N.® 100 ZIERIKZEESCHB DINGSDAG O A.® 1847. C O R A N T. 14 DECEMBER. Besturen en Administration. Nieuwslij dingen BEKENDMAKING. Achtervolgens art. 3 van Zijner Majesteit's besluit van den 6 Januarij 1831 n.° 68, (Staatsblad n.° 2.) heeft Zijne Excellentie de heer Minister van Financiën bij resolutie van den 9 dezer maand bepaald de prijzen het opgeld daaronder begrepen waarvoor de col lecteurs splitters en debitauten der Koninklijke Nederlandsche Loterij de loten en gedeelten van diefi voor Je derde vteek dér trekking van de laatste klasse der 203d" Loterij zullen mogen uitgeven te weten Bij verhoop: loten Bij verhuring loten f 47,00 - 23,50 - 9.40 - 4,70 - 2,35 dat bij voor- Geheele loten f 84,00 Gebeele Halve - 42,00 Halve Vijfde ...- 16,80 Vijfde Tiende - 8,40 Tiende Twintigste» - 4,20 j Twintigste» Wordende de belanghebbenden bij deze herinnerd noemd artikel van Zijnor Majesteit's besluit uitdrukkelijk is vastge steld dat de collecteurs splitters en debitantcn gehouden zijn om zich naar die prijsbepaling te regelen en dezelve gedurig ter inzage voor het publiek beschikbaar te hebben. Zierikx.ee, den 11 December 1847. Voor Zijne Excellentie den heere Staatsraad Gouverneur van 'Zeeland, De Burgemeester der Stad Zierikzee DE CBANE. NEDERLANDE N. 's GRAVENHAGE den 12 December. De Staats-Courant bevat de wel van den 26 November' 1847, tot opheffing van de consent- biljetten voor de onbelaste granen. Deze wet behelst de volgende artikelen Art. 1. De bepalingen der wet van den 29 Maart 1833 (Staats blad n.° 3) betrekkelijk de aangifte en de consent-biljetten tot dekking van de onbelaste granen met uitzondering van die op de gemouten granen zoo belaste als onbelaste en op het daarvan afkomstig meel worden builen werking gesteld. Art. 2. Onder korenmolens blijven begrepen de molens die bestemd of gebruikt worden om onbelaste granen te malen. De hemalers van laatstgenoemde molens blijven mitsdien onder worpen aan al de verpligtingen den korenmolenaar bij de wet van den 29 Maart 1833 Staatsblad n.° 3) opgelegd behalve die in art. 1 hierboven afgeschaft. Art. 3. De korenmolenaars mogen geen gemalen granen zoomin belaste als onbelaste, eenige bewerking op den molen doen onder gaan maar moeten die in denzelfden slaat houden waarin zij van de steencn komen behoudens de vermenging mot zand van gemalen granen tot beesten voeder aangegeven. Bij overtreding van deze bepaling verbeurt de molenaar eene boete van f 100 tot f 400. Art. 4. Bij vervoer van den molen van gemalen granen zoo be laste als onbelaste, welke zich niet in den in art. 3 dezer wet voor geschreven staat bevinden, verbeurt de vervoerder eene gelijke boete van f 100 tot f 400. Art. 5. De korenmolenaars mogen in do gebouwen of plaatsen bij art. 25 der wet van den 29 Maart 1833 Staatsblad n.° 3) ge noemd geen meel van onbelaste granen boven eene boeveelheid' van twintig ponden voorhanden hebben tenzij in den staat in art. 3 hierboven voorgeschreven. Bij overtreding van dit verbod verbeurt de molenaar eene boete van f 100 tot f 400. Art. 6. De tegenwoordige wet treedt met den 1 Januarij 1848 in werking. Krachtens Z.r M.9 besluit van 31 JuIij jl. is door den minister van financiën, bij resolutie van 6 December jl., vastgesteld de loterij n.° 204, die bestaan zal uil 20,000 loten, 10,000 prijzen en 2 premiën. De collecte zal geopend worden op maandag den 3 Januarij 1848 en gesloten op zaturdag den 13 dier maand. De trekking van de eerste klasse zal aanvangen op den 31 Januarij 1848; terwijl de laatste 100 nommers op vrijdag den 21 April 1848 zuilen getrokken Worden. Dezer dagen zijn de verzoeken om gratie ingediend door de personen die bij arrest van het provinciaal hof in Vriesland van den 13 October jl. ter zake van gewelddadige plundering ten huize van den heer burgemeester te Harlingen veroordeeld zijn gewezen van de hand, met uitzondering echter van J. J. P. die alleen gra tie van de straf van bet brandmerk bekomen heeft. Ook de verzoeken om gratie ingediend door de drie perso nen die bij arrest van bet bof in Vriesland van 5 October jl. tol verschillende straffen zijn veroordeeld ter zake van feitelijke en gewelddadige aanranding in den avond van den 24 Junij dezes jaars te Harlingen gepleegd door meer dan 20 personen jegens den commissaris van policie cn eenen geregtsdienaar aldaar, tijdens zij in de uitoefening hunner' functiën waren ter bescherming en veiligheid van personen en goederen die op dien avond aldaar aan gerand waren zijn gewezen van de hand. Alleen het brandmerk tegen A. J. Fok, bijgenaamd Lardon Koster, uitgesproken, is aan hem kwijtgescholden. De Staats-Courant behelst het verslag der commissie van onder zoek van het in dit jaar gehouden staals-examen waaruit blijkt dat in hare twintig zittingen van de 236 jonge lieden die zich voor het examen hadden aangegeven 225 geëxamineerd zijn uit hoofde de overigen door ziekte intrekking hunner aangifte als an