Woensdag 11 Mei.
N°. 39.
1848.
iZ.
Woensdag en Zaturdag.
IWWSTUDIM.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
STE»
LEGGENEfi
Mei.
lam
8y2 ure
10
10 y2
pen:
7 ure
8
eerikzeesche
ieven.
41% pC
475/4
«2%
COURANT.
120
,ndel-Maa
tenrijkscht
ABONMEMENTS-PRIJS:
Per drie maanden f 2,00. Franco per post f 2,15.
Inzending der A dveZl. daags te voren.'s namiddrvddr 4 ure.
verschijnt:
PRIJS DER ADVERTENTIE®!
Gewone 15 cents de regel. Geboorte-Huwelijks- en
Doodberigten van 1-6 regels a f 1 behalve hel Zegelregl.
he f 8,0(7,
0Zomer,
en /'9,2a,
wsche dit®
1EEIES
1. Mudde,
,50 a 9.ad
,00 a 6,oC
,00 a 0,011
,00 a 0,0(
,00 a 12.0(
00 a 7.ÖC
.00 per vat
,00
,00
1040sluki
LIKZBE,
o
50
I
a*
uzer teelt j
e HL. K
edeeb
Prijs,
egint op
R. Nz
tCOBU:
Begiet
iclag det
Herberj
in mass
I
rms
Ie en ge
ïlkerzee
Ier voor
eoefcnii
'190,64
I
an voor
olp o
ns ten'.
lroeijen
1 een
Varken
Drieling
eed ee
jwonnei
lie pari/
agnelln
vos,
BERLIJN den 8 Mei.
Bij besluit van den 6 heefl Z. M. zoowel bij de
burgerlijke als bij de militaire slralreglspleging alle
lijfstraffen afgeschaft.
Men meldt uit Wiesbaden dat de regering een
jicuwen stap ter vereenvoudiging van de staatshuis
houding gedaan beeft met al bare buitenlandsche agen
do terug te roepen. Onder anderen is de legatieraad
lonGagern naar de hoven van Nederland en Belgie ge-
sonden om aldaar afscheid te nemen.
Ten opzigte van de Sleeswijk-Holsleinsche kwes-
.ie wordt de aanneming der engelscbe bemiddeling
laardoor bevesligd dat in Engeland oene aanzienlijke
loor de Denen gedane bestelling van geweren enz. we-
ler is afgezegd. Van den anderen kant is door Zwe
len aan Pruissen beteekend dat zoo de duilsche troe
len andere deensche provinciën dan Sleeswijk mogten
lanlasten Zweden ter afwering hiervan troepen ter
ulp van Denemarken zou zenden de nota voegt er
venwel bij dat de zweedsche regering niet voorne
mens is, maatregelen tegen den duitscben handel en de
icbeepvaart te nemen zoodal de duilsche koopvaardjj-
thepen de wateren van Zweden en Noorwegen onbe-
emmerd zullen kunnen blijven bevaren zoo lang er
n deze landen geene vijandelijkheden gepleegd worden.
Op de voordragtender mannen van vertrouwen
lat Duilscbland de neutraliteit van Belgie zou waar-
loTgen is door den bondsdag besloten daaromtrent
iel aanzoek van Belgie zelf af te wachten.
PARUS, den 10 Mei.
De nationale vergadering heefl in hare zitting van
leden de leden benoemd uitmakende de commissie
er uitvoerende magt. Volgens de orde waarin zij
aar het getal stemmen gekozen zijn bestaat die com-
u'ssie uit de heeren Arago Gamier-Pages Marie
amarline en Ledru-Rollin. Deze keuze heeft eenen
oeden indruk gemaakt.
Het voorloopige gouvernement heeft sedert 24
ëbruarij en alzoo in 72 dagen niet minder dan 295
esluiten van verschillenden aard genomen,
PABUS, den 11 Mei.
Heden heeft de uitvoerende commissie aan de nalio-
ale vergadering eene boodschap ingezonden waarbij
j voor hare benoeming dank zegt en voorts berigt
at zij het nieuwe ministerie op de volgende wijs heeft
imengesteldbuitenlandsche zaken Jules Baslide met
ules Favretot onder-secretaris van staaljustitie
rimieux binnenlandsche zaken Recurtpubliek on-
prwijs Carnol met Baijnaudlot onder-secretaris
Erediensten Belhmont; koophandelFlocon; publieke
erken Trélalfinanciën Duclercoorlog, (ad in-
rim) Charrasmarine, admiraal Casy.
De heeren Louis Blanc en Albert treden geheel uit
t bestuur.
