ZIER1&ZEESGHE COURANT. XV.0 89. A.° 1847. 5 NOVEMBER. Besturen en Administration. Etces Mier Zx Ni euwst ij d in gen. VRIJDAG De PLAATSELIJKE SCHOOL-COMMISSIE dezer Stad maakt hiermede bekend dat de alhier opgerigte School voor Kinderen uit de mingegoede Burgerklasse (Tusschenschool) heden geopend is. Ouders of Voogden die onvermogende zijn om het schoolgeld der burgerscholen te heialen en hunne kinderen of pupillen nog in het onderwijs op de nieuw geopende school wenschen te doen declen worden uitgenoodigd zich daarloe vóóraf hij een der Leden van de Plaatselijke School-Commissie aan te melden. Het maandelijksche schoolgeld dat telkens ééne maand vóóruit aan den Onderwijzer moet betaald worden is bepaald als volgt voor de dagschool 60 cents voor één kind f I voor 2 kinderen uit betzelfde huisgezin en f 1,20 voor 3 kinderen uit hetzelfde buisgezin voor de avondschool 40 cents voor één kind 65 cents voor 2 kinderen uit hetzelfde huisgezin en 80 cents voor 3 kinderen uit hetzelfde huisgezin. Zierihzee1 November 1847. De Plaatselijke School-Commissie voornoemd W. J. P. KROEF President. P. J. ANDREzE, Secretaris. Dn DIRECTIE der SOCIËTEIT Tor NUT en GENOEGEN te ZIEIilKZEEberigt degenen, welke uit Schouwen en Duiveland VEE op de BEESTENMARKT zullen aanvoeren dat de gelegenheid gegeven wordt genoemd Vee kosteloos te doen verzorgen voor eenen nacht mits vooraf kennis gevende aan den Heer President J. A. Mdlock Houwer. F R A N R R IJ K. PARIJSden 1 November. Bijzondere alhier uit Zwitserland ontvangene borigten houden in dat de zaken daar te lande een meer oorlogzuchtig voorkomen hebben dan ooit te voren en dat werkelijk de onderhandelingen tusschen den landdag en de afzonder lijk verbondene kantons zijn afgebroken. Alen vreest hier dal de vijandelijkheden reeds zijn aangevangen. De gezanten van Rusland Oostenrijk en Prüissen hebben reeds of zouden spoedig Zwitserland verlaten. NEDERLANDEN. 's GRaVENIIAGE den 1 November. Eene vereenigde commissie van leden der beide kamers heeft heden het navolgende door die kamers vastgestelde adres van antwoord op de troonrede bij de ope ning der tegenwoordige zitting aan Z. M. den koning aangeboden «Sire »De vertegenwoordigers van het nederlandsche volk erkennen met een dankbaar gevoel het voorregtdat zij Uwe Majesteit, bij het openen dezer zitting hersteld van eene zorgwekkende ziekte in hun midden hebben mogen ontvangen. Hartelijk wenschen wij dat het der Voorzienigheid moge behagen Uwé Majesteit hij eeDe voortdurende gezondheid te bewaren. «Wij hebben met genoegen vernomen dat Nederland in goede ver standhouding met de andere mogendheden verkeert en wij vertrou wen dat die goede verstandhouding steeds gepaard gaat met de eer biediging van onze regten met hot stiptelijk naleven van de gesloten traktaten. «Het welzijn van 's lands koloniën wekt steeds te regt de hoogste belangstelling der natie op. Wij hebben ons dus verheugd van Uwe Majesteit te mogen vernemen, dat de rust aldaar ongestoord is ge- hieven. Het vervangen van het bankpapier door zilveren munt in Suriname voldoet aan eene sedert vele jaren erkende behoefte en wij stellen ons de beste gevolgen voor van een doelmatig herstel van den gelds omloop in die kolonie. »Door bij voortduring reden van tevredenheid te goven beant woordt de zee- en landmagt aan de verwachtingen der natie, die steeds haren ijver en naauwgezelte pligtsbetrachting blijft waarderen. »De uitbreiding van het korps maréchaussée zal een dikwerf ken baar gemaakt verlangen bevredigen en wij zien met belangstelling het oogenblik te gemoet waarop Uwe Majesteit het noodig zal .oor- deelen onze medewerking in te roepen om deze gewigtige zaak tot stand te brengen. «Wij verblijden onsdat de mededeelingen van Uwe Majesteit omtrent den staat van het onderwijs en de beoefening van kunsten en wetenschappen omtrent handel scheepvaart, landbouw en verdere takken van nijverheid over het algemeen gunstig zijn. «Van den godsdienstigen zin van het nederlandsche volk mogten ■wij verwachtendat het gehoor zou geven aan de roepstem die uitging van den troon tot viering van eenen plegtigen biddag en van eenen dankdag voor den gezegenden oogst die ons na twee bange jaren geschonken werd. «Wij hebben levens reden der Voorzienigheid dank te zeggen dat wij in weêrwil van hooge waterstanden en zeevloeden voor schade en onheilen bewaard bleven. «Met hooge belangstelling hebben wij vernomen dat de toestand fan 's rijks geldmiddelen gunstig is en wij zien de nadere openingen daaromtrent te gemoet. Het vooruitzigtdat nog in den loop dezer zifting een voorstel tot schuldvermindering zal kunnen worden ge daan is geschikt om het openbaar crediet te bevestigen. Wij zouden ons gelukkig rekenen indien eenmaal door eene wijziging van het stelsel van belastingen het lot der middelklasse konde worden ver beterd. «Het openen van nieuwe bronnen van volksbestaan is een onder werp dat de ernstige aandacht van Uwe Majesteit in eene hooge mate verdient. Kan de daarslelling van werken in verschillende