Woensdag 19 April,
r°. si.
1848.
Woensdag en Zaturdag.
Herijk der Maten en Gewigten.
BEKENDMAKING.
NIEUWSTIJDINGEN.
BINNENLAND.
tuf
te-
op
2;
F,
de
4;
als
en
de
K-
de
?S-
er-
?e-
C,
in
B.
D,
jen
it-
30
>n-
3ns
fde
lan
Dr
at
ién
kV-
ien
ZERIKZEESCHE
- aBONlSEMEKTS-PBIJS:
Ver drie maanden f 2,00. Franco per post f 2,15.
Inzending der A dvert. daags te voren,'s namidd. vdór 4 ure.
vekschijst;
5bïjs ser adverïentiek:
Gewone 15 cents de regel. GeboorteHuwelijks- e)i
Doodberiglm van 1 -6 regels h f 1 behalve het Zegelregf
N
Gedeputeerde Staten van Zeeland
In aanmerking nemende, dat, naar aanleiding van
de Koninklijke besluiten van den 28 September ISI 9
(Staatsblad n.° 49 en van den 30 Maart 1827 Staats
blad n.° 13 jaarlijks een herijk van al de nederlandsche
maten en gewigten welke in omloop zijn gebragt en in
den handel gebruikt worden behoort plaats te hebben
Gelei op het reglement op den herijk in deze Provincie
van den 15 Februarij 1822
Gezien de missive van het Departement van Binnen-
landsche Zaken van den 6 November 1847 n.° 184
2de afdeeiing
Bcsl u it en:
Art. 1. De herijk over liet jaar 1848 van de nederlandsche inaten
en gewigten, welker gebi uik in liet vorige jaar verpügterid is ge
weest, en mitsdien van alle gewiglenlengte-maten, inhonds-maten
voor droogc waren,, vochtmaten voor den handel in het klein er. in
liet groot, mitsgaders van de wisse, zal in deze Provincie worden
aangevangen met den 1 Mei aanstaandeen gesloten op den 1 Augus
tus daaraanvolgende.
Art. 2. De letter (Gothische vorm) zal overeenkomstig bo
vengemelde aanschrijving, voor ijkletter gedurende dit jaar gebezigd
worden, en op al de geijkt of herijkt wordende maten en gewigten
benevens het bijzondere merk van den Arrondissements ijkerworden
afgedrukt of ingebrand
Art. 3. De Arrondissements ijkers zullen, overeenkomstig art. 5
V>,n voorschreven re clementbchplve in de plants hunner ■wt.nmg
nog tot den herijk vaceren in die gemeenten 'van derzelvev arrondis
sement, als door ons bij resolution van den 10 April 1840 n 0 26
van den 26 Maart/2 April 1841, n.° 24, Provinciaalblad n.° 34,)
van den 30 Junij 1843n." 11en van den 17 April 1846, n.° 27
Provinciaalblad n° 48,) zijn aangewezen en op de dagen gedu
rende welke zij niet in de gemeenten buiten hunne woonplaats va
ceren, ten minste gedurende vier uren daags, hunne kantoren ge
opend houdenom aan de Ingezetenen gelegenheid te geven tot de
verificatie hunner maten en gewigten
Art 4. Zij zullen van deuren, waarop hunne kantoren zullen
geopend zijn mitsgaders van de dagen op welke zijuit hoofde der
vereischte vacatiën in andere gemeenten niet tot den heri|k der
maten en gewigten ten hunnen kantore zullen vaceren aan Burge
meester en Wethouders hunner woonplaats kennis geven welke
daarvan, door publicatie en door insertie in de stedelijke of in de
binnen derzelver stad meest gelezen wordende courant, aan de be
langhebbenden zullen doen kennis dragen.
(HeL vervolg in ons volgend N.°
Burgemeester en Wethouders der Stad Zierikzee
maken bekend dat. de begrooting voor deze Stad en
bet loopende dienstjaar door heereri Gedeputeerde
Staten dezer provincie gearresteerd den 24 Maart
jongstleden van heden afdagelijks gedurende veer
tien dagen op de kantoor-uren ter Stedelijke Secre
tarie voor een ieder ter lezing zal voorliggen.
Zierikzee, den 13 April 1848.
Burgemeester en Wethouders,
DE CRANEvt..
Ter ordonnantie
De Stads Secretaris
W. J. P. KBOEF.
'sGRAVENHAGE, den 14 April.
