maart ingesloten nog slechts twee dagen moeslen er
dus verloopen alvorens de wapenstilstand een eind
nam. Sedert de opzegging heeft men bij het oosten-
rijksche leger groote bewegingen opgemerkt. Het her
togdom Partita wordt er door ontruimd ook, meent
men de Tesino fen deele van troppen ontbloot. Te
Turijn dacht men, dat zijn oogmerk was van Milaan
naar de Mincio te wijken en daar wierd hij aange
tast een beslissenden slag te wagen.
Te Rome is den 10 Maart een oproer voorgeval
len ter gelegenheid dat men de overtollige klokken
uit zeker klooster wilde afhalen om er geschut van te
gieten. De nationale garde en do karabiniers hebben
de orde hersteld de klokken zijn afgeleverd. Orider-
lusschen klaagt de romeinsche Monileurdat er van
den kant der gegoede burgers zoo weinig giften ten be
hoeve der republiek inkomen.
qroot-brittarvkienr.
Londen 21 Maart. In het district Maine in den
staat Massachusets (Noord-Amerika) zoude goud ont
dekt-zijn en waren eene menigte menschen daarhenen
gestroomd.
Van Californie is weinig nieuws alleen dat door
minder vonst en meerder aanvoer van levensmiddelen
als anderzins het goud weder tot D. 16 per once ge
stegen was.
Ineen amerikaansch dagblad leest men, dat er
te Philadelphia New-York en Baltimore eene Be-
vrijdigings-Vereeniginy" opgerigt is, wier geest uit de
volgende proclamatie kan worden opgemaakt
Daar alle smeekingen voorstellingen en pogingen
die door het duitscho volk gedaan zijn om zijne nn-
reglvaardige magthebbers keizer koningen en vorsten
van allen aard te bewegen hunne onnatuurlijke?stel-
ling te laten varen vruchteloos geweest zijn daar
verder de magthebbers in plaats van 's volks verzoek
toe te staan en hetzelve in zijne aangeboren menschen-
regten te stellen met kogels en granaten antwoorden
daar om al de schandbedrijven de kroon op te zetten
die keizer koningen en vorsten in den kampstrijd met
het volk de gruwolijkste ijsselijkste en onmensclielijk-
ste teregtstellingeu door hunne lügè beulen Windisch-
grfitz Jellachich en anderen doen voltrekken enz.
enz. zoo zien wij geen ander middel om deze dood
vijanden der menschbeid te verdelgen dan dat wij
Duitseh-Amerikanen en onze golijkdenkende vrienden
Item of hun belooningen toekennen die op de eene of
andere wijze de barbaren der 19de eeuw zullen onscha
delijk maken en niet zullen rusten alvorens hun doel
te hebben bereikt. Dienvolgens worden vooreerst de
navolgende prijzen uitgeloofd
Voor de verdelging van den oostenr. keizer f 30,000
die van den koning van Pruissen - 25,000
een anderen koning, keurvorst,
hertog en soortgelijk - 15.000
't hoofd des lagen be.uls Wmdischgratz - 10,000
Voor de prompte uitbetaling dezer belooningen na
dat de daders de bewijsstukken zullen hebben geleverd
stellen wij ons vermogen en onze eer te nande."
Deze proclamatie is in den naam der vereeuiging on-
derteekend «C.A. Wollenweber ,1' secretaris van dit
aardige genootschap en levens uitgever van voornoemd
dagblad.
BINNENLAND.
's Gravenhage 23 Maart. De commissie uit de
tweede kamer is heden middag bij Z M. ten gehoore
toegelaten. Na aanbieding van het adres aan den ko
ning (welks inhoud reeds door ons is gemeld) heeft
hoogstdezelvo daarop het volgende geantwoord
Mijne Heeren
»Ik hen diep getroffen door de deelneming welke de
tweede kamer der staten-generaal mij betoont bij het
grievend verlies waardoor aan mijne geliefde moeder
en aan mijn huis zoo smartelijke wonde is loegebragt.
«Die deelneming de dankbare vereering der nage
dachtenis van mijnen onvergetelijkenlvader de uitdruk
king van de trouw en verkleefdheid der natie maken
mij dit adres zeer welgevallig en vertroostend en ik
verzoeke u mijne heeren mijne erkentelijkheid des
wege aan de kamer te betuigen.
«Het zal mijn streven zijn de voetstappen van mijn
voorganger te drukken wiens hart tot zijn laatste
stonde voor Nederland klopte en het verheugt mij de
verzekering te ontvangen, dat de tweede kamer in
afwachting van mijne aanstaande plegtige inhuldiging
reeds nu bereid is, met mij mede te werken tot het
welzijn van het trouwe volk waaraan mijn leven voort
aan zal zijn toegewijd en welks geluk ik als één be
schouw met het mijne."
Wel onderrigle ingezetenen dezer residentie, die
kringen van allerlei rang en stand bezoeken verzekeren
ons, dat de proclamatie van koning Willem III over het
algemeen een gunsligen indruk teweeg brengt. Daarbij
weet men van goederhand dat z. K. H prins Frederik
del Nederlanden voor een groot deel die proclamatie
heeft geredigeerd, en dat de jonge koning zeer veel ver
trouwen stelt in hoogstdeszelfs oom. Dat is waarlijk
een allergelukkigst verschijnsel voor ons land en dubbel
waardig vermeld te worden opdat bel alomme blijd
schap moge verspreiden. Op den dag der terugkomst
van den nieuwen koning uit Engeland hebben prins
Frederik met den minister Lighteveltvan des namid
dags 2 lot 's avonds 7'/ï ure bij z. m. vertoefd.
