ZIERÏKZEESCHE
BINGSDAG
A.° 1848.
COURANT.
15 FEBRUARIJ.
Besturen en A.dministrat ien.
Xieit wstij dingen
N.* 13.
AFKONDIGING
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE.
Gezien de resolutie van hoeren Gedeputeerde Staten dezer Pro
vincievan den 21 dezer maand, n.° 7, ten geleide van een af
schrift, Koninklijk besluit dd. 7 te voren n.° 56, houdende goed
keuring van eene door den Raad dezer Stad voorgedragene Haven
belasting-, ter vervanging von het bestaande oud Stedelijk middel vatt
groot en klein kaaigeld.
Brengen bij deze ter kennis van het publiek dat het hierna vol
gende Reglement en Tarief, van morgen af wordt ingevoerd met
intrekking van alle vroegere op dit stuk bestaande verordeningen
en bepaling dat afdrukken daarvan zullen worden gezonden aan de
Regterlijke Magt en Policieten einde aan de uitvoering de hand
te houden mitsgaders aan den Havenmeesterdie met deze uit-:
voering wordt belast.
Afgekondigd van den Raadhuize der Stad Zierikzee, den 31 Ja-
nuarij 1848.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE CRANE vt.
Ter ordonnantie,
De Stads Secretaris
W. J. P, KROEF.
NB. Uil hoofde der uitgebreidheid van liet Reglement en Tarief
wordt hetzelve hier niet opgenomen maar ligt ter inzage
van een iegelijk ter Stedelijke Secretarie en is gedrukt
verkrijgbaar bij den Boekhandelaar van Setten alhier.
LOTING voor de NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE
brengen door deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden dat
de alphabetiscbe naamlijst van al do personen welke aan de Loting
voor de Nationale Militie in dit jaar moeten deelnemen ter inzage
van een ieder zal leggen op de Stedelijke Secretarie, van heden tot
en met Zaturdag den 19 dezer maand des voormiddags van 10 tot
des namiddags 4 ure en dat de Loting zal plaats hebben op Maan-
dag den 21 Februarij 1848, des voormiddags 10 ure, in eene der
zalen van het Raadhuis dezer Stad met uilnoodiging aan de belang
hebbenden om aldaar in persoon te verschijnen ten einde de redenen
van vrijstelling te kunnen opgeven die zij vermeenen mogten over
eenkomstig de wet te moeten doen gelden waarvan de bewijzen
voor zoo verre deze niet uit ligchaamsgebreken bestaan uiterlijk
binnen de vijf dagen na de loting ter Stedelijke Secretarie behooren
te worden overgebragt.
Zierikzee, den 12 Februarij 1848.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE CRANE vt.,
Ter ordonnantie van dezelve
De Stads Secretaris
W. J. P. KROEF.
P U B L I C A TIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE.
Verbieden bij deze het gemaskerd hopen langs de straten uit over
weging dat zulks vroeger reeds tot ergerlijke tooneelen en onheilen
heeft aanleiding gegeven en dat dergelijke vermomming tot hand
having eener goede Policie dient te worden geweerd.
Gelasten den Commissaris van Policie om tegen de overtreders te
verbaliseren en dezelve als rustverstoorders te vervolgen.
Afgekondigd van den Raadhuize der Stad Zierikzee, den 15 Fe
bruarij 1848.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE CRANE vt.
Ter ordonnantie
De Stads Secretaris
W. J. P. KROEF.
De COMMISSIE uit KERKVOOGDEN der NEDERDUITSCHE
HERVORMDE GEMEENTE te Zierikzee, belast met de regeling
der Zitplaatsen in de Nieuwe Kerkin ervaring gekomen zijnde
dat zoo velen zijn ten achter gebleven in hot aangeven der zitplaatsen
welke zij in het nieuwe Kerkgebouw zouden begeren neemt de
vrijheid ter kennis van de Leden der Gemeente te brengen dat zij
daardoor zich zonden verstoken zien om aan de Loting naar de beste
zitplaatsen deel te nemen terwijl de Commissie voor de belangheb
bende Leden der Gemeente niet mag verbergen dat bij achterblijven
tot deelneming aan de zitting in het nieuwe Kerkgebouw zij zich
van het gebruik van hetzelve geheel zouden herooven daar alléén
voor den schameien man zitplaatsen om niet kunnen gegeven worden
en de overigen zoowel daar als in de Kleine Kerk door belettende
middelen de gelegenheid lot zitting zoude moeten worden ontnomen
terwijl door eene jaarlijksche bijdrage van slechts f 2 een zeer goede
zitplaats aan elk en een iegelijk kan beschikt worden.
De brieven tot invulling zijn dus nóg van beden af verkrijgbaar
bij den Kerkeknape A. Piiaff en een ieder welke zich dus nog
—■■IV. «nr ld..-jn-Cf-oiw' j-ilrLky.sew.wasr-hI I,. voor?!..., mlinvn aan
-deze dringende oproeping vóór of op den 22 Februarij aanslaande
gehoor te geven.
Zierikzee, den 7 Februarij 1848.
Namens de Commissie voornoemd
A. MOENS van BLOOIS
W. D. de JONGE
Kerkvoogden.
