IV.o 93. ZIE RI&ZEESGH E VRIJDAG A.° 1847. COURANT. 19 NOVEMBER. Besturen en Administration. M Wieuwstij dingen AFKONDIGING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Slad ZIERIKZEE brengen bij deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden dat het Koninklijk besluit van .den 28 November 1840, n.° 11, Slants- Had n." 74 waarbij onder de daarbij uitgedrukte beperkingen een Algemeen Pardon ter zake van desertie en dienst-onttrekking werd verleend uit aanmerking van de ruime gelegenheid die er heeft be staan om zich de daarin vervatte gunstige bepalingen ten nutte te maken als nog tot den eersten Januarij des jaars 1848 van kracht zal blijven en dat alzoo na dat tijdstip de toegezegde gunst niet meer zal kunnen worden ingeroepen. En worden mitsdien de zoo- danigen die in het bedoelde geval verkeeren opmerkzaam gemaakt om voor zoover die gelegenheid dusver inogt wezen verzuimd, zich. den nog overigen tijd ten nutte te maken. Afgekondigd van den Raadhuize der Stad Zierikzeeden 18 No vember 1847. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE CRANE vt. Ter ordonnantie De Stads Secretaris W. J. P. KROEF. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Slad ZIERIKZEE brengen ter kennis van de daarbij belanghebbenden dat de kom- manderende Officieren der korpsen door het Departement van Oorlog zijn getnagtigd om aan de Miliciens der Ligling van 1844, die per missie mogten vragen tot het aangaan van een- huwelijk het ver- eischte consent daartoe uit te reiken onder beding nogtans dat de verzoekers vooraf hunne schuld op hel kleeding— en reparatie-fonds hebben aangezuiverd of wel bun onvermogen daartoe behoorlijk hebben gestaafd. Zierikzee, den 18 November 1847. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE CRANE vt. Ter ordonnantie, De Stads Secretaris W. J. P. KROEF. VERGADERING van de MAATSCHAPPIJ ter bevordering van LANDBOUW en VEETEELT op don 25 November aan staande ten Huize van den Kofiijhuishouder B. H. Harinck to Zierikzee, des voormiddags ten half twaalf ure, hij welke ieder Deelnemer wordt genoodigd tegenwoordig te zijn. GROOT-B RITTANNIEN. LONDEN, den 14 November. Niet alleen in Ierland, maar ook in de overige gewesten des rijks waar de toenemende werkeloosheid en armoede voor het behoud der rust doen vreezen hebben de over heden bevejen ontvangen om de orde met al de haar ten dienst staande middelen te handhaven. Zij zijn gemagtigd om daartoe des gevorderd, de corpsen der gepensionneerde militairen geheel of gedeeltelijk voor den tijd van twaalf dagen onder de wapenen te roepen. Hoe verschrikkelijk de toestand der Ieren verleden winter ook ge weest moge zijn zoo is het te vreezen dal zulks nog maar een voorspel is geweest van de ellende die hun dit jaar te wachten staat want nu reeds worden de beriglen met eiken dag treuriger tot een enkel voorbeeld strekke het -volgende Te Skihbereen in het graafschap van Cork wordt het werkhuis niet meer ter opname van door nooddruft bezwijkenden geopend ter ontvangst van een 800tal armen gebouwd is het thans met 1340 overkropt cn huilen staat er een' enkelen meer op te nemen de talrijke bedelaars van dat uitgestrekt district moeten derhalve elders naar hulp omzien maar zonder kans die ergens te bekomen het eenige maar afgrijse lijke uitzigt hetwelk nog voor de zonder huisvesting zwervenden bestaat om hun leven ten miliste onder dak te eindigen is dat de pest, in het werkhuis uitbrekende, zoo als ook wel te verwachten is, aldaar gelegenheid lot gedurige verwisseling van bevolking geve. FRANKRIJK. PARIJS, den 14 November, Ten einde geen borglo'gt te stellen heeft de heer von Rothschild eergisteren twee termijnen van de nieuwe leening te zamen 25 millioeneu franken bedragende in do schat kist gestort. De eerste militaire operatie in Zwilzeiland is het bezetten der toegangen tot het kanton Freiburg geweest, hetwelk den 7 dezer zonder eenigen tegenstand bewerkstelligd is. Den 12 is de aanval op de slad Freiburg begonnen. NEDERLANDEN. 's GRAVENHAGE den 17 November. Z. M. de koning is heden morgen uit deze residentie naar Tilburg vertrokken en wordt aan staanden zaturdag avond afhicr terug verwacht. In de zitting van de tweede kamer der slaten-generaal van heden zijn achlervolgens aangenomen de ontwerpen van wet, als 1." de wet tot. opheffing van het fonds van het Staatsblad; 2." de wet tot ver hooging der staatsbegrootingen ter zake van de wet van 29 Nivose XiHd" jaar (de zeven kinderen-weten 3." tol opheffing van het fonds lot droogmaking van den Zuidpias. Ten geyolge van de aankondiging tot uitbreiding van het wapen der maréchaussee hebben zich reeds onderscheidene officieren der infanterie tor audiëntie bij z. <;xc. den minister van oorlog vervoegd met verzoek om bij die uitbreiding in aahmerking tot overplaatsing bij dat wapen te komen. Vrijdag en zaturdag jl. beeft het provinciaal geregtshof in Zuid- Holland kamer van strafzaken behandeld de zaak van de Jong en Molier, beschuldigd: 1." van valschbeid in onderhandsch geschrift, door het stellen van valsche handteekeningenen 2.