MAATSCHAPPIJ
LANDBOUW JStSfe VEETEELT
leger van de vloot en van de schutterij van welken
rans rij ook mogen zijn in limine betrekkingen.
«Nederlanders! blijft getrouw aan de spreuk uwer
vaderen: Eendragt maakt Magt", en zoekt met
mij de ware vrijheid in onderwerping aan de wet.
«Lasten en hevelen dat de tegenwoordige procla
matie zal worden afgekondigd iu pene plegtige openbare
lereglzitting van den hoogen raad der Nederlanden
van de provinciale gereglslioven en van de arrondisse-
ments-regthanken mitsgaders van de puije der raad
huizen van de hoofdplaatsen der provinciën en der arron
dissementen alwaar zij bovendien zal worden aange
plakt ter plaatse waar zulks aldaar gebruikelijk is en
eindelijk dat zij in het Staatsblad zal worden geplaatst.
«Gedaan la'sGravenhage, op beden den 21 Maart 1819.
WILLEM.
De Minister van MarineJ. C. Rut.
De Minister van JustitieD. Donker Curtids.
De Minister van lluitenl Zaken, Lightenvelt.
De Minister van hinnenl. Zaken, J. M. de Kempenaer.
De Minister van Oorlog, Voet.
De Minister van FinanciënVan BosSE.
De Minister voor de Zaken der Her
vormde en andere Eerediensten. S. van Heemstra.
De Minister van Koloniën G. L. Baud.
De Minister voor de Zaken der R.
Calh. EeredienstJ. A. Mutsaers.
Afgekondigd van den Raadhuize der Stad Zierihzee
des middags van den 27 Maart 1800 negen en veerlig,
waarna dadelijk vier exemplaren dezes op de gebruike
lijke plaatsen binnen dere Stad zijn aangeplakt en in
de Stads Courant geplaatst.
Burgemeester en Wethouders,
DE CRANE vt..
Ter ordonnantie
De Stads Secretaris
W. J. P. KROEF.
TOT BEVOIWEKIAG KIN AAINMOEIIIGIING
VAW DEIN EN DE
IN DE PROVINCIE ZEELAND.
liet Hoofdbestuur «Ier Maatschappij brengt hiermede Ier alge-
jneeue kennis,dat naar aanleiding van tiet reeds vermeldewegens
het houden der Algenieene Vergadering en «Ie Tentoonstel lina van
Vee en andere Voorwerpen den Landbouw betrelFende binnen de
Stad THOLENdaartoe alsnu tie dagen zijn aangewezen, op
Dingsdag, Woensdag en Donderdag, den 12 13 en 14 Junij aan
staande; zullende'het uur en de plaats tier Vereeniging later in het
Programma worden vermeld. Terwijl op bovenvermelde Tentoon-
stelling de volgende Premiè'n zullen worden uitgeloofd
Voor den besten Hengst van 3 jaren40
Hengst boven de 3 jaien- 25
Voor het beste 3jarig Inlandsch Akker-Me rriepaard - 40
Tweede Prijs - 25
Rijtuig Merriepaa rd - 40
Tweede Prijs - 25
Voor het beste 2jarigMerrie-Akkerpaard30
Tweede Prijs - - 15
Voor het beste eenjarig Merriepaard - 20
Tweede Prijs - 10
Voor den besten Slier, geboren vóór 1 Januarij 1846 - - 30
Tweede Prijs - 15
geboren na 1 Ja»navij 1847 - 25
Tweede Prijs - 10
geboren na 4 Januari) 1848 - 20
Tweede Prijs - 8
Voor de beste Melkkoe25
Tweede Prijs - 15
Voorde beste Vaars, geboren na 1 Jannarij 1846 - &0
Tweede Prijs 12
geboren na 1 Januarij 184-7 15
Tweede Prijs- 1 - 8
geboren na 1 Januarij 1848 - 10
Tweede Prijs - 5
Voor den besten éénjarigen RanV 20
Tweede Prijs - 12
Voor den besten Ram boven de twee jaren - 15
Tweede Prijs - 10
Voor de beste drie stuks éénjarige Hamels - 20
Tweede Prijs - 10
Yoór de beste vijf stuks éénjarige Ooijen- 20
Tweede Prijs - 10
(Al de schapen moeten geschoren zijn.)