De LOTERIJ van HANDWERKEN en VOORWERPEN, die met
,-oed,keuring van Z. M. den, Koning weder plaats zal hebben ter
ondersteuning der Armen zal gelrokken worden den u Maart'1848.'
De bezigtiging zal plaats hebben op Donderdag den 2 en Vrijdag
3 Maart, op de Raadzaal van het Stadhuis van 12 tot 3 ure,
alwaar men zich tevens van Loten zal kunnen voorzien. Ook zijn
van beden Loten te verkrijgen hij den Boekhandelaar P. de Looze
h f 1 het Lot.
Hare Majesteit onze geëerbiedigde Koningin heeft ook door de
toezending van een zeer fraai en rijk bewerkte Voetbank of Trépier,
Hoogstdeszelfs belangstelling in deze Loterij doen blijken hetwelk
met en henevens datgene wat vroeger door H. K. H. mevrouw de
prinses van Oranje en vele particulieren is ingezonden wederom aan
dezelve eene groote waard? zal doen geven. Wij hopen dan ook dat
daardoor de welwillendheid van velen zal worden opgewekt opdat
de moeite en werkzaamheid aan dezelve verhonden eenigermale zal
worden vergoed door de algemeène medewerking. Het doel dat met
deze Loterij beoogd wordt is geheel belangloos', en moet alleen
strekken om de nood eenigermale te verzachten en te verligten.
Wij hevelen haar dus aan de welJenkenden aan.
Uit naam der Directie
H. de JONGE van Bredgel.
FRANKRIJK.
PARIJS, den 8 Februarij. De berigten uit Napels loopen niet
verder dan tot den 31 der vorige maand. De staat van zaken had
aldaar eene geheel andere gedaante gekregen. De koning werd overal
met onbeschrijfelijke geestdrift ontvangen. Hij reed onvergezeld te
paard de straten door en onderhield zich minzaam met onderschei
dene personen. Hij was onk in den schouwburg verschenen en
met de hoogste geestdrift begroet.
Omtrent Palermo waren er geene olïiciële berigten bekend gemaakt.
Men wilde weten dat het voornemen bestond alleen door onder
handelingen te trachten de zaken te schikken. Naar men verzekerde
zou echter de regering tot geen' prijs aan Sicilië een afzonderlijk
parlement willen toestaan. Hoogstens zou men willen toegeven de
kamers beurtelings te Napels en te Palerfho zitting te doen nemen.
B E L G I E.
BRUSSEL den 9 Februarij. Eergisteren is bet regtsgeding van
Frans Rosseel en Willem van der Plas die verdacht worden van
den driedubhelen moord ten "huize van den beer Evenepoel, voor het
hof van assises van Brahand aangevangen. De acte van beschuldiging
is gelezen en de verhoeren zijn begonnen. Van der Plas ontkent
eenig deel aan den moord gehad te hebben.
Den 12. De debatten in de zaak van Rosseel en van der Plas
zijn heden gesloten. Zij werden nogtans voorafgegaan door een merk
waardig incidenthetgeen wij hier mededeelen De zitting van
gisteren duurde, even als de vorige, zeer lang, en ondanks de her
haalde aanmaningen tot van der Plas gerigt om tot bekentenis te
komeri bleef deze zulks halstarrig weigeren. Plotseling slaat Rosseel
echter op, nadert van der Plas en spreekt hem in roerende bewoor
dingen aan. aWilleml'1 zeide hij tot hem, «ik spreek tot u als
vriend als broeder ik heb u tot de misdaad verleid welke wij
pleegden dat heken ikik heb u ten verderve gebragt. Maar ik
wil nu ook het werktuig van uwe redding worden. Gij moet deze
heeren niet misleiden dat zal u niets haten. Na hel vonnis dat
wij hier zullen hooren uitspreken is er nog een veel grooter en
geduchter: hier staat wel het leven dezer wereld op beL spel maar
na de volvoering van het vonnis dezer rogtbank wagen wij ook het
leven onzer ziel(Op de werktuigen tot den moord wijzende
welke op de tafel liggen.) Van der Plas dat het schuldelooze bloed
onzer slagloffers dat om wraak schreeuwt u de gehecle waarheid
doe zeggen I"
Te vergeefs waren echter deze woorden welke de ontelbare me
nigte die de zitting bijwoonde tot tranen toe roerde gesproken
tot van der Plas, die koelbloedig bleef antwoorden: «Ik heb er
geen deel aan; ik kan niet zeggen wat niet waar is!"
Maar in de zitting van heden nam deze treurige zaak een geheel
onverwacht einde. Bij de opening der zitting namelijk legde de
procureur des Ironings eene verklaring afinhoudende dat van der
Plas voor eenige uren aan hem tot volledige bekentenis gekomen
was, van gezamentlijk met Rosseel- den moord gepleegd te hébben,
en wel volgens al de daaromtrent reeds bekend zijnde daadzaken en
bijzonderheden. Op de vraag door den president aan van der Plas,
of dit overeenkomstig de waarheid was, hoorde men hem met luider
stem zeggen Ja
Sedert de toespraak van Rosseel was van der Plas onrustiger dan
ooit en vroeg eindelijk zelf om direct aan den procureur des konings
alles te bekennen. Om die bekentenis zelf voor hot hof te doen
ontbrak hem den moed zeide hij.