Het nieuwe ministerie is dus benoemd. Het bevat
zoo niet minder dan tien departementen terwijl men
vroeger acht reeds als te veel beschouwde. Men
'hijnt opzettelijk een afzonderlijk ministerie van koop-
indel en landbouw opgerigt te hebben om cene plaats
n den heer Flocon Ie kunnen inruimen. De be
cking van spaarzaamheid en zelfs die van het nut der
ililieke dienst schijnen voor die der partij-believing te
ebben moeten onderdoen.
1 Den 7 beeft te Madrid werkelijk een nieuw op-
er plaats gehad de leiders daarvan hadden een rege-
ent tot deelneming in hunne pogingen aangespoord
Baraan echter maar in geringe male is beantwoord,
(tusschen is weder pen 60ta( gekwetsten of dooden
tvallen onder de eersten bevindt zich generaal Ful-
oso. Madrid is in staat van beleg verklaard.
ANTWERPEN, den 12 Mei,
De stoomboot Soho, heden morgen met eene lading
koopwaren en 12 passagiers hier aangekomen heeft
gisteren avond omtrent vijl zeemijlen (Heuss) aan deze
zijde van North-Foreland eene divisie van vijf of zes
engelsche oorlogschepen ontmoetvan welken er een
als linieschip is erkend Dit smaldeel hield koers naar
het noorden men denktdat het naar de wateren van
Denemarken bestemd.is.
's GRAVENHAGE den 12 Mei.
Tn de zitting van de tweede kamer der staten-gene-
raal van heden is ingekomen eene koninklijke boodschap
ten geleide van een wets-ónlwerp en daarbij behoo-
rende memorie van toelichting betreffende bet in dienst
houden van de miliciens der ligting van 1843.
Heden morgen vroegtijdig is zonder den minsten
tegenspoed het metalen standbeeld van prins Willem
Iwegende ruim 14,000 ned. ponden op bet hard-
steenen voetstuk op bet Plein albier geplaatst. Dit
beeld is van den beganen grond tot de kruin van liet
hoofd hong 91/, rred. ellen. De dag waarop het
standbeeld onthuld zal worden is nog niet bepaald,
's GRAVENHAGE den 13 Mei.
In de zifting,van de tweede kamer van heden is ont
vangen een koninklijk besluit, waarbij wordt aange
nomen hel aangeboden eervol ontslag aan den graaf
Schithmelpenninckals tijdelijk president van den mi
nisterraad en als tijdelijk minister van buitenlandsche
zaken en van financiën en aan den generaal—majoor
fiepveu als tijdelijk minister vSis oorlog. Bij dat zelfde
besluit wordt echter bepaald dal de beide afgetreden
ministers lijdelijk de ministeriële betrekkingen zullen
blijven waarnemen lot dal in hunne vervanging zal
zijn voorzien. Dit besluit is gecontrasigneerd door
den lijdelijken minister Rijk.
Zonder beraadslaging zijn met algemeene stommen
aangenomen: 1.° liet ontwerp nopens de groote vis-
scherij en 2.° dat betrekkelijk de te verleenen dispen-
satiën die in het begin dezer weck zijn uitgekomen.
Daarop beeft de tijdelijke minister van justitie de
lieer Dirk Donker Curtiushet woord gevraagd en de
volgende rede gehouden
Edel Mogende Heeren J
Toen de voorzitter van den lijdelijken raad van ministers, graaf
Schimmelpenninckte kennen gaf(Jat de Grondwet zou worden
herzien naar de grondslagen der britsche constitutie, gewijzigd naar
onze zeden meenden wij dat hij alleen op het oog had de verant
woordelijkheid der ministers en regtstreeksciie verkiezingen.
Van lieverlede bleek het echter, dat wij ons hierin hadden be
drogen, en veel rnimer zin aan zijne woorden moest worden gehecht.
Het is nutteloos hier op te halen welke uitgebreidheid naar zijn
oordeel aan de vertegenwoordiging en vooral aan de eerste karner
zoude moeten worden gegeven veelmin om zijne verdere denk
beelden ten opzigte van sommige andere punten hier open te leggen.
Slechts een der overige ministers deelde ten deele zijne gevoelens.
De overigen de meerderheid kou zich daarmede niet vereenigen.
Van daar de ontbinding van het door graaf Schimmelpenninck ge
vormde ministerie.