derzins niet waren opgekomen. Van deze 225 geëxamineerden zijn er 157 bevoegd verklaard tot het bijwonen der academische lessen, en 6S afgewezen. Onder de eersten waren ér 34 onder de laat- sten 14die zich bij herhaling aan een onderzoek hadden onder worpen eene verhouding, die wederom eenigzins gunstiger mag ge noemd worden dan in het vorige jaar, toen van de 220 geëxami neerden 145 zijn toegelaten en 75 afgewezen. Het verslag besluit wijders met eenige opmerkingen en wenken die de commissie mededeelt als de resultaten van haar onderzoek in het afnemen der examina bij onderscheidene jonge lieden inzonderheid nopens den aard en de rigting hunner studie hare grondigheid en do gebrekkige en verkeerde leiding van diegenen die zich ten taak hebben gesteld jonge lieden voor de akademische loopbaan op to leiden en te vormen. Men verneemt dat even als de veroordeelde ook het open baar ministerie in hooger beroep gekomen is tegen het vonnis der arrondissemenls-regtbank alhier, maandag den 6 dezer tegen G. P. Verploegh uitgesproken. Men schrijft ons uit Haarlem van den 30 November Men zal zich berinneren dat sedert eenigen lijd bijna in het geheele land tusschen gemeente- en diaconie-besturen geschil is ontstaan over do vraag of de diaconiën rogtens kunnen verpligt worden tegen haren wil onderstand te verleenen en of de regtsmagt van gedeputeerde staten zich hier alleen bepaalt tot het aanwijzen van het onderstands- domicilie ingeval van geschil daarover Een dergeliik geschil tusschen het gemeente- en diaconie-bestuur van Zaandijk had aanleiding gegeven tot eene procedure voor den kantonregter te Zaandam die gevolgd werd door de uitgave van eene verdediging van de onafhankelijkheid der dmconièndoor den amster- damschen advokaat m.r A. S. van Nierop (Zaandijk 1846) endoor eene der diaconiën gunstige beslissing van den kantonregter te Zaan dam. Dezer dagen werd dit geschil voor de arrondissements-regtbank alhier in hooger beroep behandeld en na langdurige en belangrijke pleidooijen van m.r B. Donker Curtius voor het appellerend gemeente bestuur en m.r AS. van Nierop voor de geïntimeerde diaconie, heeft de regtbank beden het vonnis van den kantonregter bekrachtigd en alzoo de vrijheid en onafhankelijkheid der diaconiën ten opzigte der bedeelingen gehandhaafd. Voor den vermaarden gouverneur-generaal van Neêrlandsch-Indio Jan Pieterszoon Koen, den waren stichter onzer magt in Oost-lndie en den grondlegger van Batavia bestaat geen gedenkteeken. De Moniteur des Indes wil hem een standbeeld in Batavia opgerigt hebben. De fransche bladen bevatten bet berigt op welken grond blijkt niet dat er sprake is dat Nederland aan Frankrijk het ei land S.'-Martin bij Guadeloupe zoude afstaan. Men verneemt dat de bestuurders van het Nederlandsche Zende linggenootschap te Rotterdam door brieven en opwekkingen de Evan gelische Christenen in Nederland opmerkzaam maken dat het den 19 December juist eene halve eeuw geleden is, dat het Nederlandsche Zendelinggenootschap is ontstaan want dat de eerste oprigters den 19 December 1797 voor het eerst te Rotterdam bijeen kwamen weshalve het niet kan missen, of overal, waar afdeelingen van het genootschap bestaan zal men te meer daar den 19 December dit jaar op een' zondag invalt er dankbaar en blijde aan herdenken. De meekrap-fabrijk van de beeren Mertens en Woumans te Oorderen (Antwerpen) is in den nacht van den 9 op den 10 dezer eene prooi der vlammen geworden. Al de meekrap van dit jaar is verloren. De buisvrouw van Jlosseeleen der moordenaars van de plaats S.'-Gery te Brussel is als geheel onschuldig aan deze misdaad in vrijheid gesteld. Zij beeft afscheid genomen van haren man dien zij wel denkelijk nimmer zal wederzien en denkt naar hare geboor teplaats in Nederland terug te keeren. Men meldt dat dit afscheid zeer aandoenlijk is geweest en dat. zij daarbij haren man vergif fenis schenkende dien verstokten cn ligtvaardigen booswicht tot na denken over zijnen toestand en berouw over zijn schandelijk en mis dadig gedrag heeft gebragt. Fit bijna alle oorden van Duitschland nemen de berigten van landverhuizingen zoo geweldig toe dat Duitschland in het aanstaande jaar 1848 welligt nog veel grooler verlies aan inwoners te wachten beeft dan in de vorige jaren bet geval is geweest. Het ware in derdaad te wenschen dat de onderscheiden duilsche regeringen ge- zamentlijk hare aandacht op een onderwerp van zoo groot cn alge meen belang voor het duilsche vaderland mogten vestigen. Hoe onbehoorlijk sluikhandel ook zij hebben de teleurstellingen van grenswachters en tolbedienden door list of toeval teweeg ge bragt menigmaal iels kluchtigs dat ons onwillekeurig eenen lach afperst. Van dien aard is ook bet volgende voorval Een brigadier en een beambte der fransche douanen bemerken in den nacht van 25 op 26 November twee smokkelaarselk met een pak op den

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1847 | | pagina 1