jy.o so.
ZIEEIRZEESCHE
COURANT,
22 JUNIJ.
Hesturen en Administration.
Nieuwslij ding en
OINGSDAG
A.® 1847,
NOTIFICATIE.
De STAATSRAAD, GOUVERNEUR van do Provincie ZEELAND.
Gelet op art. 2 en ld der Instructie voor de Betaalmeesters in de
Arrondissementen vastgesteld bij Koninklijk besluit van den 1 dezer,
n." 76 alsmede op Zijner Majesteits besluit van den 16 dezer n.° 53.
Brengt bij deze ter kennis van de gewestelijke en plaatselijke
Ambtenarep Collegiën Administration en verdere belanghebbenden
in deze Provincie
1.° Dat te rekenen van den 1 Julij dezes jaars door de Betaal
meesters in de Arrondissementen in voege als zulks vroeger bij
de Ontvangers particulier beeft plaats gehad voor iedere storting
van welken aard ook zal worden afgegeven eenc quitantie met
strook, en dat voormelde quitantiën niet geldig zullen zijn, en
alzoo niet als bewijs van storting of anderzins zullen worden
toegelaten wanneer dezelve niet uiterlijk binnen drie dagen na
de afgifte geviseerd zijn door of van wege den Burgemeester
van de hoofdplaats van het Arrondissement alwaar de quitantio
is gedagteekend.
2." Dat de betaalsrollen voor pensioenen gedurende drie maanden
met inbegrip van de maand waarin die zijn gedagteekend ten
behoeve der belanghebbenden bij de Betaalmeesters geopend
blijven terwijl dit voor alle andere bctaalsrollcn slechts het geval
zal zijn tot en met den laatsten dag van de maand waarin de
betaalsrol is ingekomen.
Geschiedende voorschreven mededeeling tot informatie en narigt der
belanghebbenden onder opmerking tevens aan de zoodanigen welke
bij het medegedeelde opzigtens de betaalsrollen in bel bijzonder belang
hebben dat zij aan zicbzelve de vertragingen zullen hebben te wijten
dio noodwendig het gevolg zijn moeten van nalatigheid in de tijdige
invordering van het bun aankomende nu iedere betaalsrol behalve
die der pensioenen, telken maand wordt afgesloten, en alzoo voor
iedere onbetaalde post eerst weder eene nieuwe betaalsrol zal moeten
worden opgemaakt.
Middelburg den 3! Mei 1847.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
VAN VREDENBURCH.
CURATOREN der LATfJNSCHE SCHOTEN dezer Stad maken
hiermede bekend dat do jaarlijksche PROMOTIE en PRIJSU1T-
DEEL1NG aan de Leerlingen dier Scholen eerstkomenden Zaturdag
den 26 dezer, voormiddags ten 11 ure, in de Lutbersche Kerk
alhier zal plaats hebben bij welke gelegenheid door den Heer
D.' C. W. Volckjb Conrector der Scholen eene lnlree-rede zal
gehouden worden en de hoi de verdienstelijke Leerlingen der eerste
klasso C. de Meijer en C. Bdijze Latijnsche Oratiën houden
zullen. Zij noodigen hiermede tevens allen die in wetenschap en
taalkunde belang stellen uitom genoemde plegtigbeid wel met
hunne tegenwoordigheid te willen vereeren.
Zierikzee21 Junij 1847. Curatoren voornoemd,
Namens dezelve
P. J. ANDREjE Secretaris.
Dringende aanmaning tot betaling van DIJ KGE SC DOT over 1847,
ten Kantore van don Ontvanger-Griffier W. D. de JONGE.
BELGIE.
BRUSSEL den 18 Junij. De koning neemt thans dagelijks toe
in beterschap. De inwijding der zoogenaamde galerij van S,'-Hubert
welke plegtigbeid door boogstdenzelven zal worden bijgewoond en
1 bestuurd blijft op overmorgen bepaald.
In Antwerpen is in den avond van gisteren 17 Junij de
rust weder verstoord en heeft de policie ondersteund door eenign
gensdarmesde menigte welke het inschepen van eetwaren aan
boord van in de haven liggende vaartuigen wilde verhinderen met
geweld uiteengedreven, fn den ochtend van heden zijn op de onder
scheidene pleinen op welke de markt gehouden wordt ongeregeld
heden van zoo ernstigen aard voorgevallen dat de meeste landlieden
zonder zich om eenige betaling te bekommeren met achterlating
der door ben ter markt gebragte levensmiddelen een goed heenkomen
hebben gezocht. Men was in de stad ernstig bekommerd dat de
menigte zich aan verdere buitensporigheden schuldig zoude maken.
Ook in Ostende hebben dergelijke oproerige tooneelen plaats ge-
bad en heeft het gemeen eenige bakkerswinkels willen plunderen.
Bij tijds door de overheid genomene maatregelen van voorzorg heb
ben verhinderd dat daar ter slede grové buitensporigheden zijn
voorgevallen. Zoowel in Ostende als te Antwerpen zijn eenige on
ruststokers in hechtenis genomen en onder deze vele lieden welke
vroeger reeds in handen der justitie zijn geweest.
Den 14 Junij was in Tongeren de rust nog niet hersteld doch
de oproerige menigte inet geweld uiteengedreven. De burgemeester
die zich zonder eenig uiterlijk kenleeken zijner wairdigheid onder
de oproermakers had begeven is op het punt geweest van door een
gendarme met een sabelhouw te worden getroffen.
NEDERLANDEN.