Thans op nieuw voor deze kamer verschijnende vereerd niet het
vertrouwen des konings meenende overgebleven ministers zich met
rondheid tegenover deze kamer en ten aanhoore der geheele natie
te moeten verklaren. Want. zoowel de koning als zijne raadslieden
moeten weten of de beginselen, waarop de hervorming van net
staatsgebouw zal rusten door de-nalie worden goedgekeurd of ver
worpen. Wij toch kennen geene gevestigde regering in staatom
overdreven wenschen af te wijzen, om het beheer op zuinigen voet
in te rigten, dan die, welke haren steun vindt.-in hel gevoelen van
de meerderheid der natie.
Zijdie in de tegenwoordige omstandigheden .geroepen worden om
de grondslagen voor eene nieuwe ordeva.ii zaken Ie vestigen moeten
eenen juislen blik werpen op de behoeften der natiën. Deze behoeften
zijn onderscheiden naar mate van de overleveringen en eigenaardig
heden van elk volk, en van d.eis invloed welken de. neigingen in
stellingen en voorbeelden van omliggeud.e, volken daarop hebben
uitgeoefend.
Indien wij deze beschouwing.op Nederland toepassen dan geloo-
ven wij tot eene geheel andereuitkomst te zullen geraken, dan de
britsche constitutie in haren grootsten-omvang beschouwt.. Ten einde
echter met eenige orde onze denkbeelden voor te dragen zij het
óns vergund stil te staanvooreerst hij de instellingen die wij be
hoeven, ten tweede het beheer der staatshuishouding.
I Welke wijzigingen sedert vijftig jaren onze instellingen ook
hebben ondergaan welken invloed de ontwikkeling van nieuwe denk
beelden ook op de r.atie hebbé uitgeoefend nog onderscheiden haar
twee neigingen: vooreerst eene opregte verkleefdheid aan het Huis
van Oranje ten andere, een eenvoudige, burgerlijke zin. De natie
gevcjeit dus, dat even als zij hare zelfstandigheid verschuldigd is aan
het regerend geslacht, die zelfstandig gehecht blijft aan het behoud
der Rouvereiniteit in dat Huis; zij wilindien ons niet. alles bedriegt,
den koning opdat hoog exceptioneel standpunt geplaatst houden,
waarop hij waardiglijk de natie kan vertegenwoordigen er» waaron-
deralle ingezetenen kunnen genieten, wij zeggen niet eene volko
men gelijkheid welke isdenkbeeldigen in alle vereeniging van men-
schen onbestaanbaar, maar die gelijkheid voor de welwelke eene
behoefte is geworden in onzen tijd Naast deze eerste neiging bestaat
eene andere welke wij hebben geërfd van onze vaderen, en die wij
noemden burgerlijken zin Dit wil alweder niet zeggeu dat wij er
geen roem op dragen onder ons midden te zien de namen van hen,
die hunnen naam in vroegere eeuwen onsterfelijk hebben gemaakt»
dat wij aan geboorte allen invloed zouden willen ontzeggen of aan
iemand onderscheidingdoor titels verkregen zouden willen be
twisten-, maar wij verstaan hierdoor burgerlijken zin die neiging van
den Nederlander welke men opmerkt zoowel in de hoogere als in de
mindere standen, om zich door geenen uiterlijke» schijn te laten
verblinden zich geene behoeften te scheppen waaraan men of niét
of slechts door onbetamelijke middelen op der. duur kan voldoen»
Wij verslaan floor burgerlijken zin die orde, die zucht van naauw-
keurige berekening, die zorg voor de toekomst, welke zoo bijzonder
onzen landaard kenmerken.
Wij behoeven alzoo instellingen waarbij de koning zijn standpunt
behoudt, en de natie naar hare neigingen wordt vertegenwoordigd.
Maar hoe komt men tot die instellingen Moet men die puttenio
onzen tijd, nu de scheidsmuren tusschen de volken van dag tot da»
meer geslecht worden, alleen uit hetgeen vroeger bestond? Ii
Nederland vreemd gebleven aan al hetgeen bij naburige volken i»
tot stand gebragt Heeft het geen kennis gedragen van al de her
vormingen welke Brittan je in zijne constitutie heeft gemaakt? van
de staatregelin -en welke elkanderin Frankrijk hebben opgevolgd
van de instellingen welke Belgie zich heeft gegeven en waaronder
het bij eene koortsachtige aandoening van alle natiën rustig en te
vreden is gebleven Ziet, leesten beoordeelt Nederland de grond*
wetten niet, die in Duitschland alom worden afgekondigd voelt;
het geen de minste sympathie voor die vrijheid van drukpers gods»
dienstoefening, onderwijs en vereeniging welke onder een billijk,
foezigt lot behoud van orde, den toetseener beproeving schijnen te
kunnen doorslaan Indedaad, wij gelcoven dat men zich zoude
bedriegen indien men meende dit de denkbeelden van onzen tijd.
ook hier te lande geen diepe wortelen hebben geschoten. Wij mogen
dus bij ons vestigende nieuwe instellingenwel het oog slaan op het
geen elders is ontworpen en hetaoede nemen waar wij het vinden
maar wij mogen daarbij niet uit het oog verliezen noch het ho'ogc
standpunt van het regerend huis tegenover de natie noch dien bur
gerlijken zinder natie, welken wij hebben omschreveneadie onder
het koninklijk gezag geene groote onderscneiding tusschen de inge
zetenen toelaat.