Voor den besten Beer-15
Tweede Prijs 8
Voor de beste Zeug- 10
Tweede Prijs - 5
Insgelijks zullen Premiè'n óf Medailles worden toegewezen voor
nieuw uitgevondene of ingevoerde Werktuigen, weiketen algemee-
nen nutte doelmatig worden geoordeeld almede voor aangebragte
■verbeteringen aan bestaande Landhuishoudelijke vV^rktuigen voor
puike nieuwe Zaden en kunstmatig bereide Mestspeciën met aan
duiding der laag9te prijzen eu aanwijzing van de middelen te» ver-
Xri|gbaarstelling.
Het bedrag dezer Premiè'n. zal door de Algemeene Vergadering
worden geregeld, doch zal vijf Lig gulden niet vermogen te boven
gaan.
Overigens wordt van deze gelegenheid gebruik gemaakt om ter
kennis van belanghebbenden te brengen, dat, aangezien bij art. 20
van het Reglement, tot instandhouding der Paardenfokkerij in deze
Provincie/goedgekeurd bijZ.M. besluit van 12 Junij 1848n.° 88
is vastgesteld dat jaarlijks in een of meer Districten der Provincie,
■welke daartoe door den Voorzitter der Commissie van Landbouw
zullen worden aangewezen uit liet Provinciale Fonds van den Land
bouw, drie Premiè'n van oOvan /'30en van f'20, voor de beste
en sclinonsie Veulendragende Merrrèn die ouder dan drie en jonger
dan ses jaren zijn kunnen worden toegewezen mits daarbij voldaan
zij aan de verdere bij gezegd artikel gestelde voorwaarden; dien
tengevolge is goedgevonden te bepalen om in aanmerking genomen
de geschikte gelegenheid welke daarvoor de jaarlijks gehouden
voidende Algeniecaie Tentoonstellingen dezer Maatschappij aanbie
den daartoe voor het jaar 1849, de hierboven aangekondigde te
bestemmen en wordt alzoo bij deze aan een ieder ook voor hen die
geen Leden dezer Maatschappij zijn, de gelegenheid tot mededinging
opengesteld, en de Landlieden nitgenoodigd aan de hiermede beoogde
verbetering van het Paardenras bevorderlijk te willen zijn.
Wordende eindelijk elke inzender van Vee en andere voorwerpen
andermaal nitgenoodgidom uiterlijk vóór den 1 Mei aanslaande,
aan den Secretaris van deszelfs Afdeelingsbestuur daarvan kennis te
geven met opgave van hetgeen hij voornemens is aan te brengen
onder bijvoeging eener verklaringhoudende aanduiding van de soort
en den juisten ouderdom van het Vee, en eene bepaalde vermelding
van het verder bij 30 der Statuten dienaangaande voorgeschrevene.
Middelburgden 8 Maart 1849.
Namens het Hoofdbestuur der Maatschappij voornoemd
W. TH. VIS.
Eeni§e bijzonderheden omtrent de 1111
ongeveer tien jaren g-eleden onder-
nomen eiigreïsche expeditie tot
opvaring; van den iVtryer.
VervolgZien.0 18.)
De heer Schöu de zendeling werd verzocht aan
den vorst het onderscheid tusscben het Heiden- en Chris
tendom uiteen te zetten en nadat z. ed. de 10 geboden
en de grondwaarheden van het Christendom voorgedra
gen had vroeg hij aan Obiof dit niet eene goede
coilsdienst was die daarop met bet knippen zijner
vinders, antwoordde: «Ja zeer goed Nadat nu
het, traktaat floor de commissarissen geteekend en door
O bi met een kruisje voorzien was verzocht kapt. Trot
ter aan den heer Müllerals kapellaan aan de commis
sie toegevoegd om den zegen des Allerhoogsten op dit
voorspoedig begin der werkzaamheden in te roepen.
Nadat dit aan koning Obi uiteen gezet was, verzocht
Is. !Vi, om daarbij tegenwoordig te blijven en volgde
ons voorbeeld om voor den God der Christenen te
knielen voor hem een onbekend en niet te waarderen
Wezen. Op dat Dogenblik werd Obi echter hevig ont
steld en toen de ceremonie geëindigd was vloog hij
op schreeuwde meteenen geweldigen uitroep om zijnen
Ju-ju-man om hem zijnen beschermenden «Arrisi" of
afgod te brengen in de verbeelding dat wij eenige
bezwering tol zijn nadeel uitgevoerd hadden waarte
gen hij zich door eene offerande moest vrijwaren
hij stond bevende van vrees en aandoening terwijl
bet zweet langs zijn gezigt en nek liep ten bewijze
in welken angst hij verkeerde. De priester vloog in de
kajuit met den afgod een stuk zwart gemaakt hout f
met doek omwonden hetgeen de vorst tusschen zijne
beenen plaatste. Obi was op het punt om zijn ge
woon drankoffer van palmwijn voor dien afgod te plen
gen toen kapitein Trotterinsgelijks grootendeels ver
ontwaardigd op het denkbeeld om eene beidensche
ceremonie in tegenspraak met plegtighedcn onzer hei
lige godsdienst toe te laten Z. M. stoorde en kapt.