AMSTERDAM den 19 Junij. Op den 16 dezer is de gewone
jaarlijksche vergadering van den raad der Nederlandsche Ilandcl-
Maatschappij hier Ier stede geopend met eene aanspraak van den
president dier inrigting aan welke men de volgende bijzonderheden
ontleent
Met 179 schepen werden in 1846 onder meerderen de volgende
producten aan de consignatie der maatschappij aangevoerd als
7-36,887 bal. koffij 322,321 kann, en 745 kist. suiker; 13,172
kist. en kistj. indigo; 8133 kist. en kist). Java thee; 105,983
sch. tin
en goduronde de 5 eerste maanden van 1847 met 103 bodems
532,578 hal. koffij 140,104 kann. suiker (mitsgaders 6310
kann. in Engeland verkocht) 8187 kist. en kistj. indigo
77,037 sch. tin.
Door de maatschappij werd in 1846 verkocht aan
koffij voor ruim 17,300,000 suiker voor ruim 19,330,000
thee voor ruim 183,000; indigo voor ruim 4,316,000;
tin ongeveer 2,000,000 cochenille ruim 150,000 spe
cerijen ruim 813,000;
torwijl het totaal der verkoopen in 1846 ongeveer
44,340,000 was tegen nagenoeg
- 51,625,000 in 1845.
Met inbegrip van do specie en goederenten dienste van het
indisch bestuur, bedroegen de uitzendingen in 1846, eeno gezament-
lijke waarde van circa 8,543,000 waaronder:
voor ruim 4,145,000 aan witto en ruwe katoenen ƒ819,000
meer dan in 1845 voor circa 230,000 aan gedrukte katoe
nen 89,000 meer dan in 1845 voor ruim 126,000 aan
weefgoederen; voor ruim 51,700 aan geverwde katoenen;
voor circa 362,000 aan Adrian roode dito en garensvoor
circa 78,000 aan polemieten voor circa f 25,000 aan
grijnen voor ruim ƒ29,600 aan lakens; voor ruim ƒ10,000
aan aardewerk voor circa f 173,000 aan koffijzakken.
Eene gezamcntlijke ruimte van 56,002 uitleverende lasten onge-z
rekond de 1254 lasten van de verongelukte schepen Koning der Necleri
landen en Ceramwerd in 1846 bevracht, en alzoo 21,34-4 lasted
minder dan in 1845.
Het totaal der betaalde retourvrachten bedroeg 10,722,000
dat der uitvrachtcn 175,300.
Aan assurantie-premiën werd circa 1,096,000 betaald.
Gedurende 1846 werden besteld en geleverd
814,950 pièces ruwe katoen, ter waarde van 3,373,600;'
536 kist. gedrukte dito ter waarde van - 249,400
174 kist. weefgoederen, ter waarde van - 71,000;
284 kist. Adrian roode, ter waarde van - 165,000
497 bal. dito garens, ter waarde van - 121,000;
121 kist. blaauw katoen, ter waarde van - 46,500
373,600 st. koffijzakken ter waarde van - 164,0001
Uit die cijfers en daadzaken blijkt op nieuw dat dit belangrijk
bondels-ligchaam voortdurend een kraebtigen steun blijft bieden aan
de nationale belangen van handel scheepvaart en nijverheid terwijl
tevens door don president werd aangetoond hoe zij in den jongsten
nog niet geweken nood der fahrïjk-arheiders in Overijssel en Gelder
land door krachtdadige en kostbare maatregelen lenigend is ta
gomoet gekomen en in het algemeen op de gewigtigste takkea
onzer volks-welvaart eenen veelhetcekenenden invloed uitoefent,;
De vergadering van den raad is gisteren gesloten.
's GRAVENHAGE den 18 Junij. In de bijeenkomst van dö
tweede kamer der slaten-generaal van hirden zijn verscheidene ver
zoekschriften ingekomen tegen het ontwerp van wetbetreffende do
afschaffing van den accijns op do rogge cn<!ido vervanging daarvan
door andere middelen. 1
Men verzekert dat de kamer al de aanhangige onderwerpen in do
afdeelingen wenscht te onderzoeken en te behandelen ten eindo
alsdan na eene kortstondige schorsing der werkzaamheden de be
raadslagingen achtervolgens over al de gewigtigo voordragten dio
aanhangig zijn te houden.
De kamer van koophandel on fahrijken te Schiedam heeft zich
met een gemotiveerd adres houdende bedenkingen tegen het door do
regering ingediend wets-onlwerp lot intrekking van don accijns op
het gemaal der rogge, tot de tweede kamer der staten-generaal
gewend. Daarin wordt breedvoerig betoogd dat het door de rege
ring voorgesteld middel om bet verlies voor de schatkist dat door
die intrekking ontstaan zou gedeeltelijk to dekken door de rijks
opcenten op den accijns op liet gedisteleerd met 25 te vermeerderen
van aliezins nodeelige uitwerking op den toestand onzer nationals
^korenwijnstokerijen zijn moet en bovendien ongeschikt is om het
daarmede beoogde doel te bereiken.
Da hooge raad heeft weder uitspraak gedaan in drie zaken
betreffende de vraag of de staat kan volstaan met de bij de wet
van 29 Niióse 13ae jaar opgelegde opvoeding van een zoon uit huis
gezinnen waarin zeven kinderen in leven zijn of, in plaats daarvan
met eene geldelijke uitkeering of toelaag tot aan het in werking
komen der wet van 26 Maart jl. waarbij eerstgemelde wet is inge
trokken. De booge raad beeft hoofdzakelijk op dezelfde gronden
als bij zijn arrest van 11 Junij jl. eii uit overweging, dat laatst
genoemde wet geone terugwerkende kracht mag uitoefenen op de
regten reeds bij do vorige wel verkregen den slaat veroordeeld