jEteeiijdingeii.
j£.dveri@nli"ên.
geroktdan baart deze toestand voel bekommering en koestert
men den wensch dat spoedig de weêrsgesteldheid moge medewerken
tol eenen verbeterden gezondheidstoestand.
In de Prov. Groninger Courant leest men het volgende beknopt our-
sigl van tien oogst in Europa gedurende 1847,
Na den zeer middelmaligen oogst van 1846 zag men bet gewas van
1847 met groote belangstelling te gemoeten voedde gunstige hoop
wegens de uitmuntende drooge grondhereiding en goeden zaaitijd in
de tweede helft van 1846. De vernieling door de muis deed wel hier
en daar in den winter schade maar was geene aigemecne kwaal. Lang
bleef het in het voorjaar koud maar even als men dit meermalen op
gemerkt heeft.het late voorjaar werd dooreenen meerendeels goeden
oogst opgevolgd. De nu gematigde droogte bleef in hel voorjaar aan
houden zoodat ook voor de zomergewassen de akker behoorlijk voor
bereid kon worden. De aardappelen sproten goed en welig uit. Men
meende reeds het gevaar der ziekte te boven te zijn toen men op eens
in do tweede hei ft van J u lij allerwege van het op nieuw uitbreken der
ziekte vernam en dat niet alleen in Nederland maar in geheel Duilsch-
land Hongarije en Polen bijna tegelijker tijd. In Rusland schijnt de
ziekte minder hevig geweest te zijn en ook elders was zij in 1847 min
der hevig dan het jaar te voren.
De graan-oogst was door geheel Duitschland doch vooral in Neder
land voortreffelijk daar er in Duitschland wel streken waren alwaar
do sterke droogte eenig nadeel aan het gewas toebragtinzonderheid
aan de zomergerst en haverhetwelk In Nederland ook wel maar niet
zoo veel opgemerkt werd. Eene uitzondering maakte in Nederland de
winlergerstdie, wegens te groote weligheid van het slroote fijn van
korrel bleef; maar tarwe en rogge waren hier voortreffelijk.
In Rusland was de oogst niet ineer dan middelmatig en had in de
vruchtbaarste streken door het nat geleden. In Polen Gallicie en Posen
daaronder gerekend wordt de oogst als zeer gelukkig opgegeven. Zoo
ook in Turkije en de Vorstendommen aan den Dnnan. Hongarije daar
entegen heeft grootendeels een misgewas gehad in het bijzonder in zijne
meest bergachtige streken waar de aardappel, een hoofd voortbrengsel
in dit jaar geheel mislukt is. Van daar, dat in Oostenrijk de graan
prijzen langen lijd hoog hieven.
In llalie wordt de oogst als zper rijkelijk beschreven minder in Frank
rijk doch daar in dit land toch steeds invoer van graan uit het buiten
land plaats heeft maakt dit op de prijzen in het algemeen geenen groo-
ten invloed.
Of Engeland dit jaar geheel in zijne gjgene behoeften zal kunnen
voorzien is nog onzekerwjjl de herigten van daar niet stellig genoeg
Iniilpn. De oogst moet echter ook daar in vele opzigten niet ongunstig
wezen.
Alles te zemen genomen mag men rekenen dat Europa dit jaar
builen twijfel in zijne eigene behoeften aan levensmiddelen zal kunnen
voorzien niettegenstaande de aardappeloogst nog op verre na niet terug
gekeerd is lot zijne opbrengst van vroegere dagen. Voor Nederland
«nag men er nog bijvoegen voor zoo verre de berigten daarvan tot dus
verre luiden dat de boekweit middelmatig goed de peulvruchten en
vooral de hoornen zeer goed geslaagd zijn als ook met uilzondering der
knollen, velerlei wortelgewassen welke een niet onbelangrijk toevoegsel
tol de algemeene voedselmiddelen der natie zijn. Het nieuwe winter
gewas slaat tot nog toe goed.
3n Overijssel begint de longziekte ouder het vee zich weder op
onderscheiden plaatsen te vertonnen. Rij den landbouwer Roozeboom
te Hasselt zijn lü sinks aan die ziekte lijdende geweest, waarvan
7 gestorven zijn 1 gebeterd is en 2 nog in behandeling zijn. Te
Zwolle zijn op den stal der weduwe Harsevoort 8 stuks vermoedelijk
aan deze ziekte gestorven en ook te Zwollerkerspel zijn verscheiden
stallen daardoor aangetast.