Riridtillen riep, die juist de kajuit verlaten had. Toen
hierop aan Z. M. uiteengezet was, dat wij den grooten
God den Vader van ons allen aangeroepen hadden
om Zijnen zegen zoowel over de zwarten als over de
blanken te verkrijgen begon Z. M. te bedaren hield
met zijne ceremoniën op en zijn goed humeur keerde
spoedig terug. Den overigen tijd bragt Z. M. zeer tot
zijn genoegen door: zoowel den palmwijn die voor
Ju-ju bestemd was geweestals den echten Spaanschen
wijn dien men hem voordiende met smaak genietende
terwijl hij daarna alle deelen van het schip onderzocht.
Het voornaamste gedeelte van de ceremonie moest
nog plaats hebben te weten de zoo lang verwachte
tentoonstelling en uitdeeling der geschenken. Koning
Obi was over alles verrukt maar desniettegenstaande
vertrouwde men de betuigingen van zijne opreglheid
weinig en de gevolgen hebben zulks nok op het vol-
dingendste bewezen ofschoon men meende het be
oogde dool bereikt te hebben en de sluiting van dit
traktaat met geschut en het uitsteken van alle vlaggen
op de schepen gevierd werd
Het traktaat met Allah, vorst van bet koningrijk
Eggarnh die in Iddah eene stad van circa 9000 in
woners woontwas meestal in denzelfden geest. Z. M.
naderde onder een wanluidend geraas van trommels
en ruwe instrumenten uit riet vervaardigd. Eene
deur vloog plotseling open aan hel einde van eenen
hof, van waar hij door 8 slaven op een kussen aan
gedragen werd. Het geraas van het publiek dat bui
ten stond was oorverdoovend. Z. M. was van ont-
zettenden omvang de huid git zwart en glanzig en
hij had groote maar vadzige oogen. Hij droeg een
ruim kleed van rood fluweel wijden scharlaken pan
talon en eene helmvormigc muls van bonte kleuren
met koralen versierd die ook langs zijnen hals neer
hingen. Zijne voeten met wijde roodledëren laarzen
bedekt met kleine schelletjes omzoomd hingen los
over den troon en eene grooto karmosijn-roode parasol
werd over hem uitgestrekt gehouden. Verschillende
waaijerdragers zorgden met eene zekere taktiek voor
de vrije circulatie van de lucht. Links stond het mond
stuk van Z. M. of de eerste minister in zijne hand
een klein hoorntje drager.de gedeeltelijk met rood doek
hekleed. Onder den troon zaten de reglers (Mallams)
en eene menigte anderen alle in gespannen verwach
ting om het «pallaver" van de blanken aan lehooren.
De tolk Johnson werd daarop verzocht te zeggen
dat het gezelschap gekomen was op order van de be
velhebbers der schepen die. henevens drie andere hee-
ren afgevaardigd waren tot Allah, door Hare M.
Victoria om hel verlangen van Hare M. over te bren
gen om met den Attah, zoowel als met alle zwarten
goede vrienden te zijn. De commissarissen hoopten
dat Attah gezond was en het znude hun aangenaam
zijn indien hij aan boord de boodschap van Hare M.
Victoria wilde komen in ontvangst nemen. De tolk
verklaarde zelfs vroeger slaaf geweest Ie zijn maar
door de magl van de koningin was hij thans vrijman
en Hare M. wenschto dat ieder dit zoude zijn. Een
klein geschenk van wege de commissarissen werd
daarop vertoond waarop Allah door middel van zijn
mondstuk of eersten minister vroeg of dit alles was
wat zij te zeggen hadden? en na een bevestigend ant
woord ontvangen te hebben antwoordde hijwederom
door zijn mondstuk «Ik ben verheugd emik dank
»in de eerste plaats, God u bij mij te zien. Indien
«uwe landslieden verheugd zijn mij te zien moeten zij
«in de eerste plaats gelooven wat ik zeg. De overle-
«dene koning wenschte dat blanken naar zijne bezit—
«tingen overkwamenmaar hij gaf er niet om ze te zien.