oorden des rijks daartoe leiden, dan za' daardoor én voor het oogen blik èn voor het vervolg aan vele handen nuttig werk worden ver schaft. Wij hopen dat ter bereiking van dat doel middelen zullen kunnen worden beraamd die in de bestaande omstandigheden aan nemelijk zijn te achlen. «Doordrongen van het besef der behoefte aan onderscheiden wet telijke voorzieningen hebben wij met genoegen van Uwe Majesteit vernomen - dat belangrijke wets-ontwerpen nóg in den loop dezer zitling aan onze beraadslaging zullen onderworpen worden en gaarne geven wij de verzekering dat wij die wets-outwerpen met de meeste zorg zullen onderzoeken. «In eene vroegere rede was ons door Uwe Majesteit te kennen gegeven dat zij niet aarzelen zou zoodra de overtuiging der nood zakelijkheid van het wijzigen der Grondwet bij dezelve zou gevestigd zijn daarvan door een voorstel aan de staten-generaal te doen blijken. «Op de vervulling van die koninklijke belofte hebben wij gebouwd met volkomen vertrouwen. Met hartelijke blijdschap hebben wij de mededeeling ontvangen dat Uwe Majesteit tot de overtuiging is ge komen dat er noodzakelijkheid bestaat tot wijziging van eenige bepalingen der Grondwet. Wij zijn overtuigd dat Uwe Majesteit geene veranderingen schroomt die geacht kunnen worden tot werkelijke, door de ondervinding aangewezene verbeteringen in het staatsbestuur te zullen leiden. «Dankbaar voor de gedane toezegging, zien wij dan ook met ge rustheid de voordragt te gemoet van al die verbeteringen die het waarachtig heil van Nederland kunnen bevorderen welk heil gelijke lijk door Uwe Majesteit en door de staten-generaal wordt beoogd. «Uwe Majesteit voedt de hoop dat de staten-generaal door een bedaard en wel beraden overleghet gewigtig werk van het wijzigen fier Grondwet, tot een goed einde zullen helpen brengen. De staten- generaal Sire zullen dat vertrouwen niet beschamen. «Wij houden ons verzekerd, dat het nederlandsche volk, door eendragt verbonden steeds de ware vrijheid zooken zal in liefde voor orde en in ontzag voor overheid en wet. «Moge de Almagtige zijnen besten zegen schenken aan de gemeen schappelijke pogingen van Uwe Majesteit en van de staten-generaal tot bevordering van het heil van Nederland." Door Zijne Majesteit is op dit adres het volgende geantwoord Enr.r. Mogende Herren «Ik ontvang dit adres met genoegen en dank u edel mngenden voor de gevoelens welke daarin zijn uitgedrukt. Ik blijf op de medewerking van u edel mogenden rekenen en ik voed het vertrou wen dat ons gemeenschappelijk overleg, gegrond op de meest opregte zucht voor het welzijn des vaderlands heilrijke en duurzame vruchten zal dragen." Men verneemt met. genoegen dat Z. M. de koning gratie van den nog overigen straftijd heeft verleend aan den boekhandelaar en uitgever K. van Hulst. Men verneemt, dat. bij het ministerie van oorlog het voor nemen bestaat om met het volgend jaar hij al de korpsen van het leger het gebruik van katoenen hemden in te voeren. AMSTERDAM den 3 November Wij vernemen dat de wel. eerw. heer J. J. van Oosterzeetheol. doctor en predikant te Rot terdam, voor de keuze der beroeping, door de Nederduitsche Her vormde gemeente alhier op z. eerw. uilgebragt, bedankt heeft. Volgens de meening der redactie van de Amsterdamsche Courant. zouden de voorstellen ter herziening der Grondwetwelke men met grond mag verwachten de volgende zijn «Hoedanig de grondwetsherziening zijn zal, die door den koning zal worden voorgesteld kan na het opgemerkte niet twijfelachtig geacht worden. De verbeteringen zullen zijn die door de onder vinding zijn aangewezen. De koning schijnt duidelijk ltel oog te heb ben op de veranderingen waarop vroeger door vele voorstanders van eene gematigde grondswetsherziening in de staten-generaal is aan gedrongen. Zij zijn hoofdzakelijk de volgende Meerdere ruimte voor den wetgever ten aanzien van het stem- en' kiesregtten einde de leden in de stedelijke raden periodiek te kunnen doen aftreden en de verkiezing der leden van de provinciale staten aan kiescollegiën te kunnen opdragen verbetering van de bepaling omtrent de vreemde lingen verbetering van art. 57 omtrent de verhouding van trak taten tot de wetgeving; regeling der- pensioenen door de wet; be palingen omtrent de koloniën, diezonder de geheele wetgeving over de koloniën hij de staten-generaal over Ie brengen echter betera waarborgen dan tegenwoordig geven omtrent het gebruik der kolo niale geldmiddelen en omtrent de rcglen onzer ingezetenen in de koloniën hetere omschrijving van liet regt van gratie en dispensatie verduidelijking omtrent de reglementaire magt des konings waardoor alleen de voor het welzijn van den slaat zoo nadeelige vermenging van besluiten met wetten kan ophouden verandering van het ar tikel omtrent den raad van state waardoor dat collegia meer dienst baar kan worden voor het welzijn van den staat verduidelijking en uitbreiding van do bepalingen omtrent de ministeriële verantwoorde-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1847 | | pagina 1