Men meldt uit Dusseldorp van den 7 dezer: De vastenavonds-
feesten hebben hier onder de mindere klassen bereids een' aanvang
genomen maar op eene bedroevende wijze die reeds menige huis
moedor tranen kost en dreigt ook dit jaar wederom menig gezin in
bet ongeluk te zullen storten de klagt is namelijk dat de leden
dier vaslenavondsgezelschappen meestal ambachtslieden wel verre
van hun opgespaard penningske in deze dure tijden ten nutte
hunner gezinnen aan te Wenden het liederlijk aan drank gaan ver
kwisten waardoor zij zich nog bovendien ongeschikt voor hun werk
maken en menigeen als hij al eens le werk is gegaan van zijnen
winkel huiswaarts keert met het wanhopig berigt van door zijnen
baas afgedankt te wezen, en mitsdien met de zijnen tot den bedel
staf gebragt te zijn.
In de voorgaande week is de posttrein van den spoorweg van
Liverpool naar Londen aan een gevaar blootgesteld geweestdat
de vreesselijkste gevolgen had na zieh kunnen slepen. De staat van
dronkenschap waarin zich de machinist en de stoker bevonden
had tot dit gevaar aanleiding gegeven. De trein met eene snelheid
van 40 mijlen per uur voortgaande was op een ander spoor ge
raakt als het had moeten volgen. De conducteur aan den laatsten
wagen van den trein geplaatst over deze wonderlijke rigting zich
verontrustende, klimt met levensgevaar van bet eene rijtuig op het
andere lot aan den tender en de locomotiefwaar hij den machinist
en stoker in diepen slaap gezonken op den grond zag liggen. Hij
had naauwelijks den tijd den trein hij het station van Patrioorft
le doen stilhouden op het oogenblik dat hij zich tegen eenen ande
ren met passagiers opgevulden trein had aangeworpen. De twee
onvoorzigtige beambten zijn dadelijk voor de overheid te Warrington
gevoerd en daar tot twee maanden gevangenisstraf veroordeeld.
Uit Bristol schrijft men dat op den grooten westelijken spoorweg
een stoute diefstal onder bijzondere omstandigheden gepleegd is.
Voor den trein die Paddington den 10 dezer des morgens tegen
half elf ure verlaten moest was eene doos aangegeven die eene
groote hoeveelheid goud inhield en aan een handelhuis te Tamton
verzonden moest worden. Deze doos werd in een der rijtuigen ge
plaatst en bevond zich bij het afrijden van den trein in goede orde.
Maar toen de trein te Bristol aankwam zag de opzigler naar de doos
en ontdekte dat de geheele inhoud daaruit was genomen. De doos
was op e'ne zeer behendige wijze met eene ronde zaag of soort
gelijk werktuig opengesneden. Men zegt dat het rijtuig naast dat
waarin de schat was nedergezet door zes personen van een fatsoenlijk
uiterlijk was afgehuurd en gelooft nu dat deze de daders geweest
zijn en tol eene Lende londensche gaauwdieven behooren. De
juisle waarde van het geslolene is nog niet hekend maar moet
tusscben de 4- en 6000 ponden sterling bedragen hebben.
Uit Bucharest wordt van den 23 December het volgende gemeld
In de vorige week den |7 hield eene droschki voor de woning
van-'eène vroedvrouw stil en eenigo gemaskerde personen haalden
haar door bedreigingen over om met hen te gaan. Eerst weigerde
zij maar uit vrees voor de haar voorgehoudene wapenen gaf zij
eindelijk toe en men voerde haar met geblinddoekte oogen naar
eene nedrige stroohutzoo als haar toescheen. In den haard brandde
een helder vuur en op het bed lag eene jeugdige dame. Men nam
haar den blinddoek ai en nu votbragt zij bare taak en de vrouw be
viel van een gezonden jongen. Naauwelijks was dit geschied of
een der gemaskerden welke ondertusschen het vuur aang'Èètvakkerd
had beval haar hel kind in het vuur te werpen. De arme vrouw
verschrikte hevig op dit hevel zij begon te weenen en te smeeken
viel de wreedaards le voel maar alles te vergeefs zij dwongen haar,
door de wapenen op de horst te zeiten en haar naar het vuur le
slepen de vreesselijke daad le verrigten. Zij liet het kind vallen en
het lag reeds op den rand van den haard toen een der moordenaars
medelijden scheen te krijgen en het knaapje wilde redden maar de
andere rukte het hem uit de hand en wierp het in den gloed,
waarop het schreeuwende kind dadelijk verstomde. Na dezen gru
wel hond men de vroedvrouw wederom de oogen digt en bragt
haar naar hare woning terug. Men heeft dadelijk onderzoek aan
gaande deze barbaorsche daad gedaan maar tot nog toe is het niet
gelukt iets daaromtrent op het spoor te komen, Men hoopt door
de Zigeuners de daders te zuilen vinden.