«Ik ben nu de Attah of koning en de blanken zijn ge-
komen om mij te bezoeken en ik ben daarover ver-
«heugd. Indien zij goede vrienden willen worden
«moeten zij zich niet overhaasten want ik houde er
«van om mijne vrienden vele dagen te eten en te drin-
»ken te houden. Wanneer vreemdelingen tot mij ko-
«men laat ik hen niet gaarne vertrekken zonder eene
«goede afspraak. Ik had geen trek om zelf te komen
«uit hoofde van den regen doch daar de blanken vast
«besloten hadden mij te zien zoo dacht ik dat zij den
«regen konden doen ophouden maar het regent nog
«even hard als ooit. De rivier behoort aan mij een
«geheele streek naar boven en naar heneden óp beida
«oevers en ik ben de koning. De koningin der blan-
»ken heeft eenen vriend overgezonden om mij te zien.
«Ik heb zoo even ook juist een geschenk gezien on-
waardig om aan mij aangeboden te worden het is
«alleen goed genoeg voor eenen dienaar. God heeft
«mij naar zijn beeld geschapen ik hen geheel aan God
«gelijk en Hij heeft inij tot koning gemaakt."
De conferentie had daags daaropvolgende plaats
en de koning beloofde alles, wat de commissarissen
maar verlangden. Allah's verlangen om de geschen-
kon te zien klom gedurig en op het laatst verklaarde
hij zelfs dat bij niets meer te zeggen had en dat hij
nu maar de geschenken wilde zien die hem opgenoemd
waren en dal bij die op morgen verwachtte.
Nadat het traktaat gesloteu en eene streek land tot
matigen prijs voor eene model-hoeve afgestaan was
zette de expeditie bare reis hooger op de rivier voort.
Maar nu verschenen de verschrikkelijke koortsen met
al hare gevolgen. Eene hevig brandende zon met eene
smoorheete benaauwde lucht de thermometer 90"
op den middag in de schaduw en zelden heneden 85°
's nachts dreef de koorts lot het uiterste en de mees
ten waren van gevoelen dat alleen gestadige ventila
tiedoor waaijers en veelvuldig sponsen met koud
water, in staat waren het leven te rekken zoodanig
was de belemmering der ademhaling en de bitle der
huid. Velen die nog niet op de ziekenlijst stonden
begonnen ook zwak en henaauwd te worden en het
eerste sterfgeval bad 11 Sept. aan boord van de Wil-
berforce plaats.
Hierbij kwam nog eene andere bezoeking sedert
eenige nachten werd men verontrust door slangen die
door het liooge water van de overstroomde eilanden
verdreven werden en in al de schepen werden er des
nachts verscheidene gedood die zich langs de kettin
gen of raderkasten opgewerkt hadden. Daar men zeide
dat eenige gfftig waren zoo steeg de vrees ten top
en zoodra men maar eenig geraas hoorde plagt men
te zeggen «daar is weer eeri slang." Aan boord van
de Soudah werd er een gedood die zeer giftig was.
Niettegenstaande de spoedige uitbreiding van de
koorts besloten de commissarissen de modelhoeve te
slichten en na lange onderhandelingen kocht men
eene streek landsdigt bij Mount Surling voor 700,099
cowries of 45 p. sterl. De akkerbouw-gereedschappen
provision en huisraad werden aan land gebragt en
eene bonte tent die van hef tournooi van lord Eglin-
ton afstamde diende tot tijdelijk verblijf van den op-
zigter. Op verzoek van den heer Carren tot protec
tie van de nieuwe kolonisten bleef de Amelia een
klein vaartuig met een onder-chirurgijn aan boord
hij Surling voor anker liggen. Niets werd verzuimd
om het doel der expeditie te bereiken maar het gezel
schap was thans in een klimaat, hetgeen door de Al-
magtige Wijsheid voor andere gestellen dan de onze
bestemd is.
Men was voornemens met de Wilberforce naar Chod-
dah te gaan en do Albert en Soudan de rivier hooger
te laten optrekken maar de zoo sterk toenemende
koortsen verijdelden deze plannen.
In bet Journal 17 Sept. leest men
Sedert de laatste 3 dagen hebben de koortsen ont
zettend toegenomen en op de Soudan zijn slechts 6
man in staat om zich te bewegen. Aan boord van
de Albert was de onder-chirurgijn op den rand van het
graf, en op de Wilberforce verkeerden verscheiden in