besturen worden gekozen of benoemd worden geregeld
Bij de wet.
Het 153*" artikel wordt veranderd als volgt
De plaatselijke besturen hebben overeenkomstig de
bepalingen der wet de beschikking over hunne huis
houdelijke belangen en maken daaromtrent de ver-
eischte plaatselijke verordeningen.
Zij zenden afschriften daarvan aan de staten die be
voegd zijn die verordeningen en alle beschikkingen der
plaatselijke besturen wanneer zij met de wetten of
bestaande voorschriften of met het algemeen belang
strijdig zijn lijdelijk te schorsen onverminderd het
regt des konings om die builen effect te stellen.
Het 155s" artikel wordt veranderd als volgt
De plaatselijke besturen zijn bevoegd tot bestrijding
«Ier plaatselijke uitgaven de noodige belastingen te heffen.
Behoudens de aipemcene voorschriften der wet mo
gen geene plaatselijke belastingen worden ingevoerd
gewijzigd of afgeschaftdan op voordragt van het plaat
selijk bestuur en met goedkeuring des konings onver
minderd zijne bevoegdheid om in het algemeen belang
«5e beslaande plaatselijke belastingen te verminderen of
ile heffing daarvan te doen ophouden.
Het 156'" artikel w:ordt veranderd als volgt:
De reglementen omtrent de wijze van invordering
idsr plaatselijke belastingen worden vastgesteld door de
plaatselijke besturen onder goedkeuring der staten.
Bij bet onderzoek daarvan zien de staten ton dat de
daarin voorkomende bepalingen niet in strijd zijn met
ét wetten en algemeene verordeningen en dat door de
voorgedragen belastingen de in- uit- en doorvoer van
voortbrengselen van den grond of van de nijverheid van
andere plaatsen niet bezwaard worden boven die van
«ie plaats zelve waar de belasting gelegd wordt.
Na liet 164'" artikel wordt ingevoegd een nieuw ar
tikel van den volgenden inhoud
!)e wet regelt de wijze waarop geschillen over be
voegdheid tusschen de administrative en de regterlijke
msgl ontstaan worden beslist.
Het 1'" lid van bet 166"e artikel wordt veranderd
als volgt
Behalve in de gevallen hij de wet bepaald mag nie
mand in hechtenis worden genomen dan op een bevel
van den regterinhoudende de redenen der gedane
aanbonding en welk bevel bij of onmiddelijk na de
aanhouding moet beteekend worden aan dengene tegen
wicn het is gerigt.
Het 1'" lid van het 180"' artikel wordt veranderd
als volgt
Er is een geregtshof voor eene of meer provinciën.
Bij eerie voorgevallene vacature wordt door de pro
vinciale stalen eene nominatie van drie personen ter
vervulling van dezelve den koning aangeboden ten
einde daaruit eene keuze te doen. Ten aanzien der
geregtsboven over meer dan eene provincie wordt de
wijze van zamcnstelling en aanbieding van dit drietal
bij de wet geregeld.
Het 18l"e artikel wordt veranderd als volgt
Met beleid der criminele justitie wordt aan de pro
vinciale geregtsboven of aan de daartoe bij de wet aan
Ie wijzen regtbanken toevertrouwd.
Hel 184"® artikel wordt vervangen door de drie na
volgende artikelen
Art. a. De leden van en de procureur-generaal bij
den Imogen raad de leden van de provinciale geregts
boven en van do regtbanken worden voor hun leven
aangesteld.
3)e overige ambtenaren van het openbaar ministerie
en de griffiers bij deze collegiën worden benoemd tot
wederopzëggens toe.
Voor die regtersen regterlijke ambtenaren welke voor
eenen bepaalden tijd worden aangesteld regelt de wet
den tijd hunner bediening.
Art. b. Geen regter of regterlijk ambtenaar mag,
gedurende den tijd zijner bediening van zijnen post
worden ontslagen dan op eigen verzoek of bij regterlijk
vonnis.