Het provinciaal geregtshof in Zuid-Holland kamer
van strafzaken beeft heden uitspraak gedaan in de
zaak van Simon Voorbeijlel en Jacob Kerpesteijnbe
schuldigd van het verminken of uiterlijk schenden van
zilveren nationale gangbare muntspeciën en de eerste
daarenboven ter zake van deelneming aan hel in omloop
brengen van zoodanige verminkte of uiterlijk geschon-
dene muntspeciën, wetende, dat dezelve met een
misdadig doel verminkt of geschonden waren. Het hof
heelt uitgemaakt dat het niet wettig en overtuigend
genoeg bewezen is dat beide beschuldigden zich zouden
hebben schuldig gemaakt aan de misdaad hun bij het
resumé der okle van beschuldiging len laste gelegd
Hei bol heeft müsmtru rijg'' pf'
ken en hunne dadelijke in vrijheidstelling bevolen. De
beide vrijgesprokenen zijn echter door den beer pro
cureur-generaal in hechtenis gehouden daar zij bij
het arrest van het provinciaal hof in Zeeland ter zake
van het uitbreken uit de gevangenis lot 6 maanden
gevangenisstraf zijn verwezen.
Deze beide personen waren bij arrest van laatstge
meld hofaan de misdaad weswege zij thans zijn vrij
gesproken schuldig verklaard en veroordeeld tot de
straffe van het zwaaijen met het zwaard over het hoofd
en tien jaren confinement doch dit arrest werd door
den hoogen raad vernietigd en de zaak verwezen naar
het hof in Zuid-Holland om aldaar op nieuw te worden
behandeld en afgedaan.
's GRAVENHAGE den 15 April.
Een heden avond uitgekomen hijvoegsel tot de Ne
derlandsche Slaats-Courant behelst het ontwerp van Ge
wijzigde Grondwet voor het koningrijk der Nederlan
den benevens het verslag der commissie tot voordragt
van dat ontwerp benoemd. Het ontwerp is even als
de tegenwoordige Grondwet in 11 hoofdstukken ver
deeld welke te zamen 190 artikelen bevatten. De
additionele artikelen zijn ten getale van 4 waarvan
het laatste een voorloopig kies-reglement bevat.
He! belangrijkste van dat ontwerp inzonderheid
waar het wijzigingen in de thans bestaande Grond wet
bsireftvolgt hieronder i
In het eerste hoofdstuk komt voor, dat niemand ver
lof noodig heeft om zijne gevoelens door den druk
openhaar te maken; dat het ragt van petitie tot de
ingezetenen en de wettiglijk zamengestelde en erkende
ligchamen, binnen de grenzen hunner bepaalde werk
zaamheden wordt beperkt - en eindelijk wordt
daarbij verzekerd het regt tot vereeniging alleen door
de wet te bepalen ter verzekering van Ac publieke orde.
Het tweede hoofdstuk verschiltvoor zoo ver troon
opvolging inkomen der kroon voogdij des konings
regentschap en inhuldiging aangaat, in het wezen der
zaak niet zeer veel van de tegenwoordige. Behalve het
inkomen uit de domeinen hij de wet van 26 Augustus
1822 afgestaan geniet de koning een jaarlijkse!) in
komen van één millioen guldens uit de landskas.
De afdeeiing over de magt des konings heeft belang
rijke veranderingen ondergaan.
Onschendbaarheid van den persoon des konings is daarbij
voor alles gewaarborgd, nevens de bepalingdat de
ministers zijn verantwoordelijk.
In art. 58 onzer Grondwet wordt deze aanmerkelijke
wijziging voorgedragen dat de militaire officieren door
den koning zullen worden benoemd ontslagen of ge
pensioneerd volgens de regels bij de wet te bepalen.
Ten aanzien der koloniën wordt gemeen overleg met de
staten-generaal verzekerd wat betreft de reglementen
op het beleid der regering, burgerlijk en strafregt, en
regterlijke organisatie.
De koning zal eene of beide der kamers van de staten-
generaal kunnen ontbinden. Bij ontbinding van eene
of beide de kamers moet de vergadering der staten-
generaal binnen twee maanden daarna weder worden
geopend.
Er zullen zijn twee kamers van staten-generaal
beiden door dezelfde kiezers verkozen dat is in kies
districten waarin elke provincie verdeeld zal worden
door de meerderjarige ingezetenen Nederlanders en in
vol genot van burgerlijke en politieke reglen zijnde, en
óf betalende in de directe belastingen» van ƒ20 tot ƒ225
naar de plaatselijke gesteldheid door de kieswet te
regelen óf doctor geworden zijnde aan eene neder
landsche hoogeschool. Het getal der leden van de
tweede kamer is één voor elk 45,000tal der bevolking
dat van de eerste kamer is niet meer dan de helft van
dat der andere kamer. De leden der eerste kamer
moeten zijn 40 jaren oud en volgons de bepalingen
der wet naar plaatselijke gesteldheid van 800 tot
ƒ1200 betalen in de directe belastingmet uitzonde
Voor leden der tweede kamer
sc>.:k:;glig!aid
?-'* j-ré
ring van patentregt.