Het is onder dezen indruk dat, bij de voorgestelde wijzigingen van
grondwet een aanzienlijk inkomen aan het koninklijk geslacht ver
zekerd blijft; <lal aan den koning groote prerogatieven zijn gelaten»
en hem bepaaldelijk vrije benoemingen zijn toegekend die hij be
vorens slechts op voordragt deed datverderop het voorbeeld van
Belgie, de geheele vertegenwoordiging des volks tot eene waérheid
is gemaakt, de beide kamers door de natie zullen worden gekozen
ook op de gewestelijke en plaatselijke besturen is een billijke invloed
aan de ingezetenen toegekend terwijl de magt des konings tot be
waring vati net algemeene belang alle uitspattingen dier besturen
kan bedwingen en de onschendbaarheid der wet alle botsing weg
neemt. Vrijheid van drukpers, vrijheid van vereeniging gelijke
vrijheid in godsdienst en onderwijs zijn de lehzen van onzen tijd,
Eene gron luet die dezelve niet uitdrukte, zoude onvolledig zijn*
Maar de Nederlander, altijd gehecht aan orde, innig bewust dat do
ware vrijheid en alle welvaart daaraan naauw verbonden zijn sluit
in niets wettelijke re-els en verantwoordelijkheid uit Dit is ook
de geest welke bij de wijziging derGrondwet ons heefl geleid Ziedaar
eenigt trekken der groote instellingen welke zullen worden voor
gedragen en waaraan het schijnt dat het grootste deel der natie
haar zegel hecht; want., het is geen doellonze daad geweest, toen
de gewijzigde Grondwet is openbaar gemaakt Die openbaarmaking
is gèvraagd uit zedigheiden is toegestaan om het gevoelen der
natie te leeren kennen. De commissie van 17 Maart jl. wist wel,
dat zij geen volmaakt werk zoude leveren; zij wist wel dat er
leem tenonna au wk vurigheden, dwalingen in baar voorstel zouden zijn.
Maar juist djaiom vroeg zij de openbaarmaking opdat een ieder
zijne aanmerkingen zou kunnen voortbrengen, en de redering daar
van bij het definilief voorstelnut zou kunnen trekkenwél overtuigd,
dal even als er mety kennis bij den raad van state en bij deze ver
gadering is dan bi| eene- commissie van vijf leden er nog oneindig1
veel meer kennis en licht bij de geheele natie is te verkrijgen. De
koning moet ook voor allés kennen den geest der natie. Hij moet
weten of zij zich mét de grondslagen, door de commissie aangeno
men kan vereenigen of niet.
Dit beroep is dan ook niet ijdel geweest. Want, van alle zijden
zijn aanmerkingen gemaakt, waarvan er vele opmerking verdienen;
doch tie algemeene stem heeft zich, zoowel in openbare geschriften
als in een overgroot getal petitiën aan den koning, voorde algemeene
grondslagen van het ontwei p vetklaard.
Thans verder uit te weiden over een ontwerp van inslellingendat
aan ii. éd. mog. nog niét is voorgedragen, zoude ontijdig zijn. Daar
van echter geheel te zwijgen mogten wij niet. Want, wij willen aan'
u en aan de natie verklaren, welke de beginselen van staatsinrigting
zijn; waaraan wij ons hechten, waarmede wij op dezen zelfden
oogenblik óf staan óf vallen.
II, Maar het is in de* tweede plaats noodzakelijk naast instellin
gen overeenkomstig met den geest des tijds, een beheer Jer staats
huishouding voor te bereiden hetwelk mede geënt isop dezeden en
behoeften van onze natie - De grondstellingen van dat beheer moe
ten zijn eenvoudigheid e.n zuinigheid Wij voegen deze twee denk
beelden te zauie.n omdat wij door zuinigheid niet verstaan het be
knibbelen vati reeds matig genoeg bezoldig de ambtenaren maar de
bezuiniging, die uit vereenvoudiging voortspruit en waarvan het
gevolg moet zijn', dat het bestuur der onderscheidene deelenvande
staatshuishouding slechts aan weinige handen wordt toevertrouwd