A'rt. c. De wet regelt de wijze waarop zij die voor
hun leven of voor eenen bepaalden tijd zijn aangesteld
van hunne ambtsbediening kunnen worden ontslagen
wanneer zij, wegens ouderdom, ziels-of ligchaams-
gebreken daartoe ongeschikt zijn geworden.
Aan het 186'" artikel wordt een 4d" lid toegevoegd
Op den president en de leden van dit geregtshof is
toepasselijk wat ten aanzien van de regterlijke ambte
naren die voor hun leven worden aangesteld is be
paald.
ïusscben bet 2dl> en 3de lid van artikel 200 wordt de
volgende bepaling ingelaschl
De wel regelt de wijze waarop zij van de waarne
ming hunneramblsbediening kunnen worden ontslagen
wanneer zij wegens ouderdom ziels- of ligchaams-
gebreken daartoe ongeschikt zijn geworden.
liet 2d' lid van het 205dc artikel wordt veranderd
als volgt1
Bij gebrek van genoegzame vrijwilligers wordt de
militie voltallig gemaakt bij loting uit ue ingezetenen
die op den I""1 Januari] van elk jaar ongehuwd zijn
hun 19d0 jaar ingetreden zijn en bun 23'" jaar nog niet
hebben volbragtzij die hun ontslag bekomen heb
ben kunnen onder geen voorwendsel tot eenige andere
krijgsdienst dan die der hierna te melden schutterijen
en landstorm worden opgeroepen.
Het 206de artikel wordt veranderd als volgt:
De militie komt in gewone tijden jaarlijks geheel
of gedeeltelijk eenmaal te zamen om gedurende eene
maand of daaromtrent, in den wapenhandel te worden
geoelend blijvende bet nogtans aan den koning voor
behouden, i)in wanneer hij zulks voor 's rijks belangen
mogt geraden oordeelen de helft van het geheel getal
te doen zamenblijven.
Na het 2094' artikel wordt ingevoegd een nieuw ar
tikel van den volgenden inhoud
Een gedeelte der dienstpligtigen kan voor de dienst
ter zee worden bestemd op de wijze bij speciale wet
ten te bepalen.
Op dat gedeelte der dienstpligtigen zijn de artikelen
204206 208 en 2^9 niet. van toepassing.
Het 2d0 lid van artikel 210 wordt veranderd als volgt:
De ingezetenen en gemeenten zijn volgens de hij de
wet, vast te stellen bepalingen en behoudens schade
loosstelling verpligt tot het ontvangen van inkwar
tiering het verstrekken van onderhoud aan krijgsvolk
te water en te land en het doen van transporten en
leverantiën van welken aard ook ten behoeve van de
legers en de vestingen.
De hoegrootheid der schadeloosstelling wordt bn de
reglementen geregeld.
Het 211d0 artikel wordt veranderd als volgt
Er bestaan schutterijen welke in tijd van vrede
kunnen gebezigd worden tot behoud der inwendige
rust en in tijden van oorlog en gevaar met den
landstorm dienen tot verdediging des vaderlands.
Het 220'" artikel wordt vervallen verklaard en ver
vangen door de twee volgende
Art. a. De stalen hebben bet toezigt en gezag van
alle binnen bunne provinciën bestaande en met's ko
nings goedkeuring op te rigten besturen van hooge en
andere heemraadschappen wateringen waterschap
pen dijken polders kanalen en alle waterkeerende
werken boe ook genaamd onverminderd nogtans het
geen in art. 218 omtrent het onmiddelijk toezigt van
de algemeene directie van den waterstaatover 'de
daarbij genoemde werken is bepaald.
De wijze van benoeming van gemelde besturen en de
bevoegdheid om lot die benoeming voordragten ledoen
wordt door den koning op voorstel der staten bepaald.