- 'I .0
maar vol genot van burgerlijke en politieke regtenals
Nederlander gevorderd. Zij hebben zitting voor 3
jaren en genieten f 2000 's jaars behalve vergoeding
van reiskosten nader bij de wet vast te stellen. Dio
der eerste kamer hebben gelijkelijk zitting voor 3 jaren
en genieten alleen reiskosten bij do wet te regelen.
De kamers hebben regt lot interpellatie van de minis
ters, die ter vergadering kunnen worden geroepen
ministers provinciale gouverneurs leden en ambte
naren van den hoogen raad en der rekenkamergees
telijken minderen dan hoofd-officieren ambtenaren
in het district waar zij bij de verkiezing voorzitten
kunnen geen leden der staten-generaal zijn. De kamers
komen gewoonlijk op den derden maandag van October
bijeen hebben beiden haro zitting in het openbaar ert
benoemen ieder haren griffier, builen haar midden
Het initiatief tol het maken van wetten blijft aan du
tweede kamer behouden en haar wordt het regt van
amendement verleend. Elke kamer kan echter afzon
derlijk voordragten aan den koning doenzoo dezo
geene voorstellen van wet zijn.
De begrootingen zijn jaarlijks voor le dragen twaalf
maanden vóór den tijd waarover zij loopen. Geene be
grooting van uitgaven kan worden vastgesteldvóór dai
de middelen tot dekking zijn vastgesteld. Rekening era
verantwoording van de staats-uitgaven en inkomsten
te dóen zal bij de wet worden geregeld.
De ieden der provinciale staten worden verkozen voor
drie jaren door de ingezetenen nader bij de wet aan
te wijzen.
Zamenstcllinginrigling en bevoegdheid der gemeente
besturen zijn nadat daarop de provinciale staten ge
hoord zijn ter regeling van de wet. Aan het hoofd
der gemeente staat een raadte benoemen door de in
gezetenen voor een bepaald aantal jaren. Wie de be
noemde ingezetenen kunnen zijn zal de wet aanwij
zen die tevens kan bepalen dat de voorzitter van den
raad door den koning worde benoemd. Nieuwe ge
meente-belasting is onderworpen aan de goedkeuring
des konings na voordragt deswege van de provinciale
staten. De wet geeft regels voor de plaatselijke belas
tingen alsmede voor het opnemen en sluiten der plaat
selijke rekeningen. Alinea 3 van art. 155 onzer tegen
woordige Grondwet wordt hierbij niet aangetroffen.
De hooge raad blijft bestaan als opperste geregtshof,
waarvoor en bij de Grondwet genoemdeen nader bij
de wet te noemen personen ten criminele zullen leregt
staan waarbij de actiën tegen den koning het konink
lijk buis of den staat als gedaagden zullen behooren ge
bragt te worden en waardoor de regterlijke disposition
en vonnissen wogens strijdigheid met de wet, zullen
kunnen worden vernietigd en buiten effect gesteld.
De loden van den hoogen raad de hoven zoo er zijn,
der regtbanken en de hoofden van het openbaar mini
sterie bij die collegiën worden mor hun leven aange
steld. Deze en die welke voor bepaalden tijd zijn
aangesteld kunnen door den koning, op eigen verzoek
alleen worden ontslagen of in de bij de wet voor
ziene gevallen bij regterlijke uitspraak worden ont
slagen of afgezet. Van hoven wordt verder niets be
paald evenmin als van eenige verdere regterlijke
organisatie.
Van de GodsdienstIeder belijdt zijne godsdienstige
meeningen met volkomen vrijheid. Aan alle kerkge
nootschappen wordt gelijke bescherming verleend. Do
belijders van de onderscheiden godsdiensten genieten
dezelfde burgerlijke en politische voorregten en hebben
gelijke aanspraak op het bekleeden van waardigheden
ambten en bedieningen. Alle openbare oefening van
godsdienst wordt toegelaten mits geene stoornis aan do
openbare orde wordt toogebragt.
Van de financien. Belasting-beding, ten behoeve
van 's lands kas, geschiedt alleen krachlens de wet.
Geene privilegiën ten dien aanzien geoorloofd. Da
openbare schuld wordt gewaarborgd.
Van de defensie. Het dragen der wapenen ter he-