[Zondagsblad.)
's Gravenhage 24 Maart. De Slaats-Courant van
heden behelst het volgende besluit des konings dd.
23 Maart
Wh WILLEM IIIenz.
«Hebben goedgevonden en verstaan
«Onzen minister voor do zaken der Hervormde en
andere Eeredienslen mitsgaders onzen minister voor
de zaken der Roomsch-Calholijke Eeredienst aan te
schrijven gelijk zij worden aangeschreven bij deze
om elk voor zoo veel zijn departement aangaat do
godsdienstige gezindheden uit te noodigen zich op den
eersten zondag na hel ontvangen der uitnoodiging in
hare gebeden tot den Allerhoogste, met ons te vereeni
gen en Hem bij het door ons aanvaarden der rege
ring vurig te smeeken dat Zijne Goddelijke goedheid
de pogingen ondersteune welke wij ernstig voor heb
ben lol bevordering van het welzijn van het Neilerland-
sche volk aan te wenden en onze regering door Zijnen
zegen hegunstigo en voorspoedig make."
Het door de eerste kamer aan Z M. den koning
aan te bieden adres van rouwbeklag is van den volgen
den inhoud
«Sire!
«Met gemengde aandoeningen naderen wij voor de
eerste maal den troon van Uwe Majesteit.
«Het treffend verlies van den ontslapen koning heeft
geheel Nederland mot innige smart vervuld. Wij be
seffen ten volle hoe diep dit leed is gedrongen in de
harten der leden van het koninklijk geslacht van de
beminde koningin—weduwe en van Uwe Majesteit die
allen in den afgestorven vorst óf een edel hoofd óf een
geliefden echtgenoot, óf een waardigen vader betreuren.
Wij volbrengen dan ook met ontroering den smartelij-
ken pligt om aan Uwe Majesteit onze opregte deelne
ming en de algemeene droefheid pleglig te komen be
tuigen.
«Uw onvergetelijke vader, Sire, die nimmer schroom
de zijn bloed voor liet vaderland te plengen arbeidde
onk onvermoeid aan het welzijn van den staat; door
wijzigingen in de Grondwet te bevorderen behartigde
hij 's lands wezenlijke belangen en bewaarde bij in zorg
volle lijden onschatbare rust en orde. Vertegenwoor
digers van liet getrouwe volk van Nederland verheugen
wij ons Sire, in U te mogen begroeten den opvolger
van het koningschap die het gewigt zijner moeijelijko
taak gevoelt die het zijne roeping acht het werk to
voltooijen waarvan Willem II de grondslagen heeft
gelegd.
«Op onze medewerking, tot bereiking van dat verheven
doel kan Uwe Majesteit volkomen rekenen.
«Het is onze vurigste wensch dat de vereenigde po
gingen van koningen van vertegenwoordiging, eendrag-
telijk aangewend zullen strekken tot heil der natie en
van Uwer"M ijosteits aloud stamhuis beiden zoo innig
aan elkander verbonden.
«Moge de Goddelijke Voorzienigheid hij het algemeen
gevoelde leed ook zachte vertroosting schenken en aan
U Sire moed en krachten verleunen om uwe gewig-
tige taak luisterrijk te volbrengen."
Nopens de lijkkist van wijlen koning Willem II
verneemt inen dat die kist vervaardigd is door de ge
broeders Horrix alhier, em wel van moirce mahonij-
hout inwendig gepolitourd. Het hout is 6 ned. dui
men dik. De kist is uitwendig met zwart fluweel be
kleed en mot zilveren banden afgezet.
De ornamenten zijn vorvaardigd door de heeren
Mansveld Beek en geplaatst door de heeren Horrix. Het
zijn tien kroonsehroeven rustende op kussens die door
het deksel in de kist uitkomen. Tien hengsels omzet
ten de kist en rusten op tien leeuwen—klaauwen.
Van buiten en hoven de kist hoofdwaarts is ge
steld een dubbele lauwertak die de namen omvat van
Waterloo Qualre-Bras Hasselt en Leuven. Daaron
der eene zilveren plaat die door den heer Meijerden
vader, alhier, in gereedheid gebragt is en die het
volgend opschrift bevat
Zijne Majesteit Willem II
Koning der Nederlanden
Prins van Or.anje-Nassau
Groothertog van Luxemburg enz. enz. enz.
Geboren te s Gravenhage den 6"en December 1792.
Gehuldigd te Amsterdamden 28st,"° November 1840.
Overleden te Tilburg, den 17de" Maart 1849.
De heer Boon architect was belast met de zorg tot
de vervaardiging van deze kistde bekleeding is ver
vaardigd door den behanger, den heer Noordanus
hel houtwerk is gemaakt en de ornamenten zijn geplaatst
door de heeren Horrix. Aan allen verdient regtmatige
lof toegebragt te worden voor de volvoering van deze
kist die het stoffelijk overschot zal besluiten van den
ontslapen vorst wiens verlies het geheele vaderland in
diepen rouw heeft gedompeld.
Men zegt dat de werkzaamheden der kamers zijn
geschorst tot 8 dagen na Paschen en zulks als een ge
volg van het overlijden van Z. M. koning Willem II.
's Gravenhage 25 Maart. Naar de geruchten, dia
hier in omloop zijn zou het lijk van den ontslapen
koning den 2 April aanstaandevan Tilburg naar Bot
terdam worden overgebragt; terwijl de ter aarde be
stelling op woensdag den 4 April zou plaatshebben.