° door het des bewust gebruik maken van die valsche «tukken. Uit de akte van beschuldiging en de debatten is gebleken dat do beide personen, als boden eener begravenis-societeit te's Gravenhage onder den titel van Tot Nut van t Algemeen een aantal zieken- briefjes met valsche namen van geneesheeren hebben onderteekend ten einde die briefjes, in plaats van geld, aan de directie ter hand te stellen. De boden waren namelijk belast met het ontvangen der contributien voor de begravenis-societeit doch aan die inrigting was verbonden eene uitkeering van f 2 's weeks ingeval de leden gedu rende zeven dagen ongesteld waren. Die uitkeering had door de boden plaats tegen uitreiking van de bewuste ziekenbriefjesdie door geneesheeren moesten worden onderteekend. De beschuldigden teekenden derhalve de ziekenbriefjes met valsche namen gaven die voor geld aan de direclie en staken het geld op dat zij zonder die valsche stukken hadden moeten uitbetalen. Vóór het einde der debatten hebben de heide beschuldigden vol komen bekend dat zij zich aan de misdaad hadden schuldig gemaakt. Het openhaar ministerie bij monde van den advokaat-generaa! m.' Gefkenheeft het begaan van de misdaad en de schuldpiigtigheid der heide teregt staande personen aangetoond en ontwikkeld. Ad- vokaat-generaal meende slechts eene algemeene aanmerking te moeten maken dat het namelijk niet voor de eerste maal is dat er door personen aan soortgelijke inrigtingen verhonden kwade praktijken van zeer bedenkelijken en bedroevenden hard worden gepleegd. Ten bewijze van de aanmerkelijke schade die do beschuldigden hebben teweeg gebragt beroept advokaat-geueraal zich op de onder eede afgelegde verklaring van den heer A. L. Wijs, een der gewezen directeuren van het voormalig fonds dat het aan de kwade praktij ken die de directie heeft ondervonden is toe te schrijven dat het fonds is ten gronde gerigt. Er bestond geene reden om de waarheid van die verklaring in twijfel te trekken. Ten slotte beeft het open haar ministerie gerequireerd dat ds beschuldigden zouden worden schuldig verklaard aan de misdaad welke hun ten laste wordt ge legd dat is valschbeid in onderhandsch geschriftdoor het stellen van valsche handteekeningen en het des bewust gebruik maken van die valsche stukken en te dier zake veroordeeld tot 1 uur tepronk- stellinghet brandmerk tuchthuisstraf van 5 tot 10 jaren geldboete van f 50 en in de boeten. De heer m.r de Kempenaer gaf te kennen dat na de berouw volle bekentenis der beschuldigden de taak die hij vrijwillig op zich genomen had aanmerkelijk was verligt en dat hij zich thans bepalen kon met het medelijden van het hof in te roepen voor twee jeugdige ongelukkigen die in geenen deele tot de verstokte boos wichten blijken te behooren. Hij drong aan óp het toepassen van eene zachtere straf, ten einde zij niet door eene langdurige gevan genis voor hunne betrekkingen voor vrouwen en kinderen ja voor de geheole maatschappij, verloren zouden zijn. De verdediger heeft, onder anderen ais grond lot het uitspreken eener zachte straf bij- gebragt dal het fonds waarvan hier sprake is tot de soortgelijke behoort, die niet opgerigt zijn lot nul van 't algemeen, tot nut van de lijdende menscbheïd maar ten voordeele van hen die zich met het bestuur belasten. Bovendien toonde pleiter aan dat er bij de direclie van het bedoelde fonds de grootste wanorde heeft gebeerscht dat niemand daarbij zijnen pligt heeft vervuld en dat het daardoor alleen mogelijk geweest is dat deze twee boden zich zoo geruimen tijd ongelukkiglijk aan de misdaad hadden kunnen schuldig maken. Pleiter kon ook niet toegeven, dat een fonds, dat anders als solide te noemen is, door een verlies van f 400, dat hier geleden is, te gronde zou kunnen worden gerigt. liet hof zal aanstaanden vrijdag in deze zaak uitspraak doen. De Utreclitsclw Avondpost zegt vernomen te hebben dat ter gelegenheid van de in omloop zijnde valsche muntbiljetten een der drie geheime kenleekenen van hunne echt- of valschbeid hekend gemaakt zou zijn. Zoo als men weet slaat een volgnummer in cijfers op ieder muntbiljet ter regterzijde boven aan terwijl een ander nummer van het folio lager aan de linkerzijde staat vermeld beiden nu nummer en folio zijn ter herkenning altijd met elkander in verhand gebragt en wel in dezer voege: wanneer bet nummer uit vier cijfers be staat is het folio altijd het eerste cijfer plus één uit vijf cijfers dan is het folio de twee eerste cijfers plus een, en uit zes cijfers, dan de drie eerste cijfers plus een bijv. n.° 4234 dan is het folio 5 n.° 42345 dan is het folio 43 en n.° 423400 dan is het folio 424. Uit officiële opgaven blijkt dat de geheele oppervlakte van den drooggemaaklen Zuidpias in Scbiclaud bedraagt 4420 bunders15

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1847 | | pagina 1