Art. b. Behoudens de algemeene voorschriften der
wet worden de voor die besturen beslaando pro
vinciale of iiijzondere reglementen en policie-verorde-
ningen in stand gehouden onverminderd bet regt der
staten om onder goedkeuring des konings op voor
dragt van of na verboor der betrokken besturen of
ingelanden in de reglementen veranderingen te maken
of nieuwe vast te stellen.
Nieuwe policie-verordeningen of wijzigingen in de
bestaande worden op de wijze bij deopgemelde regle
menten bepaald vastgesteld en door tusschenkomst der
staten aan de goedkeuring des konings onderworpen.
Het 223'" artikel wordt vervallen verklaard.
Na de additionele artikelen van de Grondwet wordt
gevoegd een artikel van dezen inhoud
Zoo lang de wetten niet zijn in werking gebragt
welke vereischt worden lot uitvoering der gemaakte
veranderingen in de Grondwethlijven de bestaande
bepalingen van kracht. Deze wetten moeten worden
voorgedragen uiterlijk in de tweede zitting der staten-
generaal volgende op de buitengewone zitting waarin
zoodanige veranderingen zijn vastgesteld.
en niet op tijd gehandeld. Het kwaad iszegt men
niet reddeloos mits bet voorloopig bestuur zoo veel be
leid hebbe om elke ernstige botsing met het buiten
land te voorkomen en er vaderlandsliefde genoeg bij
de ingezetenen aanwezig zij om binnenslands elke
nieuwe verdeeldheid te voorkomen en niets ook de
arbeidende klasse bare vorderingen matige. Men ont
veinst zich echter in geenen deele de moeijelijkheden
van bet oogenblik en op zijn zachts genomen be
twijfeld men of aan al deze voorwaarden om het schip
van staal in veilige handen te brengen zal kunnen vol
daan worden.
Men beweert, dal er slechte tijdingen uit Al
giers ontvangen zijn volgens welke de prins van
Joinville en de hertog van Aumale bunne toetreding
tot de republiek zouden weigeren.
AMSTERDAM den 9 Maart.
Heden werd door de arrondissements-regtbank al
hier 3d° kamer het vonnis uitgesproken gewezen in
de zaak van het weekblad de Hydrawaarin gelijk men
weet een artikel over de aftreding des ministers van Hall
en eenige andere artikelen allen voorkomende.in nom-
mer 1 van dit jaar aanleiding tot vervolging gegeven
hebben. De regtbank heeft J. d. V. als den redacteur
en v Hf. als den drukker en verspreider schuldig ver
klaard aan laster en hoonmaar tevens verklaard dat
in de geïncrimineerde artikelen hoe laakbaar ook niet
lag het misdrijf van opruijing.
De beklaagden alzoo op dit punt van alle regtsvervol-
ging ontslaande heeft de regtbank hen wegens laster
en hoon veroordeeld den redacteur tot eene gevangen
zetting van drie maanden, f 100 en daarenboven f 25
boete den druhlcer tol éénemaandgevangenzetting, ƒ25
en f 8 boete; voorts beiden solidair in de boeten zoowel
als de proces-kosten invorderbaar bij lijfsdwang en
ontzegging der regten van art. 42 C. P. gedurende 5
jaar. Uit art. 225 der Grondwet en art. 4 van bet
besluit van den souverein vorst van 24 Januarij 1814
(Staatsblad n.° 17) heeft de regter afgeleid dat beiden
als hoofddaders moesten beschouwd worden en zulks
in strijd met het gevoelen van den officier van justitie,
die in zijn requisitoir breedvoerig de meening ontwik
keld had dat de leer van den hoogen raad (den drukker
als medepliglige van den schrijver of redacteur aanmer
kende) aangenomen in eene vroegere zaak tegen zekeren
uilgever v. L.op de wet gegrond is en op juiste regts-
beginselen steunt. De regtbank heeft wijders het sy-
stema dat het Oppnb. Minist. in dezen ambtshalve en
zonder voorafgaande klagte des beleedigden konde ver
volgen aangenomen op grond van art. 6 der wet van
1 Junij 1830 Staatsblad n.° 15) in verband met de
feitelijke beslissing dat de beer m.r F. A. van Hall.