In het afgeloopen jaar zijn van Liverpool vertrokken 134,524 land
verhuizers hetwelk de opgave van 1846 met 59,611 overtreft. Van
deze landverhuizers gingen 103,665 naar de Vereenigde-Staïen en
30,307 naar Canada of de andere britsche koloniën van Noord-Amerika.
Gedurende het vorige jaar zijn 21,536 schepen den Sond gepas
seerd, waarvan 1647 ouder kollandsche vlag. In 1846 bedroeg bet
getal 18,765 schepen.
VLISSINGENden 13 Januarij. In het jaar 1847 zijn alhier
geboren 280 personen; als: 142 van het mannelijk en 138 van het
vrouwelijk geslacht; waaronder 19 zoons en 15 dochters in onecht.
Overleden 319; als: 171 van het mannelijk en 148 van het vrou-
welijk geslacht. Onder de overledenen zijn begrepen 14 elders ge
storvenen en 23 militairen en vreemdelingen. Levenloos aangegeven
18; als: 13 van het mannelijk en 5 van het vrouwelijk geslacht.
Gehuwd 72 paren; terwijl er 2 echtscheidingen hebben plaatsgehad.
ZIERIKZEE, den 18 Januarij. Uit de nomination der Hervormde
kerkbesturen heeft Z. M.op voordragt van den minister voor de
zaken van den Hervormden Eeredienst enz. hij besluit van den L
dezer onder anderen tot president van het provinciaal kerkbestuur
van Zeeland voor het jaar 1848, benoemd de heer C. de Visser,
predikant te Tholen.
Tot leden der klassikale besturen «mz. en derzelver secundi zijn
benoemd onder anderen in Zeeland voor de classis van Zierikzee
tot lid, de heer D. J. D. de Vos, predikant te Bruinisse tot secun
dus, de heer B. Gewin, predikant te Oosterland tot lid, de heer
J. Steenberg, predikant te S.l-Annaland tot secundus, de heer
W. Menninga, predikant te Poortvliet; tot lid de heer m.f H. A.
van lJsselsteijnstads ontvanger, oud-ouderling te Zierikzee; tot
secundus, de heer C. A. Cau ontvanger, oud-ouderling te Zierik
zee; en tot secundus van den gecommitteerde Kam, de heer C. )V.
Schullerpredikant to Eikerzee.
Te Vere zijn in 1847 binnengekomen 24 zeeschepen metende
2800 tonnen waaronder 3 als bijleggersen uitgevaren 28 zee
schepen metende 3488 tonnen.
Bij al de slagen die mij in zoo weinige jaren ter nedsr-
drukten bad Ik het geluk een' deelgenoot in mijne smar
ten te hebben; doch ook die troost is mij ontrukt: GOD heeft
mijn' dierbaren Echtgenoot; JAN BEVELANDER van mijne zijde
weggenomen. Hij bereikte den ouderdom van 63 jaar. Drie en
dertig jaar was hij mij een liefderijk gezel door dit leven en onzen
kinderen een liefderijk vader. Allersmartelijkst valt ons zijn gemis,
aller zwaarst dit verlies. De hoop op de ondersteuning van Hem,
die het gedaan heeft en de troost van bet Evangelie mogen ons
krachten schenken om onzen overigen levensweg gelaten en bemoe
digd te bewandelen.
Zierikzee NEELTJE HOCKE
den 14 Januarij 1848. Wed. J. Bevelander.
OPENBARE VERKOOPING van een aanzienlijke partij
zevenjarig ESSCHEN en ELZEN HAKHOUT op de Buiten
plaats van den Heer M. C. de Crane onder Noordgouweop Maan
dag den 24 Januarij 1848, 's morgens ten 10 ure.
VERKOOPING van een partij HAKHOUT in het Bosch
van de Erven F. Cats, in bet Gouwe Veer, op Dingsdag
den 25 Januarij 1848, 's morgens ten 10 ure.
De Heer D. VIERGEVER, Gz. zal, ten overstaan van
a den Notaris C. J. van der HALEN ,-residerende le Brou
wershaven, op Woensdag den 26 Januarij 1848, des morgens ten
9 ure publiek veilen en verkoopen
40 stuks IJPEN BOOMEN alle geschikt tot Werkhoutstaande
op deszeifs Hofstede onder Noordgouwemitsgaders 2 Bunders
ELZEN HAKHOUT op Kopkens Gors.
jtj VERKOOP ING op Mon-Plaisir onder NoordgouweVrijdag
den 28 Januarij 1848 t 's morgens ten 10 ure, van circa
twee Bunders zevenjarig ESSCHEN en ELZEN HAKHOUT.
te zierikzee bij de erven a. de vos stads drukkers.