schoon thans afgetreden als minister van financiën was
gelasterd en gehoond alszoodanig ter zake zijner ambts-
verrigtingen daargelaten nog, dat hij thans is minister
van slaat en dus openbare' autoriteit en heeft
daarbij tevens de verdediging «dat het voorname der
geïncrimineerde artikelen was overgenomen uit den
Burger niet aangenomen als wordende dit uitdruk
kelijk verboden bij art. 368 Wetboek van Strafregt.
Het strekt ons tot een genoegen en de amsterdamsehe
burgerij lot eer dal wij hier kunnen verklaren dat
ofschoon eene ontelbare menigte volks door nieuwsgie
righeid in en vóór het paleis van justitie was zaatnge-
vloeid er in de regtzaal en daarbuiten eene be la me-''
lijke orde geheerscht heeft en allen zonder eenig blijk
van goed- of afkeuring te geven geregeld zijn wegge
gaan na de uitspraak van het vonnis.
'sGRAVENHAGE den 10 Maart.
Naar men verneemt, wordt Z. D. H. de hertog
Bernard van Saxen-\f'eimai--Eisenachluitenant-
generaal in neilorlandscbe dienst binnen kort in deze
residentie verwacht. Men wil welen dat Z. D. H,
wederom met bet kommandement van een gedeelte
van het leger zal belast worden.
LONDEN den 8 Maart.
Berigten uit Glasgow, van dingsdag avond, mel
den dat de militairen vuur hadden gegeven en dat
verscheidene personen gedood waren dat Glasgow
thans weder rustig was, maar dat men voor ernstige
onlusten in den nacht vreesde, hoewel men algemeen
geloofde dat een genoegzaam aantal militairen in
de stad geslalionneerd was.
Volgens geruchten zouden ook te Edinburg on
lusten zijn uitgebarsten.
De New-York Herald van 20 Februarij meldt
dat zich agenten van koriine Bodewijk Filipte New-
York bevonden ten einde gelden voor hem te be
leggen tot ondersleuning zijner familie wanneer
deze na zijnen dood van den troon van Frankrijk
mogt verdreven worden. De daartoe bestemde som
scheen 1 rnillioen p. st. te bedragen die in solide
buizen en amerikaanscbe fondsen zou belegd worden.
PARUS, den 7 Maart.
Heden is eindelijk de beurs weder geopend. Gelijk
te verwachten was beeft er eene zeer aanzienlijke da_
ling in aile fondsen plaats gehad. Er is alleen kontan j
PBIJZEM BEK IFFECTEH TE AMSTEKBAai
Vrijdag den 10 Maart 1848.
Schuld
Nederlanden
2>/, pC. Werk.
3 o
Rusland
S p a nj e
O o s ie nr ij li,
Amorl. Syndikoat 3'/2 pC.
Handel-Maatschappij 4'/2
Oosi Indien4
Rijn-Spoorweg4%
Holl. Il/er. Spoorw.-M.
Hope en Comp. 3 o
Negot 1834 bij Ardoin 3
Bij Goll. en Comp. 5
Negot Metaliek 3
ebleven.
38%
46'/,
60
pC.
84
Portugal
Het aanzienlijk lager afkomen der fransche koersen
heeft zeer nadeelig op onze fondsenmarkt gewerktwaar
door binnenl. fondsenbij tamelijk veel omzet in Inte
gralen op nieuw merkelijk lager dan gisteren waren
In vreemde fondsen was de omzet zeer gering en blijven
gedurig aangeboden doch zonder hoopers waardoor de
weinige waarin affaire was wederom veel lager waren
TER STADSDRUKKERIJ VAN DE ERVEN A. DE VOS.